Maakt de ECB winst?
Bijgewerkt op 23 februari 2023 (voor het eerst gepubliceerd op 16 februari 2017)
Als u denkt aan de Europese Centrale Bank, denkt u dan aan een bank die winst nastreeft en verliezen wil vermijden? Het is in elk geval zo dat we jaarstukken publiceren, dus als we winst of verlies maken kunt u het daar zien. Maar eigenlijk streven we een heel ander doel na: de prijzen in het eurogebied stabiel houden. Winst of verlies zien we als neveneffect van onze inspanningen om onze hoofdopdracht te vervullen.
Hetzelfde geldt voor de nationale centrale banken van de landen van het eurogebied, die samen met de ECB het Eurosysteem vormen. Hieronder leggen we uit waar deze winsten en mogelijke verliezen vandaan kunnen komen.
Hoe werkt dat dan?
Net als andere centrale banken halen de ECB en de nationale centrale banken van de eurolanden inkomsten uit een aantal bronnen. Denk bijvoorbeeld aan rente op leningen aan commerciële banken, rente op obligaties die zijn aangekocht in het kader van programma’s voor de aankoop van activa en inkomsten uit deviezenreserves en beleggingen. Dit zijn allemaal activa die de ECB en/of de nationale centrale banken aanhouden.
De bankbiljetten in uw portefeuille maken dan weer een groot deel van onze verplichtingen uit. Ze dragen geen rente en vormen de basis van onze seigniorage. Een andere grote verplichting zijn de deposito’s die commerciële banken bij ons aanhouden. Banken ontvangen rente hierop, die voor ons een uitgave vormt. Dit is een belangrijk onderdeel van ons monetair beleid. Als we bijvoorbeeld de rente verhogen die banken op hun deposito’s bij ons ontvangen, stijgt ook de rente op de financiële markten, wat weer doorwerkt in de financieringsvoorwaarden binnen de hele economie. En dat stimuleert vervolgens de besparingen en vermindert de bestedingen. Daardoor koelt de economie af en daalt de inflatie.
Het kan gebeuren dat onze rente-uitgaven voor banken op korte termijn niet worden gecompenseerd door een vergelijkbare stijging van de inkomsten uit de activa die we aanhouden, met name als dat vastrentende activa met een lange looptijd zijn. Net als andere grote centrale banken hebben we obligaties van de private en de publieke sector met langere looptijden gekocht om de rente te verlagen toen onze beleidsrente dichter bij de effectieve ondergrens was gekomen. Dit was noodzakelijk om de inflatie, die gedurende langere tijd te laag was, terug te brengen naar onze doelstelling. Een van de kanalen waarlangs de activa-aankopen de rentevoeten hebben verlaagd, was doordat ze het risico van toekomstige rentewijzigingen gedeeltelijk hebben overgedragen van de markt naar de balansen van de centrale banken. Dit risico begint zich nu overal ter wereld te manifesteren, aangezien een reeks ongekende schokken heeft geleid tot recordhoge inflatiecijfers die we moeten bestrijden door de rente op te trekken, waardoor onze rente-uitgaven voor banken stijgen. Dat betekent dat onze winst daalt en dat we zelfs verlies kunnen lijden.
De verliezen worden op termijn kleiner omdat de inkomsten van de centrale banken op de obligaties en andere activa die ze aanhouden en de leningen die ze verstrekken eveneens zullen toenemen. Bovendien kunnen de verliezen ook afnemen als we onze activa zouden afbouwen en als de deposito’s van commerciële banken bij de nationale centrale banken krimpen. Uiteindelijk ondersteunt de terugkeer naar een positief renteklimaat de winstgevendheid van het Eurosysteem op middellange termijn.
Wat gebeurt er als we winst maken?
Als we winst boeken, kunnen we een deel van het geld als algemene voorzieningen en reserves opzijzetten om ons te beschermen tegen mogelijke toekomstige verliezen. De eventueel resterende winst wordt vervolgens verdeeld onder de nationale centrale banken van de landen van het eurogebied, die aandeelhouder zijn van de ECB.
De nationale centrale banken kunnen ook een deel van dit geld opzijzetten, maar de rest van de winst gaat gewoonlijk naar de overheid van het desbetreffende land en draagt op die manier bij aan de begroting. Dit komt de burgers van het eurogebied ten goede.
En wat als we verlies maken?
Het belangrijkste is ons mandaat om de prijzen stabiel te houden. Dit heeft voorrang op andere overwegingen. We zullen het juiste beleid voeren om onze inflatiedoelstelling te halen, ook als dit leidt tot lagere winsten of zelfs verliezen. Als we verlies lijden, kunnen we eerst het in voorgaande jaren opzijgezette geld gebruiken. De ECB en andere centrale banken van het eurogebied hebben de voorbije jaren aanzienlijke winsten geboekt: de winsten vóór belastingen en algemene voorzieningen bedroegen tussen 2012 en 2021 ongeveer € 300 miljard. Dat is grotendeels te verklaren door het in die jaren gevoerde monetaire beleid, met name door de programma’s voor de aankoop van activa en de negatieve rente die werd betaald – met andere woorden de ontvangen rente – op de deposito’s van banken. Omdat we ons bewust zijn van financiële risico’s, hebben we een deel van deze winsten gebruikt om binnen de wettelijke grenzen financiële buffers op te bouwen zoals algemene voorzieningen en reserves. Daarnaast ontstaan financiële buffers door de herwaardering van een deel van de activa van de centrale banken. Die maken ook deel uit van ons eigen vermogen en dragen bij aan onze financiële soliditeit.
In het geval van de ECB kunnen de nationale centrale banken van de eurolanden, als onze algemene risicovoorziening niet toereikend is, het resterende verlies dekken met hun eigen inkomsten uit monetairbeleidstransacties. Een eventueel dan nog resterend bedrag kan in de balans van de ECB worden opgenomen en worden gedekt door eventuele in de toekomst te ontvangen netto-inkomsten. Meer informatie over winst- en verliesdelingsprocedures vindt u in deze Occasional Paper.
Belangrijk is dat centrale banken geen gewone bedrijven zijn: ze kunnen geld verliezen en nog altijd doeltreffend werken. Niettemin moeten nationale centrale banken volgens het beginsel van financiële onafhankelijkheid voldoende gekapitaliseerd zijn.
Kortom, onze beschikbare financiële buffers, onze risicobeheersingskaders en andere waarborgen die ons ter beschikking staan, zorgen ervoor dat eventuele verliezen geen afbreuk doen aan het vermogen van het Eurosysteem om prijsstabiliteit na te streven en te handhaven.