Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
PERSBERICHT

De euro wordt het enige wettige betaalmiddel in alle landen van het eurogebied

28 februari 2002

Twee maanden na de invoering van de eurobankbiljetten en euromunten op 1 januari 2002 wordt de euro vandaag om middernacht het enige wettige betaalmiddel in het gehele eurogebied. De President van de Europese Centrale Bank, Dr. Willem F. Duisenberg, verklaarde: "Vanaf vandaag middernacht zijn de twaalf nationale valuta's van het eurogebied niet langer wettig betaalmiddel. De burgers van het eurogebied hebben echter niet tot dit moment gewacht om de euro te verwelkomen. Het zijn bij uitstek zij geweest die een cruciale rol gespeeld hebben in deze grote stap in de geschiedenis van de Europese integratie. De economie van het eurogebied zal in de komende maanden en jaren ongetwijfeld op deze verworvenheid voortbouwen."

De kredietinstellingen zullen nationale bankbiljetten en munten nog enige tijd in euro blijven omwisselen, maar deze service zal niet altijd gratis zijn. De nationale centrale banken zullen gedurende geruime tijd hun respectieve nationale bankbiljetten en munten tegen nominale waarde en kosteloos blijven omwisselen (zie het hieronder afgedrukte overzicht). Tevens zal het tot 31 maart 2002 mogelijk zijn om nationale bankbiljetten van alle landen van het eurogebied kosteloos om te wisselen bij door de nationale centrale banken van de twaalf landen van het eurogebied speciaal daarvoor aangewezen centra.

De inwisseling van nationale bankbiljetten blijft verlopen zoals verwacht, waarbij de totale waarde van nog in omloop zijnde nationale bankbiljetten is gedaald van EUR 270 miljard op 1 januari 2002 tot EUR 42 miljard op 26 februari.

Thans zijn er eurobankbiljetten ter waarde van ongeveer EUR 242 miljard in omloop, gestegen van EUR 133 miljard op 1 januari 2002. De zogenoemde "euro progress ratio" (EPR), die een indicatie verschaft van het vervangingstempo van nationale bankbiljetten door eurobankbiljetten, bereikte 85,2% op 26 februari 2002, gestegen van 33% op 1 januari 2002. De EPR zal in de toekomst nog slechts licht toenemen aangezien een aantal nationale bankbiljetten waarschijnlijk verloren is gegaan of is vernietigd, en een aantal als souvenir of verzamelobject zal worden bewaard.

De weinige nagemaakte bankbiljetten van inferieure kwaliteit die tot nog toe zijn ontdekt zijn snel als zodanig herkend. Desalniettemin dienen consumenten en mensen die beroepshalve met contant geld omgaan de echtheid van eurobankbiljetten te blijven controleren met behulp van de drie simpele tests: "VOEL - KIJK - KANTEL".

Termijnen voor het omwisselen van nationale banbiljetten en munten bij de nationale centrale banken van het eurogebied:

België: Onbepaalde periode voor bankbiljetten, 31 december 2004 voor munten
Duitsland: Onbepaalde periode voor bankbiljetten en munten
Finland: Periode van 10 jaar voor bankbiljetten en munten
Frankrijk: Periode van 10 jaar voor bankbiljetten, periode van 3 jaar voor munten
Griekenland: Periode van 10 jaar voor bankbiljetten, periode van 2 jaar voor munten
Ierland: Onbepaalde periode voor bankbiljetten en munten
Italië: Periode van 10 jaar voor bankbiljetten en munten
Luxemburg: Onbepaalde periode voor bankbiljetten, 31 december 2004 voor munten
Nederland: 1 januari 2032 voor bankbiljetten, 1 januari 2007 voor munten
Oostenrijk: Onbepaalde periode voor bankbiljetten en munten
Portugal: Periode van 20 jaar voor bankbiljetten, 31 december 2002 voor munten
Spanje: Onbepaalde periode voor bankbiljetten en munten
CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media