Inleidende Verklaring
Mario Draghi, President van de ECB,
Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB,
Frankfurt am Main, 9 maart 2017
Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom bij onze persconferentie. Dan zullen wij nu verslag uitbrengen van de vergadering die de Raad van Bestuur vandaag heeft gehouden.
Op basis van onze reguliere economische en monetaire analyses hebben wij besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten. Wij handhaven onze verwachting dat deze voor langere tijd, en ruim voorbij de periode van de netto activa-aankopen, op het huidige of een lager niveau zullen blijven. Wat de bijzondere monetairbeleidsmaatregelen betreft, bevestigen wij tot het eind van deze maand door te zullen gaan met onze aankopen in het kader van het programma voor de aankoop van activa (APP) tegen het huidige maandelijkse bedrag van €80 miljard en dat vanaf april 2017 het de bedoeling is dat de netto activa-aankopen doorlopen tegen een maandelijks bedrag van €60 miljard, tot eind december 2017 of zo nodig langer, en in ieder geval totdat de Raad van Bestuur bewijs ziet van een aanhoudende verandering in het beloop van de inflatie in overeenstemming met zijn inflatiedoelstelling. De netto-aankopen zullen plaatsvinden naast de herbeleggingen van de hoofdsommen van vervallen waardepapieren die in het kader van het APP zijn aangekocht.
Onze monetairbeleidsmaatregelen hebben de zeer gunstige financieringscondities die noodzakelijk zijn om een duurzame convergentie van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% op de middellange termijn zeker te stellen, verder in stand gehouden. De aanhoudende doorwerking van deze maatregelen in de kredietvoorwaarden voor bedrijven en huishoudens bevordert de kredietschepping en ondersteunt het gestaag sterker wordende herstel van de economie van het eurogebied. De sentimentsindicatoren lijken erop te wijzen dat het conjunctureel herstel aan kracht wint. De totale inflatie is wederom gestegen, voornamelijk ten gevolge van een stijgende inflatie van de prijzen van energie en voedingsmiddelen. De onderliggende inflatiedruk blijft echter gematigd. De Raad van Bestuur zal veranderingen in de HICP-inflatie buiten beschouwing blijven laten indien de Raad van oordeel is dat deze van voorbijgaande aard zijn en geen implicaties hebben voor de middellangetermijnvooruitzichten voor de prijsstabiliteit.
Een zeer aanzienlijke mate van monetaire accommodatie is nog steeds nodig om de onderliggende inflatiedruk in het eurogebied te doen toenemen en de totale inflatie op de middellange termijn te ondersteunen. Indien de vooruitzichten minder gunstig worden of de financiële omstandigheden inconsistent worden met verdere vooruitgang naar een duurzame verandering in het beloop van de inflatie, dan staan wij klaar het programma voor de aankoop van activa wat betreft omvang en/of duur uit te breiden.
Laat ik nu gedetailleerder ingaan op onze beoordeling, te beginnen met de economische analyse. Het reële bbp van het eurogebied steeg in het vierde kwartaal van 2016 kwartaal-op-kwartaal met 0,4%, na een vergelijkbare groei in het derde kwartaal. De binnenkomende gegevens, met name uitkomsten van enquêtes, versterken ons vertrouwen dat de huidige economische expansie krachtiger en breder-gedragen zal blijven worden. De doorwerking van onze monetairbeleidsmaatregelen ondersteunt de binnenlandse vraag en helpt het lopende proces van schuldafbouw. De zeer gunstige financieringscondities en verbeteringen in de winstgevendheid van bedrijven blijven het herstel van de investeringen bevorderen. Bovendien heeft de toenemende werkgelegenheid, die tevens profiteert van in het verleden doorgevoerde structurele hervormingen, een positieve invloed op het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens, en geeft op die manier steun aan de particuliere consumptie. Tegelijkertijd zijn er tekenen van een iets sterker mondiaal herstel en toenemende mondiale handel. De economische groei in het eurogebied zal echter naar verwachting worden getemperd door het trage tempo van de tenuitvoerlegging van structurele hervormingen en de blijvende noodzaak van balansaanpassingen in een aantal sectoren.
Deze beoordeling komt in grote lijnen naar voren uit de door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties voor het eurogebied van maart 2017, die voor 2017 een stijging van het reële bbp op jaarbasis met 1,8% voorzien, voor 2018 met 1,7%, en voor 2019 met 1,6%. Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties van december 2016 zijn de vooruitzichten voor de reële bbp-groei in 2017 en 2018 licht opwaarts bijgesteld. De risico's die de vooruitzichten voor de groei van het eurogebied omgeven zijn minder uitgesproken geworden, maar blijven overwegend van neerwaartse aard en houden hoofdzakelijk verband met mondiale factoren.
Volgens de voorlopige raming van Eurostat steeg de HICP-inflatie van het eurogebied op jaarbasis in februari verder naar 2,0%, ten opzichte van 1,8% in januari 2017 en 1,1% in december 2016. Dit was voornamelijk het gevolg van een sterke stijging van de inflatie op jaarbasis van de prijzen van energie en niet-bewerkte voedingsmiddelen, waarbij er nog geen tekenen zijn van een overtuigende opwaartse tendens in de onderliggende inflatie. De totale inflatie zal de komende maanden waarschijnlijk op een niveau dicht bij 2% blijven, grotendeels ten gevolge van bewegingen in het mutatietempo op jaarbasis van de energieprijzen. De maatstaven voor de onderliggende inflatie zijn echter laag gebleven en zullen naar verwachting op de middellange termijn slechts geleidelijk stijgen, ondersteund door onze monetairbeleidsmaatregelen, het verwachte aanhoudende economische herstel en de daarmee samenhangende geleidelijke afname van de economische slapte.
Dit patroon komt ook naar voren in door medewerkers van de ECB opgestelde macro-economische projecties voor het eurogebied van maart 2017, die een HICP-inflatie op jaarbasis voorzien van 1,7% in 2017, 1,6% in 2018 en 1,7% in 2019. Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties van december 2016 zijn de vooruitzichten voor de totale HICP-inflatie voor 2017 aanzienlijk en voor 2018 licht opwaarts bijgesteld, en voor 2019 onveranderd gebleven. De door medewerkers samengestelde projecties hangen af van de volledige tenuitvoerlegging van al onze monetairbeleidsmaatregelen.
Wat de monetaire analyse betreft: het ruime monetaire aggregaat (M3) blijft in stevig tempo groeien, waarbij de twaalfmaands groei uitkwam op 4,9% in januari 2017, tegenover 5,0% in december 2016. Net als in de voorgaande maanden werd de groei van M3 op jaarbasis voornamelijk ondersteund door de meest liquide componenten, waarbij de groei op jaarbasis van het eng gedefinieerde monetaire aggregaat M1 in januari 2017 uitkwam op 8,4%, vergeleken met 8,8% in december 2016.
De kredietverstrekkingsdynamiek is zich geleidelijk blijven herstellen, een ontwikkeling die al te zien is sinds begin 2014. Het groeitempo op jaarbasis van de leningen aan niet-financiële vennootschappen bedroeg in januari 2017 2,3%, net als in de voorafgaande maand. De twaalfmaandsgroei van de leningen aan huishoudens bedroeg in januari 2017 2,2%, tegenover 2,0% in december 2016. Hoewel de ontwikkelingen in bancair krediet een weerspiegeling blijven van het achterblijven bij de conjunctuur, van kredietrisico’s en de voortgaande balansaanpassingen in de financiële en niet-financiële sector, ondersteunen de sinds juni 2014 genomen monetairbeleidsmaatregelen in aanzienlijke mate de kredietvoorwaarden voor bedrijven en huishoudens en daardoor de kredietstromen in het gehele eurogebied.
Kortom: een toetsing van de uitkomsten van de economische analyse aan die van de monetaire analyse bevestigde de noodzaak van een verdere zeer aanzienlijke mate van monetaire accommodatie om zonder onnodige vertraging te zorgen voor een duurzame terugkeer van de inflatie naar niveaus onder maar dicht bij 2%.
Om ten volle de vruchten van onze monetairbeleidsmaatregelen te kunnen plukken, moet ook op andere beleidsterreinen een veel vastbeslotener bijdrage aan de economische groei worden geleverd. De tenuitvoerlegging van structurele hervormingen dient aanzienlijk te worden opgevoerd om de schokbestendigheid te vergroten, de structurele werkloosheid te verminderen en de potentiële productiegroei te stimuleren. Tegen de achtergrond van een over het geheel genomen beperkte tenuitvoerlegging van land-specifieke aanbevelingen in 2016, zijn in 2017 intensievere hervormingsinspanningen nodig in alle landen van het eurogebied. Wat betreft het begrotingsbeleid, dienen alle landen hun inspanningen om een groeivriendelijker samenstelling van hun begrotingsbeleid te verwezenlijken, te intensiveren. De volledige en consistente tenuitvoerlegging van het Stabiliteits- en Groeipact en de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden in de loop der tijd en in de verschillende landen blijft van cruciaal belang om het vertrouwen in het begrotingskader van de EU te waarborgen.
Wij staan nu tot uw beschikking voor vragen.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media