EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D0141

Besluit (EU) 2020/141 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 tot wijziging van Besluit ECB/2010/29 betreffende uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2020/7)

OJ L 27I, 1.2.2020, p. 21–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/141/oj

1.2.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 27/21


BESLUIT (EU) 2020/141 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 22 januari 2020

tot wijziging van Besluit ECB/2010/29 betreffende uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2020/7)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 128, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Europese Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zullen niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk met ingang van de datum volgend op de datum bedoeld in artikel 1, lid 1, van Besluit (EU) 2019/1810 van de Europese Raad van 29 oktober 2019 (1). Na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie is de Bank of England (BoE) niet langer een nationale centrale bank van een lidstaat en dientengevolge van het Europees Stelsel van centrale banken. Besluit (EU) 2020/137 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/3) (2) voorziet in de aanpassing van de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna de “kapitaalverdeelsleutel” genoemd) overeenkomstig artikel 29.3 en artikel 29.4 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en stelt met ingang van 1 februari 2020 de aan de nationale centrale banken toegewezen nieuwe wegingen in de aangepaste kapitaalverdeelsleutel vast (hierna de “wegingen in de kapitaalverdeelsleutel” genoemd).

(2)

Artikel 1, onder d), van Besluit ECB/2010/29 (3) definieert de “verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten” en verwijst naar bijlage I bij dat besluit, waarin de sinds 1 januari 2019 toepasselijke verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten is opgenomen. Aangezien nieuwe wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zullen gelden met ingang van 1 februari 2020, moet Besluit ECB/2010/29 worden gewijzigd om de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten vanaf die datum te bepalen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

1.   De laatste zin van artikel 1, onder d), van Besluit ECB/2010/29 wordt vervangen door:

“Bijlage I bij dit besluit legt de met ingang van 1 februari 2020 toepasselijke verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten vast.”.

2.   Bijlage I bij Besluit ECB/2010/29 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 1 februari 2020 in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 22 januari 2020.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Besluit (EU) 2019/1810 van de Europese Raad, vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, van 29 oktober 2019 tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 278I van 30.10.2019, blz. 1).

(2)  Besluit (EU) 2020/137 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/43 (ECB/2020/3) (zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad).

(3)  Besluit (EU) 2011/67 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB 2010/29) (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 26).


BIJLAGE

“BIJLAGE I

VERDEELSLEUTEL VOOR TOEDELING VAN BANKBILJETTEN MET INGANG VAN 1 februari 2020

%

Europese Centrale Bank

8,0000

Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique

3,3520

Deutsche Bundesbank

24,2525

Eesti Pank

0,2590

Bank Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

1,5580

Bank of Greece

2,2755

Banco de España

10,9705

Banque de France

18,7905

Banca d’Italia

15,6295

Central Bank of Cyprus

0,1980

Latvijas Banka

0,3585

Lietuvos bankas

0,5325

Banque centrale du Luxembourg

0,3030

Bank Ċentrali ta' Malta/Central Bank of Malta

0,0965

De Nederlandsche Bank

5,3915

Oesterreichische Nationalbank

2,6925

Banco de Portugal

2,1535

Banka Slovenije

0,4430

Národná banka Slovenska

1,0535

Suomen Pankki

1,6900

TOTAAL

100,0000


Top