European Central Bank - eurosystem
Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Inleidende Verklaring

Mario Draghi, President van de ECB,
Nicosia, 5 maart 2015

Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom bij onze persconferentie hier in Nicosia. Ik wil hierbij van de gelegenheid gebruikmaken om Gouverneur Georghadji van harte te bedanken voor haar gastvrijheid en in het bijzonder haar medewerkers bedanken voor de uitstekende organisatie van de vergadering van de Raad van Bestuur vandaag.

Op basis van onze reguliere economische en monetaire analyses en in overeenstemming met onze indicaties omtrent het rentebeleid, hebben wij besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten. Wat betreft de bijzondere monetairbeleidsmaatregelen betekent dit dat de nadruk nu ligt op tenuitvoerlegging.

Na onze beslissingen van 22 januari 2015, zullen wij op 9 maart 2015 beginnen met het aankopen, in de secundaire markt, van in euro luidende waardepapieren van de publieke sector. Wij zullen tevens effecten op onderpand van activa en gedekte obligaties blijven aankopen, waarmee wij vorig jaar zijn begonnen. Zoals eerder aangegeven, zullen de gecombineerde maandelijkse aankopen van activa van de publieke en particuliere sector in totaal €60 miljard bedragen. Het voornemen is deze aankopen uit te voeren tot eind september 2016 en in ieder geval totdat wij bewijs zien van een aanhoudende verandering in het beloop van de inflatie die in overeenstemming is met onze doelstelling op de middellange termijn een inflatiecijfer onder maar dicht bij 2% te verwezenlijken. Nadere informatie over bepaalde aspecten van de tenuitvoerlegging van het aankoopprogramma voor waardepapieren van de publieke sector zal worden verschaft op de website van de ECB, om 15.30 Midden-Europese tijd.

Wij hebben reeds een aanzienlijk aantal positieve effecten van deze monetairbeleidsbeslissingen waargenomen. De situatie in de financiële markten en de kosten van externe financiering voor de particuliere economie zijn verder versoepeld, eveneens na onze vorige monetairbeleidsmaatregelen. In het bijzonder zijn de kredietnemingsvoorwaarden voor bedrijven en huishoudens aanzienlijk verbeterd. Daarnaast heeft de geld- en kredietdynamiek verder aan kracht gewonnen.

De aanzienlijke verdere verruiming van onze monetairbeleidskoers ondersteunt en versterkt de mogelijkheid van gunstiger ontwikkelingen voor de economie van het eurogebied. In een klimaat van verbeterend ondernemers- en consumentenvertrouwen zal de transmissie van onze maatregelen naar de reële economie aansterken, en aldus bijdragen aan een verdere verbetering van de vooruitzichten voor economische groei en aan terugdringing van de economische slapte. Op deze manier zullen onze maatregelen bijdragen aan een duurzame terugkeer van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% op de middellange termijn en de stevige verankering van de inflatieverwachtingen op de middellange tot lange termijn versterken.

Laat ik nu gedetailleerder ingaan op onze beoordeling, te beginnen met de economische analyse. Volgens de (flash) raming van Eurostat steeg het reële bbp in het eurogebied in het laatste kwartaal van 2014 met 0,3% kwartaal-op-kwartaal, waarmee het iets hoger uitkwam dan eerder verwacht. De meest recente economische gegevens en in het bijzonder de uit enquêtes beschikbare gegevens tot en met februari wijzen op enige verdere verbeteringen in de economische bedrijvigheid aan het begin van dit jaar. Vooruitblikkend verwachten wij dat het economisch herstel zich geleidelijk zal verbreden en versterken. Het lage niveau van de olieprijs zou het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens en de winstgevendheid van bedrijven moeten blijven ondersteunen. De binnenlandse vraag zou eveneens verder moeten worden ondersteund doordat onze monetairbeleidsmaatregelen leiden tot verdergaande verbeteringen van de financiële voorwaarden, en door de vooruitgang die is geboekt met begrotingsconsolidatie en structurele hervormingen. Daarnaast zou de vraag naar uitvoerproducten uit het eurogebied moeten profiteren van verbeteringen in het prijsconcurrentievermogen en van het mondiale herstel. Het herstel in het eurogebied zal echter waarschijnlijk blijven worden gedempt door de noodzakelijke balansaanpassingen in diverse sectoren en het nogal trage tempo van de tenuitvoerlegging van structurele hervormingen.

Deze beoordeling wordt ook in grote lijnen weerspiegeld in de door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties voor het eurogebied van maart 2015, waarin wordt voorzien dat het reële bbp op jaarbasis in 2015 zal stijgen met 1,5%, met 1,9% in 2016 en met 2,1% in 2017. Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties van december 2014, zijn de projecties voor de groei van het reële bbp in 2015 en 2016 opwaarts bijgesteld, hetgeen een weerspiegeling vormt van de lagere olieprijs, de zwakkere effectieve wisselkoers van de euro en de invloed van de recente monetairbeleidsmaatregelen van de ECB.

De risico’s voor de economische vooruitzichten van het eurogebied blijven van neerwaartse aard, maar zijn na de recente monetairbeleidsbeslissingen en de daling van de olieprijs verminderd.

Volgens de flash raming van Eurostat beliep de HICP-inflatie van het eurogebied op jaarbasis in februari 2015 -0,3 %, tegen -0,6% in januari. Deze negatieve uitkomsten weerspiegelen grotendeels de impact van de aanzienlijke daling van de olieprijs sinds juli 2014. Op basis van de huidige informatie en de huidige futuresprijzen voor olie, zal de HICP-inflatie op jaarbasis de komende maanden naar verwachting zeer laag of negatief blijven. Ondersteund door de gunstige invloed van onze recente monetairbeleidsmaatregelen op de totale vraag, de impact van de lagere wisselkoers van de euro en de aanname van licht hogere olieprijzen in de komende jaren, zal de inflatie naar verwachting later in 2015 geleidelijk beginnen te stijgen.

Deze beoordeling komt ook in grote lijnen overeen met de door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties voor het eurogebied van maart 2015, die een HICP-inflatie op jaarbasis voorzien van 0,0% in 2015, 1,5% in 2016 en 1,8% in 2017. Ten opzichte van de door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties van december 2014, is de inflatieprojectie voor 2015 naar beneden bijgesteld, voornamelijk als gevolg van de gedaalde olieprijzen. De inflatieprojectie voor 2016 is daarentegen licht naar boven bijgesteld, mede onder invloed van het verwachte effect van onze recente monetairbeleidsmaatregelen.

De Raad van Bestuur zal de risico's ten aanzien van de vooruitzichten voor de prijsontwikkeling op middellange termijn nauwlettend blijven volgen. Daarbij richten wij met name de aandacht op de doorwerking van onze monetairbeleidsmaatregelen, de geopolitieke ontwikkelingen en de ontwikkeling van de wisselkoersen en energieprijzen.

Bij het bespreken van de economische vooruitzichten en de nieuwe projecties heeft de Raad van Bestuur erkend dat de door medewerkers opgestelde projecties afhangen van volledige implementatie van al onze beleidsmaatregelen. Bovendien wordt bij de door medewerkers opgestelde projecties van maart de projectieperiode verlengd tot 2017. In deze context heeft de Raad van Bestuur opnieuw benadrukt dat de mate van onzekerheid van een prognose meestal toeneemt met de duur van de projectieperiode.

Wat de monetaire analyse betreft: recente gegevens bevestigen de geleidelijke stijging van de onderliggende groei van het ruime monetaire aggregaat (M3). De twaalfmaands groei van M3 steeg van 3,8% in december 2014 naar 4,1% in januari 2015. De groei van M3 op jaarbasis wordt nog steeds ondersteund door zijn meest liquide componenten, waarbij de groei op jaarbasis van het eng gedefinieerde monetaire aggregaat M1 in januari uitkwam op 9,0%.

Het groeitempo op jaarbasis van leningen aan niet-financiële vennootschappen (gecorrigeerd voor de verkoop en securitisatie van leningen) was -0,9% in januari 2015. In december 2014 was dat -1,1%, waarmee het geleidelijke herstel ten opzichte van een dieptepunt van -3,2% in februari 2014 zich voortzet. De driemaands gecumuleerde netto kredietstromen waren in januari voor de tweede achtereenvolgende maand positief, waar nog maar een jaar geleden omvangrijke netto aflossingen werden genoteerd. Ondanks deze verbeteringen blijft de dynamiek van de kredietverstrekking aan niet-financiële vennootschappen zwak en een aanwijzing voor het achterblijven van deze dynamiek op de huidige conjunctuurfase, de kredietrisico’s, kredietaanbodfactoren en de voortgaande balansaanpassingen in de financiële en niet-financiële sector. De groei op jaarbasis van leningen aan huishoudens (gecorrigeerd voor de verkoop en securitisatie van leningen) steeg in januari 2015 verder naar 0,9%, tegen 0,8% in december 2014. Onze recente monetairbeleidsmaatregelen zouden ondersteuning moeten bieden aan verdere verbetering van de kredietstromen.

Kortom: een toetsing van de uitkomsten van de economische analyse aan die van de monetaire analyse bevestigt dat de recente besluiten van de Raad van Bestuur passend waren. De vastberaden tenuitvoerlegging van al onze monetairbeleidsmaatregelen zal het herstel van het eurogebied ondersteunen en de inflatie op middellange termijn naar een niveau onder maar dicht bij 2% brengen.

Het monetair beleid is gericht op het handhaven van de prijsstabiliteit op de middellange termijn, en de accommoderende koers draagt bij aan ondersteuning van de economische bedrijvigheid. Om met onze monetairbeleidsmaatregelen echter maximale resultaten te kunnen bereiken, moeten ook andere beleidsterreinen een krachtdadige bijdrage leveren. Gezien de hoge structurele werkloosheid en de lage potentiële productiegroei in het eurogebied, is een conjunctuurgebonden herstel zoals geschetst in de door medewerkers van de ECB opgestelde projecties van maart geen reden om achterover te leunen. Met name moet in diverse landen vaart worden gemaakt met de krachtdadige invoering van product- en arbeidsmarkthervormingen en van maatregelen om het ondernemingsklimaat voor bedrijven te verbeteren, dit om de investeringen aan te zwengelen en de banengroei en de productiviteit te verhogen. Het is van cruciaal belang dat structurele hervormingen snel en op geloofwaardige en effectieve wijze worden doorgevoerd, omdat dit niet alleen de toekomstige duurzame groei van het eurogebied, maar ook de verwachting van inkomensgroei zal doen toenemen en bedrijven zal aanmoedigen nu meer te investeren, wat het economisch herstel zal bespoedigen. Het begrotingsbeleid dient het economische herstel te ondersteunen en zich tegelijkertijd te houden aan het Stabiliteits- en Groeipact. De volledige en consequente tenuitvoerlegging van het Stabiliteits- en Groeipact is van essentieel belang voor het vertrouwen in ons begrotingskader. Gezien de noodzaak om in een aantal landen de inspanningen op het gebied van structurele hervormingen te intensiveren, is het tevens van belang dat de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden effectief wordt geïmplementeerd teneinde de in afzonderlijke lidstaten geconstateerde buitensporige onevenwichtigheden aan te pakken.

Wij staan nu ter beschikking voor vragen.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media