1.   NCB’s kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan het AnaCredit-feedbackloopkader. Voor de toepassing van dit richtsnoer worden de in bijlage IV opgenomen NCB’s deelnemende NCB’s vanaf de in die bijlage genoemde datum.

2.   Een NCB die niet is opgenomen in bijlage IV, kan verzoeken om deel te nemen aan het AnaCredit-feedbackloopkader door een voorafgaande schriftelijke kennisgeving bij de Raad van bestuur in te dienen. De NCB wordt in de lijst in bijlage IV opgenomen middels een technische wijziging van deze bijlage en, indien nodig, van bijlage III, welke wijzigingen overeenkomstig artikel 20 geschieden.

Voor de toepassing van dit lid bestaat een technische wijziging in het opnemen van de naam van de NCB en de datum waarop de NCB een deelnemende NCB wordt in bijlage IV en, indien nodig, het opnemen van een specificatie van die gegevensattributen in de ECB-feedbackloopgegevensreeks in bijlage III met betrekking waartoe de NCB niet instemt met het delen van verwante gegevens voor het verstrekken van feedbackloops aan informatieplichtigen overeenkomstig artikel 16 quater.

3.   Een deelnemende NCB kan om een wijziging verzoeken in de specificatie van gegevensattributen zoals bedoeld in lid 2, tweede alinea. De wijziging wordt van kracht na een technische wijziging van bijlage III overeenkomstig artikel 20.

4.   Een deelnemende NCB om beëindiging van haar deelname aan het AnaCredit-feedbackloopkader verzoeken door ten minste negentig dagen van tevoren een schiftelijke kennisgeving bij de Raad van bestuur in te dienen. De beëindiging wordt van kracht na een technische wijziging van bijlage IV en, indien nodig, van bijlage III overeenkomstig artikel 20. De beëindiging van de deelname doet geen afbreuk aan de voortzetting en het voortbestaan van de rechten en verplichtingen van elk van de andere NCB's die bestaan op of vóór de datum waarop die beëindiging van kracht wordt.

1.   Een deelnemende NCB kan ten behoeve van een feedbackloop naar eigen goeddunken besluiten er niet mee in te stemmen dat de ontvangen NCB’s variabele attributen opnemen in de gegevens die zij met hun ingezeten informatieplichtigen delen. De besluiten van de deelnemende NCB’s worden opgenomen in bijlage III. Een ontvangende NCB mag dergelijke variabele attributen niet opnemen in de gegevens die zij ten behoeve van de feedbackloop met haar ingezeten informatieplichtigen deelt.

2.   Indien een deelnemende NCB besluit niet in te stemmen met het opnemen van een of meer variabele attributen in de gegevens die ontvangen NCB’s met hun informatieplichtigen delen, verstrekt de deelnemende NCB de door de andere deelnemende NCB’s verzamelde equivalente gegevensreeks niet aan haar informatieplichtigen.

3.   Behoudens het bepaalde in de leden 1 en 2, kan een ontvangende NCB naar eigen goeddunken besluiten om variabele attributen in de gegevens die zij met haar ingezeten informatieplichtigen deelt op te nemen of uit te sluiten.

4.   Indien een NCB krachtens artikel 6 van dit richtsnoer verantwoordelijk is voor de rapportage van kredietgegevens en tegenpartijreferentiegegevens aangaande een RMS buitenlands bijkantoor aan de ECB, mogen de gegevens die overeenkomen met de variabele attributen die betrekking hebben op dat RMS buitenlands bijkantoor, ten behoeve van de feedbackloop worden verstrekt aan een ingezeten informatieplichtige door de deelnemende NCB in de lidstaat waarin het RMS buitenlands bijkantoor ingezeten is, of door de deelnemende NCB in de lidstaat van het hoofdkantoor van het RMS buitenlands bijkantoor.

1.   Vanaf 1 april 2020 verzendt de ECB de ECB-feedbackloopgegevenreeks aan elke in bijlage IV opgenomen NCB voorafgaand aan de in de bijlage genoemde datum waarop de NCB een deelnemende NCB wordt. De NCB heeft niet het recht om de van de ECB ontvangen gegevens voor feedbackloopdoeleinden te gebruiken overeenkomstig artikel 16 sexies totdat zij op de in bijlage IV genoemde datum een NCB van een deelnemende lidstaat wordt. De NCB gebruikt de van de ECB ontvangen gegevens enkel om de in artikel 16 ter, onder b), genoemde regelingen te testen ten behoeve van de implementatie van dergelijke regelingen voorafgaand aan de datum waarop de NCB een deelnemende NCB wordt en in overeenstemming met artikel 16 sexies, lid 9.

2.   De ECB verzendt onmiddellijk na het genereren van de gouden kopie een ECB-feedbackloopgegevensreeks aan elke ontvangende NCB via regelmatige verzendingen.

3.   Elke door de ECB middels een regelmatige verzending verzonden feedbackloopgegevensreeks heeft alleen betrekking op instrumenten waarbij ten minste één debiteur een juridische entiteit is of deel uitmaakt van een juridische entiteit die aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

4.   De ECB verzendt aan de ontvangende NCB’s alle herzieningen die zijn ontvangen met betrekking tot informatie die eerder in regelmatige verzendingen was opgenomen in overeenstemming met het herzieningsbeleid als bedoeld in bijlage V, punt 4, bij Verordening (EU) 2016/867 (ECB/2016/13).

5.   Een deelnemende NCB kan aan de ECB een ad‐hocverzoek sturen betreffende een aspirant-debiteur die een instrument heeft aangevraagd bij een informatieplichtige of een van gecontroleerde partijen die ingezeten zijn in de lidstaat van de verzoekende deelnemende NCB.

6.   De ECB verzendt de ECB-feedbackloopgegevensreeks betreffende de betrokken aspirant-debiteur aan de verzoekende deelnemende NCB in reactie op een ad‐hocverzoek, op voorwaarde dat het ad‐hocverzoek betrekking heeft op een aspirant-debiteur wiens gegevens aan de ECB worden gerapporteerd.

7.   De ECB reageert op een ad‐hocverzoek aan het einde van de werkdag volgend op die waarin het ad-hocverzoek is ontvangen.

8.   De ECB verzekert dat de krachtens dit artikel verzonden informatie identiek is aan de door de NCB’s aan de ECB verzonden informatie en dat de informatie die aan elke ontvangende NCB wordt gezonden alleen betrekking heeft op instrumenten betreffende debiteuren of aspirant-debiteuren als bedoeld in de leden 3 en 5.

1.   Een ontvangende NCB heeft het recht om de overeenkomstig artikel 16 quinquies van de ECB ontvangen gegevens te gebruiken ten behoeve van een feedbackloop in overeenstemming met de bepalingen van dit artikel.

2.   Een ontvangende NCB kan met ingezeten informatieplichtigen, met inbegrip van kleine informatieplichtigen waaraan een ontheffing is verleend overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) 2016/867 (ECB/2016/13) en informatieplichtigen die gegevens rapporteren met een verminderde rapportagefrequentie overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) 2016/867 (ECB/2016/13), een feedbackloop als bedoeld in lid 1 inrichten.

3.   De in de feedbackloops gebruikte gegevens omvatten ten minste de minimumgegevensreeks. De in de feedbackloops gebruikte gegevens mogen bovendien de gegevens bevatten die overeenkomen met de variabele attributen, op voorwaarde dat de ontvangende NCB’s de door andere deelnemende NCB’s verzamelde gegevens uitsluiten, indien die andere deelnemende NCB’s niet hebben ingestemd met de uitwisseling van deze gegevens overeenkomstig artikel 16 quater.

4.   Een ontvangende NCB mag aan een informatieplichtige geen kredietgegevens of tegenpartijreferentiegegevens verstrekken die buiten het bereik van de door haar ontvangen ECB-feedbackloopgegevensreeks vallen. De ontvangende NCB’s delen de operationele attributen niet met hun ingezeten informatieplichtigen.

5.   Een deelnemende NCB kan bepaalde informatie op instrumentenniveau voor een beperkte periode identificeren als zijnde niet bruikbaar ten behoeve van een feedbackloop vanwege beperkingen in de nationale wetgeving of de kwaliteit van de informatie. De gegevens die de ECB aan de ontvangende NCB’s verzendt omvatten een dergelijke identificatie. Een ontvangende NCB neemt de geïdentificeerde informatie niet op in de feedbackloops voor haar ingezeten informatieplichtigen.

6.   Gegevens die zijn verzameld door NCB’s die niet aan de AnaCredit-feedbackloop deelnemen, mogen door de deelnemende NCB’s niet worden gebruikt voor het inrichten of hetin stand houden van een feedbackloop, behalve indien dit in overeenstemming is met artikel 11, lid 5, van Verordening (EU) 2016/867 (ECB/2016/13), indien de toegang voor deze doeleinden door een niet-deelnemende NCB niet geacht wordt te zijn geweigerd uit hoofde van artikel 6, lid 5, of indien de gegevens betrekking hebben op een institutionele eenheid van een in een rapporterende lidstaat gevestigde informatieplichtige en door de desbetreffende NCB van de informatieplichtige altijd gebruikt mogen worden ten behoeve van feedbackloops, ongeacht of de institutionele eenheid ingezeten is.

7.   Een ontvangende NCB kan de van de ECB ontvangen gegevens met de ingezeten informatieplichtigen delen in overeenstemming met dit artikel; zij kan gegevens verstrekken met dezelfde mate van granulariteit als in de gegevenstransmissie van de ECB, of op een meer geaggregeerd niveau.

8.   Bij het verstrekken van feedbackloops aan informatieplichtigen zorgen de ontvangende NCB’s ervoor dat de gecontroleerde partijen, informatieplichtigen, crediteuren, beheerders en initiators waarover informatie door de ECB aan de ontvangende NCB’s is verzonden niet kunnen worden geïdentificeerd.

9.   De ontvangende NCB’s behandelen de van de ECB ontvangen informatie overeenkomstig het nationale rechtskader inzake vertrouwelijkheid van gegevens en de artikelen 8 tot en met 8 quater van Verordening (EG) nr. 2533/98.

10.   Een ontvangende NCB informeert de populatie van informatieplichtigen dat overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) 2016/867 (ECB/2016/13):

1.   Een ontvangende NCB is als enige verantwoordelijk voor het opzetten van een feedbackloop of andere informatiediensten van haar centrale kredietregister aan informatieplichtigen, waaronder de procedure voor het verlenen van toegang aan informatieplichtigen en het doen naleven van de vereisten van artikel 16 sexies door de informatieplichtigen.

2.   Indien juridische entiteiten of delen van juridische entiteiten waarover kredietgegevens zijn gerapporteerd, recht hebben op toegang tot dergelijke gegevens of verlangen dat dergelijke gegevens worden gecorrigeerd en/of gewist, ook wanneer dergelijke gegevens aan informatieplichtigen worden verstrekt ten behoeve van een feedbackloop of andere informatiedienst van de betrokken centrale kredietregister, moet de betrokken NCB procedures invoeren om a) toegang te verschaffen tot de gegevens; b) te verlangen dat onjuiste gegevens door informatieplichtigen worden gecorrigeerd, en c) de informatieplichtigen mee te delen met wie de informatie is gedeeld.

3.   Ingeval van vorderingen die betrekking hebben op de informatie die deel uitmaakt van de feedbacklooploop en afgeleid is van de door een andere NCB verrichte gegevensverzending, neemt de NCB die de schuldvorderingen ontvangt contact op met de NCB die de gegevens aan de ECB heeft verzonden en werkt die NCB mee aan het onderzoeken van de juistheid van de informatie en het voorbereiden van de reactie op de vordering van de debiteur.”.