EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015D0006
Decision (EU) 2015/300 of the European Central Bank of 10 February 2015 on the eligibility of marketable debt instruments issued or fully guaranteed by the Hellenic Republic (ECB/2015/6)
Besluit (EU) 2015/300 van de Europese Centrale Bank van 10 februari 2015 inzake de beleenbaarheid van door de Helleense Republiek uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten (ECB/2015/6)
Besluit (EU) 2015/300 van de Europese Centrale Bank van 10 februari 2015 inzake de beleenbaarheid van door de Helleense Republiek uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten (ECB/2015/6)
OJ L 53, 25.2.2015, p. 29–30
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 28/06/2016; opgeheven door 32016D0018
25.2.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 53/29 |
BESLUIT (EU) 2015/300 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 10 februari 2015
inzake de beleenbaarheid van door de Helleense Republiek uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten (ECB/2015/6)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name het eerste streepje van artikel 127, lid 2,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 12.1, artikel 18 en het tweede streepje van artikel 34.1,
Gezien Richtsnoer ECB/2011/14 van 20 september 2011 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (1), met name paragraaf 1.6, paragraaf 6.3.1, paragraaf 6.3.2 en paragraaf 6.4.2 van bijlage I,
Gezien Richtsnoer ECB/2014/31 van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand (2), en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9, met name artikel 1, lid 3 en artikel 6 en 8,
Overwegende:
(1) |
Conform artikel 18.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de „NCB's”) krediettransacties verrichten met kredietinstellingen en andere marktpartijen, waarbij de verleende kredieten worden gedekt door toereikend onderpand. De standaardbeleenbaarheidscriteria van onderpand voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem zijn vastgelegd in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14. |
(2) |
Conform paragraaf 1.6 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 kan de Raad van bestuur te allen tijde besluiten tot aanpassing van de instrumenten, voorwaarden, criteria en procedures voor de tenuitvoerlegging van de monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem. Luidens paragraaf 6.3.1 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 behoudt het Eurosysteem zich het recht voor te bepalen of een emissie, emittent, debiteur of garant aan de vereisten voor hoge standaards voldoet, zulks op basis van alle informatie die het relevant acht. Voorts, de minimumvereisten van kredietkwaliteitsdrempels van het Eurosysteem zijn vastgelegd in de regels van het kredietbeoordelingskader van het Eurosysteem voor verhandelbare activa, zoals bedoeld in paragraaf 6.3.2 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14. |
(3) |
De opschorting van de minimumvereisten van het Eurosysteem voor kredietkwaliteitsdrempels die van toepassing zijn op door de Helleense Republiek uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten, die de Raad van bestuuur op 6 mei 2010 heeft vastgesteld, betrof een buitengewone en tijdelijke maatregel die de Raad van bestuur baseerde op de positieve beoordeling van de naleving van een programma van de Europese Unie/het Internationaal Monetair Fonds. Toentertijd achtte de Raad van bestuur het door de Helleense Republiek aangenomen programma passend, waardoor, aangaande het kredietrisicobeheer, de kwaliteitsstandaard van door de Helleense Republiek uitgegeven of gegarandeerde schuldinstrumenten volstond en derhalve deze verhandelbare schuldinstrumenten beleenbaar onderpand kunnen blijven vormen voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem, ongeacht enige externe kredietbeoordeling. Bovendien hield de Raad van bestuur er rekening mee dat de Griekse regering vastbesloten was dat programma volledig uit te voeren (3). |
(4) |
Luidens artikel 8 van Richtsnoer ECB/2014/31 is de kredietkwaliteitsdrempel van het Eurosysteem niet van toepassing op verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door, dan wel volledig gegarandeerd worden door centrale regeringen van eurogebiedlidstaten waarop een programma van de Europese Unie/Internationaal Monetair Fonds van toepassing is, tenzij de Raad van bestuur besluit dat de betrokken lidstaat niet voldoet aan de voorwaarde voor het programma inzake financiële steun en/of het macro-economische programma. Krachtens artikel 1, lid 3 van hetzelfde richtsnoer wordt de Helleense Republiek binnen het kader van artikel 6, lid 1 en artikel 8 beschouwd als een eurogebiedlidstaat die voldoet aan een programma van de Europese Unie/het Internationaal Monetair Fonds. |
(5) |
Op basis van de beschikbare informatie heeft de Raad van bestuur geoordeeld dat het thans niet mogelijk is de toetsing van het programma van de Europese Unie/het Internationaal Monetair Fonds voor de Helleense Republiek succesvol af te ronden. Derhalve wordt de Helleense Republiek geacht niet langer te voldoen aan de programmavoorwaarden en, dientengevolge, wordt ten aanzien van die instrumenten niet langer voldaan aan de voorwaarden voor de tijdelijke opschorting van de kredietkwaliteitsdrempels van het Eurosysteem, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 van Richtsnoer ECB/2014/31. Derhalve heeft de Raad van bestuur besloten dat de kredietkwaliteitsdrempels van het Eurosysteem van toepassing zijn op door de Helleense Republiek uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Beleenbaarheid van door de Helleense Republiek uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten
1. Binnen het kader van artikel 6, lid 1 en artikel 8 van Richtsnoer ECB/2014/31 wordt de Helleense Republiek geacht niet langer te voldoen aan een programma van de Europese Unie/het Internationaal Monetair Fonds.
2. De minimumvereisten van het Eurosysteem voor kredietkwaliteitsdrempels, die zijn vastgelegd in de regels van het kredietbeoordelingskader van het Eurosysteem voor bepaalde verhandelbare activa in paragraaf 6.3.2. van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14, zijn van toepassing op de door de Helleense Republiek uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten.
3. Bij een discrepantie tussen dit besluit en Richtsnoer ECB/2011/14 en Richtsnoer ECB/2014/31, zoals op nationaal niveau door de NCB's uitgevoerd, geldt dit besluit.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt op 11 februari 2015 in werking.
Gedaan te Frankfurt am Main, 10 februari 2015.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1.
(2) PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28.
(3) Zie overweging 4 van Besluit ECB/2010/3 van 6 mei 2010 inzake tijdelijke maatregelen betreffende door de Griekse regering uitgegeven of gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen (PB L 117 van 11.5.2010, blz. 102).