EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D0440

Besluit (EU) 2020/440 van de Europese Centrale Bank van 24 maart 2020 betreffende een tijdelijk pandemie-noodaankoopprogramma (ECB/2020/17)

OJ L 91, 25.3.2020, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 19/02/2021

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/440/oj

25.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 91/1


BESLUIT (EU) 2020/440 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 24 maart 2020

betreffende een tijdelijk pandemie-noodaankoopprogramma (ECB/2020/17)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2, het eerste streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 12.1, de tweede alinea, in samenhang met artikel 3.1, het eerste streepje, en artikel 18.1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 18.1 van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de “ESCB-statuten” genoemd) mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de “NCB’s” genoemd), in de financiële markten opereren, onder andere door de onvoorwaardelijke aan- en verkoop van verhandelbaar papier, zulks om de doelstellingen van het Europees Stelsel van Centrale Banken te verwezenlijken.

(2)

Het programma voor de aankoop van door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen op secundaire markten (secondary markets public sector asset purchase programme — PSPP), het derde aankoopprogramma voor gedekte obligaties, het aankoopprogramma voor effecten op onderpand van activa en het aankoopprogramma bedrijfssector vormen samen het uitgebreide programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme — APP) van de ECB. Het APP beoogt de transmissie van het monetaire beleid te verbeteren, de kredietverstrekking aan de economie van het eurogebied te vergemakkelijken, minder strenge leningcondities voor huishoudens en ondernemingen te bewerkstelligen en op middellange termijn een aanhoudende convergentie van het inflatieniveau van net onder maar dicht bij 2 % te ondersteunen overeenkomstig het hoofddoel van de ECB om prijsstabiliteit te handhaven.

(3)

Gelet op de uitzonderlijke economische en financiële omstandigheden in verband met de verspreiding van de door het coronavirus veroorzaakte ziekte (COVID-19) heeft de Raad van bestuur op 18 maart 2020 besloten een nieuw tijdelijk pandemie-noodaankoopprogramma (pandemic emergency purchase programme — PEPP) te lanceren dat alle beleenbare activacategorieën uit hoofde van het APP omvat. Aankopen uit hoofde van het PEPP geschieden afzonderlijk van en in aanvulling op aankopen uit hoofde van het APP, voor een aanvullend totaalbedrag van 750 miljard EUR tot het einde van 2020. Het PEPP is ingesteld als reactie op de uitzonderlijke en acute economische crisis die het doel van prijsstabiliteit en behoorlijke werking van transmissiemechanisme van het monetair beleid in gevaar zou kunnen brengen. Gelet op deze uitzonderlijke, snel evoluerende en onzekere omstandigheden, vraagt het PEPP, vergeleken met het APP, om een hoge mate van flexibiliteit in het ontwerp en de tenuitvoerlegging en zijn de monetaire beleidsdoelstellingen van het PEPP niet gelijk aan die van het APP.

(4)

COVID-19 is door de Wereldgezondheidsorganisatie als pandemie bestempeld en is de oorzaak van een collectieve noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid die ongekend is in de recente geschiedenis. De ziekte heeft een extreme economische schok veroorzaakt die een ambitieuze, gecoördineerde en dringende reactie op alle beleidsterreinen vereist om bedrijven en werknemers die gevaar lopen te ondersteunen. Als gevolg van de pandemie neemt de economische bedrijvigheid in het eurogebied neemt sterk af en zal onvermijdelijk een aanzienlijke inkrimping ondergaan, in het bijzonder naarmate meer landen geconfronteerd worden met de noodzaak om beheersingsmaatregelen te intensiveren. Deze maatregelen leggen een acute druk op kasstromen van bedrijven en werknemers en brengen het voortbestaan van bedrijven en banen in gevaar. Het moge ook duidelijk zijn dat deze situatie de transmissie van monetaire beleidsimpulsen belemmert en ernstige neerwaartse risico’s met zich meebrengt voor de relevante inflatievooruitzichten. Tegen deze achtergrond is het PEPP een evenredige maatregel om het ernstige risico’s voor prijsstabiliteit, het transmissiemechanisme van het monetair beleid en de economische vooruitzichten in het eurogebied die worden veroorzaakt door de uitbraak en escalerende verspreiding van COVID-19 te bestrijden. De Raad van bestuur zal netto aankopen uit hoofde van PEPP beëindigen zodra hij van oordeel is dat de COVID-19 crisisfase voorbij is, maar in elk geval niet voor het einde van 2020.

(5)

Bij aankopen van door centrale, regionale of lokale overheden en erkende agentschappen uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen uit hoofde van het PEPP wordt de benchmarkallocatie tussen de jurisdicties van het eurogebied bepaald door de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB zoals bedoeld in artikel 29 van de ESCB-statuten. Een flexibele benadering ten aanzien van de samenstelling van aankopen uit hoofde van het PEPP is niettemin essentieel om te voorkomen dat actuele verstoringen in de geaggregeerde soevereiniteitscurve in het eurogebied zich vertalen in verdere verstoringen in de risicovrije rendementscurve van het eurogebied, en te verzekeren dat de algehele oriëntatie van het programma betrekking heeft op alle rechtsgebieden van het eurogebied. Om de flexibiliteit van het PEPP te versterken zullen verhandelbare schuldbewijzen van de publieke sector met looptijden die korter zijn dan de uit hoofde van het PSPP aangekochte schuldbewijzen ook worden aangekocht uit hoofde van het PEPP.

(6)

Op 18 maart 2020 heeft de Raad van bestuur eveneens besloten dat voor zover bepaalde zelfopgelegde limieten een belemmering zouden kunnen vormen voor de maatregelen die het Eurosysteem moet nemen om zijn mandaat te vervullen, de Raad van bestuur zal overwegen deze limieten zo nodig te herzien om het optreden te kunnen afstemmen op de risico’s waarmee het geconfronteerd wordt. Om de doeltreffendheid van dit besluit te verzekeren, is de consolidatie van aangehouden effecten uit hoofde van artikel 5 van Besluit (EU) 2020/188 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/9) (1) niet van toepassing op uit hoofde van PEPP aangehouden effecten. Het Eurosysteem zal geen risico's tolereren voor de soepele transmissie van haar monetair beleid in alle rechtsgebieden van het eurogebied.

(7)

Met betrekking tot de beleenbaarheid in het kader van het PEPP van door de centrale overheid van de Helleense Republiek uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen heeft de Raad van bestuur het volgende afgewogen: a) de noodzaak om de druk te verlichten die voortvloeit uit de zich ontwikkelende uitbraak van COVID-19 die de Griekse financiële markten ernstig heeft getroffen; b) de verbintenissen die de Helleense Republiek is aangegaan in het kader van verscherpt toezicht en de monitoring van de uitvoering daarvan door de instellingen van de Unie; c) het feit dat de via het Europees stabiliteitsmechanisme voor de Helleense Republiek getroffen schuldmaatregelen afhankelijk zijn van verdere uitvoering van deze verplichtingen; d) de rechtstreekse toegang door de ECB tot informatie over de economische en financiële situatie van de Helleense Republiek vanwege de betrokkenheid van de ECB in het versterkt toezichtkader; en e) het feit dat de Helleense republiek opnieuw toegang tot de markt heeft gekregen. Op basis van deze afweging heeft de Raad van bestuur besloten dat door de centrale overheid van de Helleense Republiek uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen in aanmerking komen voor aankopen uit hoofde van het PEPP.

(8)

Het PEPP voldoet geheel aan de in de Verdragen vastgelegde verplichtingen van de centrale banken van het Eurosysteem, waaronder het verbod op monetaire financiering, en schaadt de werking van het Eurosysteem overeenkomstig het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging niet.

(9)

Om de doeltreffendheid van het PEPP te verzekeren, verduidelijkt het Eurosysteem hierbij dat het bij de aankoop van verhandelbare schuldbewijzen van de publieke sector uit hoofde van het PEPP dezelfde behandeling (pari passu) accepteert als particuliere beleggers, zulks overeenkomstig de voorwaarden van die instrumenten.

(10)

De PEPP-transacties moeten op een gedecentraliseerde manier en in overeenstemming met de betrokken ECB-besluiten worden uitgevoerd om zodoende de eenheid van het monetaire beleid te waarborgen. Aankopen uit hoofde van het PEPP worden uitgevoerd in overeenstemming het bestaande APP-kader, tenzij specifiek anders wordt bepaald in dit besluit.

(11)

Op 18 maart 2020 heeft de Raad van bestuur besloten om het gamma van beleenbare schuldinstrumenten uit hoofde van het aankoopprogramma bedrijfssector uit te breiden naar niet-financiële handelspapieren, waarmee alle handelspapieren van voldoende kredietkwaliteit ook in aanmerking komen voor aankopen uit hoofde van het PEPP.

(12)

Om onverwijld te reageren op de pandemische situatie, moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Instelling en toepassingsgebied van het PEPP

1.   Het Eurosysteem stelt hierbij het tijdelijke pandemie-noodaankoopprogramma (temporary pandemic emergency purchase programme — PEPP) in als een apart aankoopprogramma voor een totaalbedrag van 750 miljard EUR.

2.   De centrale banken van het Eurosysteem doen, tenzij expliciet anders voorzien in dit besluit, de volgende aankopen uit hoofde van het PEPP:

a)

beleenbare verhandelbare schuldbewijzen in de zin van en overeenkomstig de bepalingen van Besluit (EU) 2020/188 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/9);

b)

beleenbare bedrijfsobligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten in de zin van en overeenkomstig de bepalingen van Besluit (EU) 2016/948 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/6) (2);

c)

in aanmerking komende gedekte obligaties in de zin van en overeenkomstig de bepalingen van Besluit (EU) 2020/187 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/8) (3);

d)

beleenbare effecten op onderpand van activa (asset-backed securities — ABS) in de zin van en overeenkomstig de bepalingen van Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/45) (4);

Artikel 2

Looptijd van verhandelbare overheidsschuldbewijzen

Om in aanmerking te komen voor aankopen uit hoofde van het PEPP hebben verhandelbare schudbewijzen in de zin van artikel 1, lid 2, onder a), een minimumrestlooptijd van 70 dagen en een maximumrestlooptijd van dertig jaar op het moment van aankoop door de betrokken centrale bank van het Eurosysteem. Om soepele tenuitvoerlegging te bevorderen zijn verhandelbare schuldinstrumenten met een restlooptijd van 30 jaar en 364 dagen beleenbaar uit hoofde van het PEPP.

Artikel 3

Ontheffing voor door de Helleense Republiek uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen

In afwijking van de vereisten van artikel 3, lid 2, van Besluit (EU) 2020/188 (ECB/2020/9), komen door de centrale overheid van de Helleense Republiek uitgegeven in euro luidende verhandelbare schuldbewijzen in aanmerking voor aankoop uit hoofde van het PEPP op voorwaarde dat zij voldoen aan in de artikel 3, lid 4, van Besluit (EU) 2020/188 (ECB/2020/9) neergelegde criteria voor aankopen.

Artikel 4

Aankoopbedragen

Aankopen uit hoofde van het PEPP worden uitgevoerd voor zover dit noodzakelijk en evenredig wordt geacht om de bedreigingen van de buitengewone economische en marktomstandigheden voor het vermogen van het Eurosysteem om zijn mandaat uit te voeren te bestrijden. Om de doeltreffendheid van dit uitzonderlijke besluit te verzekeren is de consolidatie van effecten uit hoofde van artikel 5 van Besluit (EU) nr. 2020/188 (ECB/2020/9) niet van toepassing tot uit hoofde van PEPP aangehouden effecten.

Artikel 5

Portfolioallocatie

1.   De toewijzing van de cumulatieve netto-aankopen van verhandelbare schuldbewijzen die zijn uitgegeven door in aanmerking komende centrale, regionale of lokale overheden en erkende agentschappen aan in alle in aanmerking komende rechtsgebieden, blijft, op voorraadbasis, gebaseerd op de in artikel 29 van de ESCB-statuten bedoelde inschrijving van de respectieve NCB’s op het kapitaal van de ECB.

2.   Aankopen uit hoofde van het PEPP worden op een flexibele manier uitgevoerd, rekening houdend met schommelingen in de spreiding van de aankoopstromen in de tijd, over de verschillende activacategorieën en over de verschillende rechtsgebieden.

3.   De Raad van bestuur delegeert aan de directie de bevoegdheid om het passende tempo en de samenstelling te bepalen van maandelijkse PEPP-aankopen binnen het totaalbedrag van 750 miljard EUR. In het bijzonder kan de toewijzing van de uit hoofde van het PEPP gedane aankopen worden aangepast rekening houdend schommelingen in de spreiding van de aankoopstromen in de tijd, over de verschillende activacategorieën en over de verschillende rechtsgebieden.

Artikel 6

Transparantie

1.   Het Eurosysteem publiceert wekelijks in de toelichting bij zijn geconsolideerde weekstaat de geaggregeerde boekwaarde van de uit hoofde van het PEPP aangehouden effecten.

2.   Het Eurosysteem publiceert maandelijks de netto aankopen en de cumulatieve netto aankopen.

3.   De boekwaarde van uit hoofde van het PEPP aangehouden effecten wordt wekelijks op de ECB-website gepubliceerd onder de afdeling openmarkttransacties.

Artikel 7

Effectenuitleen

Teneinde de effectiviteit van het PEPP te verzekeren stelt het Eurosysteem uit hoofde van het PEPP aangekochte schuldbewijzen beschikbaar voor effectenuitleen, met inbegrip van repo's,

Artikel 8

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 24 maart 2020.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Besluit (EU) 2020/188 van de Europese Centrale Bank van 3 februari 2020 inzake een programma voor de aankoop van door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen op secundaire markten (ECB/2020/9) (PB L 39 van 12.2.2020, blz. 12).

(2)  Besluit (EU) 2016/948 van de Europese Centrale Bank van 1 juni 2016 betreffende de tenuitvoerlegging van het aankoopprogramma bedrijfssector (ECB/2016/16) (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 28).

(3)  Besluit (EU) 2020/187 van de Europese Centrale Bank van 3 februari 2020 houdende de tenuitvoerlegging van het derde programma voor de aankoop van gedekte obligaties (ECB/2020/8) (PB L 39 van 22.11.2014, blz. 6).

(4)  Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank van 19 november 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ECB/2014/45) (PB L 1 van 6.1.2015, blz. 4).


Top