European Central Bank - eurosystem
Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Veelgestelde vragen over de digitale euro

Vraag 1. Komt een digitale euro in de plaats van contant geld?

Nee, een digitale euro is een aanvulling op contant geld, geen vervanging. Contant geld blijft beschikbaar in het eurogebied. Een digitale euro zou naast contant geld bestaan en vormt een mogelijk antwoord op de veranderende consumentenvraag naar digitaal, snel en veilig betalen.

Vraag 2. Wat zijn de gevolgen van een digitale euro voor de banksector?

Een digitale euro mag geen negatieve gevolgen hebben voor de financiële sector. Om dat te garanderen, moeten we ervoor zorgen dat i) een digitale euro vooral wordt gebruikt om te betalen en niet om in te beleggen en ii) onder toezicht staande intermediairs bij de verwerking van een digitale euro worden betrokken.

Vraag 3. Wat maakt een digitale euro beter dan stablecoins of cryptoactiva?

Een digitale euro is centralebankgeld. Dit betekent dat hij door een centrale bank zou worden gegarandeerd en op maat van de burgers zou worden ontworpen: risicovrij, met respect voor de privacy en aandacht voor gegevensbescherming. Centrale banken hebben als taak de waarde van het geld te handhaven, onafhankelijk van de fysieke of digitale vorm ervan.

De stabiliteit en de betrouwbaarheid van stablecoins hangen uiteindelijk af van de entiteit die ze uitgeeft en van de geloofwaardigheid en afdwingbaarheid van de belofte dat ze hun waarde in de loop van de tijd behouden. Private emittenten kunnen persoonsgegevens ook voor commerciële doeleinden gebruiken.

Bij crypto's bestaat er niet iets als een entiteit die aansprakelijk is, wat betekent dat vorderingen niet afdwingbaar zijn.

Vraag 4. Is een digitale euro net als blockchain gebaseerd op ‘distributed ledger technology’ (DLT)?

Het Eurosysteem experimenteert met verschillende benaderingen en technologieën voor een digitale euro. Centrale en decentrale oplossingen (zoals DLT) behoren daartoe. Daarover is echter nog geen besluit genomen.

Vraag 5. Wordt een digitale euro een alternatieve munt binnen het Eurosysteem?

Nee. Een digitale euro is gewoon een andere manier om in Europa met onze gemeenschappelijke munt te betalen. Met de euro dus. Een digitale euro zou een-op-een inwisselbaar zijn met bankbiljetten. Hiermee zouden we inspelen op de groeiende belangstelling van burgers en bedrijven voor digitale betalingen.

Vraag 6. Waarom zou de consument een digitale euro willen gebruiken?

Een digitale euro is als betaalmiddel even veilig, gebruiksvriendelijk en goedkoop als contant geld op dit moment. Een gratis betaalmiddel voor basisbetalingen, een middel dat overal in het eurogebied zou kunnen worden gebruikt.

Nu burgers steeds vaker elektronisch betalen en de markt voor digitale betalingen blijft groeien, kan een digitale euro een extra betaaloptie in centralebankgeld zijn voor iedereen: huishoudens en kleine en grote bedrijven.

Voor handelaars, kleine bedrijven en andere begunstigden kan een digitale euro een extra manier zijn om hun klanten te laten betalen.

Een digitale euro kan ook geavanceerde functionaliteiten bieden, zoals automatische betalingsfuncties of het gebruik van een of andere vorm van digitale identiteit.

Vraag 7. Wat als een centrale bank van buiten het eurogebied vóór het Eurosysteem met een digitale munt komt?

Alle grote centrale banken onderzoeken de mogelijkheid om een digitale munt (central bank digital currency – CBDC) uit te geven, maar het is geen wedstrijd, noch concurrentie. Binnen de G20 is men het erover eens dat samenwerking nodig is als het op het internationale gebruik van digitale centralebankmunten aankomt.

Grondig en veilig zijn overigens belangrijker dan snel. We hebben een systeem nodig dat voor iedereen werkt en vanaf de eerste dag stabiel is. Voor een digitale euro is een bepaalde infrastructuur nodig bij de centrale banken en de intermediairs waarop ze toezicht houden.

Het Eurosysteem onderzoekt samen met andere centrale banken de gevolgen van de uitgifte van een digitale munt voor de diverse economieën. We worden allemaal beter van de uitwisseling van standpunten en ervaringen.

We gaan na hoe een digitale euro kan inspelen op de behoeften van de burger. En we willen daarbij leunen op Europese betaalmogelijkheden. Autonomie en soevereiniteit zijn daarin leidend.

Vraag 8. Op welke termijn kan een digitale euro worden ingevoerd?

Voordat we een besluit nemen over de uitgifte van een digitale euro, moeten we het eens worden over het mogelijke ontwerp ervan en testen of we aan de behoeften van de eindgebruikers kunnen voldoen. Voordat een digitale euro kan worden ingevoerd, moet er een aantal stappen worden gezet.

Na de experimentele werkzaamheden van de ECB en de nationale centrale banken van het eurogebied zijn we in juli 2021 gestart met de onderzoeksfase van het project rond de digitale euro. In deze fase leggen we het optimale ontwerp van een digitale euro vast en stemmen we dit af op de behoeften van de gebruikers. Tijdens deze fase analyseren we ook hoe financiële intermediairs diensten voor eindgebruikers kunnen leveren die voortbouwen op een digitale euro.

We ronden deze werkzaamheden in oktober 2023 af.

Dan beslist de Raad van Bestuur om al dan niet over te gaan naar de volgende fase. Daarin zouden we werken aan de ontwikkeling van geïntegreerde diensten, tests uitvoeren en eventueel live experimenteren met een digitale euro. Deze fase kan ongeveer drie jaar duren.

Dit project is een prioriteit voor ons, maar we moeten ook de tijd nemen om het goed te doen. Het effect van een digitale euro moet zorgvuldig worden geanalyseerd voordat er een besluit wordt genomen.

Vraag 9. Waarom wordt er gedacht aan een bovengrens op deposito’s in voor retailbetalingen aangehouden digitale euro's? Hoe laag moet de rente op als belegging aangehouden digitale euro's zijn?

We onderzoeken de mogelijke risico’s van de invoering van een digitale euro voor de financiële stabiliteit en de transmissie van het monetair beleid.

Een digitale euro zou een extra betaalmogelijkheid zijn en niet zozeer een financiële beleggingsvorm. Het Eurosysteem onderzoekt ontwerpopties die zouden voorkomen dat mensen grote hoeveelheden digitale euro’s als risicoloze belegging aanhouden of in bankdeposito’s aangehouden banktegoeden omzetten in digitale euro’s. Een gedifferentieerde vergoeding is een van de mogelijkheden daarvoor, net als een bovengrens op het bedrag aan aangehouden digitale euro’s.

Een eventuele rente op aangehouden digitale euro’s zou nihil of positief zijn als het gaat om particulieren die de digitale euro voor hun dagelijkse retailbetalingen willen gebruiken, dus nooit lager dan de vergoeding voor contant geld. Om te voorkomen dat een digitale euro een beleggingsvorm wordt, moet de vergoeding voor als belegging aangehouden euro's lager zijn dan die voor als veilig beschouwde activa, aangezien centralebankgeld de beste combinatie is van veiligheid en stabiliteit.

We hebben nog geen besluit genomen over een gedifferentieerde vergoeding of een mogelijke limiet, en we kunnen alternatieve opties overwegen naarmate onze analyse vordert.

Vraag 10. Welke gegevens verwacht u te verwerken bij betalingen in digitale euro’s? Kan het betalingsgedrag van mensen worden gevolgd en gedeeld met overheidsinstanties en andere openbare instellingen?

Het Eurosysteem heeft geen belang bij het verzamelen van betalingsgegevens van individuele gebruikers, het volgen van betalingsgedrag of het delen van dergelijke gegevens met overheidsinstanties of andere openbare instellingen.

Dankzij een digitale euro kunnen mensen betalingen doen zonder dat hun gegevens met derden worden gedeeld. Met uitzondering natuurlijk van wat nodig is om illegale activiteiten te voorkomen.

Willen betalingen privé blijven, dan moeten verschillende soorten gegevens worden beschermd: de identiteit van de gebruiker, informatie over afzonderlijke betalingen (bijv. het bedrag) plus de metadata die met de transactie samenhangen (bijv. het IP-adres van het apparaat dat voor de transactie wordt gebruikt).

Gebruikers zullen zich bij het eerste gebruik van diensten in digitale euro's wellicht moeten identificeren, maar bij betalingen kan hun privacy nog steeds op verschillende niveaus worden gegarandeerd.

Een hoge mate van privacybescherming kan ook op andere manieren worden ondersteund. Zo zou de identiteit van de gebruiker gescheiden kunnen worden gehouden van de betaalgegevens. Bij een vermoeden van verdachte activiteiten zou alleen een financiële inlichtingendienst (financial intelligence unit – FIU), binnen een duidelijk afgebakend rechtskader, deze informatie kunnen opvragen om de betaler en begunstigde te identificeren.

Vraag 11. De ECB heeft externe bedrijven aangetrokken om mogelijke gebruikersinterfaces te ontwikkelen. Waarom is dat?

Een prototype ontwikkelen betekent leren in een experimentele omgeving, een soort ‘proeftuin’. We testen in hoeverre het mogelijk is om de infrastructuur van het Eurosysteem voor de afwikkeling van transacties, die op de achtergrond werkt om overboekingen en posities in digitale euro te registreren, soepel te integreren in de bestaande betaaloplossingen voor het grote publiek. We concentreren ons op de integratie van vijf specifieke gebruiksdoelen: peer-to-peerbetalingen, zowel online als offline, betalingen in winkels (point-of sales of POS), die uitgaan van zowel de koper als de verkoper, en e-commercebetalingen. Tijdens de prototypefase worden geen echte betalingen verwerkt. Er bestaat immers nog geen digitale euro, dus we doen alleen simulaties. Het is niet de bedoeling dat het prototype dat uit deze simulaties naar voren komt uiteindelijk het hart gaat vormen van een te produceren systeem.

Vraag 12. Hoe heeft de ECB de deelnemende bedrijven aan de prototypefase geselecteerd?

De ECB heeft een openbare oproep gedaan aan partijen om bij interesse deel te nemen aan de prototypefase. Er hebben zich in totaal 54 bedrijven gemeld, waarvan er vijf zijn uitgekozen. De geschiktheid van de kandidaten in verband met de vijf genoemde gebruiksdoelen is beoordeeld aan de hand van vier essentiële en 28 specifieke voorwaarden. Deze waren van tevoren geformuleerd en op de website van de ECB geplaatst. Uit de selectieprocedure moest een groep bedrijven naar voren komen die alle soorten marktpartijen kon bestrijken (intermediairs, betalingsverwerkers en retailers). De bedrijven namen op eigen kosten aan de selectieprocedure deel. De grote belangstelling voor deelname aan de prototypefase toont aan dat particuliere bedrijven de digitale euro beschouwen als een belangrijke ontwikkeling waaraan ze graag meewerken (bijvoorbeeld om hun reputatie te versterken), zelfs als daar geen vergoeding tegenover staat.

Vraag 13. Worden de resultaten van de prototypefase openbaar gemaakt?

In de oproep voor deelname was al bepaald dat transparantie noodzakelijk is om een gelijk speelveld te garanderen. De ECB heeft besloten om meer transparantie te betrachten dan de EU-regels voor onbetaalde contracten voorschrijven. De kandidaten is verteld dat alle informatie openbaar wordt gemaakt. Tijdens de ontwikkelingsfase in het vierde kwartaal van 2022 zal de ECB de aanbieders van prototypes voor de gebruikers zo nodig toelichting geven op de technische eisen, en de verwachtingen omtrent de integratie met hen afstemmen (d.w.z. de wijze waarop de gebruikerscomponenten en de achterliggende infrastructuur op elkaar moeten aansluiten). De resultaten van de prototypefase en de technische informatie die daaraan ten grondslag ligt, worden in het eerste kwartaal van 2023 bekendgemaakt.

Vraag 14. Hoe waarborgt de ECB de bescherming van de persoonsgegevens van gebruikers?

In de prototypefase wordt uitsluitend gewerkt met gesimuleerde transacties. Daarbij worden geen individuele of geaggregeerde gegevens van werkelijke betalingen gebruikt of gedeeld met de aanbieders van prototypes voor de gebruikers of met de deelnemers aan de experimenten en tests. Gegevens die voor de experimenten nodig zijn, worden uitsluitend voor dat doel gegenereerd. De ECB streeft ernaar om ten aanzien van de bescherming van persoonsgegevens altijd de hoogst mogelijke normen in acht te nemen.