EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003PC0426

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

/* COM/2003/0426 def. - CNS 2003/0158 */

52003PC0426

Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten /* COM/2003/0426 def. - CNS 2003/0158 */


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Regeling voor de bescherming van de euromunten

In Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 [1] tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij, en met name in artikel 5, wordt bepaald dat valse euromunten dienen te worden geanalyseerd en geclassificeerd door een in elke EU-lidstaat [2] aan te wijzen of op te richten nationaal analysecentrum voor munten (NACM) en door het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETWC). Voor een vlotte werking van deze regeling is een goede samenwerking vereist tussen de autoriteiten die de technische taken op het gebied van de analyse en classificatie van de valse euromunten uitvoeren.

[1] PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6.

[2] Verordening (EG) nr. 1339/2001 (PB L 181 van 4.4.2001, blz. 11) breidt de werking van Verordening (EG) nr. 1338/2001 uit tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen.

In zijn conclusies van 28 februari 2000 heeft de Raad (Ecofin) ingestemd met de technische regeling voor de behandeling van valse euromunten. De hoofdbeginselen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van deze regeling zijn neergelegd in de bovengenoemde verordening.

De lidstaten hebben goed toegeruste NACM's aangewezen of opgericht en de Commissie heeft een adequaat kader tot stand gebracht voor de coördinatie van de werkzaamheden van de lidstaten met het oog op de verzameling en technische analyse van valse euromunten. De Commissie heeft hiertoe de informele Deskundigengroep vervalsing euromunten ingesteld, die door haar wordt beheerd en voorgezeten.

2. Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum

Op basis van een briefwisseling tussen de voorzitter van de Raad (Ecofin) en de Franse minister van Financiën van 28 februari en 9 juni 2000 wordt voorzien in de oprichting van het ETWC, met een tijdelijk karakter, als afzonderlijke en onafhankelijke administratieve eenheid van de Munt van Parijs. Het ETWC heeft zijn werkzaamheden aangevat op 1 oktober 2001. De Commissie heeft personeel benoemd voor het ETWC, dat de nodige analyses verricht in nauwe samenwerking met het Franse NACM. De Franse autoriteiten stellen het vereiste personeel en de nodige uitrusting prioritair ter beschikking van het ETWC, verzorgen het secretariaat en verstrekken de lokalen, het materieel en de onderhoudsdiensten die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het centrum, hetgeen inhoudt dat uitsluitend de reiskosten van de benoemde ETWC-personeelsleden en kleine kantooruitgaven (telefoonrekeningen) ten laste van de Gemeenschapsbegroting komen.

In Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad en in de briefwisseling van 28 februari en 9 juni 2000 wordt bepaald dat de Raad te gelegener tijd zal beslissen over het toekomstige statuut en de vaste zetel van het ETWC. Conform de conclusies van de Raad (Ecofin) van februari 2000 werd onder de verantwoordelijkheid van de EU-muntmeesters een verslag opgesteld waarin de werking van het ETWC werd beoordeeld. In het verslag wordt geconcludeerd dat de locatie waar het ETWC momenteel zijn werkzaamheden verricht, passend is en dat de Commissie een adequaat administratief en institutioneel kader verschaft dat efficiëntie en onafhankelijkheid garandeert.

Het verslag werd onderschreven door het Economisch en Financieel Comité (EFC), dat het evaluatieverslag over het ETWC gunstig onthaalt en voorstelt om het ETWC bij het verrichten van zijn werkzaamheden verder gebruik te laten maken van de faciliteiten van de Munt van Parijs. Het EFC stelt tevens voor dat de Commissie de coördinatie van de technische werkzaamheden van de lidstaten met het oog op de bescherming van de euromunten voortzet en passende maatregelen treft om de goede werking van het ETWC te waarborgen. Het EFC heeft ontwerpconclusies in deze zin voor de Raad (Ecofin) goedgekeurd.

Op grond van het bovenstaande worden twee formele initiatieven gepland: een Raadsbesluit waarbij de verantwoordelijkheid voor de werking van het ETWC en voor de coördinatie van de technische werkzaamheden van de lidstaten om euromunten tegen valsemunterij te beschermen aan de Commissie wordt toevertrouwd, alsmede een daarop aansluitend Commissiebesluit om uitvoering te geven aan deze verantwoordelijkheid.

Het onderhavige voorstel heeft betrekking op het eerstgenoemde initiatief.

3. Het voorstel voor een besluit van de Raad

Doel van het voorstel voor een besluit van de Raad is de Commissie formeel verantwoordelijk te maken voor de goede werking van het ETWC en voor de coördinatie van de werkzaamheden van de bevoegde technische autoriteiten om euromunten tegen valsemunterij te beschermen.

Het voorstel is gebaseerd op artikel 123, lid 4, van het EG-Verdrag en geeft uitvoering aan artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad, dat betrekking heeft op de analyse en classificatie van valse euromunten.

De Commissie verschaft momenteel het kader voor de coördinatie van de technische werkzaamheden van de lidstaten om euromunten tegen valsemunterij te beschermen en waarborgt tevens de goede werking van het ETWC sinds het centrum in oktober 2001 operationeel is geworden door het bieden van management- en administratieve ondersteuning. De lidstaten zijn tevreden met de werking van het ETWC.

Het wordt bijgevolg aangewezen geacht dat de Commissie deze werkzaamheden, die zij tot dusver op tijdelijke basis verrichtte, voortzet. Op deze manier wordt gewaarborgd dat stabiliteit en onafhankelijkheid centraal staan bij de bescherming van de euromunten.

In het enig artikel van het voorstel voor een besluit van de Raad worden de verantwoordelijkheden gespecificeerd die aan de Commissie moeten worden toevertrouwd. Het is de bedoeling dat zij de goede werking van het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum garandeert en tevens de werkzaamheden van de bevoegde technische autoriteiten met het oog op de bescherming van de euromunten tegen valsemunterij coördineert.

Gelet op de huidige taakomschrijving van het ETWC en gezien de mate waarin er momenteel sprake is van valsemunterij, zijn er geen aanvullende financiële middelen vereist.

4. Geplande follow-up door de Commissie

Op basis van het onderhavige Raadsbesluit zal de Commissie vervolgens een besluit aannemen op grond waarvan:

(1) zij het ETWC opricht als onderdeel van de diensten van de Commissie in Brussel en personeel detacheert bij de Munt van Parijs om van de technische faciliteiten van deze instelling gebruik te maken;

(2) zij formeel zorg draagt voor de noodzakelijke coördinatie van de technische werkzaamheden van de lidstaten met het oog op de bescherming van de euromunten;

(3) zij regelmatig verslag uitbrengt aan het EFC over de coördinatiewerkzaamheden.

Voordat het besluit van de Commissie wordt aangenomen, is een formele toezegging van de Franse autoriteiten vereist waarin wordt bevestigd dat de bestaande regeling voor de kostendeling gehandhaafd blijft.

Het ETWC zal nauw met de EU-muntmeesters blijven samenwerken en jaarlijks verslag blijven uitbrengen aan het EFC, de ECB, Europol en de bevoegde nationale autoriteiten.

2003/0158 (CNS)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 123, lid 4, derde zin,

Gezien het voorstel van de Commissie [3],

[3] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Europees Parlement [4],

[4] PB C van , blz. .

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank [5],

[5] PB C van , blz. .

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij [6] wordt bepaald dat valse euromunten dienen te worden geanalyseerd en geclassificeerd door een in elke EU-lidstaat aan te wijzen of op te richten nationaal analysecentrum voor munten (NACM) en door het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETWC). Sinds 2000 verschaft de Commissie het kader voor de coördinatie van de desbetreffende werkzaamheden van bovengenoemde technische autoriteiten.

[6] PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6.

(2) Sinds oktober 2001 oefent het ETWC zijn taken tijdelijk uit bij de Munt van Parijs met management- en administratieve ondersteuning van de Commissie, zoals in de briefwisseling tussen de voorzitter van de Raad en de Franse minister van Financiën van 28 februari en 9 juni 2000 wordt bepaald.

(3) Opdat de continuïteit en de onafhankelijkheid van de bescherming van euromunten tegen valsemunterij worden gegarandeerd, dient de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de activiteiten van het ETWC en voor de coördinatie van de werkzaamheden van de bevoegde technische autoriteiten terzake aan de Commissie te worden toevertrouwd,

BESLUIT:

Enig artikel

De Commissie draagt zorg voor de goede werking van het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum en voor de coördinatie van de werkzaamheden van de bevoegde technische autoriteiten om euromunten tegen valsemunterij te beschermen.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

FINANCIËLE GEVOLGEN

Geen nieuwe financiële gevolgen.

1. FinanciËLE GEVOLGEN VOOR DEEL B

Geen financiële gevolgen.

2. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

Geen nieuwe gevolgen. De behoeften aan personele en administratieve middelen zullen worden gedekt met het in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure aan het met het beheer belaste DG toegekende bedrag.

2.1. Gevolgen voor de personele middelen

Een tijdelijk functionaris in de rang A5 en een tijdelijk functionaris in de rang A7, te detacheren uit de beschikbare personele middelen. Naar de huidige maatstaven kosten twee functionarissen 135 000 EUR per jaar.

2.2. Andere huishoudelijke uitgaven die uit de actie voortvloeien

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

Top