EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AB0026

Advies van de Europese Centrale Bank van 11 mei 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) en daarmee samenhangende rechtshandelingen; en inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (CON/2018/26)

OJ C 251, 18.7.2018, p. 2–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/2


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 11 mei 2018

inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) en daarmee samenhangende rechtshandelingen; en inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)

(CON/2018/26)

(2018/C 251/03)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 23 november 2017 en 4 december 2017 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit); Verordening (EU) nr. 1094/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen); Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten); Verordening (EU) nr. 345/2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen; Verordening (EU) nr. 346/2013 betreffende Europese sociaalondernemerschapsfondsen; Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten; Verordening (EU) 2015/760 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen; Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten; en Verordening (EU) 2017/1129 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten (1) (hierna „het verordeningsvoorstel” genoemd).

Op 20 november 2017 ontving de ECB een verzoek de Raad van de Europese Unie en van het Europees Parlement respectievelijk, om een advies inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (2) (hierna „het richtlijnvoorstel” genoemd).

De ECB-adviesbevoegdheid is gebaseerd op artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien het voorstel en het voorstel bepalingen bevatten betreffende de fundamentele taken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), namelijk aangaande de vaststelling en tenuitvoerlegging van het monetair beleid en de bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer krachtens artikel 127, lid 2, eerste en vierde streepje, van het Verdrag en de specifieke aan de ECB opgedragen taken betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, zoals bedoeld in artikel 127, lid 6, van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Het verordeningsvoorstel en het richtlijnvoorstel maken deel uit van een alomvattend pakket van voorstellen ter hervorming van Europees Systeem voor financieel toezicht, dat bestaat uit de drie Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA's) en het Europees Comité voor systeemrisico’s (3). Aangezien het pakket betrekking heeft op uiteenlopende door het ESCB en de ECB uitgevoerde taken, zal de ECB drie afzonderlijke adviezen geven. Dit advies moet derhalve worden gelezen in samenhang met Advies CON/2018/12 van 2 maart 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1092/2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (4) en Advies CON/2018/19 van 11 april 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en verband houdende rechtshandelingen (5).

Algemene opmerkingen

De ECB zal haar opmerkingen beperken tot de delen van het Commissievoorstel die relevant zijn voor de implementatie van monetair beleid krachtens artikel 127, lid 2, eerste streepje, van het Verdrag, de bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer krachtens artikel 127, lid 2, vierde streepje, en voor de specifieke taken die de ECB werden opgedragen betreffende het prudentiële toezicht op kredietinstellingen, zoals bedoeld in artikel 127, lid 6, van het Verdrag.

De ECB herinnert eraan dat betrouwbare en efficiënte financiëlemarktinfrastructuren, met name verrekeningsystemen voor financiële instrumenten, essentieel zijn voor de uitvoering van de fundamentele taken van het ESCB ingevolge artikel 127, lid 2, van het Verdrag, en voor het verwezenlijken van het hoofddoel zijnde de handhaving van prijsstabiliteit ingevolge artikel 27, lid 1, van het Verdrag (6).

Aandacht zou tevens verdienen de rol van de ECB als toezichthouder op kredietinstellingen krachtens artikel 127, lid 6, VWEU in samenhang met Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (7). Dienaangaande zij eraan herinnerd dat de ECB verwelkomde dat het EMIR-II-voorstel de ECB twee afzonderlijke stemmen verleent in de toezichtcolleges voor haar taken als centrale bank van uitgifte en respectievelijk als de prudentiële toezichthouder van kredietinstellingen die belangrijke CTP-clearingleden zijn (8).

In zijn algemeenheid steunt de ECB de doelstelling van het verordeningsvoorstel tot bijdrage aan de verdere ontwikkeling en verdieping van de verdieping van de kapitaalmarktenunie (KMU) (9). Om het langetermijndoel van verdieping en integratie van EU-kapitaalmarkten te verwezenlijken is de ECB van mening dat minstens gemeenschappelijk toezicht van specifieke marktsegmenten moet worden overwogen. Dit is met name van belang voor pan-Europese entiteiten en werkzaamheden om consistentie en gelijke handhaving te verzekeren in de EU, aldus lekken voorkomend door het grensoverschrijdend verplaatsen van werkzaamheden (10). Zoals de Commissie heeft voorgesteld zou gemeenschappelijk toezicht ook noodzakelijk kunnen zijn voor aanbieders van datarapporteringsdiensten, alsook voor beheerders van kritieke benchmarks uit hoofde van een volwaardige KMU (11).

Specifieke opmerkingen

1.   De rol van de centrale bank van uitgifte inzake CTP-aangelegenheden

1.1.

De ECB steunt dat de bestuursstructuur van ESMA moet worden herzien. De ECB acht het tevens essentieel dat krachtens het monetairbeleidmandaat één ECB-vertegenwoordiger wordt voorzien als een permanent niet-stemhebbend lid van de raad van toezichthouders. Dat zou effectieve samenwerking, coördinatie en informatie-uitwisseling waarborgen tussen toezichthoudende autoriteiten en de ECB als centrale bank van uitgifte verantwoordelijk voor de euro, hetgeen van essentieel belang is gezien de voorgestelde versterking van de rol van de centrale bank van uitgifte uit hoofde van het EMIR-II-voorstel (12). De ECB verwelkomt de in het EMIR-II-voorstel voorgestelde wijzigingen die de aan de CTP-bestuursvergadering opgedragen taken verduidelijkt, waarvan de betrokken centrale bank van uitgifte een permanent niet-stemhebbend lid is (13).

1.2.

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk voor een duidelijke afbakening tussen enerzijds de uitsluitende besluitvormingsbevoegdheden van de CTP-bestuursvergadering inzake CTP-aangelegenheden en anderzijds de aan de ESMA-directie ter zake van niet-CTP-aangelegenheden toegekende bevoegdheden. Gezien de vertegenwoordiging van de ECB in de CTP-bestuursvergadering als centrale bank van uitgifte, is de ECB van mening dat de ESCB-leden door deze verduidelijking betekenisvol en effectief betrokken kunnen zijn bij de besluitvorming en informatie-uitwisseling inzake aangelegenheden die van direct belang zijn voor de uitvoering van de fundamentele ESCB-taken, en de verwezenlijking van het primaire ESCB-doel, namelijk handhaving van prijsstabiliteit (14).

Gedaan te Frankfurt am Main, 11 mei 2018.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  COM (2017) 536 final.

(2)  COM (2017) 537 final.

(3)  COM (2017) 542 final.

(4)  Advies CON/2018/12 van de Europese Centrale Bank van 2 maart 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1092/2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (PB C 120 van 6.4.2018, blz. 2). Alle ECB-adviezen zijn beschikbaar op de ECB-website onder: www.ecb.europa.eu

(5)  Advies CON/2018/19 van de Europese Centrale Bank van 11 april 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en verband houdende rechtshandelingen, nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(6)  Zie paragraaf 4.1 van Advies CON/2017/39 van de Europese Centrale Bank van 4 oktober 2017 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de procedures en betrokken autoriteiten voor de vergunningverlening aan CTP’s en de vereisten voor de erkenning van CTP’s uit derde landen (PB C 385 van 15.11.2017, blz. 3).

(7)  Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).

(8)  Zie paragraaf 1.1 van Advies CON/2017/39.

(9)  Zie bladzijde 1 en 18 van de bijdrage van het Eurosysteem aan het Commissie Groenboek „Building a Capital Markets Union”, februari 2015 (hierna de „Eurosysteembijdrage aan het KMU-Groenboek”), beschikbaar op de ECB-website.

(10)  Zie pagina 18 van de Eurosysteembijdrage aan het KMU-Groenboek.

(11)  Zie pagina 18 van de Eurosysteembijdrage aan het KMU-Groenboek.

(12)  Zie paragraaf 7 van Advies CON/2017/39. Zie tevens het Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van en het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters COM(2017) 208 final.

(13)  Zie wijziging van een hangend voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de procedures en betrokken autoriteiten voor de vergunningverlening aan CTP’s en de vereisten voor de erkenning van CTP’s uit derde landen (EMIR II-voorstel van de Commissie), COM(2017) 539/F1, beschikbaar op de Commissie-website onder www.ec.europa.eu

(14)  Zie paragraaf 2.1 van Advies CON/2017/39.


Top