EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003PC0761

Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld

/* COM/2003/0761 def. - CNS 2003/0295 */

52003PC0761

Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld /* COM/2003/0761 def. - CNS 2003/0295 */


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Overeenkomstig artikel 104, lid 2, van het EG-Verdrag "ziet [de Commissie] toe op de ontwikkeling van de begrotingssituatie en de omvang van de overheidsschuld in de lidstaten". Dit toezicht geschiedt op basis van twee criteria: het overheidstekort of -overschot en de overheidsschuld, die beide worden uitgedrukt als percentage van het BBP.

In Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad [1], als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 475/2000 van de Raad [2] en Verordening (EG) nr. 351/2002 van de Commissie [3], wordt de aan het einde van het jaar uitstaande overheidsschuld (hierna "jaarlijkse overheidsschuld") gedefinieerd die relevant is voor de procedure bij buitensporige tekorten. In deze verordening is tevens een tijdschema vastgesteld voor de kennisgeving aan de Commissie van het jaarlijkse overheidstekort of -overschot en van de jaarlijkse overheidsschuld.

[1] PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7.

[2] PB L 58 van 3.3.2000, blz. 1.

[3] PB L 55 van 26.2.2002, blz. 23.

Bij de formele tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten wordt weliswaar afgegaan op de jaargegevens over het overheidstekort of -overschot en de overheidsschuld, maar dat neemt niet weg dat voor een nauwlettender toezicht op de begrotingssituatie in de lidstaten gedetailleerdere gegevens (zoals bijvoorbeeld nauwkeurige gegevens over overheidsuitgaven en -inkomsten) vereist zijn, die vaker beschikbaar moeten worden gesteld. Te dien einde hebben het Europees Parlement, de Raad en de Commissie de afgelopen jaren tal van wetgevingsbesluiten aangenomen op grond waarvan lidstaten ertoe worden verplicht gedetailleerde jaar- en kwartaalrekeningen van de overheid op te stellen en bij de Commissie in te dienen. Zo heeft met name Verordening (EG) nr. 1500/2000 van de Commissie [4] de datum voor de eerste indiening van gedetailleerde jaargegevens over overheidsuitgaven en -inkomsten vervroegd van augustus tot maart van elk jaar en de inhoud van de overheidsrekeningen aangepast, terwijl Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie [5] en Verordening (EG) Nr. 1221/2002 van het Europees Parlement en de Raad [6] betrekking hebben op de opstelling en indiening van niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid, waarin kwartaalgegevens over het overheidstekort of -overschot zijn vervat.

[4] PB L 172 van 12.7.2000, blz. 3.

[5] PB L 29 van 4.2.2000, blz. 4.

[6] PB L 179 van 9.7.2002, blz. 1.

Ook het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende financiële kwartaalrekeningen voor de overheid, dat op 8 mei 2003 door de Commissie is aangenomen (COM(2003) 242 def.), zal bijdragen tot gedetailleerdere en vaker beschikbare overheidsgegevens. Het voorstel voorziet in de opstelling van financiële kwartaalrekeningen voor de overheid, waarin kwartaalgegevens over de uitstaande schulden van de overheid zijn opgenomen. Deze gegevens zullen het evenwel niet mogelijk maken de overheidsschuld driemaandelijks te berekenen vanwege verschillen in de waarderingsregels. Deze verschillen vloeien voort uit het feit dat de volgens het bovenbedoelde voorstel voor een verordening berekende uitstaande schulden van de overheid worden gewaardeerd tegen marktwaarde - dat wil zeggen volgens de waarderingsregels van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR 95) -, terwijl de voor de procedure bij buitensporige tekorten relevante overheidsschuld wordt berekend op basis van de nominale waarde. Momenteel bestaat er bijgevolg geen wetgevingsbesluit dat betrekking heeft op de driemaandelijkse berekening van de overheidschuld.

De berekening van de overheidsschuld op kwartaalbasis brengt slechts zeer weinig extra werkzaamheden voor de lidstaten met zich mee, vooral in vergelijking met de verplichtingen die uit het voorstel voor een verordening betreffende financiële kwartaalrekeningen voor de overheid voortvloeien. De overheidsschuld is in feite niet meer dan een subcategorie van de financiële schulden van de overheid waarvoor specifieke waarderingsregels gelden.

In bijgaand Commissievoorstel wordt eerst en vooral een expliciete definitie gegeven van het begrip "driemaandelijkse overheidsschuld" (artikel 1). Deze expliciete definitie van driemaandelijkse overheidsschuld - in plaats van een kruisverwijzing naar Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad - is noodzakelijk omdat in de in artikel 1, lid 5, van Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad vervatte definitie wordt verwezen naar de "aan het einde van het jaar uitstaande brutoverplichtingen", waardoor dus niet wordt voorzien in de mogelijkheid om de overheidsschuld met een andere frequentie dan jaarlijks te berekenen. Gezien de specifieke rol die Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad in het kader van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten vervult, verdient het bovendien de voorkeur de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld te regelen bij een apart wetgevingsbesluit. Ondanks het verschillende tijdstip waarop de schuld wordt berekend (nl. aan het einde van elk kwartaal in plaats van aan het einde van het jaar), zijn de definities van driemaandelijkse overheidsschuld en jaarlijkse overheidsschuld onderling samenhangend. Bovendien bevat het voorstel voor een verordening bepalingen die garanderen dat de samenhang tussen beide definities bewaard blijft ingeval Verordening (EG) nr. 3605/93 door de Raad wordt gewijzigd of ingeval de Commissie overeenkomstig artikel 7 van genoemde verordening nieuwe verwijzingen naar het ESR 95 aanbrengt.

Het voorstel bepaalt dat kwartaalgegevens over de overheidsschuld in de regel uiterlijk drie maanden na het einde van het kwartaal waarop ze betrekking hebben, bij de Commissie moeten worden ingediend (artikel 2). Deze indieningstermijn is dezelfde als die welke bij de Verordeningen (EG) nr. 264/2000 en (EG) nr. 1221/2002 voor niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid en bij het voorstel voor een verordening betreffende financiële kwartaalrekeningen voor de overheid is neergelegd. Om ervoor te zorgen dat een lange statistische reeks beschikbaar is, wordt in het voorstel voor een verordening bovendien bepaald dat historische gegevens moeten worden berekend die teruggaan tot en met het eerste kwartaal van 2000 (artikel 3).

2003/0295 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 14, derde alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie [7],

[7] PB C, blz. .

Gezien het advies van het Europees Parlement [8],

[8] PB C, blz. .

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten [9] bevat de definitie van de aan het einde van het jaar uitstaande overheidsschuld die relevant is voor de toepassing van de procedure bij buitensporige tekorten en stelt tevens een tijdschema vast voor de kennisgeving aan de Commissie van gegevens over de jaarlijkse overheidsschuld en andere jaarlijkse overheidsgegevens.

[9] PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 351/2002 van de Commissie (PB L 55 van 26.2.2002, blz. 23).

(2) De driemaandelijkse beschikbaarheid van overheidsgegevens, met inbegrip van gegevens over de overheidsschuld, is van het allergrootste belang voor de economische analyse en voor een adequaat toezicht op de begrotingssituatie in de lidstaten. Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie van 3 februari 2000 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën [10], Verordening (EG) nr. 1221/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid [11] en Verordening (EG) nr. [.../...] van het Europees Parlement en de Raad van [datum] betreffende financiële kwartaalrekeningen voor de overheid [12] regelen de berekening en indiening van kwartaalgegevens over de niet-financiële en financiële rekeningen van de overheid, maar hebben geen betrekking op de driemaandelijkse overheidsschuld.

[10] PB L 29 van 4.2.2000, blz. 4.

[11] PB L 179 van 9.7.2002, blz. 1.

[12] PB L, blz. .

(3) Ter wille van de duidelijkheid en gezien de specifieke rol die Verordening (EG) nr. 3605/93 in het kader van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten vervult, dient de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld bij een apart wetgevingsbesluit te worden geregeld.

(4) De driemaandelijkse overheidsschuld moet zodanig worden gedefinieerd dat zij consistent is met de in Verordening (EG) nr. 3605/93 opgenomen definitie van de aan het einde van het jaar uitstaande overheidsschuld. Deze samenhang moet bewaard blijven ingeval de Raad Verordening (EG) nr. 3605/93 wijzigt of de Commissie in Verordening (EG) nr. 3605/93 nieuwe verwijzingen aanbrengt naar het Europees rekeningenstelsel ("ESR 95") dat is ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap [13].

[13] PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1267/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 1).

(5) In de Verordeningen (EG) nr. 264/2000, nr. 1221/2002 en nr. [.../...] is bepaald dat de kwartaalgegevens over de niet-financiële en financiële rekeningen van de overheid uiterlijk drie maanden na het einde van het kwartaal waarop ze betrekking hebben, moeten worden ingediend. Deze indieningstermijn is ook passend voor gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definitie van driemaandelijkse overheidsschuld

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder "overheid": de sector overheid, als gedefinieerd in het bij Verordening (EG) nr. 2223/96 ingevoerde Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (hierna "ESR 95" genoemd). De tussen haakjes vermelde codes zijn die van het ESR 95.

2. De driemaandelijkse overheidsschuld is de nominale waarde van alle aan het einde van elk kwartaal uitstaande brutoverplichtingen van de sector overheid (S.13), met uitzondering van de verplichtingen waarvan de corresponderende financiële activa door de sector overheid (S.13) worden aangehouden.

De driemaandelijkse overheidsschuld wordt gevormd door de verplichtingen van de overheid in de volgende rubrieken: chartaal geld en deposito's (AF.2), effecten met uitzondering van aandelen (exclusief financiële derivaten) (AF.33) en leningen (AF.4), overeenkomstig de definities van het ESR 95.

De nominale waarde van een aan het einde van elk kwartaal uitstaande verplichting is de op het schuldbewijs afgedrukte waarde.

De nominale waarde van een aan een indexcijfer gekoppelde verplichting komt overeen met de op het schuldbewijs afgedrukte waarde, aangepast met de uit de indexering voortvloeiende wijziging van de waarde van de hoofdsom aan het einde van elk kwartaal.

Verplichtingen die in vreemde valuta's luiden of via contractuele overeenkomsten van een vreemde valuta worden gewisseld in een of meer andere vreemde valuta's, worden in die andere vreemde valuta's omgerekend tegen de in die overeenkomsten bepaalde koers en worden in de nationale valuta omgerekend tegen de representatieve marktkoers op de laatste werkdag van elk kwartaal.

Verplichtingen die in de nationale valuta luiden en via contractuele overeenkomsten worden gewisseld in een vreemde valuta, worden in die vreemde valuta omgerekend tegen de in die overeenkomsten bepaalde koers en worden in de nationale valuta omgerekend tegen de representatieve marktkoers op de laatste werkdag van elk kwartaal.

Verplichtingen die in vreemde valuta's luiden en via contractuele overeenkomsten worden gewisseld in nationale valuta, worden in de nationale valuta omgerekend tegen de in die overeenkomsten bepaalde wisselkoers.

Artikel 2

Tijdschema voor de berekening en indiening van gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld

1. De gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld worden uiterlijk drie maanden na het einde van het kwartaal waarop ze betrekking hebben door de lidstaten berekend en bij de Commissie ingediend.

Tegelijkertijd worden eventuele herziene gegevens voor eerdere kwartalen ingediend.

2. De gegevens over de driemaandelijkse overheidsschuld worden uiterlijk op 30 juni 2004 voor het eerst ingediend.

Artikel 3

Bepalingen in verband met historische gegevens

De historische gegevens vanaf het eerste kwartaal van 2000 worden uiterlijk op 31 december 2004 ingediend. Waar nodig mogen historische gegevens worden verstrekt die op grond van zo goed mogelijke schattingen zijn verkregen.

Artikel 4

Wijzigingen

1. Ingeval de Raad overeenkomstig de bij het Verdrag vastgestelde bevoegdheids- en procedurevoorschriften beslist Verordening (EG) nr. 3605/93 te wijzigen, wijzigt hij gelijktijdig deze verordening, zodat de samenhang tussen de definitie van driemaandelijkse overheidsschuld en de definitie van aan het einde van het jaar uitstaande overheidsschuld bewaard blijft.

2. Ingeval de Commissie overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 3605/93 nieuwe verwijzingen naar het ESR 95 aanbrengt in artikel 1, lid 5, van genoemde verordening, brengt zij gelijktijdig dezelfde nieuwe verwijzingen in deze verordening aan, zodat de samenhang tussen de definitie van driemaandelijkse overheidsschuld en de definitie van aan het einde van het jaar uitstaande overheidsschuld bewaard blijft.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is bindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

Top