EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001O0010

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 25 oktober 2001 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/6 inzake de tenuitvoerlegging van artikel 52 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank na het verstrijken van de overgangsperiode (ECB/2001/10)

OJ L 304, 21.11.2001, p. 28–29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2001/805/oj

32001O0010

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 25 oktober 2001 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/6 inzake de tenuitvoerlegging van artikel 52 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank na het verstrijken van de overgangsperiode (ECB/2001/10)

Publicatieblad Nr. L 304 van 21/11/2001 blz. 0028 - 0029


Richtsnoer van de Europese Centrale Bank

van 25 oktober 2001

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/6 inzake de tenuitvoerlegging van artikel 52 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank na het verstrijken van de overgangsperiode

(ECB/2001/10)

(2001/805/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 106, lid 1, en op de artikelen 16 en 52 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de "statuten" te noemen),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Richtsnoer ECB/2000/6 van 20 juli 2000 inzake de tenuitvoerlegging van artikel 52 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank na het verstrijken van de overgangsperiode(1) bevat de voorwaarden waaronder nationale centrale banken (NCB's) van deelnemende lidstaten bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten inwisselen tegen hun respectieve pariwaarden. Artikel 3 van voornoemd richtsnoer stelt dat bankbiljetten die voor inwisseling in aanmerking komen, niet zwaar beschadigd mogen zijn en noemt met name twee categorieën bankbiljetten die niet voor inwisseling in aanmerking komen.

(2) Sommige NCB's hebben besloten regelingen in te voeren om na 1 januari 2002 nationale bankbiljetten te merken, teneinde het uit circulatie nemen van de nationale bankbiljetten te vergemakkelijken en te beveiligen. Met het merken wordt beoogd het aannemen van nationale bankbiljetten door het grote publiek en het voortgezette gebruik van nationale bankbiljetten als wettig betaalmiddel te ontmoedigen.

(3) Gezien de algemene verplichting om bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten in te wisselen, moet worden verzekerd dat gemerkte bankbiljetten worden uitgesloten, d.w.z. dat gemerkte bankbiljetten op dezelfde manier worden behandeld als beschadigde bankbiljetten. Om die reden dient artikel 3 van Richtsnoer ECB/2000/6 dienovereenkomstig te worden gewijzigd opdat gemerkte bankbiljetten expliciet worden genoemd onder de categorieën bankbiljetten die niet voor inwisseling in aanmerking komen.

(4) Voorts wordt erkend dat informatie inzake de procedures met betrekking tot het merken in de verschillende lidstaten op de ECB website ter beschikking dient te worden gesteld.

(5) Overeenkomstig de artikelen 12.1 en 14.3 van de statuten, vormen richtsnoeren van de ECB een integrerend onderdeel van het Gemeenschapsrecht,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Invoering van een nieuwe overweging

In Richtsnoer ECB/2000/6 wordt de volgende nieuwe overweging 4 a ingevoegd: "(4a) Zwaar beschadigde bankbiljetten komen in het algemeen niet voor inwisseling in aanmerking en bepaalde categorieën bankbiljetten waarvoor de regels voor inwisseling niet gelden, worden speciaal genoemd. Door sommige NCB's van deelnemende lidstaten worden regelingen ingevoerd teneinde het uit circulatie nemen van de nationale bankbiljetten te vergemakkelijken en te beveiligen, en om die reden zullen gemerkte bankbiljetten expliciet worden genoemd onder de bankbiljetten die niet voor inwisseling in aanmerking komen; het wordt noodzakelijk geacht informatie inzake de procedures met betrekking tot het merken in de verschillende lidstaten op de ECB website ter beschikking te stellen".

Artikel 2

Wijziging van artikel 1

In artikel 1 van Richtsnoer ECB/2000/6 wordt na het vierde streepje de volgende tekst toegevoegd: "- 'merken': de identificatie van de nationale bankbiljetten met een onderscheidend en specifiek symbool, bijvoorbeeld door een perforator geponste gaten, uitgevoerd door gemachtigde instellingen ter uitvoering van wettelijke maatregelen die op het niveau an elke deelnemende lidstaat worden genomen, teneinde het uit circulatie nemen van de nationale bankbiljetten te vergemakkelijken".

Artikel 3

Wijziging van artikel 3

Artikel 3 van Richtsnoer ECB/2000/6 wordt als volgt gewijzigd: "Bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten die uit hoofde van dit richtsnoer voor inwisseling in aanmerking komen, mogen niet zwaar beschadigd zijn. Meer bepaald, zij mogen uit niet meer dan twee samengevoegde delen van hetzelfde bankbiljet bestaan, noch mogen zij door antidiefstalapparatuur beschadigd zijn. Bovendien mogen ze niet gemerkt zijn of zodanig beschadigd dat het onmogelijk is om te controleren of ze gemerkt zijn.".

Artikel 4

Slotbepalingen

Dit richtsnoer is toepasselijk op alle bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten die ter inwisseling worden aangeboden tussen 1 januari 2002 en 31 maart 2002.

Dit richtsnoer is gericht tot de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten.

Dit richtsnoer wordt gepubliceerd in Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 25 oktober 2001.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 55 van 24.2.2001, blz. 66; geconsolideerde versie verschenen in PB C 325 van 21.11.2001.

Top