European Central Bank - eurosystem
Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
  • INLEIDENDE VERKLARING

PERSCONFERENTIE

Mario Draghi, President van de ECB,
Luis de Guindos, Vicepresident van de ECB,
Riga, 14 juni 2018

Bijgewerkt ter aanpassing van de vertaling

Dames en heren, de Vicepresident en ik heten u van harte welkom bij onze persconferentie. Ik wil hierbij van de gelegenheid gebruikmaken om Adjunct-Gouverneur Razmusa van harte te bedanken voor haar gastvrijheid en in het bijzonder haar medewerkers bedanken voor de uitstekende organisatie van de vergadering van de Raad van Bestuur vandaag. Wij zullen nu verslag uitbrengen over de uitkomsten van onze vergadering.

Sinds het begin van ons programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme of APP) in januari 2015 heeft de Raad van Bestuur in het kader van het APP netto activa-aankopen gedaan afhankelijk van de mate van voortgang in de richting van een aanhoudende verandering in het beloop van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% op de middellange termijn. Vandaag heeft de Raad van Bestuur een zorgvuldige beoordeling uitgevoerd van de gemaakte voortgang, waarbij tevens rekening is gehouden met de meest recente door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties, prijs- en loondrukmaatstaven, en onzekerheden rond de inflatievooruitzichten.

Ten gevolge van deze beoordeling heeft de Raad van Bestuur geconcludeerd dat de voortgang in de richting van een aanhoudende verandering van de inflatie tot nog toe aanzienlijk is geweest. De langeretermijninflatieverwachtingen zijn stevig verankerd, en de onderliggende sterkte van de economie van het eurogebied en de aanhoudende ruime mate van monetaire accommodatie vormen hierbij aanleiding voor vertrouwen dat de duurzame convergentie van de inflatie in de richting van onze doelstelling de komende periode zal aanhouden, en in stand zal blijven zelfs na een geleidelijke afbouw van onze netto aankopen van activa.

Dienovereenkomstig heeft de Raad van Bestuur de volgende besluiten genomen:

Ten eerste, wat betreft de bijzondere monetairbeleidsmaatregelen: wij zullen doorgaan met het doen van netto aankopen in het kader van het APP tegen het huidige maandelijkse bedrag van € 30 miljard tot eind september 2018. Wij verwachten dat wij na september 2018, op voorwaarde dat de binnenkomende gegevens onze vooruitzichten voor de inflatie op de middellange termijn bevestigen, het maandelijkse bedrag van de netto activa-aankopen zullen verlagen naar €15 miljard tot eind december 2018 en dan de netto-aankopen zullen beëindigen.

Ten tweede zijn wij voornemens voor langere tijd na afloop van de netto activa-aankopen door te gaan met ons beleid op grond waarvan herinvestering plaatsvindt van de aflossingen op effecten die zijn aangekocht in het kader van het APP en die de vervaldatum hebben bereikt, en in ieder geval zo lang als noodzakelijk is om gunstige liquiditeitscondities en een ruime mate van monetaire accommodatie te handhaven.

Ten derde hebben wij besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten en wij verwachten dat deze ten minste tot het eind van de hele zomer van 2019 op hun huidige niveau zullen blijven en in ieder geval zo lang als noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat het beloop van de inflatie in overeenstemming blijft met de huidige verwachtingen van een duurzame verandering van de inflatie.

De monetairbeleidsbeslissingen van vandaag handhaven de huidige ruime mate van monetaire accommodatie die zal zorgen voor een verdergaande duurzame convergentie van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% op de middellange termijn. Een aanzienlijke monetairbeleidsstimulans is nog steeds nodig om steun te geven aan de verdere opbouw van de binnenlandse prijsdruk en de totale-inflatieontwikkelingen op de middellange termijn. Deze ondersteuning zal blijven worden verschaft door de netto activa-aankopen tot het einde van het jaar, door de aanzienlijke omvang van de aangekochte activa en de daarmee verband houdende herinvesteringen, alsook door onze verbeterde indicaties omtrent de basisrentetarieven van de ECB. In elk geval staat de Raad van Bestuur klaar om al zijn instrumenten zo nodig aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich op duurzame wijze blijft ontwikkelen in de richting van de inflatiedoelstelling van de Raad van Bestuur.

Laat ik nu gedetailleerder ingaan op onze beoordeling, te beginnen met de economische analyse. De reële bbp-groei op kwartaalbasis matigde in het eerste kwartaal van 2018 tot 0,4%, na een groei van 0,7% in de voorgaande kwartalen. Deze matiging weerspiegelt een daling ten opzichte van de zeer hoge groeiniveaus in 2017, versterkt door een toename van de onzekerheid en enkele tijdelijke en aanbodsfactoren op zowel binnenlands als mondiaal niveau, alsmede een zwakkere stimulans vanuit de externe handel. De meest recente economische indicatoren en enquête-uitkomsten zijn zwakker, maar blijven in overeenstemming met aanhoudende stevige en breed gedragen economische groei. Onze monetairbeleidsmaatregelen, die de afbouw van schuldposities hebben gefaciliteerd, blijven de binnenlandse vraag schragen. De particuliere consumptie wordt ondersteund door de voortgaande toenemende werkgelegenheid, die op haar beurt deels in het verleden doorgevoerde hervormingen op de arbeidsmarkt weerspiegelt, en door een groeiend vermogen van huishoudens. De bedrijfsinvesteringen worden bevorderd door de gunstige financieringscondities, toenemende winstgevendheid van bedrijven en solide vraag. De investeringen in woningen blijven robuust. Daarnaast zal de breed gedragen groei van de mondiale vraag naar verwachting aanhouden, en aldus een impuls geven aan de uitvoer uit het eurogebied.

Deze beoordeling wordt grotendeels weerspiegeld in de in juni 2018 door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties voor het eurogebied. Volgens deze projecties stijgt het reële bbp op jaarbasis naar verwachting met 2,1% in 2018, met 1,9% in 2019 en met 1,7% in 2020. Vergeleken met de door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties van maart 2018 zijn de vooruitzichten voor de reële bbp-groei voor 2018 neerwaarts bijgesteld en voor 2019 en 2020 onveranderd gebleven.

De risico's rond de groeivooruitzichten voor het eurogebied blijven globaal genomen in evenwicht. Desalniettemin zijn de onzekerheden in verband met mondiale factoren, waaronder de dreiging van toenemend protectionisme, groter geworden. Daarnaast dient het risico van hardnekkige hogere volatiliteit op de financiële markten nauwlettend te worden gevolgd.

Volgens de flash raming van Eurostat steeg de HICP-inflatie van het eurogebied op jaarbasis in mei 2018 naar 1,9%, vanaf 1,2% in april. Dit weerspiegelde een hogere bijdrage van de inflatie van de prijzen van energie, voedingsmiddelen en diensten. Op basis van de huidige futuresprijzen voor olie, zal de totale inflatie op jaarbasis de rest van het jaar waarschijnlijk rond het huidige niveau schommelen. Hoewel de maatstaven van de onderliggende inflatie over het algemeen gematigd blijven, zijn zij wel gestegen van eerdere lage niveaus. De binnenlandse kostendruk is aan het versterken tegen de achtergrond van hoge niveaus van capaciteitsbenutting, krapper wordende arbeidsmarkten en stijgende lonen. De onzekerheid omtrent de inflatievooruitzichten is aan het afnemen. De onderliggende inflatie zal naar verwachting tegen het einde van het jaar aantrekken en daarna op de middellange termijn geleidelijk stijgen, ondersteund door onze monetairbeleidsmaatregelen, de aanhoudende economische expansie, de daarmee samenhangende geleidelijke afname van de economische onderbenutting en stijgende lonen.

Deze beoordeling komt ook in grote lijnen naar voren in de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied van juni 2018, die een HICP-inflatie op jaarbasis voorzien van 1,7% in 2018, 2019 en 2020. Vergeleken met de door medewerkers van de ECB samengestelde macro-economische projecties van maart 2018 zijn de vooruitzichten voor de totale HICP-inflatie voor 2018 en 2019 aanzienlijk naar boven bijgesteld, voornamelijk ten gevolge van een hogere olieprijs.

Wat betreft de monetaire analyse, kwam de ruime geldgroei (M3) in april 2018 uit op 3,9%, tegen 3,7% in maart en 4,3% in februari. Terwijl de tragere dynamiek in M3 gedurende de afgelopen maanden voornamelijk de vermindering van de maandelijkse netto activa-aankopen sinds het begin van het jaar weerspiegelt, blijft de M3-groei worden ondersteund door de invloed van de monetairbeleidsmaatregelen van de ECB en de lage alternatieve kosten van het aanhouden van de meest liquide componenten. Dienovereenkomstig bleef het eng gedefinieerde monetaire aggregaat M1 de belangrijkste bijdrage leveren aan de ruime geldgroei, hoewel het groeitempo op jaarbasis ervan de afgelopen maanden is gedaald van de eerder waargenomen hoge niveaus.

Het sinds het begin van 2014 waargenomen herstel van de groei van de kredietverlening aan de private sector zet door. Het groeitempo op jaarbasis van de leningen aan niet-financiële vennootschappen kwam in april 2018 uit op 3,3%, onveranderd ten opzichte van de voorafgaande maand, en de twaalfmaandsgroei van de leningen aan huishoudens is eveneens stabiel gebleven, op 2,9%.

De doorwerking van de sinds juni 2014 genomen monetairbeleidsmaatregelen blijft aanzienlijke steun geven aan de kredietnemingsvoorwaarden voor bedrijven en huishoudens en de kredietstromen in het gehele eurogebied. Dit wordt tevens weerspiegeld in de uitkomsten van de meest recente Enquête betreffende de toegang van ondernemingen tot financiering in het eurogebied, waaruit naar voren komt dat met name kleine en middelgrote ondernemingen profiteerden van verbeterde toegang tot financiering.

Kortom: een toetsing van de uitkomsten van de economische analyse aan de signalen uit de monetaire analyse bevestigde dat de monetairbeleidsbeslissingen van vandaag zullen zorgen voor de ruime mate van monetaire accommodatie die noodzakelijk is voor de aanhoudende duurzame convergentie van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% op de middellange termijn.

Om ten volle de vruchten van onze monetairbeleidsmaatregelen te kunnen plukken, moet ook op andere beleidsterreinen een vastbeslotener bijdrage worden geleverd om het groeipotentieel op de langere termijn te verhogen en kwetsbaarheden te verminderen. De tenuitvoerlegging van structurele hervormingen in landen van het eurogebied dient aanzienlijk te worden opgevoerd om de schokbestendigheid te vergroten, de structurele werkloosheid te verminderen en de productiviteit en het groeipotentieel van het eurogebied te stimuleren. Wat het begrotingsbeleid betreft, maakt de voortgaande breed gedragen expansie het wenselijk begrotingsbuffers weer op te bouwen. Dit is met name belangrijk in landen waar de overheidsschuld hoog blijft. Het zou voor alle landen goed zijn als ze grotere inspanningen zouden leveren om een groeivriendelijker samenstelling van de overheidsfinanciën te bereiken. Het in de tijd en in de verschillende landen op volledige, transparante en consistente wijze tenuitvoerleggen van het Stabiliteits- en Groeipact en van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden blijft van essentieel belang om de schokbestendigheid van de economie van het eurogebied te versterken. Het verbeteren van de werking van de Economische en Monetaire Unie blijft een prioriteit. De Raad van Bestuur roept op tot specifieke en vastbesloten stappen om de bankenunie en de kapitaalmarktenunie te voltooien.

Wij staan nu tot uw beschikking voor vragen.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media