EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0021(01)

Besluit (EU) 2019/1311 van de Europese Centrale Bank van 22 juli 2019 betreffende een derde reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (ECB/2019/21)

OJ L 204, 2.8.2019, p. 100–122 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 08/11/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/1311/oj

2.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/100


BESLUIT (EU) 2019/1311 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 22 juli 2019

betreffende een derde reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (ECB/2019/21)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2, het eerste streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 3.1, het eerste streepje, artikel 12.1, artikel 18.1, het tweede streepje en artikel 34.1, het tweede streepje,

Overwegende:

(1)

Besluit ECB/2014/34 (1) voorziet in een reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO's) die over een tweejarige periode van 2014 tot 2016 dienden te worden uitgevoerd (TLTROs-I) en Besluit (EU) 2016/810 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/10) (2) voorziet in een tweede reeks van TLTRO's die van juni 2016 tot en met maart 2017 dienden te worden uitgevoerd (TLTROs-II).

(2)

Op 7 maart 2019 heeft de Raad van bestuur ter uitoefening van haar mandaat besloten een nieuwe reeks van zeven gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO's-III) uit te voeren van september 2019 tot en met maart 2021, elk met een looptijd van twee jaar. De TLTRO's-III beogen gunstiger voorwaarden voor bankkredieten te behouden en accommoderend monetair beleid in lidstaten die de euro als munt hebben te ondersteunen. In aanmerking komende leningen omvatten in de context van deze maatregel de niet-financiële particuliere sector met uitzondering van leningen voor woningaankoop. In samenhang met andere vigerende niet-standaardmaatregelen beogen TLTRO's-III ertoe bij te dragen dat de inflatie op middellange termijn onder maar dicht bij 2 % komt te liggen.

(3)

Net als bij de eerste en tweede reeks TLTRO's is deelname aan TLTRO's-III als groep onder bepaalde voorwaarden mogelijk teneinde de deelname van instellingen te vergemakkelijken die om organisatorische redenen middels een groepsstructuur van het Eurosysteem lenen. Groepsdeelname geschiedt via één specifiek groepslid en vereist dat er aan de voorgeschreven voorwaarden is voldaan. Voorts moeten ter adressering van kwesties die verband houden met de intragroepliquiditeitsdistributie bij groepen die zijn gevormd op basis van nauwe banden tussen leden alle groepsleden formeel hun groepsdeelname schriftelijk bevestigen. Een TLTRO-groep die binnen het kader van TLTRO's uit hoofde van Besluit (EU) 2016/810 (ECB/2016/10) erkend werd, kan als een TLTRO-III-groep deelnemen in TLTRO's-III behoudens enige procedures aangaande inkennisstelling en erkenning.

(4)

Het globale bedrag dat uit hoofde van alle TLTRO's-III geleend kan worden dient te worden vastgesteld op basis van het uitstaande bedrag van in aanmerking komende leningen van een deelnemer aan de niet-financiële particuliere sector op 28 februari 2019, rekening houdend met de nog uitstaande bedragen die een TLTRO-III-deelnemer eerder leende uit hoofde van TLTRO's-II uit hoofde van Besluit (EU) 2016/810 (ECB/2016/10). Voorts kunnen in aanmerking komende leningen aan de niet-financiële particuliere sector die zelfgesecuritiseerd zijn (d.w.z. waar effecten op onderpand van activa die voortvloeien uit de securitisatie volledig behouden blijven) onder bepaalde voorwaarden ook worden opgenomen in de berekening van het leningvoume van de deelnemer. Dit zal de relatie tussen het leningvolume en de leningverstrekking aan de economie verbeteren.

(5)

Op elke TLTRO-III is een maximuminschrijvingsbedrag van toepassing. Het beperken van de grootte van de inschrijvingen beoogt een buitensporige concentratie van inschrijvingen in een paar transacties te voorkomen.

(6)

De op elke TLTRO-III toepasselijke rente wordt vastgesteld op basis van de leninghistoriek van de deelnemer in de periode van 1 april 2019 tot en met 31 maart 2021, zulks overeenkomstig de in dit besluit vastgelegde beginselen.

(7)

Elke TLTRO-III heeft een looptijd van twee jaren. Gezien deze kortere looptijd in vergelijking tot de eerste TLTRO's en TLTRO's-II, dienen deelnemers niet de mogelijkheid te hebben om de onder TLTRO's-III toegekende bedragen vrijwillig bedragen terug te betalen vóór hun vervaldag.

(8)

Voor instellingen die voornemens zijn deel te nemen aan TLTRO's-III gelden specifieke rapportagevoorschriften. De gerapporteerde gegevens worden aangewend: a) bij de vaststelling van het leningvolume, b) bij de berekening van de toepasselijke benchmark, c) bij de beoordeling van de uitvoering door deelnemers op grond van hun benchmarks, en d) voor overige analytische doeleinden, zoals vereist voor de uitvoering van Eurosysteemtaken. Voorts wordt overwogen dat de centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de “NCB's” genoemd) de ontvangen gerapporteerde gegevens binnen het Eurosysteem kunnen uitwisselen, voor zover en op het niveau dat noodzakelijk is voor de goede uitvoering van het TLTRO-III-kader, voor een analyse van de effectiviteit van het TLTRO-III-kader en voor overige analytische doeleinden van het Eurosysteem. Gerapporteerde gegevens mogen binnen het Eurosysteem ten behoeve van gegevensvalidatie gedeeld worden.

(9)

Opdat kredietinstellingen voldoende tijd hebben voor operationele voorbereidingen voor de eerste TLTRO-III, moet dit besluit onverwijld in werking treden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Binnen het kader van dit besluit gelden de volgende definities:

1.   “vorderingenoverschotbenchmark”: het bedrag van het in aanmerking komende vorderingenoverschot dat een deelnemer in de periode 1 april 2019 tot en met 31 maart 2021 moet overschrijden om in aanmerking te komen voor een rentevoet op de TLTRO-III kredietopname van die deelnemer die lager is dan de initieel toegepaste rentevoet en die wordt berekend overeenkomstig de beginselen en gedetailleerde voorschriften van artikel 4, respectievelijk bijlage I;

2.   “uitstaandbedragbenchmark”: het totaal van de uitstaande in aanmerking komende leningen van een deelnemer op 31 maart 2019 en het vorderingenoverschotbenchmark van de deelnemer dat overeenkomstig de beginselen en gedetailleerde voorschriften van artikel 4, respectievelijk bijlage I berekend wordt;

3.   “maximuminschrijvingsbedrag”: het maximumbedrag dat een deelnemer in alle TLTRO's-III kan lenen en dat wordt berekend overeenkomstig de beginselen en gedetailleerde voorschriften van artikel 4, respectievelijk bijlage I;

4.   “leningvolume”: het maximumbedrag dat een deelnemer in alle TLTRO's-III kan lenen en dat wordt berekend overeenkomstig de beginselen en gedetailleerde voorschriften van artikel 4, respectievelijk bijlage I;

5.   “kredietinstelling”: een kredietinstelling zoals bedoeld in artikel 2, punt 14, van Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (3);

6.   “afwijking van het de uitstaanbedragbenchmark”: de procentpunten waarmee de in aanmerking komende leningen van een deelnemer die zijn verstrekt in de periode van 1 april 2019 tot en met 31 maart 2021 zijn verhoogd of verlaagd met betrekking tot het uitstaandbenchmarkbedrag zoals berekend overeenkomstig de gedetailleerde voorschriften van artikel 4, respectievelijk bijlage I;

7.   “in aanmerking komende leningen”: leningen aan niet-financiële vennootschappen en huishoudens (waaronder instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens) die ingezeten zijn in de zin van in artikel 1, punt 4, van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad (4), in lidstaten die euro als munt hebben, met uitzondering van leningen aan huishoudens voor woningaankoop, zoals nader bepaald in bijlage II;

8.   “in aanmerking komend vorderingenoverschot”: brutokredietverlening in de vorm van in aanmerking komende leningen na aftrek van aflossingen van uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen gedurende een specifieke periode, zoals nader bepaald in bijlage II;

9.   “lege financiële instelling” (LFI): een lege financiële instelling zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/40) (5);

10.   “eerste referentieperiode”: de periode van 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019;

11.   “LFI-code”: een unieke identificatiecode voor LFI in de lijst van LFI's voor die voor statistische doeleinden onderhouden en gepubliceerd wordt door de Europese Centrale Bank (ECB), zulks overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40);

12.   “rentestimulansaanpassing”: de eventuele verlaging van de van toepassing zijnde rente op uit hoofde van TLTRO-III's geleende bedragen, uitgedrukt als een fractie van het gemiddelde verschil tussen de maximaal mogelijke rentevoet en de minimaal mogelijke rentevoet, zoals berekend overeenkomstig de gedetailleerde bepalingen van bijlage I;

13.   “identificatiecode voor juridische entiteiten” (LEI): een aan de rechtspersoon overeenkomstig ISO 17442 toegewezen alfanumerieke referentiecode;

14.   “monetaire financiële instelling” (MFI): een monetaire financiële instelling zoals bedoeld in artikel 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/33) (6);

15.   “MFI-code”: een unieke identificatiecode voor een MFI in de lijst van MFI's die voor statistische doeleinden onderhouden en gepubliceerd wordt door de Europese Centrale Bank (ECB), zulks overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33);

16.   “uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen”: uitstaande in aanmerking komende leningen op de balans exclusief gesecuritiseerde of anderszins overgedragen, maar niet van de balans verwijderde leningen, zoals nader bepaald in bijlage II;

17.   “deelnemer”: een wederpartij die is toegelaten voor openmarkttransacties binnen het kader van het monetaire beleid van het Eurosysteem overeenkomstig Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60), en die individueel of als groepslid in de hoedanigheid van leidende instelling inschrijft op TLTRO-III-tenders, en voor wie alle rechten en plichten gelden die samenhangen met zijn deelname aan de TLTRO-III-tenderprocedures;

18.   “referentie-uitstaandbedrag”: de somvan uitstaande bedragen aan in aanmerking komende leningen en, ingeval van de uitoefening van de optie in artikel 6, lid 3, uitstaande bedragen van zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen op 28 februari 2019;

19.   “betrokken NCB”: met betrekking tot een specifieke deelnemer, de NCB van de lidstaat waarin de deelnemer is gevestigd;

20.   “tweede referentieperiode”: de periode van 1 april 2019 tot en met 31 maart 2021;

21.   “securitisatie”: een transactie die a) een traditionele securitisatie is zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 9, van Verordening (EU) 2017/2402 (7), en/of b) een securitisatie is als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40) en die de overdracht van aan een LFI gesecuritiseerde leningen behelst;

22.   “zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen”: in aanmerking komende door een deelnemer of een TLTRO-IIII groepslid geïnitieerde en gesecuritiseerde leningen, waarbij de effecten van onderpand op activa volgend uit de securitisatie 100 % behouden worden door die deelnemer of het TLTRO-III groepslid.

Artikel 2

De derde reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties

1.   Het Eurosysteem voert zeven TLTRO's-III uit overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO's-III-tijdschema.

2.   Elke TLTRO-III vervalt zonder een mogelijkheid tot vrijwillige vroegtijdige aflossing twee jaar na de respectievelijke afwikkelingsdatum op een dag die samenvalt met de afwikkelingsdatum van een basisherfinancieringstransactie van het Eurosysteem, zulks overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO's-III-tijdschema.

3.   TLTRO's-III:

a)

zijn liquiditeitsverruimende wederinkooptransacties;

b)

worden door de NCB's gedecentraliseerd uitgevoerd;

c)

worden middels standaardtenders uitgevoerd, en

d)

worden als vasterentetenders uitgevoerd.

4.   De standaardvoorwaarden waaronder de NCB's bereid zijn krediettransacties uit te voeren gelden ten aanzien van alle TLTRO's-III, tenzij dit besluit anders bepaalt. Deze voorwaarden omvatten de procedures voor het uitvoeren van openmarkttransacties, de geschiktheidscriteria van wederpartijen en de beleenbaarheidscriteria voor onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem, alsmede de sancties voor de niet-naleving van wederpartijverplichtingen. Elke van deze voorwaarden wordt vastgelegd in de algemene en tijdelijke op herfinancieringstransacties van toepassing zijnde rechtskaders en worden verwerkt in de NCB-contracten en/of nationale wetgevende kaders.

5.   Ingeval van een conflict tussen dit besluit en Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60), of een andere ECB-rechtshandeling die het rechtskader vormt voor langerlopende herfinancieringstransacties en/of nationale maatregelen die dat rechtskader op nationaal niveau implementeren, prevaleert dit besluit.

Artikel 3

Deelname

1.   Instellingen kunnen individueel deelnemen in TLTRO's-III indien zij toegelaten wederpartijen zijn voor openmarkttransacties binnen het kader van het monetaire beleid van het Eurosysteem.

2.   Instellingen kunnen als groep deelnemen in TLTRO's-III door een TLTRO-groep te vormen. Deelname als een groep is van belang voor de berekening van het toepasselijke leningvolume en de benchmarks, zoals bedoeld in artikel 4 en de daarmee verbonden rapportageverplichtingen van artikel 6. Op deelname als groep zijn de volgende beperkingen van toepassing:

a)

een instelling is slechts lid van één TLTRO-III-groep;

b)

een aan TLTRO's-III als groepslid deelnemende instelling mag niet individueel deelnemen;

c)

een als leidende instelling aangewezen instelling is het enige TLTRO-III-groepslid dat mag deelnemen in TLTRO-III-tenderprocedures, en

d)

de samenstelling en de leidende instelling van een TLTRO-III-groep blijven voor alle TLTRO's-III ongewijzigd, behoudens de leden 5 en 6 van dit artikel.

3.   Voor deelname aan TLTRO's-III middels een TLTRO-III-groep moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan.

a)

Met ingang van de laatste dag van de maand voorafgaande aan de aanvraag bedoeld in punt d) van dit lid geldt voor ieder groepslid dat:

i)

het een nauwe band heeft met een ander groepslid waarbij “nauwe band” dezelfde betekenis heeft als in artikel 138 van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) en de verwijzingen daarin naar “wederpartij”, “garant”, “emittent” of “schuldenaar” worden opgevat als verwijzingen naar een groepslid, of

ii)

het de vereiste reserves bij het Eurosysteem aanhoudt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1745/2003 van de Europese Centrale Bank (ECB/2003/9) (8) en wel indirect middels een ander groepslid of, dat het groepslid door een ander groepslid gebruikt wordt voor het indirect aanhouden van de vereiste reserves bij het Eurosysteem.

b)

De groep wijst één groepslid aan als de leidende instelling voor de groep. De leidende instelling is een voor openmarkttransacties binnen het kader van het monetaire beleid van het Eurosysteem toegelaten wederpartij.

c)

Alle TLTRO-III-groepsleden zijn kredietinstellingen die zijn gevestigd in lidstaten die de euro als munt hebben en voldoen aan de criteria zoals bedoeld in artikel 55, onder a), b) en c), van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60).

d)

Behoudens punt e) dient de leidende instelling voor groepsdeelname bij haar NCB een aanvraag in overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO's-III-tijdschema. De aanvraag omvat:

i)

de naam van de leidende instelling;

ii)

een lijst van de MFI-codes en namen van alle in de TLTRO-III-groep op te nemen instellingen;

iii)

een uitleg van de grondslag voor een groepsaanvraag, met inbegrip van een lijst van de nauwe banden en/of banden van indirect aangehouden reserves tussen de groepsleden, waarbij elk lid door zijn MFI-code wordt geïdentificeerd;

iv)

indien groepsleden voldoen aan de voorwaarden van punt a), ii): een schriftelijke bevestiging van de leidende instelling dat elk lid van haar TLTRO-III-groep formeel heeft besloten deel uit te maken van de betrokken TLTRO-III-groep en dat de instelling niet als individuele wederpartij of als lid van een andere TLTRO-III-groep aan de TLTRO's-III zal deelnemen, aangevuld met voldoende bewijs dat de betrokken schriftelijke bevestiging van de leidende instelling is getekend door bevoegde personen. Een leidende instelling kan de noodzakelijke bevestiging geven ten aanzien van haar TLTRO-III-groepsleden indien er overeenkomsten zijn gesloten, zoals bijvoorbeeld voor het indirect aanhouden van minimumreserves uit hoofde van artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9), die expliciet bepalen dat de betrokken groepsleden uitsluitend via de leidende instelling deelnemen in openmarkttransacties van het Eurosysteem. De betrokken NCB, in samenwerking met de NCB's van de betrokken groepsleden, kan besluiten de geldigheid van de betrokken schriftelijke bevestiging te controleren, en

v)

voor groepsleden waarop punt a), i), van toepassing is: 1) een schriftelijke bevestiging van het betrokken groepslid dat het formeel heeft besloten deel uit te maken van de betrokken TLTRO-III-groep en niet als individuele wederpartij of als lid van een andere TLTRO-III-groep in de TLTRO's-III zal deelnemen, en 2) voldoende bewijs, door de NCB van het betrokken groepslid bevestigd, dat dit besluit op het hoogste besluitvormingsniveau van de ondernemingsstructuur van het lid, zoals de raad van bestuur of vergelijkbaar orgaan, overeenkomstig de toepasselijke wetgeving is genomen.

e)

Een TLTRO-II-groep die uit hoofde van Besluit ECB/2016/10 met het oog op TLTRO's-II werd erkend, kan als TLTRO-III-groep deelnemen in TLTRO's-III mits haar leidende instelling bij de betrokken NCB een schriftelijke mededeling daartoe indient overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO's-III-tijdschema. De schriftelijke mededeling omvat:

(i)

een lijst van TLTRO-groepsleden die formeel hebben zich aan te sluiten bij de TLTRO-III- en niet als individuele wederpartijen of als lid van andere TLTRO-III-groepen deelnemen in TLTRO-III. Indien groepsleden voldoen aan de voorwaarden van punt a), ii), mag de leidende instelling de noodzakelijke mededeling verstrekken, indien overeenkomsten in voege zijn, zoals bedoeld in punt d), iv), die expliciet bepalen dat de betrokken groepsleden uitsluitend via de leidende instelling deelnemen in openmarkttransacties van het Eurosysteem. In samenwerking met de NCB's van de betrokken groepsleden kan de betrokken NCB besluiten de geldigheid van de lijst te controleren, en

(ii)

voldoende bewijs, dat de NCB van de leidende instelling kan verlangen, dat de lijst is getekend door bevoegde personen.

f)

De leidende instelling verkrijgt van haar NCB de bevestiging dat de TLTRO-III-groep is erkend. Voorafgaand aan de afgifte van deze bevestiging kan de betrokken NCB de leidende instelling verzoeken elke aanvullende informatie te verstrekken die de NCB nodig acht om de potentiële TLTRO-III-groep te kunnen beoordelen. Bij de beoordeling van een groepsaanvraag houdt de betrokken NCB ook rekening met de beoordelingen van groepsleden door NCB's, zulks indien noodzakelijk, zoals verificatie van overeenkomstig punt d) of e) verstrekte documentatie, al naargelang het geval.

Voor de toepassing van dit besluit komen onder geconsolideerd toezicht staande kredietinstellingen, inclusief bijkantoren van dezelfde kredietinstelling, ook voor erkenning als TLTRO-III-groep in aanmerking en wordt van hen verlangd dat zij mutatis mutandis aan de voorwaarden van dit artikel voldoen. Zulks faciliteert de vorming van TLTRO-III-groepen tussen dergelijke instellingen die deel uitmaken van dezelfde juridische entiteit. Ter bevestiging van de oprichting, dan wel van een gewijzigde samenstelling van een dergelijke TLTRO-III-groep, zijn lid 3, onder d), iv), en respectievelijk lid 6, onder b), ii), punt 5), van toepassing.

4.   De betrokken NCB kan de aanvraag van de kandidaat-TLTRO-III-groep deels verwerpen indien één of meer instellingen die deel uitmaken van de aanvraag voor TLTRO-III-groepserkenning niet voldoen aan de voorwaarden van lid 3. In dat geval kunnen de verzoekende instellingen besluiten op te treden als TLTRO-III-groep in de samenstelling die beperkt is tot de groepsleden die voldoen aan de vereiste voorwaarden, of besluiten de aanvraag voor erkenning als TLTRO-III-groep in te trekken.

5.   In uitzonderlijke gevallen waarin sprake is van objectieve redenen, kan de Raad van bestuur afwijken van de in lid 2 en 3 bedoelde voorwaarden.

6.   Onverminderd lid 5 kan de samenstelling van een in overeenstemming met lid 3 erkende groep onder de volgende omstandigheden veranderen:

a)

Een lid wordt van de deelname aan de TLTRO-III-groep uitgesloten indien het lid niet langer voldoet aan de vereisten van lid 3, onder a) of c). De NCB van het betrokken groepslid deelt de leidende instelling mee dat het groepslid niet aan die vereisten voldoet.

In dergelijke gevallen stelt de betrokken leidende instelling de betrokken NCB in kennis van de gewijzigde status van haar groepslid.

b)

Indien met betrekking tot de TLTRO-III-groep na de laatste dag van de maand voorafgaande aan de aanvraag bedoeld in lid 3, onder d), aanvullende nauwe banden of aanvullende indirecte aanhouding van vereiste reserves bij het Eurosysteem tot stand komen, kan de samenstelling van de TLTRO-III-groep gewijzigd worden om de toevoeging van een nieuw lid weer te geven mits:

i)

de leidende instelling bij haar NCB een aanvraag indient voor de erkenning van de gewijzigde TLTRO-III-groepsamenstelling overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve tijdschema;

ii)

het in punt i) bedoelde verzoek het volgende omvat:

1)

de naam van de leidende instelling;

2)

de lijst van MFI-codes en namen van alle instellingen die deel moeten gaan uitmaken van de nieuwe TLTRO-III-groepssamenstelling;

3)

een uitleg van de grondslag voor de aanvraag, waaronder details inzake de gewijzigde nauwe banden en/of relaties inzake indirect aangehouden reserves tussen de groepsleden, die elk door hun MFI-code geïdentificeerd worden;

4)

voor groepsleden waarop lid 3, onder a), ii), van toepassing is: een schriftelijke bevestiging van de leidende instelling dat elk lid van haar TLTRO-III-groep formeel heeft besloten deel uit te maken van de betrokken TLTRO-III-groep en dat de instelling niet als individuele wederpartij of als lid van een andere TLTRO-III-groep aan de TLTRO's-III zal deelnemen. Een leidende instelling kan ten aanzien van haar TLTRO-III-groepsleden een noodzakelijke verklaring afgeven over het bestaan van overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld voor het indirect aanhouden van minimumreserves uit hoofde van artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9), die expliciet bepalen dat de betrokken groepsleden uitsluitend via de leidende instelling deelnemen in openmarkttransacties van het Eurosysteem. In samenwerking met de NCB's van de betrokken groepsleden kan de betrokken NCB de geldigheid van de betrokken schriftelijke bevestiging controleren, en

5)

voor groepsleden waarop lid 3, onder a), i), van toepassing is, een schriftelijke bevestiging van ieder aanvullend groepslid dat het formeel heeft besloten deel uit te maken van de betrokken TLTRO-III-groep en niet als individuele wederpartij of als lid van een andere TLTRO-III-groep aan de TLTRO's-III zal deelnemen, en een schriftelijke bevestiging van ieder TLTRO-III-groepslid, waaronder in de oude en de nieuwe samenstelling, dat het formeel instemt met de nieuwe TLTRO-III-groepssamenstelling, met voldoende door de NCB van het betrokken groepslid bevestigd bewijs, zoals bedoeld in lid 3, onder d), v), en

iii)

de NCB van de leidende instelling heeft bevestigd dat de gewijzigde TLTRO-III-groep erkend is. Voorafgaand aan de afgifte van deze bevestiging kan de betrokken NCB de leidende instelling verzoeken elke aanvullende informatie te verstrekken die de NCB nodig acht om de nieuwe TLTRO-III-groepsamenstelling te kunnen beoordelen. Bij de beoordeling van een groepsaanvraag moet de betrokken NCB ook rekening houden met enige noodzakelijke beoordeling door NCB's van groepsleden, zoals verificatie van overeenkomstig punt ii) verstrekte documentatie.

c)

De TLTRO-III-groepsamenstelling kan veranderen als gevolg van een fusie, overname of splitsing, al naargelang het geval, mits voldaan is aan de voorwaarden in punt b), indien met betrekking tot de TLTRO-III-groep een fusie, overname of splitsing plaatsvindt waarbij TLTRO-III-groepsleden betrokken zijn, zulks na de laatste dag van de maand voorafgaande aan de in lid 3, onder d), bedoelde aanvraag en die operatie niet resulteert in een gewijzigde reeks van in aanmerking komende leningen.

7.   Indien de Raad van bestuur de gewijzigde TLTRO-III-groepssamenstelling overeenkomstig lid 5 heeft aanvaard, of indien de gewijzigde TLTRO-III-groepssamenstelling overeenkomstig lid 6 tot stand is gekomen, geldt het volgende, tenzij de Raad van bestuur anders beslist:

a)

met betrekking tot de wijzigingen waarop lid 5, lid 6, onder b), of lid 6, onder c) van toepassing is, mag de leidende instelling deelnemen in een TLTRO-III--groep op basis van haar nieuwe TLTRO-III-groepsamenstelling nadat de leidende instelling een bevestiging heeft ontvangen dat de nieuwe TLTRO-III-groep is erkend, en

b)

een instelling die niet langer TLTRO-III-groepslid is, neemt noch individueel noch als lid van een andere TLTRO-III-groep deel aan andere TLTRO's-III, tenzij de instelling een nieuwe aanvraag tot deelname indient in overeenstemming met de leden 1, 3 of 6.

8.   Indien een leidende instelling niet langer een voor openmarkttransacties binnen het kader van het monetaire beleid van het Eurosysteem in aanmerking komende wederpartij is, wordt haar TLTRO-III-groep niet langer erkend en moet die leidende instelling alle uit hoofde van TLTRO's-III geleende bedragen aflossen.

Artikel 4

Leningvolume, maximuminschrijvingsbedrag en benchmarks

1.   Het op een individuele deelnemer toepasselijke leningvolume wordt berekend op basis van de leninggegevens van het referentie-uitstaandbedrag van in aanmerking komende leningen van de individuele deelnemer. Het op een deelnemer in de hoedanigheid van leidende instelling van een TLTRO-III-groep toepasselijke leningvolume wordt berekend op basis van de geaggregeerde leninggegevens betreffende het referentie-uitstaandbedrag voor alle TLTRO-III-groepsleden.

2.   Het leningvolume van elke deelnemer bedraagt 30 % van het referentie-uitstaandbedrag met aftrek van het eerder door die TLTRO-III-deelnemer geleende bedrag uit hoofde van TLTRO's-II uit hoofde van Besluit (EU) 2016/810 (ECB/2016/10) dat nog uitstaat op de afwikkelingsdatum van een TLTRO-III gezien de door de deelnemer overeenkomstig artikel 6 van Besluit ECB/2014/34 ingediende juridisch bindende kennisgeving voor verplichte vervroegde aflossing. De betrokken technische berekeningen zijn in bijlage I uiteengezet.

3.   Indien een uit hoofde an Besluit ECB/2016/10 erkend lid van een TLTRO-groep ten behoeve van TLTO's-II geen lid van de respectieve TLTRO-III-groep wil zijn, wordt die kredietinstelling wat betreft de berekening van het TLTRO-III-leningvolume voor die kredietinstelling als een individuele deelnemer geacht uit hoofde van TLTRO's-II een bedrag geleend te hebben dat gelijk is aan het bedrag dat de leidende instelling van de TLRO-II-groep bij deze twee transacties geleend heeft, en dat nog steeds uitstaat op de afwikkelingsdatum van een TLTRO-III, vermenigvuldigd met het aandeel van in aanmerking komende leningen van het lid van die TLTRO-II-groep op 31 januari 2016. Ter berekening van het TLTRO-III-leningvolume van de leidende instelling wordt het laatstgenoemde bedrag afgetrokken van het bedrag dat de respectieve TLTRO-III groep wordt geacht geleend te hebben krachtens TLTRO's-II.

4.   Het maximuminschrijvingsbedrag van elke deelnemer voor TLTRO-III is gelijk aan: i) het vaststellingsvolume verminderd met de bedragen die onder voorgaan TLTRO's-II zijn geleend, of (ii) een tiende van het totale referentie-uitstaandbedrag, als dat lager is. Dit bedrag wordt voor elke deelnemer beschouwd als een maximuminschrijvingsbedrag en de regels ten aanzien van inschrijvingen die het maximuminschrijvingsbedrag overschrijden, zoals bedoeld in artikel 36 van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60), zijn van toepassing. De betrokken technische berekeningen zijn in bijlage I uiteengezet.

5.   De vorderingenoverschotbenchmark van een deelnemer wordt als volgt vastgesteld op basis van het in aanmerking komende vorderingenoverschot in de eerste referentieperiode:

a)

voor deelnemers die in de eerste referentieperiode een positief in aanmerking komend vorderingenoverschot rapporteren, dan wel een vorderingenoverschot dat gelijk is aan nul, is de vorderingenoverschotbenchmark nul;

b)

voor deelnemers die in de eerste referentieperiode een negatief in aanmerking komend vorderingenoverschot rapporteren, is det vorderingenoverschotbenchmark gelijk aan het in aanmerking komend vorderingenoverschot voor de eerste referentieperiode.

De betrokken technische berekeningen zijn uiteengezet in bijlage I. De vorderingenoverschotbenchmark voor deelnemers waaraan na 28 februari 2019 bankvergunningen zijn verstrekt, is gelijk aan nul, tenzij de Raad van bestuur in omstandigheden waarin het objectief gerechtvaardigd is, anders beslist.

6.   Een uitstaandbedragbenchmark van een deelnemer wordt vastgesteld als de som van in de uitstaande bedragen voor in aanmerking komende leningen op 31 maart 2019 plus det vorderingenoverschotbenchmark. De betrokken technische berekeningen zijn in bijlage I uiteengezet.

Artikel 5

Rente

1.   Behoudens lid 2 wordt de op uit hoofde van elk uit hoofde van TLTRO-III geleend bedrag toepasselijke rente bepaald op 10 basispunten boven de gemiddelde rente op de basisherfinancieringstransactierente voor de looptijd van de betrokken TLTRO-III.

2.   De toepasselijke rente op de bedragen die deelnemers hebben geleend wier in aanmerking komende vorderingenoverschot in de tweede referentieperiode hun vorderingenoverschotbenchmark te boven gaat is lager dan de in lid 1 opgenomen rentevoet en kan zo laag zijn als 10 basispunten boven de gemiddelde depositorente die geldt voor de levensduur van de TLTRO-III, afhankelijk van de afwijking van de uitstaandbedragbenchmark. Gedetailleerde bepalingen en berekeningen zijn in bijlage I uiteengezet.

3.   De afwijking van het uitstaandbedragbenchmark, de resulterende rentestimulansaanpassing en, indien van toepassing, en de definitieve rentevoeten worden overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve tijdschema voor TLTRO's-III aan de deelnemers gecommuniceerd.

4.   Rente moet achteraf betaald worden op de vervaldag van elke TLTRO-III.

5.   Indien een NCB overeenkomstig haar contracten of reglementen haar ter beschikking staande verhaalsmogelijkheden uitoefent en een deelnemer daarom de uitstaande TLTRO-III-bedragen moet aflossen voordat de afwijking van de uitstaandbedragbenchmark en de eventuele resulterende rentestimulansaanpassing aan de deelnemer worden gecommuniceerd, wordt de op de door die deelnemer uit hoofde van elke TLTRO-III geleende bedragen toepasselijke rente bepaald op 10 basispunten boven de gemiddelde rente voor de basisherfinancieringstransactie voor de looptijd van de betrokken TLTRO-III tot de aflossingsdatum voor de NCB. Indien een dergelijke aflossing vereist is na de eventuele afwijking van de uitstaanbedragbenchmark en de resulterende rentestimulansanpassing aan de deelnemer is gecommuniceerd, wordt de toepasselijke rente op de de door die deelnemer uit hoofde van TLTRO-III geleende bedragen bepaald met inachtnemenig van de uitstaanbedragbenchmark.

Artikel 6

Rapportagevoorschriften

1.   Elke deelnemer in TLTRO's-III verstrekt de betrokken NCB de gegevens die in de in bijlage II bedoelde verslagensjablonen zijn geïdentificeerd als volgt:

a)

het referentie-uitstaandbedrag ten behoeve van het vaststellen van het leningsvolume en maximuminschrijvingsbedrag van de deelnemers van de deelnemer, alsmede gegevens die betrekking hebben op de eerste referentieperiode om de benchmarks van de deelnemer vast te stellen (hierna “het eerste verslag” genoemd), en

b)

Gegevens met betrekking tot de tweede referentieperiode voor het vaststellen van de toepasselijke rentevoeten (hierna “het tweede verslag” genoemd).

2.   De gegevens worden verstrek met inachtneming van het volgende:

a)

het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO-III-tijdschema;

b)

de in bijlage II vermelde richtsnoeren;

c)

de minimumnormen voor nauwkeurigheid en naleving van de concepten bedoeld in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33).

3.   Deelnemers die voornemens zijn om zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen in de berekening van het leningsvolume oefenen deze optie uit door aanvullende posten op te nemen met betrekking tot de zelfgesecuritiseerde leningen, zoals ander bepaald in bijlage II, aangevuld met de beoordeling van de accountant van deze aanvullende posten met inachtneming van de volgende regels:

a)

Deelnemers in de eerste of tweede TLTRO-III operatie kunnen deelnemen op basis van een eerste verslag waarin de aanvullende posten zijn weggelaten.Om evenwel zeker te stellen dat zelfgesecuritiseerde leningen worden opgenomen in de berekeningen van het leningvolume vanaf de tweede of derde operatie, worden de aanvullende posten en de respectieve beoordeling door de accountant ter beschikking gesteld aan de betrokken NCB vóór de uiterste termijn voor het eerste verslag voor elke van deze transacties zoals vermeld in het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO-III tijdschema.

b)

Vóór de uiterste termijn zoals vermeld in het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO-III tijdschema maken deelnemers die voor het eerste deelnemen in de derde of navolgende TLTRO-III transacties zowel het eerste verslag, met inbegrip van de aanvullende posten, als de respectieve beoordeling van de aanvullende posten door de accountant bekend.

4.   De termen die deelnemers in het door hen ingediende verslag gebruiken worden overeenkomstig de definities van die termen in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) geïnterpreteerd.

5.   Een leidende instelling van een TLTRO-III-groep dient een verslag in met ten aanzien van alle TLTRO-III-groepsleden geaggregeerde data. De NCB van de leidende instelling, of een NCB van TLTRO-III-groepslid, kan bovendien in coördinatie met de NCB van de leidende instelling verlangen dat de leidende instelling gedesaggregeerde data voor elk individueel groepslid instuurt.

6.   Elke deelnemer verzekert dat de kwaliteit van de uit hoofde van lid 1 tot en met lid 3 ingediende gegevens door een externe accountant zijn beoordeeld, de volgende regels inachtnemend:

a)

de beoordeling van de accountant wordt ter beschikking gesteld aan de betrokken NCB binnen de uiterste termijn zoals vermeld in het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve tijdschema voor TLTRO's-III;

b)

de resultaten van de beoordeling van het tweede verslag door de accountant worden aan de betrokken NCB ter beschikking gesteld vóór de uiterste termijn zoals vermeld in het op ECB-website bekendgemaakte indicatieve tijdschema voor TLTRO's-III;

c)

de beoordelingen door de accountant concentreren zich op de in lid 2 en 4 vermelde vereisten. Met name dient de accountant:

i)

de nauwkeurigheid van de verstrekte gegevens te beoordelen door na te gaan of de reeks van in aanmerking komende leningen van de deelnemer, waaronder in geval van een leidende instelling de in aanmerking komende leningen van zijn TLTRO-III-groepsleden, voldoen aan de beleenbaarheidscriteria;

ii)

te controleren of de gerapporteerde gegevens voldoen aan de in bijlage II bedoelde richtsnoeren en de in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) ingevoerde concepten;

iii)

te controleren of de gegevens stroken met de krachtens Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) samengestelde gegevens;

iv)

te controleren of er controles en procedures bestaan om de integriteit, nauwkeurigheid en consistentie van de gegevens te valideren, en

v)

met betrekking tot de aanvullende posten, zeker te stellen dat, middels een procedure voor een positieve garantieverplichting (positive assurance engagement procedure), d.w.z. een procedure die certificeert of de gerapporteerde gegevens accuraat en relevant zijn, te controleren of zelfgesecuritiseerde leningen die in de berekening van het referentie-uitstaandbedrag zijn opgenomen overeen komen met de betrokken effecten op onderpand van activa die 100 % behouden worden de respectieve deelnemer of een TLTRO-III-groepslid die de zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen geïniteerd heeft.

Ingeval van groepsdeelname worden de resultaten van de beoordelingen door de accountant gedeeld met de NCB's van de overige TLTRO-III groepsleden. Op verzoek van de NCB van de deelnemer worden de gedetailleerde resultaten van de uit hoofde van dit lid uitgevoerde beoordelingen verstrekt aan die NCB en, ingeval van groepsdeelname, worden die gegevens vervolgens gedeeld met de NCB's van de groepsleden.

d)

de beoordelingen door de account omvat ten minste de volgende elementen:

i)

het type toegepaste controleprocedure;

ii)

de peride waarop de audit van toepassing is;

iii)

de geanalyseerde documentatie;

iv)

een beschrijving van de door de accountant gevolgde methoden om de in artikel 6, lid 6, onder c) beschreven taken uit te voeren;

v)

indien van toepassing, de identificatoren (in voorkomend geval de LFI-codes en/of LEI's) van elk securitisatievehikel die zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen zoals bedoeld in artikel 6, lid 6, onder c), v) aanhoudt, en de MFI-code van de deelnemer of het TLTRO-III groepslid die de zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende lening geïnitieerd heeft;

vi)

eventuele correcties die na toepassing van de onder iv) beschreven methoden zijn aangebracht;

vii)

bevestiging dat de gegevens die in de rapportagesjablonen zijn opgenomen in overeenstemming zijn met de in de interne systemen van de deelnemers opgenomen informatie, en

viii)

definitieve opmerkingen of beoordeling naar aanleiding van de externe audit.

Het Eurosysteem kan nadere richtsnoeren verstrekken over de wijze waarop de beoordeling door de accountant uitgevoerd moet worden, in welk geval de deelnemers verzekeren dat de accountants die richtsnoeren in hun beoordeling toepassen.

7.   Na een wijziging van de TLTRO-III groepsamenstelling of een bedrijfsreorganisatie zoals een fusie, overname of opsplitsing (waaronder die resulterend uit afwikkeling of liquidatie van de deelnemer) die de reeks van in aanmerking komende leningen van de deelnemer raakt, wordt overeenkomstig de van de NCB van de deelnemer ontvangen aanwijzingen een herzien eerste verslag ingediend. De betrokken NCB beoordeelt de impact van de herziening en handelt dienovereenkomstig. Deze handeling kan de eis tot aflossing van de geleende bedragen zijn die het betrokken leningvolume te boven gaan, zulks rekening houdend met de gewijzigde TLTRO-III groepsamenstelling of de bedrijfsreorganisatie. De betrokken deelnemer, met inbegrip van een na de bedrijfsreorganisatie nieuw-opgerichte entiteit, verstrekt de door de betrokken NCB verlangde aanvullende informatie om de beoordeling van de impact van de herziening te ondersteunen.

8.   In afwijking van lid 7 is herziening van het eerste verslag niet vereist, maar in plaats daarvan wordt de relevante impact op in aanmerking komende leningen geregistreerd als een aanpassing in het tweede verslag in de volgende gevallen:

(a)

de reorganisatie van de onderneming betreft instellingen die vóór de reorganisatie van de onderneming onderworpen waren aan toezicht- of afwikkelingsmaatregelen en deze maatregelen, zoals bevestigd door de betrokken NCB, hun vermogen om gedurende ten minste de helft van de tweede referentieperiode leningen te verstrekken hebben belemmerd;

(b)

de reorganisatie van de onderneming betreft een acquisitie door een deelnemer die in de laatste 6 maanden voor de tweede referentieperiode werd voltooid, of

(c)

de betrokken NCB beoordeelt de impact van de wijziging in de groepssamenstelling of reorganisatie van de onderneming als geen herziend verslag vereisend.

Voor de onder b) en c) genoemde gevallen mogen de deelnemers er nog steeds voor kiezen om het eerste rapport te herzien om reorganisaties van de ondernemingen in aanmerking te nemen.

9.   De krachtens dit artikel door deelnemers verstrekte gegevens mogen door het Eurosysteem gebruikt worden voor de implementatie van het TLTRO-III-kader, alsook voor de analyse van de effectiviteit van het kader en voor overige analytische doeleinden van het Eurosysteem. Te dien einde kunnen NCB's die gegevens ontvangen op basis van dit artikel dergelijke gegevens uitwisselen binnen het Eurosysteem. Uit hoofde van dit artikel gerapporteerde gegevens mogen binnen het Eurosysteem voor doeleinden van gegevensvalidatie gedeeld worden.

Artikel 7

Niet-naleving van rapportagevoorschriften

1.   Indien een deelnemer geen verslag indient of niet voldoet aan de auditvoorschriften, of indien fouten worden vastgesteld in de gerapporteerde gegevens, geldt het volgende:

(a)

Indien een deelnemer het eerste verslag niet vóór het verstrijken van de uiterste termijn aan de betrokken NCB ter beschikking stelt, wordt zijn leningvolume teruggebracht tot nul.

(b)

Indien een deelnemer de resultaten van de beoordeling van het eerste verslag door de accountant niet vóór de uiterste termijn zoals vermeld in het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO's-III-tijdschema aan de betrokken NCB ter beschikking stelt, zal de deelnemer alle uit hoofde van TLTRO-III geleende uitstaande bedragen aflossen op de afwikkelingsdatum van de eerstvolgende basis-herfinancieringstransactie tegen een rente van 10 basispunten boven het gemiddelde tarief van de basis-herfinancieringstransactie voor de looptijd van elke respectieve TLTRO-III.

(c)

Indien een deelnemer het tweede verslag niet binnen de desbetreffende uiterste termijn ter beschikking stelt aan de betrokken NCB, wordt de rente van 10 basispunten boven de gemiddelde rentevoet voor de basis-herfinancieringstransactie voor de looptijd van elke betrokken TLTRO-III toegepast op de door die deelnemer uit hoofde van alle TLTRO's-III geleende bedragen met een bijkomende dagelijkse boete van EUR 5000 totdat het tweede verslag is ingediend,looptijd tot een maximumbedrag van EUR 15 000. De boete wordt gecumuleerd en in rekening gebracht door de betrokken NCB na ontvangst van het tweede verslag of wanneer het maximumboetebedrag is bereikt als het tweede verslag tegen die termijn nog niet is ontvangen.

(d)

Indien een deelnemer de resultaten van de beoordeling door de accountant niet binnen de desbetreffende uiterste termijn ter beschikking stelt aan de betrokken NCB, wordt de rente van 10 basispunten boven de gemiddelde rente voor de basis-herfinancieringstransactie voor de looptijd van elke betrokken TLTRO-III toegepast op de door die deelnemers uit hoofde van de TLTRO's-III geleende bedragen.

(e)

Indien een deelnemer anderszins de verplichtingen in artikel 6, leden 6 en 7, niet nakomt, is de rente van 10 basispunten boven het gemiddelde tarief op de basis-herfinancieringstransactie voor de looptijd van elke betrokken TLTRO-III van toepassing op de door die deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III geleende bedragen.

(f)

Indien een deelnemer, hetzij in verband met de in artikel 6, lid 6, bedoelde audit, dan wel anderszins in de ingediende verslagen foute gegevens vaststelt, waaronder onnauwkeurigheden of onvolledigheid, stelt de deelnemer de betrokken NCB daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. Nadat de betrokken NCB over dergelijke fouten, onnauwkeurigheden of leemtes is ingelicht, of anderszins van dergelijke fouten, onnauwkeurigheden of leemtes kennis heeft verkregen: i) verstrekt de deelnemer zo spoedig mogelijk de door de betrokken NCB verlangde aanvullende informatie om de beoordeling van de impact van de betrokken fouten, onnauwkeurigheden of leemtes te ondersteunen, en ii) kan de betrokken NCB gepaste maatregelen nemen, waaronder een herberekening van de relevante waarden die op haar beurt impact heeft op toepasselijke rente op de door de deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III geleende bedragen en het v van aflossing van de geleende bedragen die vanwege de fout, onnauwkeurigheid of leemte het leningvolume van de deelnemer te boven gaan.

2.   Lid 1 laat mogelijke sancties onverlet die uit hoofde van Besluit ECB/2010/10 (9) opgelegd kunnen worden ten aanzien van de in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) bedoelde rapportageverplichtingen.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 3 augustus 2019 in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 22 juli 2019.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Besluit ECB/2014/34 van de Europese Centrale Bank van 29 juli 2014 betreffende met gerichte langerlopende herfinancieringstransacties verband houdende maatregelen (PB L 258 van 29.8.2014, blz. 11).

(2)  Besluit ECB/2016/810 van de Europese Centrale Bank van 28 april 2016 betreffende een tweede reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (ECB/2016/10) (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 107).

(3)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).

(4)  Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8).

(5)  Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten, (ECB/2013/40) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 107).

(6)  Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.11.2017, blz. 35).

(8)  Verordening (EG) nr. 1745/2003 van de Europese Centrale Bank van 12 september 2003 inzake de toepassing van reserveverplichtingen (ECB/2003/9) (PB L 250 van 2.10.2003, blz. 10).

(9)  Besluit ECB/2010/10 van 19 augustus 2010 inzake niet-naleving van statistische rapportagevereisten (PB L 226 van 28.8.2010, blz. 48).


BIJLAGE 1

UITVOERING VAN DE DERDE REEKS VAN DOELGERICHTE LANGERLOPENDE HERFINANCIERINGSTRANSACTIES

1.   Berekening van het leningvolume en het maximuminschrijvingsbedrag

Op deelnemers aan één van de derde reeks van gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO-III), hetzij individueel, hetzij als de leidende instelling van een TLTRO-III-groep, is het volgende leningvolume van toepassing. Het berekende leningvolume wordt afgerond tot het volgende veelvoud van 10 000 EUR.

Het op een individuele deelnemer aan de TLTRO's-III toepasselijke leningvolume wordt berekend op basis van het referentie-uitstaanbedrag dat het op 28 februari 2019 uitstaande bedrag van in aanmerking komende leningen en, na uitoefening van de optie in artikel 6, lid 3, zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen omvat. Het op een leidende instelling van een TLTRO-III-groep toepasselijke leningvolume wordt berekend op basis van het ten aanzien van alle TLTRO-III-groepsleden referentie-uitstaandbedrag.

Het leningvolume bedraagt 30 % van het voor de deelnemer (1) referentie-uitstaandbedrag min de door de deelnemer uit hoofde van Besluit (EU) 2016/810 (ECB/2016/10) (TLTRO's-II) geleende bedragen aan de gerichte langerlopende herfinancieringstransacties, die op de afwikkelingsdatum van de respectieve TLTRO-III nog uitstonden,, of bedraagt nul als een dergelijk bedrag negatief is, d.w.z.:

BAk = max(0,3 × ORFeb 2019OBk , 0) voor k = 1,…,7.

BAk is het leningvolume in TLTRO-II (waarbij k = 1,…,7), ORFeb 2019 is het referentie-uitstaandbedrag op 28 februari 2019 en OB k is het door de deelnemer in TLTRO's-II geleende en nog steeds uitstaande bedrag op de afwikkelingsdatum van de TLTRO-III k.

Het op elke deelnemer in elke TLTRO-III toepasselijke maximuminschrijvingsbedrag is: a) het leningvolume Bakk min de uit hoofde van vorige TLTRO's-III geleende bedragen, of b) een tiende van het het referentie-uitstaanbedrag als dat lager is. Ck ≥ 0 zijn de leningen van een deelnemer in TLTRO-III k, Ck BLk ,waarbij BLk is het maximuminschrijvingsbedrag voor deze deelnemer in transactie k dat als volgt gedefinieerd wordt:

BL 1 = min(BA 1, 0,1 × ORFeb 2019)

en

Formula

voor k = 2,…,7.

2.   Benchmarkberekening

NLm is het in aanmerking komende vorderingenoverschot van een deelnemer in de kalendermaand m, berekend als de brutostroom van nieuwe in aanmerking komende leningen van de deelnemer in die maand min aflossingen van in aanmerking komende leningen, zoals gedefinieerd in bijlage II.

NLB staat voor het vorderingenoverschotbenchmark voor deze deelnemer. Dit wordt als volgt gedefinieerd:

NLB = min (NLApr 2018 + NLMay 2018 + … + NLMar 2019, 0)

Dit houdt in dat indien de deelnemer in de eerste referentieperiode een positief in aanmerking komend vorderingenoverschot heeft, of indien dat nul is, dan NLB = 0. Indien de deelnemer een negatief vorderingenoverschot heeft in de eerste referentieperiode, dan NLB = NLApr 2018 + NLMay 2018 + … + NLMar 2019.

OAB staat voor een uitstaandbedragbenchmark van de deelnemer. Dit wordt als volgt gedefinieerd:

OAB = max (OLMar 2019 + NLB,0),

waarbij OLMar 2019 het op eind maart 2019 uitstaande bedrag van in aanmering komende leningen is.

3.   Rentevoetberekening

NSMar 2021 staat voor het bedrag verkregen door het in aanmerking komende vorderingenoverschot gedurende de periode 1 april 2019 tot en met 31 maart 2021 en het op 31 maart 2019 uitstaande bedrag dat berekend wordt als NSMar 2021 = OLMar 2019 + NLApr 2019 + … + NLMar 2021.

Nu staat EX voor de procentuele afwijking NSMar 2021 van de uitstaandbedragbenchmark, d.w.z.,

Formula

EX wordt uitgedrukt als een percentage tot 15 decimalen wordt afgerond. Indien OAB gelijk is aan nul, wordt EX geacht gelijk te zijn aan 2,5.

Formula is de basisherfinancieringstransactierente (MRO- rentevoet) die geldt voor de looptijd van TLTRO-III k en die wordt uitgedrukt als een jaarlijkse percentage en Formula is het gemiddelde van de depositorente die geldt voor de looptijd van TLTRO-III k en uitgedrukt als een jaarlijkse percentage, d.w.z.:

Formula

Formula

In bovenstaande vergelijkingen bakent nk (voor k=1,..7) het aantal dagen van de TLTRO-III k af, MROk,t bakent de op MRO van toepassing zijnde rentevoet op de t-de dag van de TLTRO-III k af, als deze MRO is uitgevoerd krachtens een vast tarief voor de volledige toewijzing, of MROk,t bakent de op de MRO van toepassing zijnde minimale inschrijvingsrente op de t-de-dag af van de TLTRO-III k, als deze MRO is uitgevoerd krachtens een variabele-rentetenderprocedure en uitgedrukt in een jaarlijks percentage. In de bovenstaande vergelijkingen bakent DFk,t de depositorentie af die geldt op de dag t-de-dag van TLTRO-III k, en wordt uitgedrukt als een jaarlijks percentage.

De rentestimulansaanpassing, gemeten als een fractie van de gemiddelde corridor tussen de maximaal mogelijke rentevoet (Formula) en de minimale rentevoet (Formula), bakent iri af; de op TLTRO-III k toepasselijke rentevoet, uitgedrukt als een jaarlijks percentage bakent rk af; iri en rk worden als volgt bepaald:

a)

Indien een deelnemer zijn uitstaandbedragbenchmark van op 31 maart 2021 van in aanmerking komende leningen niet overschrijdt, dan wordt de rente op alle door de deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III geleende bedragen bepaald op 10 basispunten boven de gemiddelde MRO-rentevoet voor de looptijd van de respectieve TLTRO-III, d.w.z.

als EX ≤ 0, dan iri = 0 % en Formula

b)

Indien een deelnemer zijn uitstaandbedragbenchmark van in aanmerking komende leningen met minstens 2,5 % overschrijdt op 31 maart 2021, dan wordt de toepasselijke rente op alle door de deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III geleende bedragen bepaald op 10 basispunten boven de gemiddelde rente op de depositorente voor de looptijd van TLTRO-III, d.w.z.

als EX ≥ 2,5, dan iri = 100 % en Formula

c)

Indien een deelnemer zijn uitstaandbedragbenchmark van in aanmerking komende leningen met minder 2,5 % overschrijdt op 31 maart 2021, dan wordt de toepasselijke rentevoet op alle door de deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III geleende bedragen lineair aangepast afhankelijk van het percentage waarmee de deelnemer zijn uitstaandbedragbenchmark van in aanmerking komende leningen overschrijdt, d.w.z.

als 0 < EX < 2,5, dan Formula en Formula

De rentestimulansaanpassing (iri) wordt uitgedrukt in 15 decimalen.

De rentevoet (rk ) wordt uitgedrukt als een jaarlijks percentage, naar beneden afgerond tot op vier decimalen.


(1)  Verwijzingen naar “een deelnemer” moeten opgevat worden als verwijzingen naar individuele deelnemers of TLTRO-III-groepen.


BIJLAGE II

DERDE REEKS VAN GERICHTE LANGERLOPENDE HERFINANCIERINGSTRANSACTIES — RICHTSNOEREN VOOR SAMENSTELLIING VAN DOOR DE RAPPORTAGESJABLONEN VEREISTE GEGEVENS

1.   Inleiding (1)

Deze richtsnoeren bevatten instructies voor de samenstelling van de gegevensverslagen die TLTRO's-III-deelnemers overeenkomstig artikel 6 moeten indienen. De rapportageverplichtingen worden aan het einde van deze bijlage in rapportagesjablonen vastgelegd. Deze richtsnoeren zetten tevens de rapportageverplichtingen uiteen van aan de transacties deelnemende leidende instellingen van TLTRO-III-groepen.

Afdelingen 2 en 3 bevatten algemene informatie inzake de samenstelling en verzending van de gegevens en afdeling 4 zet de te rapporteren indicatoren uiteen.

2.   Algemene informatie

De bij de berekening van de leningvolumes te gebruiken parameters betreffen leningen van monetaire financiële instellingen (MFI's) aan niet-financiële vennootschappen uit het eurogebied en MFI-leningen aan eurogebiedhuishoudens (2), met uitzondering van leningen voor woningaankoop, in alle valuta's. In overeenstemming met artikel 6 moeten twee gegevensverslagen worden ingediend: het eerste verslag omvat de gegevens van het referentie-uitstaandbedrag en gegevens met betrekking tot de eerste referentieperiode, en het tweede verslag omvat de gegevens met betrekking tot de tweede referentieperiode. Bedragen moeten apart worden gerapporteerd voor niet-financiële vennootschappen en voor huishoudens. Uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen worden aangepast vanwege gesecuritiseerde leningen of anderszins overgedragen, maar niet van de balans zverwijderde leningen, waarbij deelnemers evenwel de optie in artikel 6, lid 3 kunnen uitoefenen om zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen, ongeacht hun status op de balans, aan de berekening van het leningvolume toe te voegen. Gedetailleerde informatie is tevens vereist inzake relevante subcomponenten van deze posten, alsook inzake effecten die resulteren in aanpassingen van uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen, maar die geen verband houden met in aanmerking komend vorderingenoverschot (hierna “aanpassingen van uitstaande bedragen”), die tevens leningverkopen en -aankopen en overige leningoverdrachten afdekken.

Wat betreft het gebruik van de verzamelde informatie, zullen gegevens inzake het referentie-uitstaandbedrag worden gebruikt om het leningvolume vast te stellen. Daarnaast zullen gegevens inzake het in aanmerking komende vorderingenoverschot gedurende de eerste referentieperiode worden gebruikt voor de berekening van de vorderingenoverschotbenchmark en de uitstaandbedragbenchmark. Ondertussen zullen gegevens inzake het in aanmerking komende vorderingenoverschot gedurende de tweede referentieperiode worden gebruikt om kredietverleningontwikkelingen en bijgevolg de toepasselijke rentevoeten te beoordelen. Alle overige gebruikte indicatoren zijn noodzakelijk om de interne consistentie van de informatie en de informatieconsistentie met de binnen het Eurosysteem verzamelde statistische gegevens te verifiëren, alsook voor diepgaande monitoring van de TLTRO-III-programma-impact.

Het aan de voltooiing van de gegevensverslagen ten grondslag liggende algemene kader wordt gevormd door de rapportageverplichtingen van eurogebied-MFI's in de context van MFI-balanspoststatistieken (BSI), zoals bedoeld in de Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33). In het bijzonder wat betreft leningen schrijft artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1071/2013. (ECB/201333) voor dat zij “tegen de per maandultimo uitstaande hoofdsom gerapporteerd” worden. Afschrijvingen en afwaarderingen zoals bepaald door de betreffende relevante boekhoudpraktijken vallen niet onder dit bedrag. […] leningen worden niet gesaldeerd tegen enige activa of passiva. Als uitzondering op de in artikel 8, lid 2, vastgelegde regels die ook impliceren dat leningen inclusief voorzieningen gerapporteerd moeten worden, bepaalt artikel 8, lid 4, evenwel dat “NCB's kunnen rapportage van leningen waarvoor voorzieningen zijn getroffen, zonder deze voorzieningen toestaan, alsook de rapportage van overgenomen leningen tegen de ten tijde van de acquisitie overeengekomen prijs [d.w.z. de transactiewaarde], op voorwaarde dat alle ingezeten informatieplichtigen deze rapportagepraktijken toepassen”. Zelfgesecuritiseerde leningen mogen niet worden gerapporteerd na aftrek van voorzieningen indien deze van de balans worden verwijderd. De implicaties van deze afwijking van de algemene BSI-oriëntatie voor het samenstellen van de gegevensverslagen worden hierna in meer detail besproken.

Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) moet ook als referentiedocument gebruikt worden voor wat betreft de bij het samenstellen van de gegevensverslagen te hanteren definities. Zie met name artikel 1 voor algemene definities, en delen 2 en 3 van bijlage II voor een definitie van de onder “leningen” te plaatsen categorieën van instrumenten, respectievelijk de sectoren van deelnemers. Het is van belang dat binnen het BSI-kader te ontvangen opgebouwde lopende rente op leningen op de balans opgenomen moet worden (d.w.z. op transactiebasis en niet wanneer de rente werkelijk ontvangen wordt, maar wordt uigesloten van de gegevens betreffende uitstaande bedragen van leningen. Gekapitaliseerde rente moet evenwel geregistreerd worden als deel van de uitstaande bedragen.

Enerzijds zijn vele van de te rapporteren gegevens reeds door MFI's overeenkomstig de vereisten van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) samengesteld, anderzijds moet enige aanvullende informatie samengesteld worden uit de deelnemers die inschrijven op TLTRO-III. Het methodologische kader voor BSI-statistieken, zoals vastgelegd in het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken (3), verschaft alle veresite achtergrondinformatie voor de samenstelling van deze aanvullende gegevens;

3.   Algemene rapportage-instructies

a)   Rapportagesjablonenstructuur

De sjablonen bevatten een indicatie van de referentiedatums waaraan de gegevens refereren en groepeert de indicatoren in twee blokken: MFI-leningen aan niet-financiële vennootschappen in het eurogebied en MFI-leningen aan eurogebiedhuishoudens, met uitzondering van leningen voor woningaankoop. De in alle cellen geel gearceerde gegevens worden berekend uit de in andere cellen ingevoerde gegevens, zulks op basis van de verstrekte formules. De sjablonen omvatten ook validatieregels die de onderlinge consistentie van de gegevens verifiëren.

Er zijn twee verslagen in de TLTRO-III.

In het eerste verslag moet het ingevulde gegevenssjabloon A inzake het referentie-uitstaandbedrag voor de berekening van het leningvolume en de maximiminschrijvingsbedragen worden opgenomen. Deelnemers die de optie in artikel 6, lid 3, uitoefenen moeten de aanvullende posten met betrekking tot zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen en de beoordeling van deze posten door de accountant verstrekken overeenkomstig artikel 6, lid 6, onder c). In het eerste verslag moet ook het ingevulde rapportagesjabloon B worden opgenomen voor de berekening van het vorderingenoverschot en benchmarks.voor de “eerste referentieperiode”, d.w.z. van 1 april 2018 tot 31 maart 2019

In het tweede verslag moet het ingevulde rappotagesjabloon B worden opgenomen voor de “tweede referentieperiode”, d.w.z. an 1 april 2019 tot 31 maart 2021 voor de berekening van het vorderingenoverschot en de vergelijkingen tegen benchmarks waarop de toepasselijke rentevoeten zijn gebaseerd.

In sjabloon B moeten indicatoren met betrekking tot uitstaande bedragen worden gerapporteerd aan het einde van de maand voorafgaand aan het begin van de rapportageperiode en aan het einde van de rapportageperiode; daarom moeten de op 31 maart 2018 en op 31 maart 2019 uitstaande bedragen voor de eerste referentieperiode worden gerapporteerd, en voor de tweede referentieperiode moeten de op 31 maart 2019 en op 31 maart 2021 uitstaande bedragen worden gerapporteerd. Op hun beurt moeten transactie- en aanpassingsgegevens alle relevante effecten bestrijken die zich tijdens de rapportageperiode voordoen.

b)   Rapportage met betrekking tot TLTRO-III-groepen

Wat betreft de TLTRO's-III-groepsdeelname moeten normaliter gegevens geaggregeerd gerapporteerd worden. De nationale centrale banken van lidstaten die de euro als munt hebben (NCB's) kunnen evenwel informatie per individuele instelling verzamelen, indien dit passend wordt geacht.

c)   Verzending van de gegevensverslagen

De voltooide gegevensverslagen moeten op aan de betrokken NCB gezonden worden overeenkomstig artikel 6 en het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve tijdschema voor TLTRO's-III, dat ook de in iedere verzending te bestrijken referentieperioden en de te hanteren gegevensreeksen voor de gegevenssamenstelling vermeldt.

d)   Gegevenseenheid

Gegevens moet in een veelvoud van duizend euro gerapporteerd worden.

4.   Definities

In deze afdeling worden de te rapporteren posten gedefinieerd; de nummering die in de rapportagesjablonen wordt gebruikt wordt tussen haakjes aangegeven.

a)   Uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen (1 en 4)

De gegevens in deze cellen worden berekend op basis van de gerapporteerde cijfers met betrekking tot de volgende posten: “Uitstaande bedragen op de balans” (1.1 en 4.1), min “Uitstaande bedragen van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen, maar niet van de balans verwijderde leningen” (1.2 en 4.), plus “Uitstaande voorzieningen” (1.3 en 4.3). De laatste subterm is slechts relevant wanneer in weerwil van de algemene BSI-praktijk leningen min voorzieningen gerapporteerd worden.

De onderliggende voorzieningen van de uistaande bedragen van in aanmerking komende leningen zijn de volgende:

i)

Uitstaande bedragen op de balans (1.1 en 4.1)

Deze post omvat uitstaande bedragen van leningen die zijn verstrekt aan niet-financiële vennootschappen en huishoudens uit het eurogebied, met uitzondering van leningen voor woningaankoop. Opgebouwde rente, in tegenstelling tot gekapitaliseerde rente, is niet in de indicatoren opgenomen.

Deze cellen zijn direct gekoppeld aan de vereisten van deel 2 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) (blok 2 van tabel 1 inzake maandstanden).

Voor een meer gedetailleerde definitie van de in de gegevensverslagen op te nemen posten, zie deel 2 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) en afdeling 4.3 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken.

ii)

Uitstaande bedragen van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen, maar niet van de balans verwijderde leningen (1.2 en 4.2).

Deze post omvat uitstaande bedragen van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen, maar niet van de balans verwijderde leningen. Alle securitisatieactiviteiten moeten gerapporteerd worden, ongeacht de plaats van ingezetenschap van de lege financiële instellingen. Leningen in de vorm van kredietvorderingen die als onderpand zijn verstrekt aan het Eurosysteem voor krediettransacties binnen het kader van het monetaire beleid worden niet in deze post opgenomen.

Deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) (blok 5.1 van tabel 5a betreffende maandgegevens) bestrijkt de vereiste informatie betreffende aan niet-financiële vennootschappen en huishoudens verstrekte gesecuritiseerde leningen die niet van de balans zijn verwijderd, maar vereist niet dat de laatste naar doel uitgesplitst worden. Bovendien worden uitstaande bedragen van leningen, die anderszins overgedragen zijn (d.w.z. niet middels securitisatie), maar niet van de balans verwijderd werden, niet door Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) bestreken. Voor het samenstellen van de gegevensverslagen zijn dus aparte gegevensextracties uit de interne MFI-gegevensbestanden vereist.

Voor aanvullende details van de in de gegevensverslagen op te nemen posten, zie deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) en afdeling 2.3 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken.

iii)

Uitstaande voorzieningen (1.3 en 4.3)

Deze gegevens zijn slechts van belang voor instellingen die in weerwil van de algemene BSI-praktijk leningen zonder voorzieningen rapporteren. Voor instellingen die als TLTRO-III-groep inschrijven is dit vereiste slechts van toepassing op instellingen in de groep die leningen zonder voorzieningen registreren.

Deze post omvat individuele en collectieve voorzieningen voor bijzondere waardeverminderingen en verliezen op leningen (vóór de toepassing van afschrijvingen/afwaarderingen). De gegevens moeten betrekking hebben op uitstaande bedragen aan leningen op de balans (1.1 en 4.1), met uitzondering van “Uitstaande bedragen aan gescuritiseerde of anderszins overgedragen, maar niet van de balans verwijderde leningen” (1.2. en 4.2).

Zoals vermeld in de derde alinea van punt 2, moeten leningen normaliter binnen het kader van BSI-statistieken gerapporteerd worden als uitstaande hoofdsom, met de daarmee overeenstemmende voorzieningen die zijn toegewezen aan “Kapitaal en reserves”. In dergelijke gevallen moet geen aparte informatie over voorzieningen gerapporteerd worden. Tegelijkertijd moet voor leningen die gerapporteerd worden zonder voorzieningen deze aanvullende informatie gerapporteerd worden om tussen MFI's volledig vergelijkbare gegevens te verzamelen.

Indien het gebruikelijk is uitstaande bedragen van leningen zonder voorzieningen te rapporteren, kunnen NCB's de rapportage van deze informatie niet-verplicht maken. In dergelijke gevallen worden de berekeningen evenwel uit hoofde van het TLTRO-III-kader gebaseerd op bedragen van uitstaande leningen op de balans zonder voorzieningen (4).

Voor aanvullende details, zie de verwijzing naar voorzieningen in de definitie van “Kapitaal en reserves” in deel 2 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33).

b)   In aanmerking komend vorderingenoverschot (2)

Deze cellen registreren het vorderingenoverschot (transacties) dat gedurende de rapportageperiode verstrekt werd. De gegevens worden berekend op basis van de voor de subposten gerapporteerde cijfers, namelijk “brutokredietverlening” (2.1) minus “aflossingen” (2.2).

Gedurende de rapportageperiode overgesloten leningen moeten zowel als “aflossingen” gerapporteerd worden alsmede als “brutokredietverlening” ten tijde van de oversluiting. Aanpassingsgegevens moeten met de leningoversluiting verband houdende effecten omvatten.

Omgekeerde transacties gedurende de periode (d.w.z. gedurende de periode verstrekte en afgeloste leningen) moeten in beginsel zowel als “brutokredietverlening” gerapporteerd worden alsook als “aflossingen”. Biedende MFI's mogen deze transacties evenwel bij het samenstellen van het gegevensverslag uitsluiten, voor zover dat hun rapportagelast zou verlichten. In dat geval dienen zij de betrokken NCB te informeren en de gegevens inzake aanpassingen van de uitstaande bedragen en moeten de met deze repotransacties verband houdende effecten worden uitgesloten. Deze uitzondering geldt niet voor gedurende de periode verstrekte leningen die gesecuritiseerd of anderszins overgedragen zijn.

Schulden op kredietkaart, doorlopende leningen en rekening-courantkredieten moeten ook verantwoord worden. Aangaande deze instrumenten, saldomutaties vanwege gedurende de rapportageperioden opgenomen krediet of opgenomen bedragen moeten gebruikt worden als vervanger voor het vorderingenoverschot. Positieve bedragen moeten als “brutokredietverstrekking” (2.1) gerapporteerd worden, terwijl negatieve bedragen als “aflossingen” gerapporteerd (met +-teken) moeten worden (2.2).

i)

Brutokredietverstrekking (2.1)

Deze post omvat de stroom van nieuwe brutoleningen in de rapportageperiode, met uitzondering van leningovernames. Verleend krediet dat betrekking heeft op creditcardschulden, doorlopende leningen en rekening-courantkredieten moeten ook gerapporteerd worden, zoals hiervoor uitgelegd.

Bedragen die gedurende de periode zijn toegevoegd aan door klanten verschuldigde bedragen, bijvoorbeeld, aan rentekapitalisatie (in tegenstelling tot opgebouwde rente) en vergoedingen moeten ook opgenomen worden.

ii)

Aflossingen (2.2)

Deze post omvat de stroom van hoofdsomaflossingen gedurende de rapportageperiode, met uitzondering van aflossingen die verband houden met gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen die niet van de balans verwijderd zijn. Aflossingen van schulden op kredietkaart, doorlopende leningen en rekening-courantkredieten moeten ook gerapporteerd worden, zoals hiervoor uitgelegd.

Rentebetalingen van opgebouwde, maar nog niet gekapitaliseerde rente, leningoverdrachten en overige aanpassingen aan uitstaande bedragen (inclusief afschrijvingen en afwaarderingen) moeten niet gerapporteerd worden.

Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) schrijft voor dat omzettingen van schulden in aandelen worden behandeld als transacties. Ten behoeve van de samenstelling van de TLTRO-III-gegevensverslagen mogen voor de samenstelling van de gegevensverslagen waarbij door een deelnemer aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen worden vervangen door aandelen die door die deelnemer in deze niet-financiële vennootschappen worden aangehouden, worden gerapporteerd als een herindeling en niet als een terugbetaling van de leningen, op voorwaarde dat het door de deelnemer aan de reële economie verschafte financieringsbedrag daardoor niet wordt verminderd, zoals bepaald door de desbetreffende NCB. De deelnemer verstrekt alle noodzakelijke informatie aan de NCB, zodat deze kan beslissen hoe de omzetting dient te worden behandeld.

c)   Aanpassingen in de uitstaande bedragen (3)

Deze cellen dienen voor het rapporteren van wijzigingen in uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen (verlagingen (–) en verhogingen (+)) die zich in de rapportageperiode voordoen en die geen verband houden met het vorderingenoverschot. Dergelijke wijzigingen vloeien voort uit transacties zoals securitisaties van leningen en overige overdrachten van leningen gedurende de rapportageperiode, en uit overige aanpassingen in verband met herwaarderingen ten gevolge van wisselkoerswijzigingen, afschrijvingen en waardeverminderingen en herindelingen van leningen.

De gegevens aangaande de aanpassingen van uitstaande bedragen worden berekend op basis van de cijfers die gerapporteerd worden in de subposten, namelijk “Verkoop en aankoop van leningen en overige overdrachten van leningen gedurende de rapportageperiode” (3.1) plus “Overige aanpassingen” (3.2).

i)

Leningverkopen en -aankopen en overige leningoverdrachten gedurende de rapportageperiode (3.1)

Nettostromen van gesecuritiseerde leningen met een impact op leningstanden (3.1A)

Deze post omvat het nettobedrag van leningen die gedurende de rapportageperiode gesecuritiseerd zijn met een impact op gerapporteerde leningstanden, berekend als overnames min overdrachten. (5). Alle securitisatieactiviteiten moeten gerapporteerd worden, ongeacht de plaats van ingezetenschap van de lege financiële instellingen. Leningoverdrachten moeten geregistreerd worden voor het nominale bedrag min afschrijvingen/afwaarderingen ten tijde van de verkoop. Deze afschrijvingen en afwaarderingen moeten indien identificeerbaar gerapporteerd worden onder post 3.2B (zie hierna). MFI's die leningen zonder voorzieningen rapporteren, moeten de overdrachten registreren tegen de balanswaarde (d.w.z. het nominale bedrag min uitstaande voorzieningen) (6).

De vereisten van deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) (blok 1.1 van tabel 5a betreffende maandgegevens en tabel 5b betreffende kwartaalgegevens) bestrijken deze elementen.

Voor een meer gedetailleerde definitie van te rapporteren posten, zie deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) en afdeling 2.3 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken.

Nettostromen van anderszins overgedragen leningen met een impact op leningstanden (3.1B)

Deze post omvat het nettobedrag van gedurende de periode afgestoten of verworven leningen met een impact op gerapporteerde leningstanden in niet met securitisatieactiviteiten verband houdende transacties, en wordt berekend als overnames min overdrachten. Overdrachten moeten geregistreerd worden voor het nominale bedrag min afschrijvingen en afwaarderingen ten tijde van de verkoop. Deze afschrijvingen en afwaarderingen moeten indien identificeerbaar gerapporteerd worden onder post 3.2B. MFI's die leningen zonder voorzieningen rapporteren, moeten de overdrachten registreren tegen de balanswaarde (d.w.z. het nominale bedrag min uitstaande voorzieningen).

De vereisten van deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) bestrijken deze elementen deels. Blokken 1.2 van tabel 5a betreffende maandgegevens en tabel 5b betreffende kwartaalgegevens bestrijken gegevens betreffende nettostromen van leningen die anderszins overgedragen zijn met een impact op leningstanden, maar omvatten niet:

1)

leningen die zijn afgestoten aan, of verworven van een andere binnenlandse MFI, waaronder intragroepoverdrachten vanwege vennootschapsherstructureringen (bijv. de overdracht van een leningenpool door een binnenlandse MFI-dochter aan de moeder-MFI);

2)

leningoverdrachten in de context van intragroepreorganisaties vanwege fusies, overnames en splitsingen.

Voor het samenstellen van de gegevensverslagen moeten al deze effecten gerapporteerd worden. Voor aanvullende details van de te rapporteren posten, zie deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) en afdeling 4.3.11 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken. Aangaande de “Structurele veranderingen in de MFI-sector”, bevat afdeling 5.6 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken een gedetailleerde beschrijving van intragroepoverdrachten, met een onderscheid tussen overdrachten tussen onderscheiden institutionele eenheden (bv. voordat een of meer eenheden verdwijnen binnen het kader van een fusie of een overname) en die overdrachten die uitgevoerd worden op het moment dat sommige eenheden verdwijnen, in welk geval een statistische herindeling uitgevoerd moet worden. Voor het samenstellen van de gegevensverslagen zijn in beide gevallen de implicaties dezelfde en de gegevens moeten onder post 3.1C gerapporteerd worden (en niet onder post 3.2C).

Nettostromen van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen zonder impact op leningstanden (3.1C)

Deze post omvat het nettobedrag van leningen die gedurende de rapportageperiode gesecuritiseerd of anderszins overgedragen zijn zonder impact op gerapporteerde leningstanden, berekend als overnames min overdrachten. De overdrachten moeten worden geboekt tegen het nominale bedrag na aftrek van afschrijvingen en waardeverminderingen op het moment van de verkoop. Deze afschrijvingen en afwaarderingen moeten indien identificeerbaar gerapporteerd worden onder post 3.2B. MFI's die leningen zonder voorzieningen rapporteren, moeten de overdrachten registreren tegen de balanswaarde (d.w.z. het nominale bedrag na aftrek avn uitstaande voorzieningen). Nettostromen in verband met leningen die in de vorm van kredietvorderingen als onderpand zijn verstrekt aan het Eurosysteem bij krediettransacties binnen het kader van het monetaire beleid, welke kredietvorderingen resulteren in een overdracht waarbij de lening niet van de balans verwijderd wordt, worden niet in deze post opgenomen.

De vereisten van deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) bestrijken deze elementen deels. Blokken 2.1 van tabel 5a betreffende maandgegevens en tabel 5b betreffende kwartaalgegevens bestrijken gegevens betreffende nettostromen van leningen die gesecuritiseerd zijn of anderszins overgedragen zulks zonder impact op leningenstanden, maar leningen aan huishoudens voor woningaankoop worden niet apart geïdentificeerd en moeten derhalve apart uit de interne MFI-databases geëxtraheerd worden. Daarnaast, zoals hiervoor aangegeven, sluiten de vereisten het volgende uit:

1)

Leningen die zijn afgestoten aan, of verworven van een andere binnenlandse MFI, waaronder intragroepoverdrachten vanwege vennootschapsherstructureringen (bv. een binnenlandse MFI-dochter draagt een leningenpool over aan de moeder-MFI);

2)

Leningoverdrachten in de context van intragroepreorganisaties vanwege fusies, overnames en splitsingen.

Voor het samenstellen van de gegevensverslagen moeten al deze effecten gerapporteerd worden.

Voor aanvullende details van de op te nemen posten, zie deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) en afdeling 4.3.11 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken.

ii)

Overige aanpassingen (3.2)

De volgende posten aangaandet overige aanpassingen moeten gerapporteerd worden voor uitstaande in aanmerking komende leningen op de balans, met uitzondering van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen die niet van de balans verwijderd worden.

Herwaarderingen vanwege veranderingen van de wisselkoersen (3.2A)

Veranderingen van de wisselkoersen tegenover de euro resulteren in aanpassingen van de waarde van in vreemde valuta luidende leningen indien de leningen in euro luiden. Gegevens betreffende deze effecten moeten gerapporteerd worden met een – (+)-teken indien zij in nettotermen leiden tot een verlaging (verhoging) van de uitstaande bedragen en noodzakelijk zijn voor een volledige afstemming tussen het vorderingenoverschot en aanpassingen in uitstaande bedragen.

De vereisten van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) bestrijken deze aanpassingen niet. Voor het samenstellen van de gegevensverslagen, indien de gegevens (of zelfs een raming) niet direct beschikbaar zijn voor MFI's, kunnen zij berekend worden overeenkomstig de richtsnoeren in afdeling 7.2.2 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken. De voorgestelde ramingsprocedure beperkt de reikwijdte van de berekening tot de belangrijkste valuta's en is gebaseerd op de volgende stappen:

1)

de uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen aan het einde van de maand voorafgaande aan het begin van de periode en aan het einde van de periode (posten 1 en 4) worden uitgesplitst naar denominatievaluta, met nadruk op de pools van leningen luidende in GBP, USD, CHF en JPY. Indien deze gegevens niet direct beschikbaar zijn, kunnen gegevens gebruikt worden betreffende het totaal aan uitstaande bedragen op de balans, inclusief gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen die niet van de balans verwijderd worden — posten 1.1 en 4.1;

2)

elke leningenpool wordt als volgt behandeld. De betreffende vergelijkingscijfers in het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken staan tussen haakjes:

uitstaande bedragen aan het einde van de maand voorafgaande aan het begin van de rapportageperiode en aan het einde van de periode worden in de oorspronkelijke valuta van denominatie geconverteerd met behulp van overeenstemmende nominale wisselkoersen (7) (vergelijkingen [7.2.2] en [7.2.3]);

de aanpassing gedurende de referentieperiode van uitstaande bedragen luidende in vreemde valuta wordt berekend en weer geconverteerd in euro middels het gemiddelde van de dagelijkse wisselkoersen gedurende de rapportageperiode (vergelijking [7.2.4]);

het verschil tussen de aanpassing in uitstaande bedragen geconverteerd in euro, zoals berekend in de vorige stap, en de aanpassing van uitstaande bedragen in euro wordt berekend (vergelijking [7.2.5]), met het tegengestelde teken);

3)

de uiteindelijke wisselkoersaanpassing wordt geschat als de som van de aanpassingen voor elke valuta.

Voor aanvullende informatie, zie afdelingen 5.8 en 7.2.2 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken.

Afschrijvingen/afwaarderingen (3.2B)

Overeenkomstig artikel 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) betekent “afwaardering”: de directe verlaging van de boekwaarde van een lening op de statistische balans vanwege de onvolwaardigheid ervan. Idem dito, overeenkomstig artikel 1, onder h), van van dezelfde verordening betekent “afschrijving”: een afwaardering van de volledige boekwaarde van een lening waardoor het activum van de balans verwijderd wordt De effecten van de afschrijvingen en afwaarderingen moeten gerapporteerd worden met een –- of +-teken indien zij in nettotermen resulteren in een verlaging of een verhoging, al naargelang, van de uitstaande bedragen. Deze gegevens zijn noodzakelijk voor een volledige afstemming tussen het vorderingenoverschot en aanpassing van uitstaande bedragen.

Aangaande afschrijvingen en afwaarderingen die verband houden met uitstaande leningen op de balans kunnen samengestelde gegevens gebruikt worden om te voldoen aan de minimumvereisten van deel 4 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) tabel 1A betreffende herwaarderingsaanpassingen. Het helder krijgen van de impact op leningafschrijvingen en -afwaarderingen op gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen die niet van de balans verwijderd worden, vereist evenwel een aparte gegevensextractie uit de interne MFI-databases.

Gegevens inzake uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen (posten 1 en 4) worden in beginsel gecorrigeerd voor de uitstaande bedragen van voorzieningen indien leningen zonder voorzieningen op de statistische balans geregistreerd worden.

Indien deelnemers posten 1.3 en 4.3 rapporteren moeten gegevens betreffende leningafschrijvingen en -afwaarderingen de annulering van voorzieningen uit het verleden inzake leningen die (gedeeltelijk of geheel) niet-invorderbaar zijn en daarenboven ook verliezen moeten omvatten voor zover zij hoger zijn dan de voorzieningen, indien toepasselijk. Evenzo, indien een lening met voorzieningen gesecuritiseerd of anderszins overgedragen wordt, moet een afschrijving of afwaardering geregistreerd worden die gelijk is aan de uitstaande voorzieningen, met het tegengestelde teken, om een match te hebben met de waardeaanpassing op de balans, gecorrigeerd voor de bedragen van de voorzieningen en de waarde van de nettostroom. Voorzieningen kunnen in de loop van de tijd wijzigen vanwege nieuwe voorzieningen voor bijzondere waardeverminderingen en voor verliezen op leningen (min mogelijke storneringen, inclusief verliezen die optreden wanneer de geldnemer een lening aflost). Dergelijke aanpassingen dienen niet in de gegevensverslagen opgenomen te worden als deel van afschrijvingen/afwaarderingen (aangezien de gegevensverslagen waarden reconstrueren met voorzieningen) (8).

Het helder krijgen van de impact van leningafschrijvingen en afwaarderingen op gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen die niet van de balans verwijderd worden, kan achterwege gelaten worden indien aparte gegevens over voorzieningen niet uit de interne MFI-database geëxtraheerd kunnen worden.

Indien het praktijk is dat uitstaande bedragen van leningen zonder voorzieningen gerapporteerd worden, maar de betreffende posten (1.3 en 4.3) ten aanzien van met voorzieningen niet gerapporteerd worden, zie punt 4, onder a, moeten afschrijvingen/afwaarderingen nieuwe voorzieningen voor bijzondere waardeverminderingen en voor verliezen op leningen op de leningenportfolio omvatten (min mogelijke storneringen, inclusief diegene die optreden wanneer een lening door de geldnemer afgelost wordt) (9).

Het is niet nodig de impact helder te krijgen van leningafschrijvingen en -afwaarderingen op gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen die niet van de balans verwijderd worden, indien aparte gegevens over voorzieningen niet uit de interne MFI-database geëxtraheerd kunnen worden.

In beginsel bestrijken deze posten ook herwaarderingen die optreden wanneer leningen gesecuritiseerd of anderszins overgedragen worden en de transactiewaarde verschilt van het nominale op het moment van de overdracht uitstaande bedrag. Deze herwaarderingen moeten gerapporteerd worden indien identificeerbaar, en moeten berekend worden als het verschil tussen de transactiewaarde en het nominale uitstaande bedrag op het moment van de verkoop.

Voor aanvullende informatie, zie deel 4 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) en afdeling 5.4 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken.

Herindelingen (3.2C)

Herindelingen registreren alle overige effecten die niet verband houden met het vorderingenoverschot, zoals gedefinieerd in punt 4, onder b), maar resulteren in aanpassingen van de uitstaande bedragen van leningen op de balans, met uitzondering van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen die niet van de balans verwijderd worden.

De vereisten van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) bestrijken deze effecten niet en hun impact wordt normaliter geraamd op geaggregeerde basis bij de samenstelling van de macroeconomische statistieken. Zij zijn evenwel van belang op het niveau van individuele instellingen (of TLTRO-III-groepen) om het vorderingenoverschot en aanpassingen in uitstaande bedragen af te stemmen.

De volgende effecten moeten gerapporteerd worden, zulks ten aanzien van uitstaande bedragen van leningen op de balans, met uitzondering van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen lening die niet van de balans verwijderd worden en de gebruikelijke conventie van registratie van effecten die resulteren in verlagingen (verhogingen) van uitstaande bedragen met een – (+)-teken van toepassing is:

1)

Aanpassingen in de sectorindeling of gebied van ingezetenschap van geldnemers die resulteren in aanpassingen van de gerapporteerde uitstaande posities die niet samenhangen met het vorderingenoverschot en dus geregistreerd moeten worden;

2)

Aanpassingen in de indeling van instrumenten. Deze kunnen tevens indicatoren betreffen indien de uitstaande bedragen van leningen stijgen of dalen vanwege bijvoorbeeld de herindeling van een schuldbewijs als een lening of een lening als een schuldbewijs;

3)

Aanpassingen die resulteren uit de correctie van rapportagefouten, zulks overeenkomstig van de betrokken NCB krachtens artikel 7, lid 1, onder f), ontvangen instructies;

4)

Aanpassingen ten gevolge van bedrijfsreorganisaties en gewijzigde TLTRO-III-groepssamenstellingen waarvoor herindiening van het eerste verslag om de nieuwe bedrijfsstructuur en de TLTRO-III-groepssamenstelling weer te geven niet vereist is, zulks overeenkomstig artikel 6, lid 8.

Voor aanvullende informatie, zie afdeling 5.6 van het Handboek betreffende MFI-balansstatistieken. Binnen het kader van de afleiding van herindelingsgegevens op het niveau van de individuele instellingen moet evenwel rekening worden gehouden met de hierboven genoemde conceptuele verschillen.

d)   Aanvullende bedragen met betrekking tot zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen (S.1)

Deelnemers die de in artikel 6, lid 3, opgenomen optie uitoefenen moeten ook de volgende aanvullende posten verstrekken aangaande de uitstaande bedragen van zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen in sjabloon A:

i)

“Uitstaande bedragen van zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende, maar niet van de balans verwijderde leningen” (S.1.1)

Deze gegevens refereren aan leninngen die zelfgesecuritiseerd en opgenomen zijn in de bedragen die onder post 1.2 gerapporteerd worden

ii)

“Uitstaande bedragen van zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende en van de balans verwijderde leningen (S.1.2)

Deze gegevens refereren aan leningen die zelfgesecuritiseerd zijn en niet langer zijn opgenomen in de balans omdat ze daarvan verwijderd zijn. In zoverre de leningen nog steeds door de deelnemer worden afgelost zullen de rapportage-eisen van toepassing zijn op basis van Deel 5 van bijlage I bij Verordening (EU) Nr. 1071/2013 (blok 3.1 van tabellen 5a en 5b).

iii)

Uitstaande bedragen van voorzieningen met betrekking tot zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende en niet van de balans verwijderde leningen (S.1.3)

Deze gegevens refereren aan leningen die niet van de balans verwijderd zijn, d.w.z. die gerapporteerd worden onder S.1.1. Deze posten worden allen gerapporeerd in gevallen waarin, in tegenstelling tot de algemene BSI-praktijk, leningen worden gerapporteerd na aftrek van voorzieningen. In dat geval kunnen deelnemers evenwel besluiten om deze informatie niet te verstrekken, waardoor de betrokken bedragen niet worden opgenomen in de berekening van de uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen.

TLTRO-III-rapportage

TLTRO-III rapportagesjabloon A

Rapportageperiode:28 februari 2019

 

Leningen aan niet-financiële vennootschappen en huishoudens, met uitzondering van leningen aan huishoudens voor woningaankoop (in duizend EUR)

 

 

Belangrijkste aggregaten

 

Leningen aan niet-financiële vennootschappen

Leningen aan huishoudens (waarbij mede inbegrepen instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens), met uitzondering van leningen voor woningaankoop

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

post

formule

validatie

 

1

Uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen (1 en 4) …

 

0

0

1

1 = 1.1 – 1.2 (1.3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S.1

Aanvullende posten (met betrekking tot zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen) …

 

0

0

S.1

S.1 = S.1.1 + S.1.2 (+S.1.3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderliggende posten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen op de balans

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.1

Uitstaande bedragen op de balans …

 

 

 

1.1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.2

Uitstaande bedragen van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen, maar niet van de balans verwijderde leningen …

 

 

 

1.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.3

Uitstaande bedragen tegen leningen die gerapporteerd zijn in post 1.1, exclusief 1.2 (*1)

 

 

 

1.3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanvullende posten (met betrekking tot zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende leningen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S.1.1

Uitstaande bedragen van zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende, maar niet van de balans verwijderde leningen …

 

 

 

S.1.1

 

S.1.1 <= 1.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S.1.2

Uitstaande bedragen van zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende en van de balans verwijderde leningen …

 

 

 

S.1.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S.1.3

Uitstaande bedragen van voorzienigngen voor zelfgesecuritiseerde in aanmerking komende, maar niet van de balans verwijderde leningen  (*1)

 

 

 

S.1.3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


TLTRO-III-rapportagesjabloon B

Rapportageperiode:1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 (eerse referentieperiode) / 1 april 2019 tot 31 maart 2021 (tweede referentieperiode)

 

Leningen aan niet-financiële vennootschappen en huishoudens, met uitzondering van leningen aan huishoudens voor woningaankoop (in duizend EUR)

 

 

Belangrijkste aggregaten

 

Leningen aan niet-financiële vennootschappen

Leningen aan huishoudens (waarbij mede inbegrepen instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens), met uitzondering van leningen voor woningaankoop

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

post

formule

validatie

 

1

Uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen aan het einde van de maand voorafgaande aan het begin van de rapportageperiode …

 

0

0

1

1 = 1.1 – 1.2 (+1.3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

In aanmerking komend vorderingenoverschot in de rapportageperiode …

 

0

0

2

2 = 2.1 – 2.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

Aanpassingen in de uitstaande bedragen: verlagingen (–) en verhogingen (+) …

 

0

0

3

3 = 3.1 + 3.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

Uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen aan het einde van de rapportageperiode …

 

0

0

4

4 = 4.1 – 4.2 (+4.3)

4 = 1 + 2 + 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderliggende posten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen aan het einde van de maand voorafgaande aan het begin van de rapportageperiode

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.1

Uitstaande bedragen op de balans …

 

 

 

1.1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.2

Uitstaande bedragen van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen, maar niet van de balans verwijderde leningen …

 

 

 

1.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.3

Uitstaande bedragen tegen leningen die gerapporteerd zijn in post 1.1, exclusief 1.2 (*2)

 

 

 

1.3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In aanmerking komend vorderingenoverschot in de rapportageperiode

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.1

Brutokredietverstrekking …

 

 

 

2.1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.2

Aflossingen …

 

 

 

2.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanpassingen in de uitstaande bedragen: verlagingen (–) en verhogingen (+)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.1

Leningverkopen en -aankopen en overige leningoverdrachten gedurende de rapportageperiode …

 

0

0

3.1

3.1 = 3.1A + 3.1B + 3.1C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.1A

Nettostromen van gesecuritiseerde leningen met een impact op leningstanden …

 

 

 

3.1A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.1B

Nettostromen van anderszins overgedragen leningen met een impact op leningstanden …

 

 

 

3.1B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.1C

Nettostromen van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen leningen zonder impact op leningstanden …

 

 

 

3.1C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2

Overige aanpassingen …

 

0

0

3.2

3.2 = 3.2A + 3.2B + 3.2C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2A

Herwaarderingen vanwege veranderingen in de wisselkoersen …

 

 

 

3.2A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2B

Afschrijvingen/afwaarderingen …

 

 

 

3.2B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2C

Herindelingen …

 

 

 

3.2C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen aan het einde van de rapportageperiode

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.1

Uitstaande bedragen op de balans …

 

 

 

4.1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.2

Uitstaande bedragen van gesecuritiseerde of anderszins overgedragen, maar niet van de balans verwijderde leningen …

 

 

 

4.2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.3

Uitstaande voorzieningen voor leningen die gerapporteerd zijn in post 4.1, exclusief 4.2 (*2)

 

 

 

4.3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Het conceptuele kader van de onderliggende rapportagevoorschriften verandert niet ten opzichte van het in de Besluiten ECB/2014/34 enn (EU) 2016/10 (ECB/2016/10) bedoelde kader, met uitzondering van de wijzigingen met betrekking tot het opnemen van zelfgesecuritiseerde leningen in de definitie van uitstaande bedragen van in aanmerking komende leningen.

(2)  Voor het opstellen van de gegevensverslagen omvatten “huishoudens” instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens.

(3)  Zie het “Handboek betreffende MFI-balansstatistieken” ECB, april 2012, beschikbaar op de ECB-website onder www.ecb.europa.eu. Met name paragraaf 2.1.4, blz. 76 betreft statistische rapportage van leningen.

(4)  Deze uitzondering heeft ook implicaties voor de gegevensrapportage betreffende afschrijvingen en afwaarderingen, zoals hierna uitgelegd.

(5)  Deze tekenconventie die het tegengestelde zijn van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) strookt met het algemene vereiste aangaande aanpassingsgegevens, zoals hierboven uiteengezet — namelijk effecten die leiden tot stijgende of dalende uitstaande bedragen moeten respectievelijk met een +- of –-symbool gerapporteerd worden.

(6)  Verordening (EU) nr. 1071/2013(ECB/2013/33) staat MFI's toe overgenomen leningen tegen hun transactiewaarde te rapporteren zolang dit een praktijk is die alle MFI's in het land toepassen. In dergelijke gevallen kunnen herwaarderingscomponenten ontstaan die onder post 3.2B gerapporteerd moeten worden.

(7)  De referentiewisselkoers van de ECB moet gebruikt worden. Zie het persbericht van 8 juli 1998 betreffende het invoeren van gemeenschappelijke marktnormen, welk persbericht beschikbaar is op de ECB-website: http://www.ecb.europa.eu

(8)  Dit vereiste wijkt af van de rapportagevereisten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33).

(9)  Dit vereiste is hetzelfde als de uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33) door MFI's te rapporteren informatie, welke MFI's leningen min voorzieningen registreren.

(*1)  Slechts van toepassing indien leningen worden gerapporteerd zonder voorzieningen; zie de rapportage-instructies voor nadere details.

(*2)  Slechts van toepassing indien leningen worden gerapporteerd na aftrek van voorzieningen; zie de rapportage-instructies voor nadere details.


Top