EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02001O0008-20011001

Consolidated text: Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 13 september 2001 houdende de vaststelling van bepalingen inzake de bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten buiten het eurogebied (ECB/2001/8) (2001/703/EG)

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2001/703/2001-10-01

Geconsolideerde TEKST: 32001O0008 — NL — 01.10.2001

2001O0008 — NL — 01.10.2001 — 000.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 september 2001

houdende de vaststelling van bepalingen inzake de bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten buiten het eurogebied

(ECB/2001/8)

(2001/703/EG)

(PB L 257, 26.9.2001, p.6)


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 315, 1.12.2001, blz. 74  (01O0/8R)




▼B

RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 september 2001

houdende de vaststelling van bepalingen inzake de bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten buiten het eurogebied

(ECB/2001/8)

(2001/703/EG)



DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 106, lid 1, en op artikel 16 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro ( 1 )„brengen de Europese Centrale Bank (ECB) en de centrale banken van de deelnemende lidstaten vanaf 1 januari 2002 in euro luidende bankbiljetten in omloop”.

(2)

Richtsnoer ECB/2001/1 van 10 januari 2001 houdende de vaststelling van overgangsbepalingen inzake de omschakeling op de chartale euro in 2002 ( 2 ) staat bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten toe aan kredietinstellingen die onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor het uitvoeren van monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem. Verder staat het richtsnoer in beperkte mate verdere bevoorrading vooraf toe van i) kredietinstellingen buiten het eurogebied die dochterondernemingen zijn van kredietinstellingen wier voornaamste bedrijfsactiviteit in het eurogebied wordt uitgeoefend; en van ii) andere kredietinstellingen zonder statutaire zetel of hoofdzetel in het eurogebied.

(3)

Bevoorrading vooraf van centrale banken buiten het eurogebied zou kunnen bijdragen tot een soepele omschakeling op eurobankbiljetten; bevoorrading vooraf van centrale banken buiten het eurogebied, en de eropvolgende verdere bevoorrading vooraf van kredietinstellingen door de banken in hun respectieve rechtsgebied, dienen daarom onder bepaalde voorwaarden te worden toegestaan.

(4)

Daarnaast zouden de bestaande distributiekanalen van kredietinstellingen buiten het eurogebied die gespecialiseerd zijn in de grootschalige distributie van bankbiljetten aan andere kredietinstellingen, ook kunnen worden gebruikt voor de omschakeling op de chartale euro, en daarmee kunnen bijdragen aan de soepele overschakeling op eurobankbiljetten; bevoorrading vooraf van deze instellingen, en de eropvolgende verdere bevoorrading vooraf van andere kredietinstellingen buiten het eurogebied, dienen daarom onder bepaalde voorwaarden te worden toegestaan.

(5)

Teneinde te voldoen aan artikel 10 van Verordening (EG) nr. 974/98, dienen bevoorrading vooraf, en de eropvolgende verdere bevoorrading vooraf van derden, niet te leiden tot het vervroegd in omloop brengen van eurobankbiljetten onder het grote publiek; bijgevolg moeten de voorwaarden voor bevoorrading vooraf van centrale banken buiten het eurogebied en van kredietinstellingen buiten het eurogebied die gespecialiseerd zijn in de grootschalige distributie van bankbiljetten aan andere kredietinstellingen, bepaalde beperkingen bevatten om te voorkomen dat eurobankbiljetten vóór 1 januari 2002 in omloop worden gebracht.

(6)

De bevoorrading vooraf van centrale banken buiten het eurogebied en kredietinstellingen buiten het eurogebied die gespecialiseerd zijn in de grootschalige distributie van bankbiljetten aan andere kredietinstellingen, houdt financiële risico's in voor de nationale centrale banken (NCB's) die de bevoorrading vooraf uitvoeren; bijgevolg moeten zowel centrale banken als gespecialiseerde kredietinstellingen de betreffende verstrekkende NCB onderpand verschaffen, dat in euro zal luiden tenzij anders wordt overeengekomen.

(7)

Centrale banken buiten het eurogebied en kredietinstellingen buiten het eurogebied die gespecialiseerd zijn in de grootschalige distributie van bankbiljetten aan andere kredietinstellingen, zijn geen tegenpartij bij transacties van het Eurosysteem en moeten daarom de betaling van de vooraf verstrekte bedragen effectueren op de eerste werkdag van 2002.

(8)

De in dit richtsnoer vastgelegde voorwaarden met betrekking tot de bevoorrading vooraf en de eropvolgende verdere bevoorrading vooraf van derden moeten worden opgenomen in de juridische documentatie van de NCB's die wordt afgesloten met de ontvangende centrale banken buiten het eurogebied en gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied. Voor coördinatiedoeleinden dient de ECB op de hoogte te worden gesteld van verzoeken om bevoorrading vooraf, vooraleer op deze verzoeken een beslissing wordt genomen.

(9)

Erkend wordt dat, terwijl de primaire bevoegdheid voor het opzetten van de regeling voor het uitgeven van euromunten bij de deelnemende lidstaten ligt, de NCB's een essentiële rol hebben bij de distributie van euromunten. Het wordt daarom aanbevolen dat de NCB's de bepalingen van dit richtsnoer toepassen op euromunten. Deze toepassing is aanvullend van aard en vindt alleen plaats binnen het door de bevoegde nationale overheid vastgestelde kader; in dit verband zij vermeld dat Verordening (EG) nr. 974/98 en met name artikel 11 daarvan in ieder geval van toepassing zijn.

(10)

Overeenkomstig de artikelen 12.1 en 14.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank vormen de richtsnoeren van de ECB een integrerend onderdeel van het Gemeenschapsrecht,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:



Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit richtsnoer wordt verstaan onder:

  ►C1  „kredietstellingen”: instellingen zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 1, onder a), van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen ( 3 ), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2000/28/EG ( 4 ); ◄

 „gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied”: kredietinstellingen i) zonder statutaire zetel of hoofdzetel in het eurogebied; ii) die gespecialiseerd zijn in de grootschalige distributie van bankbiljetten aan andere kredietinstellingen;

 „nationale centrale bank” (NCB): de nationale centrale bank van een lidstaat in het eurogebied;

 „eurogebied”: het grondgebied van de deelnemende lidstaten;

 „centrale banken buiten het eurogebied”: centrale banken en monetaire autoriteiten van niet-deelnemende lidstaten, alsook van derde landen;

 „bevoorrading vooraf”: het verstrekken van eurobankbiljetten door de NCB's aan centrale banken buiten het eurogebied, alsook aan gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied tussen 1 en 31 december 2001;

 „verdere bevoorrading vooraf”: het verstrekken van eurobankbiljetten door centrale banken buiten het eurogebied of door gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied aan kredietinstellingen tussen 1 en 31 december 2001.

Artikel 2

Bevoorrading vooraf van centrale banken buiten het eurogebied

De NCB's hebben het recht centrale banken buiten het eurogebied vooraf te bevoorraden met eurobankbiljetten, mits de contractuele regelingen met de NCB's de volgende voorwaarden bevatten:

a) centrale banken buiten het eurogebied mogen pas vanaf 1 december 2001 vooraf worden bevoorraad;

b) centrale banken buiten het eurogebied brengen vooraf verstrekte eurobankbiljetten niet in omloop vóór 1 januari 2002, 00.00 uur plaatselijke tijd;

c) centrale banken buiten het eurogebied slaan de vooraf verstrekte eurobankbiljetten die eigendom blijven van de betreffende verstrekkende NCB, veilig op om diefstal, roof of beschadiging te voorkomen en zorgen voor dekking van ten minste deze risico's door passende verzekeringen af te sluiten of door andere passende middelen;

d) centrale banken buiten het eurogebied effectueren de betaling van de vooraf verstrekte eurobankbiljetten op 2 januari 2002;

e) centrale banken buiten het eurogebied verschaffen voldoende onderpand aan de NCB's vanaf het tijdstip van de bevoorrading vooraf en ten bedrage van de vooraf verstrekte eurobankbiljetten. Dergelijk onderpand wordt verschaft via repo- of pandovereenkomsten en luidt in euro, tenzij anders wordt overeengekomen. Liquide middelen in de vorm van een deposito of in een andere door de NCB's passend geachte vorm kunnen ook als onderpand dienen. Tot de algehele en behoorlijke effectuering van de betaling door de centrale banken buiten het eurogebied aan de betreffende NCB worden voldoende activa als onderpand aangehouden;

f) centrale banken buiten het eurogebied mogen alleen kredietinstellingen met hoofdzetel of statutaire zetel in hun rechtsgebied verder vooraf bevoorraden met eurobankbiljetten. Deze verdere bevoorrading vooraf vindt plaats onder de volgende voorwaarden:

 verdere bevoorrading vooraf is pas mogelijk vanaf 1 december 2001,

 op hun beurt mogen de ontvangende kredietinstellingen vóór 1 januari 2002, 00.00 uur plaatselijke tijd, derden niet verder vooraf bevoorraden, noch anderszins verder vooraf verstrekte bankbiljetten van de hand doen,

 de ontvangende kredietinstellingen slaan de verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten veilig op om diefstal, roof of beschadiging te voorkomen en zorgen voor dekking van deze risico's door passende verzekeringen af te sluiten of door andere passende middelen,

 centrale banken buiten het eurogebied hebben te allen tijde het recht audits en inspecties van de verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten uit te voeren, alsook van de nakoming van de twee in dit richtsnoer vervatte voorwaarden betreffende het niet van de hand doen en veilig opslaan van de eurobankbiljetten,

 de ontvangende kredietinstellingen nemen passende maatregelen tegen het witwassen van geld in verband met verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten,

 in de door de centrale banken buiten het eurogebied met de ontvangende kredietinstellingen getroffen wettelijke of contractuele regelingen worden aan de laatste boetes opgelegd ten bedrage van 10 % van de waarde van de verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten ingeval een of meer van de bovengenoemde verplichtingen niet worden nagekomen. De bedoelde wettelijke of contractuele regelingen geven de bestemming van deze boetes aan, die betaald worden aan de betreffende verstrekkende centrale bank buiten het eurogebied en door de laatste naar de betreffende verstrekkende NCB worden overgemaakt;

g) centrale banken buiten het eurogebied verschaffen verstrekkende NCB's op verzoek informatie over de identiteit van de door hen verder vooraf bevoorrade klanten, alsook over de bedragen van de aan elke individuele klant verder vooraf verstrekte bankbiljetten. NCB's behandelen dergelijke informatie vertrouwelijk en gebruiken de informatie alleen om te controleren of de centrale banken buiten het eurogebied voldoen aan hun contractuele verplichtingen jegens de betreffende verstrekkende NCB;

h) in ieder geval wordt van centrale banken buiten het eurogebied geëist dat ze passende maatregelen nemen tegen het witwassen van geld in verband met vooraf verstrekte eurobankbiljetten.

Artikel 3

Bevoorrading vooraf van gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied

NCB's hebben het recht gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied vooraf te bevoorraden met eurobankbiljetten, mits de contractuele regelingen met de NCB's de volgende minimumvoorwaarden bevatten;

a) bevoorrading vooraf van gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied is pas mogelijk vanaf 1 december 2001; de bedoelde gespecialiseerde kredietinstellingen brengen vooraf verstrekte eurobankbiljetten niet in omloop vóór 1 januari 2002, 00.00 uur plaatselijke tijd;

b) de gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied slaan de vooraf verstrekte eurobankbiljetten veilig op om diefstal, roof of beschadiging te voorkomen en zorgen voor dekking van deze risico's door ten minste passende verzekeringen af te sluiten of door andere passende middelen;

c) gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied effectueren de betaling van de vooraf verstrekte eurobankbiljetten op 2 januari 2002;

d) vanaf het tijdstip van de bevoorrading vooraf en ten bedrage van de vooraf verstrekte eurobankbiljetten verschaffen de gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied voldoende onderpand aan de NCB's. Dergelijk onderpand wordt verschaft via repo- of pandovereenkomsten en luidt in euro, tenzij anders wordt overeengekomen. Liquide middelen in de vorm van een deposito of in een andere door de NCB's passend geachte vorm kunnen ook als onderpand dienen. Tot de algehele en behoorlijke effectuering van de betaling door de betreffende kredietinstellingen buiten het eurogebied aan de betreffende NCB worden voldoende activa als onderpand aangehouden;

e) gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied moeten verstrekkende NCB's op verzoek informatie verstrekken over de identiteit van door hen verder vooraf bevoorrade klanten, alsook over de bedragen van aan elke individuele klant verder vooraf verstrekte bankbiljetten. NCB's behandelen dergelijke informatie vertrouwelijk en gebruiken de informatie alleen om te controleren of de gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied voldoen aan hun contractuele verplichtingen jegens de betreffende verstrekkende NCB. In ieder geval wordt door de betreffende verstrekkende NCB van gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied geëist dat ze passende maatregelen nemen tegen het witwassen van geld in verband met vooraf verstrekte eurobankbiljetten;

f) gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied zijn gehouden tot betaling van boetes ten bedrage van 10 % van de waarde van de vooraf verstrekte eurobankbiljetten indien zij zelf of de door hen overeenkomstig punt g) hierna verder vooraf te bevoorraden kredietinstellingen niet voldoen aan een of meer van de in dit artikel vastgelegde verplichtingen. Deze boetes zijn verschuldigd aan de betreffende verstrekkende NCB;

g) gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied hebben het recht andere kredietinstellingen buiten het eurogebied onder de volgende voorwaarden verder vooraf te bevoorraden met eurobankbiljetten:

 verdere bevoorrading vooraf is pas mogelijk vanaf 1 december 2001,

 gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied staan ervoor in dat de hun vooraf verstrekte eurobankbiljetten niet vóór 1 januari 2002, 00.00 uur plaatselijke tijd, door de ontvangende, door hen verder vooraf te bevoorraden, kredietinstellingen in omloop worden gebracht,

 de ontvangende kredietinstellingen slaan de verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten veilig op om diefstal, roof of beschadiging te voorkomen en zorgen voor dekking van deze risico's door ten minste passende verzekeringen af te sluiten of door andere passende middelen,

 van de ontvangende kredietinstellingen buiten het eurogebied wordt geëist dat ze passende maatregelen nemen tegen het witwassen van geld in verband met verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten,

 in de contractuele regelingen die door gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied met de ontvangende kredietinstellingen worden getroffen, worden aan de laatste boetes opgelegd ten bedrage van 10 % van de waarde van de verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten indien zij een of meer van de bovengenoemde verplichtingen niet nakomen,

 de betreffende verstrekkende NCB heeft het recht de uitvoering van regelingen ter verdere bevoorrading vooraf van derden te controleren en te inspecteren.

Artikel 4

Verstrekken van informatie aan de ECB en aanbeveling met betrekking tot euromunten

1.  NCB's stellen de ECB in kennis van elk individueel verzoek tot bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten dat zij ontvangen van centrale banken buiten het eurogebied of van gespecialiseerde kredietinstellingen buiten het eurogebied, en van hun voornemen in verband met een dergelijk verzoek alvorens er een beslissing over te nemen. NCB's stellen de ECB vervolgens in kennis van een dergelijke beslissing wanneer die afwijkt van de eerder aan de ECB verstrekte informatie.

2.  De NCB's wordt aanbevolen de bepaling van dit richtsnoer toe te passen op euromunten tenzij anders bepaald wordt binnen het door de bevoegde nationale autoriteiten vastgestelde kader.

Artikel 5

Slotbepalingen

1.  Dit richtsnoer treedt in werking op 1 oktober 2001.

2.  Dit richtsnoer is gericht tot de NCB's.

3.  Dit richtsnoer wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.



( 1 ) PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.

( 2 ) PB L 55 van 24.2.2001, blz. 80.

( 3 ) PB L 126 van 26.5.2000, blz. 1.

( 4 ) PB L 275 van 27.10.2000, blz. 37.

Top