Beoordeling van de effectenafwikkelingssystemen van de toetredende landen aan de hand van de standaarden bij het gebruik van effectenvereveningssystemen voor krediettransacties van het Eurosysteem
De Europese Centrale Bank (ECB) publiceert heden een verslag getiteld “Assessment of accession countries’ securities settlement systems against the standards for the use of EU securities settlement systems in Eurosystem credit operations”.[1] (pdf 637 kB). In november 1997, heeft het Europees Monetair Instituut negen standaarden vastgesteld waaraan effectenvereveningssystemen die voor krediettransacties van het Eurosysteem in aanmerking willen komen, dienden en dienen te voldoen. Zij werden in januari 1998 gepubliceerd en zijn beschikbaar op de website van de ECB (pdf 111 kB). Deze standaarden vormen het noodzakelijke kader voor het verminderen van de risico’s die verband houden met de afwikkeling van krediettransacties en het in bewaring hebben van onderpand gedurende deze transacties.
Het belangrijkste doel van deze beoordeling is centrale banken in de toetredende landen te helpen bepalen aan welke onderdelen van hun effectenvereveningssystemen nog aandacht dient te worden besteed teneinde de soepele werking van krediettransacties van het Eurosysteem te bevorderen. Een formele beoordeling van de geschiktheid van de betreffende effectenvereveningssystemen voor krediettransacties van het Eurosysteem zal plaatsvinden zodra deze systemen beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem aanhouden.
De beoordeling heeft aangetoond dat de infrastructuur voor effecten in veel van de toetredende landen reeds als relatief toereikend kan worden beschouwd. Bijna alle 21 beoordeelde effectenvereveningssystemen kunnen onder bepaalde operationele voorwaarden als geschikt worden aangemerkt voor gebruik in krediettransacties van het Eurosysteem.[2] Hierbij dient echter te worden opgemerkt dat de effectenvereveningssystemen in de toetredende landen niet allemaal even geavanceerd zijn. In de meeste landen is de infrastructuur voor effectenverevening en –afwikkeling grotendeels ontwikkeld gedurende het afgelopen decennium. Binnen deze periode hebben enkele toetredende landen hun infrastructuur voor effecten onvoldoende ontwikkeld als gevolg van een gebrek aan middelen en een gering volume aan verhandelde effecten, hetgeen het terugverdienen van de initiële investeringskosten heeft belemmerd. Een aantal andere landen lijkt echter hun voordeel te hebben gedaan met het feit dat zij compleet nieuwe infrastructuren hebben moeten opzetten. De betreffende autoriteiten in de meeste landen zijn zeer gecommitteerd geweest wat betreft het aanpassen van hun infrastructuren aan internationaal erkende standaarden.
Nadere details kunt u vinden in het verslag. Deze publikatie is beschikbaar op de website van de ECB (http://www.ecb.europa.eu). Gedrukte exemplaren zijn op aanvraag beschikbaar bij de ECB op het onderstaande adres.
-
[1] Het is van belang op te merken dat de term “toetredende landen” in deze context verwijst naar in totaal 12 landen, d.w.z. de tien toetredende landen die in mei 2004 gaan deelnemen aan de EU plus Bulgarije en Roemenië.
-
[2] Op Cyprus worden de voor krediettransacties van de centrale bank gebruikte overheidsobligaties giraal gemaakt (in elektronische vorm omgezet) en worden de elektronische registraties overgedragen van de Central Bank of Cyprus aan de Central Depository and Central Registry (CDCR). Hangende de voltooiing van dit project, die voor 2004 is voorzien, zal de CDCR geschikt worden geacht voor krediettransacties van het Eurosysteem op basis van het vooraf deponeren gecombineerd met de kostenloze levering van effecten.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media