European Central Bank - eurosystem
Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Inleidende Verklaring

Mario Draghi, President van de ECB,
Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB,
Frankfurt am Main, 3 september 2015

Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom bij onze persconferentie. Dan zullen wij nu verslag uitbrengen van de vergadering die de Raad van Bestuur vandaag heeft gehouden. Laat ik, zoals gewoonlijk, beginnen met de genomen besluiten.

Op basis van onze reguliere economische en monetaire analyses en in overeenstemming met onze indicaties omtrent het rentebeleid heeft de Raad van Bestuur besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten.

Het programma voor de aankoop van activa verloopt nog steeds vlot. Wat de bijzondere monetairbeleidsmaatregelen betreft, er was aangekondigd dat het maximale percentage van de uitstaande aandelen van een emittent dat in het kader van het programma voor de aankoop van activa uit de publieke sector mag worden aangekocht, zou worden herzien na de eerste zes maanden van aankopen. Op grond daarvan heeft de Raad van Bestuur besloten dit maximum te verhogen van de oorspronkelijke 25% tot 33%, waarbij van geval tot geval zal worden bekeken of dit er niet toe leidt dat het Eurosysteem een blokkerende minderheid verkrijgt, in welk geval het maximum 25% blijft.

Aan ons monetairbeleidsoordeel lagen een beoordeling van recente gegevens ten grondslag, alsmede nieuwe, door staf van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties en een tussentijdse evaluatie van recente marktschommelingen. De beschikbare informatie wijst op aanhoudend, zij het iets zwakker, economisch herstel en een geringere stijging van de inflatiecijfers ten opzichte van eerdere verwachtingen. Er doen zich de laatste tijd opnieuw neerwaartse risico's voor de groei- en inflatievooruitzichten voor. Door de grote fluctuaties op de financiële en grondstoffenmarkten achtte de Raad van Bestuur het echter voorbarig conclusies te trekken over de vraag of deze ontwikkelingen een blijvend effect kunnen hebben op de vooruitzichten voor de prijzen en op het bereiken van een duurzaam inflatiebeloop in de richting van ons middellangetermijndoel, of dat zij als hoofdzakelijk van voorbijgaande aard moeten worden beschouwd.

De Raad van Bestuur zal daarom alle binnenkomende relevante informatie nauwlettend volgen. De Raad wijst er met nadruk op dat hij bereid en in staat is om zo nodig, en met inzet van alle binnen zijn mandaat ter beschikking staande instrumenten, te handelen en wil er met name aan herinneren dat het programma voor de aankoop van activa voldoende flexibiliteit biedt om de omvang, samenstelling en looptijd ervan te kunnen aanpassen.

Intussen zullen onze maandelijkse activa-aankopen van €60 miljard volledig ten uitvoer worden gelegd. Deze aankopen hebben een gunstig effect op de kosten en de beschikbaarheid van krediet voor bedrijven en huishoudens. Het voornemen is ermee door te gaan tot eind september 2016 en zo nodig langer – en in ieder geval totdat wij bewijs zien van een aanhoudende verandering in het beloop van de inflatie die in overeenstemming is met onze doelstelling om op de middellange termijn een inflatiecijfer onder maar dicht bij 2% te verwezenlijken.

Laat ik nu gedetailleerder ingaan op onze beoordeling van de beschikbare informatie, te beginnen met de economische analyse. Het reële bbp in het eurogebied is in het tweede kwartaal van 2015 gestegen met 0,3%, iets minder dan eerder werd verwacht. De meest recente op enquêtes gebaseerde indicatoren wijzen erop dat het reële bbp zich in de tweede helft van dit jaar in min of meer hetzelfde tempo blijft ontwikkelen. Per saldo verwachten wij dat het economisch herstel doorzet, zij het in een iets lager tempo dan verwacht. Dat is vooral het gevolg van de groeivertraging in de opkomende markteconomieën, die de groei van de wereldeconomie en de buitenlandse vraag naar goederen en diensten uit het eurogebied drukt. De binnenlandse vraag zou verdere steun moeten ervaren van onze monetairbeleidsmaatregelen en hun gunstige invloed op de financiële condities, en door de vooruitgang die is geboekt met begrotingsconsolidatie en structurele hervormingen. Daarnaast zou de daling van de olieprijs het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens en de winstgevendheid van bedrijven moeten ondersteunen en aldus aan de particuliere consumptie en de investeringen. Waarschijnlijk blijven de noodzakelijke balansaanpassingen in een aantal sectoren en het nogal trage tempo van de tenuitvoerlegging van structurele hervormingen echter temperend werken op de economische groei in het eurogebied.

Deze beoordeling komt ook in grote lijnen naar voren uit de door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties voor het eurogebied voor september 2015, die voor 2015 een stijging van het reële bbp op jaarbasis voorzien van 1,4%, voor 2016 van 1,7%, en voor 2017 van 1,8%. Ten opzichte van de door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties voor juni 2015 zijn de vooruitzichten voor de groei van het reële bbp naar beneden bijgesteld, vooral doordat de groeivertraging in de opkomende markten de externe vraag drukt.

De risico's ten aanzien van de groeivooruitzichten van het eurogebied blijven per saldo neerwaarts gericht, vooral als gevolg van de toegenomen onzekerheden in de externe omgeving. Met name de huidige ontwikkelingen in opkomende markteconomieën zouden, vanwege handels- en vertrouwenseffecten, verdere negatieve gevolgen voor de mondiale groei kunnen hebben.

Volgens de flash raming van Eurostat bleef de HICP-inflatie van het eurogebied op jaarbasis in augustus 2015 0,2% en daarmee onveranderd ten opzichte van juni en juli. Vergeleken met de voorgaande maand weerspiegelt dit een verdere daling van de energieprijsinflatie, welke wordt gecompenseerd door sterkere prijsstijgingen van voedingsmiddelen en industriegoederen. Op basis van de beschikbare informatie en gezien de huidige futuresprijzen voor olie blijft de HICP-inflatie op jaarbasis op korte termijn zeer laag. De verwachting is dat de HICP-inflatie op jaarbasis eind dit jaar zal stijgen, onder andere door basiseffecten in verband met de daling van de olieprijzen eind 2014. De inflatiecijfers zullen naar verwachting in 2016 en 2017 verder stijgen onder invloed van het verwachte economisch herstel, de doorwerking van eerdere dalingen van de eurokoers en de aanname dat de olieprijzen de komende jaren licht stijgen, zoals reeds blijkt uit de markten in oliefutures. Deze stijging van de inflatie op jaarbasis zal zich, zo wordt nu verwacht, echter iets later voordoen dan tot op heden was voorzien.

Deze beoordeling komt ook in grote lijnen naar voren uit de door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties voor het eurogebied voor september 2015, die voor 2015 een stijging van de HICP-inflatie op jaarbasis voorzien van 0,1%, voor 2016 van 1,1%, en voor 2017 van 1,7%. Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties van juni 2015, zijn de vooruitzichten voor de HICP-inflatie naar beneden bijgesteld, voornamelijk ten gevolge van een lagere olieprijs. Rekening houdend met de meest recente ontwikkelingen in de olieprijs en de recente wisselkoersen, bestaan er neerwaartse risico's ten aanzien van de door medewerkers van de ECB samengestelde projecties van september.

In dit kader zal de Raad van Bestuur de risico's ten aanzien van de vooruitzichten voor de prijsontwikkeling op de middellange termijn nauwlettend volgen. Wij zullen met name letten op de doorwerking van onze monetairbeleidsmaatregelen, op de mondiale economische en financiële ontwikkelingen en op de ontwikkeling van de grondstoffenprijzen en wisselkoersen.

Wat de monetaire analyse betreft: recente gegevens bevestigen de robuuste groei van het ruime monetaire aggregaat (M3). De twaalfmaandse groei van M3 was in juli 2015 5,3%, vergeleken met 4,9% in juni. De groei van M3 op jaarbasis wordt opnieuw sterker ondersteund door de meest liquide componenten, waarbij de groei op jaarbasis van het eng gedefinieerde monetaire aggregaat M1 in juli uitkwam op 12,1%, vergeleken met 11,7% in juni.

De dynamiek van de kredietverstrekking blijft zich verbeteren. Het groeitempo op jaarbasis van leningen aan niet-financiële vennootschappen (gecorrigeerd voor de verkoop en securitisatie van leningen) steeg in juli naar 0,9%, een toename ten opzichte van 0,2% in juni, waarmee het geleidelijke herstel sinds begin 2014 zich voortzet. Ondanks deze verbeteringen blijft de dynamiek van leningen aan niet-financiële vennootschappen zwak. Deze kredietdynamiek loopt nog altijd achter bij de huidige conjunctuurfase, en weerspiegelt kredietrisico’s, kredietverstrekkingsfactoren en de voortgaande balansaanpassingen in de financiële en niet-financiële sector. De groei op jaarbasis van leningen aan huishoudens (gecorrigeerd voor de verkoop en securitisatie van leningen) steeg in juli 2015 naar 1,9%, tegen 1,7% in juni. Over het geheel genomen geven de door ons sinds juni 2014 genomen monetairbeleidsmaatregelen duidelijk steun aan verbeteringen in zowel de kredietnemingskosten voor bedrijven en huishoudens als in de kredietstromen in het eurogebied.

Kortom: een toetsing van de uitkomsten van de economische analyse aan die van de monetaire analyse bevestigt dat de monetairbeleidsbeslissingen van de Raad van Bestuur krachtdadig ten uitvoer dienen te worden gelegd, en dat van alle relevante binnenkomende informatie nauwlettend dient te worden gevolgd welke invloed zij heeft op de vooruitzichten voor de prijsstabiliteit op de middellange termijn.

Het monetair beleid is erop gericht de prijsstabiliteit op de middellange termijn te handhaven, en de accommoderende beleidskoers draagt bij aan ondersteuning van de economische bedrijvigheid. Willen de voordelen van onze monetairbeleidsmaatregelen echter volledig tot hun recht komen, dan moeten ook andere beleidsterreinen ontegenzeglijk hun bijdrage leveren. Gezien de aanhoudende hoge structurele werkloosheid en de lage potentiële productiegroei in het eurogebied, dient het zich voortzettende conjuncturele herstel te worden ondersteund door een effectief structureel beleid. Verdere product- en arbeidsmarkthervormingen, met name maatregelen om het ondernemingsklimaat te verbeteren (waaronder een toereikende openbare infrastructuur), zijn van cruciaal belang om de productieve investeringen te doen toenemen, het scheppen van banen te bevorderen en de productiviteit te verhogen. Snelle en effectieve tenuitvoerlegging van deze hervormingen, tegen de achtergrond van een accommoderend monetair beleid, zal niet alleen leiden tot hogere duurzame economische groei in het eurogebied, maar zal tevens de verwachtingen ten aanzien van permanent hogere inkomens versterken en de voordelen van hervormingen sneller doen plaatsvinden, en zo het eurogebied beter bestand maken tegen mondiale schokken. Het begrotingsbeleid dient het economische herstel te ondersteunen en zich te houden aan het Stabiliteits- en Groeipact. De volledige en consistente tenuitvoerlegging van het Pact is van essentieel belang voor het vertrouwen in ons begrotingskader.

Wij staan nu tot uw beschikking voor vragen.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media