EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0003(01)

Besluit (EU) 2019/166 van de Europese Centrale Bank van 25 januari 2019 betreffende de Raad voor marktinfrastructuur en tot intrekking van Besluit ECB/2012/6 betreffende de instelling van de TARGET2-Effectenraad (ECB/2019/3)

OJ L 32, 4.2.2019, p. 14–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 10/01/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/166/oj

4.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/14


BESLUIT (EU) 2019/166 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 25 januari 2019

betreffende de Raad voor marktinfrastructuur en tot intrekking van Besluit ECB/2012/6 betreffende de instelling van de TARGET2-Effectenraad (ECB/2019/3)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 12.3,

Gezien Richtsnoer ECB/2012/13 van 18 juli 2012 betreffende TARGET2-securities (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Eurosysteem biedt marktinfrastructuren, platforms, toepassingen en gerelateerde diensten op het gebied van afwikkeling in contanten, effectenafwikkeling en onderpandbeheer, omvattende TARGET-diensten die TARGET2-, T2S- en TIPS-diensten omvatten.

(2)

Op 16 maart 2016 heeft de Raad van bestuur de instelling van de „Raad voor marktinfrastructuur” (Market Infrastructure Board) goedgekeurd, het bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor technische taken en taken van operationeel beheer op het gebied van marktinfrastructuur en platformen.

(3)

In het verleden heeft de Raad voor marktinfrastructuur in verschillende specifieke samenstellingen vergaderd naargelang van de verschillende marktinfrastructuren, platforms en projecten waarvoor zij verantwoordelijk is. Sinds de oprichting van de Raad voor marktinfrastructuur functioneert de T2S-raad, die oorspronkelijk is opgericht krachtens Besluit ECB/2012/6 (2), als een van dergelijke specifieke samenstellingen van de Raad voor marktinfrastructuur, zoals weergegeven in Besluit (EU) 2017/1403 van de Europese Centrale Bank (ECB/2017/20) (3).

(4)

De T2S-raad was niet alleen opgericht bij Besluit ECB/2012/6, maar is ook gebaseerd op een T2S-protocol dat is ondertekend door de centrale banken van het Eurosysteem.

(5)

Uit een evaluatie van de werking van de Raad voor marktinfrastructuur is gebleken dat er geen specifieke samenstellingen nodig zijn voor de efficiënte werking ervan. Besluit ECB/2012/6 dient daarom te worden ingetrokken en de samenstelling van de Raad voor marktinfrastructuur dient te worden herzien, zodat de Raad voor marktinfrastructuur wordt gestructureerd en functioneert overeenkomstig dit besluit.

(6)

De Raad voor marktinfrastructuur in haar herziene formaat ondersteunt de Raad van bestuur door te verzekeren dat de marktinfrastructuren, platformen, toepassingen en gerelateerde diensten van het Eurosysteem op het gebied van afwikkeling in contanten, effectenafwikkeling en onderpandbeheer in stand worden gehouden en nader worden ontwikkeld, en dat projecten in de bovenvermelde gebieden worden ontwikkeld, overeenkomstig de verdragsdoelstellingen van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), de ESCB-bedrijfsbehoeften, technologische vooruitgang, alsook de van tijd tot tijd toepasselijke regelgevings- en oversightvereisten.

(7)

De rechtswerking van bijlage III bij dit besluit („Gedragscode”) is uiteraard afhankelijk van de ondertekening door de MIB-leden van de verklaringen in aanhangsels 1 en 2 bij bijlage III,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Alle verwijzingen naar de T2S-raad in Richtsnoer ECB/2012/13 en de Besluiten ECB/2011/20 (4) en ECB/2011/05 (5) worden gelezen als verwijzingen naar de Raad voor marktinfrastructuur. Alle in dit Besluit gebruikte termen hebben dezelfde betekenis als in de Richtsnoeren ECB/2012/27 (6) en ECB/2012/13.

Artikel 2

Raad voor marktinfrastructuur

1.   Het mandaat van de Raad voor marktinfrastructuur (MIB), inclusief de doelstellingen, verantwoordelijkheden en taken zijn uiteengezet in bijlage I bij dit besluit.

2.   Het Reglement van orde van de MIB, inclusief de samenstelling en de werkprocedures, worden uiteengezet in bijlage II bij dit besluit.

3.   De Gedragscode voor de leden van de MIB, die is opgenomen in bijlage III bij dit besluit, werd goedgekeurd door de Raad van bestuur.

4.   De procedures en vereisten voor de selectie, benoeming en vervanging van de niet-centrale bankleden van de MIB worden uiteengezet in bijlage IV bij dit besluit.

5.   Uiteraard vestigt dit besluit geen vermoeden dat elk nieuw marktinfrastructuurproject dat onder de werkingssfeer van de definitie in dit Besluit van infrastructuurproject van het Eurosysteem valt, automatisch aan het MIB moet worden toevertrouwd. Alleen die projecten die door de Raad van Bestuur expliciet aan de MIB zijn toevertrouwd, moeten door het MIB worden beheerd.

Artikel 3

Intrekking

Besluit ECB/2012/6 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 4

Overgangsbepalingen

Met het oog op een vlotte en ordelijke overgang naar de MIB, opgericht overeenkomstig dit besluit, inclusief de benoeming van de leden ervan, wordt de ambtstermijn van de bestaande MIB-leden op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit verlengd met vier maanden.

Artikel 5

Slotbepalingen

Dit besluit treedt op de derde dag volgende op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 25 januari 2019.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 215 van 11.8.2012, blz. 19.

(2)  Besluit ECB/2012/6 van 29 maart 2012 houdende de instelling van de TARGET2-Effectenraad en tot intrekking van Besluit ECB/2009/6 (PB L 117 van 1.5.2012, blz. 13).

(3)  Besluit (EU) 2017/1403 van de Europese Centrale Bank van 23 juni 2017 tot wijziging van Besluit ECB/2012/6 houdende de instelling van de TARGET2-Effectenraad (ECB/2017/20) (PB L 199 van 29.7.2017, blz. 24).

(4)  Besluit ECB/2011/20 van woensdag 16 november 2011 tot vaststelling van gedetailleerde regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van de geschiktheidscriteria voor centrale effectenbewaarinstellingen voor toegang tot TARGET2-securities-diensten (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 117).

(5)  Besluit ECB/2011/5 van 20 april 2011 inzake de selectie van netwerkdienstverleners voor TARGET2-Securities (PB L 134 van 21.5.2011, blz. 22).

(6)  Richtsnoer ECB/2012/27 van 5 december 2012 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (TARGET2) (PB L 30 van 30.1.2013, blz. 1)


BIJLAGE I

RAAD VOOR MARKTINFRASTRUCTUUR

MANDAAT

INLEIDING

Het Eurosysteem biedt marktinfrastructuren, platforms, toepassingen en gerelateerde diensten op het gebied van afwikkeling in contanten, effectenafwikkeling en onderpandbeheer, omvattende TARGET-diensten die TARGET2-, T2S- en TIPS-diensten omvatten, alsook in de toekomst ECMS (de „Eurosysteeminfrastructuurdiensten”).

De Raad voor marktinfrastructuur (Market Infrastrucure Board- MIB) is het bestuursorgaan dat de Raad van bestuur (de „Raad van bestuur”) van de Europese Centrale Bank (ECB) ondersteunt, door te verzekeren dat de infrastructuurdiensten van het Eurosysteem worden onderhouden en verder ontwikkeld, alsook dat projecten met betrekking tot de infrastructuurdiensten van het Eurosysteem (de „Eurosysteeminfrastructuurprojecten” of „projecten”) worden beheerd, overeenkomstig de doelstellingen van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), de zakelijke behoeften, de technologische vooruitgang, het juridisch kader dat van toepassing is op infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem, alsmede voorschriften inzake regelgeving en oversight, volledig in naleving van de mandaten van de ESCB-comités die ingesteld werden overeenkomstig artikel 9 van het Reglement van orde van de ECB. De MIB rapporteert aan de besluitvormende organen van de ECB.

Dit besluit vestigt geen vermoeden dat elk nieuw marktinfrastructuurproject dat onder de werkingssfeer van de definitie in dit Besluit van infrastructuurproject van het Eurosysteem valt, automatisch aan het MIB moet worden toevertrouwd. Alleen die projecten die door de Raad van Bestuur expliciet aan de MIB zijn toevertrouwd, moeten door het MIB worden beheerd.

1.   Rol van de Raad voor marktinfrastructuur

De Raad van bestuur vertrouwt hierbij de MIB de uitvoering van de in dit mandaat omschreven taken toe.

Onverminderd haar uiteindelijke beslissingsbevoegdheid, heeft de Raad van bestuur de MIB belast met de uitvoering van duidelijk omschreven taken, die verband houden met zowel de werking van Eurosysteem-infrastructuurdiensten als met infrastructuurprojecten van het Eurosysteem. De Raad van bestuur kan, onverminderd de bevoegdheid van de NCB's krachtens de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, aan de MIB andere duidelijk omschreven taken toewijzen, naast die welke zijn vastgelegd in lid 2, die anders vallen binnen de opdracht van de Raad van bestuur. In het licht van de uiteindelijke bevoegdheid van de Raad van bestuur inzake aangelegenheden van Eurosysteeminfrastructuren, kan de Raad van bestuur elk van zijn aan de MIB toevertrouwde en door die Raad uitgevoerde taken niettemin ook zelf uitvoeren.

2.   Verantwoordelijkheden en taken van de Raad voor marktinfrastructuur

2.1.   Voorbereiding van voorstellen voor besluiten door de Raad van bestuur inzake Eurosysteeminfrastructuurdiensten en -projecten

Onverminderd de verantwoordelijkheid van de Directie om de vergaderingen van de Raad van bestuur voor te bereiden en om verantwoordelijk te zijn voor de lopende zaken van de ECB, bereidt de MIB voorstellen voor de Raad van bestuur voor om inzake de volgende aangelegenheden te beslissen, voor zover de Raad van bestuur de MIB een specifiek project/specifieke infrastructuur heeft toevertrouwd, en met volledige inachtneming van de mandaten van de ESCB-comités die zijn opgericht overeenkomstig artikel 9 van het Reglement van orde van de ECB:

a)

de algemene strategie, inclusief de definitie van de werkingssfeer van diensten en beschrijvingen van diensten;

b)

problemen met projectbeheer;

c)

financiële aangelegenheden, waaronder:

i)

de uitwerking van de belangrijkste aspecten van het financiële regime (met name begroting, bedrag, bestreken tijdsperiode, financiering),

ii)

regelmatige analyse van de financiële risico's waaraan het Eurosysteem wordt blootgesteld;

iii)

de regels voor het beheer van de in de boeken van de ECB aangehouden en door de MIB namens het Eurosysteem beheerde MIB rekeningen;

iv)

kostenberekeningsmethode;

v)

tariferingsbeleid, en

vi)

analyse van aansprakelijkheidsregelingen;

d)

de algehele planning;

e)

het wettelijke kader met de nationale centrale banken (NCB's) die diensten op het gebied van marktinfrastructuur aanbieden aan, of die Eurosysteeminfrastructuurprojecten uitvoeren met het Eurosysteem (de „verstrekkende NCB's”), en met klanten, alsmede alle contractuele overeenkomsten of voorwaarden die moeten worden ondertekend tussen het Eurosysteem en externe belanghebbenden;

f)

het risicobeheerskader;

g)

dienstverleningsovereenkomsten met desbetreffende partijen;

h)

machtiging voor en prioriteitstelling van wijzigingsverzoeken en tests/migratiestrategieën;

i)

strategieën voor netwerkconnectiviteit;

j)

de crisisbeheerstrategieën;

k)

cyber resilience en informatiebeveiligingsstrategieën en -kaders;

l)

aansprakelijkheid en overige vorderingen, en

m)

naleving door de deelnemers van de infrastructuurdiensten van het Eurosysteem van de toepasselijke verkiesbaarheidscriteria.

2.2.   Beheeractiviteiten met betrekking tot infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem

2.2.1.   Beheer en besturing

De MIB voert het algehele beheer van de infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem uit, voor zover de Raad van bestuur de MIB een specifiek project/specifieke infrastructuur heeft toevertrouwd, en met volledige inachtneming van de mandaten van de ESCB-comités die zijn opgericht krachtens artikel 9 van de Reglement van orde van de ECB. In deze context:

a)

verzekert de MIB dat de Eurosysteeminfrastructuurdiensten en projecten beantwoorden aan de marktbehoeften;

b)

effectueert en/of beheert de MIB de algemene strategie, inclusief de definitie van de reikwijdte van diensten en beschrijvingen van diensten;

c)

effectueert en/of beheert de MIB de governanceregelingen;

d)

effectueert en/of beheert de MIB de financiële regelingen en strategieën;

e)

beheert de MIB de relevante activiteiten van beheer van nieuwe versies of releases;

f)

beheert de MIB binnen de door de Raad van bestuur vastgestelde parameters de ontwikkeling, de werking en het onderhoud van simulatortools en beheert in overleg met het Comité voor marktinfrastructuur en betalingsverkeer van het Eurosysteem (MIPC) en andere relevante ESCB-comités, indien van toepassing, en mits een besluit van de Raad van bestuur haalbaarheidsstudies;

g)

coördineert de MIB changemanagementprocessen en prioriteert zij geautoriseerde verandering met betrekking tot nieuwe releases, stelt ze testscenario's vast voor acceptatietests van het Eurosysteem, coördineert zij tests met verschillende soorten belanghebbenden en coördineert zij gebruikerstestprocedures;

h)

beheert de MIB de gedetailleerde planning van infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem op basis van de algemene programmaberekeningen, zoals goedgekeurd door de Raad van bestuur;

i)

effectueert en/of beheert de MIB risicobeheerskaders binnen de door de Raad van bestuur vastgestelde parameters;

j)

effectueert en/of beheert de MIB relevante migratie strategieën binnen de door de Raad van bestuur vastgestelde parameters;

k)

effectueert en/of beheert de MIB de operationele kaders, met inbegrip van de beheerstrategie voor incidenten en crisissen, binnen de door de Raad van bestuur vastgestelde parameters;

l)

zorgt de MIB voor het behoorlijk functioneren van en voor behoorlijke kwaliteit van de Eurosysteeminfrastructuurdiensten;

m)

effectueert en/of beheert de MIB de strategieën voor netwerkconnectiviteit;

n)

effectueert en/of beheert de MIB de strategieën voor crisismanagement;

o)

effectueert en/of beheert de MIB cyber resilience en informatiebeveiligingsstrategieën en –kaders, en

p)

verzekert de MIB voldoening aan de regelgevings- en oversightvereisten.

2.2.2.   Financieel regime

De MIB keurt goed en/of initieert:

a)

de betaling van tussentijdse betalingen aan de verstrekkende NCB's, overeenkomstig een overeengekomen, door de Raad van bestuur goedgekeurd betalingsschema, zodra de desbetreffende te leveren diensten zijn geaccepteerd door de MIB;

b)

de terugbetaling van de kosten die verbonden zijn aan aanvullende ondersteuning van de verstrekkende NCB's aan de centrale banken van het Eurosysteem, overeenkomstig de desbetreffende Niveau 2 - Niveau 3-overeenkomst en andere gerelateerde overeenkomsten;

c)

de betaling van tussentijdse betalingen aan de ECB, op basis van de door de ECB gemaakte kosten in verband met Eurosysteeminfrastructuurdiensten en –projecten, en

d)

de inning van vergoedingen van klanten, indien van toepassing, en de terugbetaling van deze vergoedingen aan centrale banken van het Eurosysteem. Voor zover vereist, verleent de ECB passende ondersteuning aan de MIB.

2.2.3.   Relaties met verstrekkende NCB's

De MIB:

a)

zorgt voor de betrokkenheid van de verstrekkende NCB's bij alle relevante aangelegenheden;

b)

voert de onderhandelingen over eventuele wijzigingen in de relevante niveau 2-niveau 3-overeenkomst en andere gerelateerde overeenkomsten tussen de verstrekkende NCB's en de centrale banken van het Eurosysteem en dient dergelijke wijzigingen ter goedkeuring in bij de Raad van bestuur;

c)

vestigt en handhaaft regelmatig contact met de verstrekkende NCB's teneinde alle informatie te verkrijgen die nodig is voor de uitvoering van zijn taken overeenkomstig dergelijke overeenkomsten;

d)

valideert voorstellen van de verstrekkende NCB's en keurt de te leveren producten goed die betrekking hebben op het technische en functionele ontwerp (ontwikkeld door de verstrekkende NCB's), en

e)

assisteert de Raad van bestuur bij het beheer van de relaties met de verstrekkers van netwerkconnectiviteitsdiensten, waarbij deze laatste deel uitmaken van de Infrastructuurdiensten van het Eurosysteem.

2.2.4.   Relaties met Eurosysteembestuursorganen en externe belanghebbenden

De MIB:

a)

beheert, waar van toepassing, relaties met de ESCB-comités, met regelgevende en toezichthoudende autoriteiten, evenals met andere relevante overheidsinstanties in verband met de infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem;

b)

werkt samen met klanten en centrale banken van het ESCB om hun migratie te vergemakkelijken, en bespreekt, coördineert en streeft naar mogelijke oplossingen om geschillen te beslechten binnen het toepasselijke wettelijke kader en binnen zijn mandaat, welke door de verantwoordelijke instanties moeten worden goedgekeurd;

c)

onderhandelt over ontwerpparticipatieovereenkomsten (samen met centrale banken van het Eurosysteem, indien van toepassing) met deelnemers van infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem, en met niet-eurogebied centrale banken die participatieovereenkomsten hebben ondertekend, inclusief wijzigingen van deze overeenkomsten;

d)

coördineert met de andere bestuursorganen van de infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem;

e)

indien relevant, benoemt de voorzitters van de technische groepen na overleg met de relevante bestuursorganen en ontvangt uiteindelijk rapporten van technische groepen;

f)

werkt samen met de aanbieders van netwerkconnectiviteitsdiensten, wanneer deze laatste deel uitmaken van de infrastructuurdiensten van het Eurosysteem;

g)

definieert het technische communicatiebeleid met betrekking tot de infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem, en

h)

zorgt voor transparantie door de tijdige en consistente publicatie van relevante technische documentatie met betrekking tot de infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem overeenkomstig de vertrouwelijkheidsverplichtingen die zijn uiteengezet in de Gedragscode.


BIJLAGE II

RAAD VOOR MARKTINFRASTRUCTUUR

REGLEMENT VAN ORDE

HOOFDSTUK 1

Benoeming en lidmaatschap

INLEIDING

Het Eurosysteem biedt marktinfrastructuren, platforms, toepassingen en gerelateerde diensten op het gebied van afwikkeling in contanten, effectenafwikkeling en onderpandbeheer, omvattende TARGET-diensten die TARGET2-, T2S- en TIPS-diensten omvatten, alsook in de toekomst ECMS (de „Eurosysteeminfrastructuurdiensten”).

De Raad voor marktinfrastructuur (Market Infrastrucure Board — MIB) is het bestuursorgaan dat de Raad van bestuur (de „Raad van bestuur”) van de Europese Centrale Bank (ECB) ondersteunt, door te verzekeren dat de infrastructuurdiensten van het Eurosysteem worden onderhouden en verder ontwikkeld, alsook dat projecten met betrekking tot de bestaande of nieuwe infrastructuurdiensten van het Eurosysteem (de „Eurosysteeminfrastructuurprojecten” of „projecten”) worden beheerd, overeenkomstig de doelstellingen van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), de zakelijke behoeften, de technologische vooruitgang, het juridisch kader dat van toepassing is op infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem, alsmede regelgevings- en oversightvereisten, volledig in naleving van de mandaten van de ESCB-comités die ingesteld werden overeenkomstig artikel 9 van het Reglement van orde van de ECB. De MIB rapporteert aan de besluitvormende organen van de ECB.

Dit besluit vestigt geen vermoeden dat elk nieuw marktinfrastructuurproject dat onder de werkingssfeer van de definitie in dit Besluit van infrastructuurproject van het Eurosysteem valt, automatisch aan het MIB moet worden toevertrouwd. Alleen die projecten die door de Raad van Bestuur expliciet aan de MIB zijn toevertrouwd, moeten door het MIB worden beheerd.

1.   Aanwijzing en benoeming

De MIB-leden worden aangewezen door de Raad van bestuur op basis van een voorstel van de directie van de ECB („de Directie”).

Kandidaturen moeten worden voorgelegd aan de Directie door de gouverneur of president, zoals van toepassing, van de desbetreffende nationale centrale bank (NCB). In haar voorstel aan de Raad van Bestuur moet de directie de voorkeur geven aan kandidaten die rechtstreeks rapporteren aan het hoogste bestuursorgaan in hun centrale bank. De Directie zorgt ervoor dat in haar voorstel wordt voldaan aan de beginselen die zijn uiteengezet in deel 3 van deze bijlage II.

Kandidaturen van niet-centrale bankleden van de MIB worden verzameld door de Directie overeenkomstig de procedure voor de selectie van dergelijke leden van bijlage IV bij dit besluit.

2.   Lidmaatschap en ambtstermijn — Deelname van waarnemers

Na hun benoeming moeten de MIB-leden onafhankelijk en in het belang van het Eurosysteem handelen. Zij mogen niet onderworpen worden aan instructies van openbare of particuliere instanties. MIB-leden rapporteren, wanneer zij handelen in hun hoedanigheid van MIB-leden, collectief en uitsluitend aan de besluitvormende organen van de ECB. De centrale bankleden van de MIB kunnen zo nodig op eigen initiatief en naar eigen goeddunken de mening van andere personeelsleden van hun centrale bank vragen, maar zij mogen geen instructies van hun centrale bank vragen of aanvaarden, of zich ertoe verbinden om een specifieke positie in te nemen tijdens de beraadslaging en stemming van de MIB.

De MIB heeft een voorzitter die senior manager is bij de ECB.

De MIB bestaat uit dertien (13) leden, als volgt:

a)

Negen leden van Eurosysteem NCB's, inclusief één lid per NCB die marktinfrastructuurdiensten verstrekt aan het Eurosysteem of infrastructuurprojecten van het Eurosysteem uitvoert met het Eurosysteem (de „verstrekkende NCB”);

b)

Twee leden van niet-Eurosysteem NCB's die deelnemen aan infrastructuurdiensten van het Eurosysteem (bijv. die de T2S valutadeelnameovereenkomst hebben ondertekend of deelnemen aan TARGET2);

c)

Twee niet-centrale bankleden (zonder stemrechten), één met ervaring als hogere functionaris in de betalingssector, en een met ervaring als hogere functionaris in de effectensector.

De voorzitter wordt ondersteund door een vicevoorzitter uit leden van de MIB die wordt benoemd door de Raad van bestuur. De exclusieve taak van de vicevoorzitter is voorzitter zijn van MIB-vergaderingen bij tijdelijke afwezigheid van de voorzitter tijdens een vergadering, in overeenstemming met de vooraf vastgestelde agenda voor de betrokken MIB-vergadering.

De ambtstermijn van MIB-leden bedraagt 36 maanden en kan worden verlengd. De Raad van bestuur kan tot een korter mandaat besluiten, onder meer wanneer leden ontslag nemen of met pensioen gaan voordat hun mandaat verloopt.

Om ervoor te zorgen dat alle NCB's (Eurosysteem en NCB's die deelnemen aan de relevante infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem) de mogelijkheid hebben om een vertegenwoordiger naar de MIB te sturen, moet er een rotatie plaatsvinden van leden van niet-verstrekkende NCB's, normaal gezien op het moment dat het oorspronkelijke mandaat van 36 maanden van de MIB-leden vervalt. Het is wel verstaan dat het bovenstaande rotatieplan niet zal resulteren in de uitsluiting van dezelfde niet-verstrekkende NCB gedurende meer dan twee rotatieperiodes.

Er moet een passend evenwicht worden bewaard tussen leden met ervaring in ervaring in projectbeheer, ervaring in Eurosysteemmarktinfrastructuuractiviteiten, en IT-ervaring.

De voorzitter nodigt waarnemers zonder stemrecht van desbetreffende ESCB-comités uit voor het bespreken van infrastructuurdiensten of -projecten van het Eurosysteem binnen hun competentiegebied. Van de MIB-leden wordt verwacht dat zijn ten minste 30 % van hun arbeidscapaciteit aan MIB-aangelegenheden besteden.

De MIB-leden zijn niet direct betrokken bij het oversight van Eurosysteeminfrastructuurdiensten of van entiteiten die deelnemen aan het hoger vermelde (bijv. centrale effectenbewaarinstellingen die afwikkelingstransacties uitbesteden aan T2S), voor zover die betrokkenheid tot belangenconflicten leidt, of kan leiden, met hun functies als leden van de MIB. Er moeten passende maatregelen worden genomen om dergelijke conflicten te onderkennen en te vermijden. Leden mogen geen deel uitmaken van het Interne Auditcomité (IAC) van het Eurosysteem, noch dagelijks betrokken zijn bij niveau 3-activiteiten.

HOOFDSTUK 2

Werkprocedures

1.   Besluitvorming

In overeenstemming met beginselen van goed bestuur, nemen leden regelmatig deel aan vergaderingen van de MIB. Deelname geschiedt op strikt persoonlijke basis; leden kunnen niet worden vervangen.

Voor geldige beraadslagingen van de MIB moet een quorum van zeven leden met stemrechten aanwezig zijn. Indien het quorum niet wordt gehaald, kan de voorzitter een buitengewone vergadering bijeenroepen waarin besluiten kunnen worden genomen zonder inachtneming van het quorum.

Voor zover mogelijk worden besluiten van de MIB bij consensus genomen. Bij gebrek daaraan, en op verzoek van de voorzitter, kan de MIB beslissen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

De MIB gaat tot stemming over op verzoek van de voorzitter. De voorzitter start ook een stemprocedure op verzoek van minstens 3 MIB-leden met stemrecht. Een lid moet zich onthouden van stemming als het een belangenconflict heeft in de zin van de Gedragscode. Afwezige stemgerechtigde leden kunnen hun stemrecht met betrekking tot een specifieke stemprocedure delegeren aan een ander stemgerechtigd lid, met dien verstande dat geen enkel stemgerechtigd lid meer dan twee stemmen mag uitbrengen over een bepaald onderwerp.

Besluiten kunnen ook in een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij drie of meer leden met stemrechten hiertegen bezwaar maken. Een schriftelijke procedure vereist: a) een voorafgaande kennisgeving van niet minder dan twee werkdagen (behalve in uitzonderlijke omstandigheden, als zodanig aangeduid door de voorzitter van de MIB, en b) een aantekening van een dergelijk besluit in de conclusies van de eerstvolgende vergadering van de MIB.

Niet-centrale bankleden van de MIB worden benoemd in een persoonlijke hoedanigheid. Ze hebben geen stemrechten en kunnen hun verantwoordelijkheden niet aan een ander MIB-lid of aan een derde delegeren.

2.   Verloop van vergaderingen van de MIB

De MIB beslist over de data van zijn vergaderingen op basis van een voorstel van de voorzitter. De MIB dient regelmatig bijeen te komen op basis van een rooster dat tijdig voor het begin van elk jaar wordt opgesteld.

De voorzitter kan buitengewone vergaderingen van de MIB bijeenroepen, wanneer hij/zij zulks nodig acht. De voorzitter zal een buitengewone vergadering bijeenroepen indien een verzoek voor een dergelijke vergadering door ten minste drie leden wordt ingediend.

De MIB houdt zijn vergaderingen doorgaans in de gebouwen van de ECB.

Vergaderingen kunnen ook worden gehouden door middel van teleconferentie, tenzij drie of meer leden hiertegen bezwaar maken.

De MIB stelt voor elke vergadering een agenda vast.

De aanwezigheid op vergaderingen van de MIB is beperkt tot MIB-leden en overige door de voorzitter uitgenodigde personen.

3.   Rapportage aan de besluitvormende organen van de ECB

De MIB rapporteert op regelmatige basis aan de besluitvormende organen van de ECB. In dit verband stelt de Raad voor zover nodig rapporten op voor de besluitvormende organen van de ECB.

4.   Interne informatiestroom en transparantie

Niet-centrale bankleden van de MIB ontvangen, onder strikte geheimhoudingsvoorwaarden, alle documentatie over infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem die aan de Raad van bestuur worden voorgelegd.

NCB's van het Eurosysteem die niet vertegenwoordigd zijn in de MIB hebben automatische toegang tot alle MIB-documentatie, met inbegrip van de agenda's en notulen, tegelijkertijd met de MIB-leden en zij kunnen voorafgaand aan MIB-vergaderingen schriftelijke opmerkingen verstrekken, zodat hun standpunten naar behoren in aanmerking kunnen worden genomen door de MIB. Ze kunnen ook een verzoek richten tot de voorzitter om deel te nemen aan de MIB indien ze bij een onderwerp een bijzonder belang hebben. De voorzitter is verantwoordelijk voor het informeren van dergelijke Eurosysteem NCB's als wordt geoordeeld dat zij een bijzonder belang kunnen hebben en mogelijk ook enig punt aan de orde kunnen stellen dat door een dergelijke Eurosysteem NCB naar voren wordt gebracht bij de MIB.

Ter garantie dat het Comité voor marktinfrastructuur en betalingsverkeer (Market Infrastructure and Payments Committee — MIPC) van het Eurosysteem wordt op de hoogte gehouden van het werk van de MIB, zal er een regelmatig rapportagepunt zijn over MIB-onderwerpen op elke MIPC-agenda. Indien dat passend geacht wordt, kunnen gezamenlijke vergaderingen van de MIPC en de MIB worden gehouden.

De samenwerking tussen de MIB en de andere ESCB-comités zal plaatsvinden door middel van schriftelijk overleg.

De werkzaamheden van de MIB zijn onderworpen aan het toezicht van het IAC.

5.   Externe stroom van informatie, transparantie en representatie

De voorzitter informeert elke relevante belanghebbende regelmatig over alle relevante kwesties met betrekking tot onder verantwoordelijkheid van de MIB vallende infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem. De voorzitter zorgt voor transparantie door de tijdige en consistente beschikbaarheid van relevante technische documentatie met betrekking tot de infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem op de aan de MIB gewijde afdeling van de website van de ECB.

Leden moeten de voorzitter van tevoren informeren over het op zich nemen van enigerlei relevante en substantiële externe activiteiten/communicatie met betrekking tot de verantwoordelijkheden en taken van de MIB, zoals het spreken over Eurosysteeminfrastructuurdiensten en -projecten onder de verantwoordelijkheid van de MIB op conferenties of vergaderingen met relevante belanghebbenden, en moeten de MIB binnen vijf werkdagen na het evenement een schriftelijke samenvatting verstrekken. Een substantiële externe activiteit/communicatie moet in het belang zijn van het Eurosysteem en moet beleidsbeslissingen van de Raad van bestuur respecteren.

6.   Ondersteuning

De MIB zal organisatorische ondersteuning krijgen van de ECB, onder andere voor de voorbereiding van de MIB-vergaderingen, inclusief documentatie van de vergadering.

Als regel stuurt de ECB te bespreken documenten vijf werkdagen voorafgaande aan een vergadering aan de leden. Korte documenten kunnen echter één werkdag van tevoren worden toegestuurd. Documenten die minder dan twee werkdagen van tevoren zijn toegezonden, worden beschouwd als „ter tafel komende documenten” die niet kunnen leiden tot een besluit van de MIB, tenzij alle leden anders overeenkomen.

Na elke vergadering van de MIB, stelt de ECB ontwerpnotulen op waarin de onderwerpen worden vastgelegd waarover is beraadslaagd, en de resultaten van de discussie, alsook de overeengekomen opvolging. De ontwerpnotulen bevatten de tijdens de vergadering door individuele leden verwoorde standpunten indien zulks wordt verzocht. De ontwerpnotulen worden binnen vijf werkdagen na de vergadering aan de leden verspreid.

Na elke vergadering van de MIB stelt de ECB tevens een ontwerp op van een actielijst met de taken en uiterste termijnen die tijdens die vergadering werden toegewezen en overeengekomen, welke lijst binnen vijf werkdagen na de vergadering aan de leden wordt verspreid.

De ontwerpnotulen en actielijst worden op de eerstvolgende vergadering (of, indien nodig, eerder door middel van een schriftelijke procedure) ter goedkeuring aan de MIB voorgelegd en worden door de voorzitter ondertekend.

De MIB moet een controller benoemen en input van hem ontvangen; deze kan een van zijn leden zijn.

De MIB kan substructuren creëren in overeenstemming met de ECB. Een substructuur kan anders worden samengesteld dan de MIB-samenstelling en deze zou voor alle Eurosysteem-NCB's toegankelijk zijn, en indien relevant toegankelijk voor deelneming door niet-Eurosysteem NCB's.

7.   Herziening van het mandaat

Het MIB-mandaat kan om de vijf jaar worden herzien in het licht van de ervaring die is opgedaan.


BIJLAGE III

RAAD VOOR MARKTINFRASTRUCTUUR

GEDRAGSCODE

INLEIDING

De Raad voor marktinfrastructuur (Market Infrastrucure Board — MIB) is samengesteld uit leden benoemd door de Raad van bestuur (de „Raad van Bestuur”) van de Europese Centrale Bank (ECB). Leden moeten uitsluitend handelen in het belang van het Eurosysteem en moeten voldoende tijd uittrekken voor hun actieve betrokkenheid bij het werk van de MIB.

De MIB is het bestuursorgaan dat de Raad van bestuur ondersteunt, door te verzekeren dat de infrastructuurdiensten van het Eurosysteem, platforms, toepassingen en gerelateerde diensten op het gebied van afwikkeling in contanten, effectenafwikkeling en onderpandbeheer (de „infrastructuurdiensten van het Eurosysteem”) worden onderhouden en verder ontwikkeld, alsook dat projecten met betrekking tot de bestaande of nieuwe infrastructuurdiensten van het Eurosysteem („infrastructuurprojecten van het Eurosysteem” of „projecten”) worden beheerd, overeenkomstig de doelstellingen van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), de zakelijke behoeften, de technologische vooruitgang, het juridisch kader dat van toepassing is op infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem, alsmede voorschriften inzake regelgeving en oversight, volledig in naleving van de mandaten van de ESCB-comités die ingesteld werden overeenkomstig artikel 9 van het Reglement van orde van de ECB. De MIB rapporteert aan de besluitvormende organen van de ECB.

Voor de geïnformeerde en onafhankelijke besluitvorming van de Raad van bestuur is het essentieel dat het werk van de MIB niet wordt beïnvloed door omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot een belangenconflict van zijn leden. Het is ook essentieel voor het behoud van de reputatie en geloofwaardigheid van het Eurosysteem en het ESCB en voor de juridische deugdelijkheid van de infrastructuurdiensten en -projecten van het Eurosysteem, dat de MIB-leden geleid worden door en ervoor gezorgd wordt dat ze geleid worden door het algemeen belang van het Eurosysteem. Leden moeten daarom a) situaties van feitelijke of schijnbare belangenconflicten vermijden; b) alleen handelen in het beste belang van het Eurosysteem bij hun contacten met overheden, centrale banken, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en andere externe belanghebbenden die betrokken zijn bij het ontwerp, de ontwikkeling en de werking van marktinfrastructuren, platforms, toepassingen en gerelateerde diensten die door het Eurosysteem worden aangeboden, en c) zorgen voor objectiviteit, neutraliteit en eerlijke concurrentie tussen leveranciers met een belang in marktinfrastructuren, platforms, toepassingen en gerelateerde diensten aangeboden door het Eurosysteem.

De in artikel 37.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”) voorziene beroepsgeheimverplichting geldt zowel voor ECB-personeel als voor personeel van nationale centrale banken (NCB's) die ESCB-taken uitvoeren, en bestrijkt, onder andere, vertrouwelijke informatie betreffende handelsgeheimen of informatie die een commerciële waarde heeft. Een soortgelijke verplichting geldt voor niet-centrale bankleden van de MIB. Niet-centrale bankleden moeten ook alle bijkomende gedragsregels naleven die in hun benoemingsbrief en in hun contract met de ECB kunnen zijn opgenomen.

Het is passend en in overeenstemming met een goede administratieve praktijk dat de arbeidsvoorwaarden die gelden voor de voorzitter van de MIB en de bepalingen toepasselijk op MIB-leden die personeelslid van een NCB zijn, voorzien in rechtsmiddelen bij schendingen van deze Gedragscode (hierna: de „Code”). Een soortgelijke bepaling geldt voor niet-centrale bankleden van de MIB, zoals omschreven in bijlage IV.

Deze Code doet geen afbreuk aan eventuele vereisten die voortvloeien uit andere ethische bepalingen zoals van toepassing kunnen zijn op de leden van de MIB in hun functie als personeelslid van de ECB of een NCB.

1.   Definities

In dit richtsnoer wordt verstaan onder:

a)

„voorzitter”: de persoon die door de Raad van bestuur is aangewezen om voorzitter te zijn van de MIB;

b)

„vicevoorzitter”: de persoon die de voorzitter ondersteunt en die wordt benoemd uit de MIB-leden door de Raad van bestuur. De exclusieve taak van de vicevoorzitter is voorzitter zijn van MIB-vergaderingen bij tijdelijke afwezigheid van de voorzitter tijdens een vergadering, in overeenstemming met de vooraf vastgestelde agenda voor de betrokken MIB-vergadering;

c)

„vertrouwelijke informatie”, onverminderd de geheimhoudingsplicht in artikel 37.1 van de ESCB-statuten of de classificatie van documenten volgens het vertrouwelijkheidsregime van de ECB dat aan elk lid van de MIB worden verstrekt: i) handelsgeheimen van het Eurosysteem of van derden en informatie die een commerciële waarde heeft, anders dan ten behoeve van het werk van de MIB; ii) informatie waarvan de ongeoorloofde openbaarmaking de wezenlijke belangen van het Eurosysteem zou kunnen schaden, en iii) informatie die een redelijk persoon als vertrouwelijk zou beschouwen; „vertrouwelijke informatie” omvat niet informatie die: i) voor het publiek algemeen beschikbaar is of wordt, behalve via een schending van deze Code; of ii) onafhankelijk door een derde die geen toegang heeft tot vertrouwelijke informatie, wordt ontwikkeld, of iii) met inachtneming van paragraaf 3, bij wet moet worden openbaar gemaakt;

d)

„niet-centralebankenlid”: een lid van de MIB dat geen personeelslid is van de ECB of een NCB;

e)

„mandaat”: het in bijlage I uiteengezette mandaat;

f)

„lid”: een lid van de MIB, met inbegrip van de voorzitter;

g)

„leveranciers”: commerciële entiteiten en handelsorganisaties die goederen en/of diensten leveren en/of een belang hebben in het leveren van goederen en/of diensten in verband met marktinfrastructuren, platforms, toepassingen en gerelateerde diensten die worden aangeboden door het Eurosysteem.

2.   Vermijden van belangenconflicten

a)

In verband met de levering van goederen en/of diensten die relevant zijn voor het mandaat van de MIB, wordt een belangenconflict geacht te ontstaan in de omstandigheden beschreven in artikel 0.2.1.2 van de ECB-personeelsverordeningen en -regelingen, en in het bijzonder wanneer een lid een professioneel belang of aandeel heeft in een leverancier, hetzij door eigendom, zeggenschap, investeringen, persoonlijke loyaliteit of anderszins, die feitelijk de onpartijdige en objectieve uitvoering van de taken van dat lid beïnvloedt of kan beïnvloeden.

b)

Leden handelen in het algemene belang van het Eurosysteem en streven de verantwoordelijkheden en taken van de MIB na. Zij vermijden situaties die aanleiding kunnen geven tot een belangenconflict.

c)

Indien een belangenconflict optreedt of waarschijnlijk zal optreden in verband met de taken van de MIB, maakt het betrokken lid een dergelijk feitelijk of potentieel belangenconflict bekend aan de nalevingsautoriteit van de centrale bank van dat lid (of, in het geval van een niet van een centrale bank afkomstig lid, aan het Bureau voor Compliance en Governance van de ECB) door middel van het formulier in aanhangsel 2 en informeert hierover tegelijkertijd de voorzitter. Indien de nalevingsautoriteit (of, in het geval van een niet-centralebankenlid, het Bureau voor Compliance en Governance van de ECB) concludeert dat er sprake is van een belangenconflict, doet deze een aanbeveling aan de gouverneur of president van de betrokken centrale bank (of, in het geval van een niet-centralebankenlid, aan de president van de ECB) betreffende het aangewezen beleid ten aanzien van het belangenconflict.

d)

Indien een lid tijdens een vergadering van de MIB redenen heeft te geloven dat de deelname van een ander lid aan de bespreking, stemming of schriftelijke procedure van de MIB aanleiding zou kunnen geven tot een belangenconflict, informeert dat lid onmiddellijk de voorzitter.

e)

De voorzitter nodigt het lid over wie bezorgdheden van een belangenconflict zijn gerezen ingevolge de leden c) en d) uit, om aan te geven of er sprake is van een daadwerkelijk of potentieel belangenconflict. De voorzitter informeert de nalevingsautoriteit van de betrokken centrale bank (of, in het geval van een niet-centralebankenlid, het Bureau voor Compliance en Governance van de ECB) onverwijld over een dergelijk geval en, indien dit noodzakelijk wordt geacht, eveneens de Raad van bestuur.

f)

Indien de voorzitter het betrokken lid bedoeld in leden c), d) of e) is, informeert de voorzitter het Bureau voor Compliance en Governance van de ECB.

g)

Leden moeten zich onmiddellijk ervan onthouden deel te nemen aan discussies, beraadslagingen of stemmingen over enige kwestie ten aanzien waarvan dat lid een belangenconflict heeft en zij mogen geen gerelateerde documentatie ontvangen.

3.   Correct gebruik van vertrouwelijke informatie

a)

Leden gebruiken vertrouwelijke informatie uitsluitend ten behoeve van en in het belang van het Eurosysteem en in de uitoefening van de doelstellingen van de MIB, overeenkomstig het mandaat van de MIB.

b)

Leden mogen in geen geval buiten de perken van hun mandaat vertrouwelijke informatie bekendmaken aan derden en/of entiteiten binnen of buiten het Eurosysteem. Wat betreft de voorzitter van de MIB en NCB-personeelsleden, zij mogen alleen vertrouwelijke informatie bekendmaken aan personeelsleden van hun centrale bank voor zover kennis van deze informatie onontbeerlijk is ter verlening van advies opdat betreffende een specifieke aangelegenheid een mening kan worden gevormd. Vertrouwelijke informatie die gemarkeerd is als „alleen voor leden”, mag in beginsel niet door leden worden bekendgemaakt aan personeelsleden van hun centrale bank, tenzij door de MIB anders is overeengekomen.

c)

Leden moeten alle noodzakelijke maatregelen treffen om de niet-bedoelde openbaarmaking van of ongeoorloofde toegang tot vertrouwelijke informatie te voorkomen.

d)

Leden mogen geen vertrouwelijke informatie gebruiken voor eigen voordeel of ten behoeve van enige andere persoon in overeenstemming met artikel 4.1.3 van het Ethisch kader van de ECB en nationale maatregelen ter uitvoering van artikel 7, lid 2, van Richtsnoer (EU) 2015/855 van de Europese Centrale Bank (1). Zij mogen met name geen gebruikmaken van vertrouwelijke informatie bij een private financiële transactie of bij het aanbevelen of afraden van dergelijke transacties.

e)

Voor zover een lid door een rechtbank of regelgevende, toezichthoudende of andere bevoegde autoriteit die rechtsmacht heeft over dat lid, wordt bevolen vertrouwelijke informatie bekend te maken of beschikbaar te stellen, moet het desbetreffende lid:

i)

de voorzitter en de nalevingsautoriteit van zijn/haar centrale bank (of, in het geval van een niet-centralebankenlid, het Bureau voor Compliance en Governance van de ECB) wanneer dit door de wet is toegestaan, onmiddellijk schriftelijk in kennis stellen, van een dergelijk bevel, en daarbij zo veel mogelijk bijzonderheden verstrekken;

ii)

deskundig juridisch advies inwinnen met betrekking tot de rechtmatigheid en afdwingbaarheid van een dergelijk bevel, indien dit noodzakelijk wordt geacht door de voorzitter;

iii)

met alle betrokken centrale banken samenwerken en zodanige bijstand verlenen als de voorzitter in redelijkheid kan verlangen om het de MIB of de NCB van het betrokken lid mogelijk te maken rechtsmiddelen aan te wenden om de vertrouwelijke informatie te beschermen;

iv)

de rechtbank of de betrokken autoriteit in kennis stellen van de vertrouwelijke aard van de informatie en de rechtbank of autoriteit verzoeken de vertrouwelijkheid van de informatie te bewaren, voor zover door de wet is toegestaan.

Indien deze paragraaf de voorzitter aangaat, informeert hij/zij het Bureau voor Compliance en Governance van de ECB.

4.   Principes van communicatie met externe partijen

a)

Met inachtneming van de vereisten betreffende vertrouwelijke informatie, streven leden in hun contacten met leveranciers of handelsorganisaties die leveranciers vertegenwoordigen, ernaar de handhaving van eerlijke mededinging te waarborgen en op een gecoördineerde en niet-discriminerende manier objectieve en relevante informatie te verstrekken aan alle leveranciers of vertegenwoordigers. Afhankelijk van de te verschaffen informatie, kan dit doel worden bereikt door hen te betrekken in een constructieve dialoog en met hen documentatie te delen in overleggroepen.

b)

Leden geven passende aandacht aan elke aan hen door leveranciers of handelsorganisaties die leveranciers vertegenwoordigen, gerichte schriftelijke communicatie. Leden behandelen dergelijke communicaties als vertrouwelijk, tenzij het tegengestelde expliciet door de potentiële leverancier of vertegenwoordiger wordt gesteld.

c)

Paragraaf 4, onder a) en b), moet niet aldus worden uitgelegd dat daardoor contacten worden belemmerd tussen de MIB en de leveranciers of handelsorganisaties die leveranciers vertegenwoordigen.

5.   Advies betreffende ethische kwesties

Indien een lid een vraag heeft betreffende de toepassing van de Code, dient dat lid om advies te vragen aan het Bureau voor Compliance en Governance van de ECB.

6.   Sancties en slotbepalingen

a)

Onverminderd de regels betreffende disciplinaire procedures in hun arbeidsvoorwaarden of onverminderd een van toepassing zijnde strafrechtelijke, disciplinaire, administratieve of contractuele boete, zal een lid dat deze Code schendt, onmiddellijk in aanmerking komen om uit de MIB te worden ontslagen en vervangen.

b)

Een lid blijft gebonden door de afdelingen 2 en 3, zelfs nadat dat lid zijn taken heeft gestaakt als MIB-lid.

c)

Een voormalig lid mag vertrouwelijke informatie niet gebruiken om een dienstbetrekking te verwerven bij een leverancier, dan wel als werknemer van een leverancier vertrouwelijke informatie die is verkregen ingevolge zijn/haar deelname in de MIB onthullen of gebruiken.

d)

In het eerste jaar na beëindiging van hun functie, moeten leden elk belangenconflict vermijden dat zou kunnen ontstaan uit een nieuwe beroepsactiviteit of benoeming. Ze moeten de voorzitter met name schriftelijk informeren wanneer ze van plan zijn een beroepsactiviteit te ontplooien of een benoeming te aanvaarden, en ze moeten advies van de MIB inwinnen alvorens zich te verplichten. De MIB moet, waar van toepassing, aangelegenheden doorverwijzen naar het Bureau voor Compliance en Governance.

e)

Indien een voormalig lid de vereisten van de leden c) en d) niet respecteert, kan de MIB de werkgever van dat voormalige lid informeren dat er sprake is van een feitelijk of potentieel belangenconflict tussen de nieuwe functie en de vroegere functie van dat voormalige lid.

7.   Geadresseerden en verspreiding

Deze code is gericht tot de leden. Een kopie wordt verspreid aan elk bestaand lid en aan nieuwe leden bij hun benoeming. Van leden wordt verlangd dat ze aanhangsel 1 en 2 ondertekenen alvorens deel te nemen aan vergaderingen van de MIB.


(1)  Richtsnoer (EU) 2015/855 van de Europese Centrale Bank van 12 maart 2015 tot vaststelling van beginselen van een Ethisch Kader voor het Eurosysteem en tot intrekking van Richtsnoer ECB/2002/6 betreffende door de Europese Centrale Bank en nationale centrale banken in acht te nemen minimumnormen bij het verrichten van monetaire beleidstransacties en valutamarktoperaties met de externe reserves van de Europese Centrale Bank en bij het beheren van de externe reserves van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/11) (PB L 135 van 2.6.2015, blz. 23).

Aanhangsel 1

VERKLARING VAN NALEVING VAN DE GEDRAGSCODE

Door deze Verklaring, aanvaard ik de bijgevoegde Gedragscode en erken ik mijn verplichtingen op grond ervan, in het bijzonder mijn verplichting om a) strikt vertrouwelijk te handelen en geen vertrouwelijke informatie te onthullen die door mij is verkregen, ook in overeenstemming met het vertrouwelijkheidsregime van de ECB; b) situaties te vermijden en bekend te maken die een belangenconflict zouden inhouden bij de uitvoering van mijn taken als lid van de Raad voor marktinfrastructuur („Market Infrastrucure Board” — „MIB”) in verband met de bevoegdheden van de MIB, en c) geen vertrouwelijke informatie te gebruiken voor eigen voordeel of ten behoeve van enige andere persoon; met name mag ik geen gebruikmaken van vertrouwelijke informatie bij een private financiële transactie of bij het aanbevelen of afraden van dergelijke transacties.

(Handtekening en datum)

(Volledige naam)

(Adres)

Aanhangsel 2

BELANGENVERKLARING (1)

(Volledige naam)

(Adres)

(Beroep)

De bevoegdheden van de Raad voor marktinfrastructuur (de „MIB”) worden direct of indirect (bijv. in verband met een familielid) beïnvloed door de volgende geldelijke en/of niet-geldelijke belangen, die een belangenconflict zouden kunnen betekenen in de zin van de Gedragscode (2):

Investering (bijv. direct of indirect in een commerciële entiteit, met inbegrip van dochterondernemingen of andere entiteiten die tot hetzelfde concern behoren, welke entiteit een belang heeft als een potentiële leverancier, tenzij aangehouden via belegging of pensioenfondsen of soortgelijk):

Positie (bijv. huidige of eerdere, betaald of onbetaald, bij een commerciële entiteit die een belang heeft als een potentiële leverancier):

Inkomsten of giften (bijv. huidige, eerdere of verwachte bezoldiging, met inbegrip van uitgestelde uitkeringen, in een later stadium uit te oefenen opties en overdrachten van pensioenrechten, of giften ontvangen van een commerciële entiteit die een belang heeft als een leverancier):

Overige:

Ik verklaar hierbij, op mijn woord van eer, dat de hier vermelde informatie naar mijn beste weten waar en volledig is.

(Handtekening en datum)

(Volledige naam)


(1)  Indien een lid geen relevant belang heeft, dient dit te worden aangegeven door in de desbetreffende velden „geen” in te vullen.

(2)  Een lid met een relevant belang dient alle relevante feiten en omstandigheden te beschrijven, indien nodig moet hij daarbij extra ruimte gebruiken.


BIJLAGE IV

PROCEDURES EN VEREISTEN VOOR DE SELECTIE, BENOEMING EN VERVANGING VAN DE NIET VAN EEN CENTRALE BANK AFKOMSTIGE LEDEN VAN DE RAAD VOOR MARKTINFRASTRUCTUUR

1.   Oproep tot mededinging

1.1.

De Europese Centrale Bank (ECB) zal een oproep tot mededinging bekendmaken voor de benoeming van deskundigen als niet van een centrale bank afkomstige leden van de MIB en voor de instelling van een reservelijst. De oproep tot mededinging zal worden uitgevoerd overeenkomstig Besluit (EU) 2016/245 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/2) (1). Ze zal echter afwijken van artikel 22 van Besluit (EU) 2016/245 (ECB/2016/2). De oproep tot mededinging moet in overeenstemming zijn met de belangrijkste beginselen van openbare aanbesteding en correcte en transparante mededinging verzekeren.

1.2.

In de oproep tot mededinging wordt onder meer wat volgt uiteengezet: a) de rol van de MIB; b) de rol van niet van een centrale bank afkomstige leden binnen de MIB; c) de selectiecriteria; d) de relevante financiële aspecten, en e) de sollicitatieprocedure, met inbegrip van de uiterste termijn voor de ontvangst van sollicitaties.

1.3.

De oproep tot mededinging wordt tegelijkertijd bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de website van de ECB. In voorkomende gevallen kan de ECB gebruikmaken van aanvullende middelen om de oproep tot mededinging bekend te maken. In het geval van tegenstrijdigheden is de in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte versie beslissend.

1.4.

De uiterste termijn voor kandidaten om een sollicitatie in te dienen moet ten minste 35 kalenderdagen na bekendmaking van de oproep tot mededinging in het Publicatieblad van de Europese Unie liggen.

2.   Selectieprocedure

2.1.

De Raad van Bestuur van de ECB (de „Raad van bestuur”) moet na voltooiing van de desbetreffende mededingingsprocedure de niet-centrale bankleden van de MIB aanstellen op basis van een voorstel van de Directie van de ECB (de „Directie”).

2.2.

De Directie evalueert de kandidaten overeenkomstig de selectiecriteria die zijn uiteengezet in deel 3 van deze bijlage IV.

2.3.

De voorzitter van de MIB, vertegenwoordigers van nationale centrale banken van het Eurosysteem, en personeel van de ECB kunnen de directie ondersteunen bij het voltooien van de beoordelingsformulieren van de kandidaten, welke beoordelingsformulieren een samenvatting bevatten van verdiensten en tekortkomingen van de kandidaat vergeleken met de selectiecriteria voor het mandaat en een aanbeveling voor benoeming overeenkomstig de geschiktheid van een kandidaat.

2.4.

Afwijkend van artikel 22, lid 6, van Besluit (EU) 2016/245 (ECB/2016/2), zullen twee kandidaten onmiddellijk worden benoemd en zal een reservelijst worden opgesteld voor potentiële kandidaten voor toekomstige vacatures.

3.   Selectiecriteria

De selectiecriteria zijn:

a)

ervaring als hogere functionaris in de betalingssector of ervaring in de effectsector, hetzij als een dienstverlener of als een afnemer van diensten op dit gebied, alsook ervaring betreffende de bredere financiële sector van de Unie;

b)

ten minste 10 jaar ervaring in de omgang met belangrijke marktspelers op financiële markten van de Unie;

c)

relevante ervaring, bij voorkeur ervaring in projectbeheer, en

d)

het vermogen om effectief in het Engels te communiceren.

4.   Reservelijst

4.1.

De ECB zal ernaar streven om altijd een reservelijst van kandidaten te behouden om de posities van niet-centrale bankleden van de MIB in te vullen.

4.2.

In geval van een vacature in de MIB voor een niet-centralebankenlid, kan de Directie een kandidaat van de reservelijst selecteren volgens zijn/haar rangorde en hem/haar aan de Raad van bestuur voorstellen als lid van de MIB voor een mandaat van 36 maanden of minder. Dat mandaat kan met een nieuwe termijn van niet langer dan 36 maanden worden verlengd, zodat de totale looptijd de maximaal toegestane duur voor niet-centrale bankleden van [zes] jaar niet overschrijdt.

4.3.

De reservelijst blijft na goedkeuring door de Raad van bestuur geldig voor een periode van 36 maanden. De Raad van bestuur kan de geldigheid van de reservelijst verlengen voor een bijkomende periode van 36 maanden als zij dat noodzakelijk acht.

4.4.

Afwijkend van artikel 22, lid 7, van Besluit (EU) 2016/245 (ECB/2016/2), staat de reservelijst niet open voor nieuwe sollicitanten.

4.5.

In afwijking van artikel 22, lid 8, van Besluit (EU) 2016/245 (ECB/2016/2), hebben kandidaten toegang tot hun gegevens en kunnen ze die bijwerken of corrigeren, maar ze kunnen hun informatie over hun voldoening aan de selectiecriteria niet bijwerken of corrigeren na de sluitingsdatum van de oproep tot mededinging.

5.   Benoeming

5.1.

Niet-centrale bankleden van de MIB worden benoemd in hun persoonlijke hoedanigheid. Ze kunnen hun verantwoordelijkheden niet aan een ander lid of aan een derde delegeren.

5.2.

Alle benoemingen zijn afhankelijk van de ondertekening door de benoemde persoon van een benoemingscontract dat werd ondertekend door de voorzitter van de MIB, alsook een contract met de ECB betreffende toepasselijke vergoedingen en rechten van terugbetaling betreffende onkosten, en eveneens de in paragraaf 6.1 bedoelde verklaringen.

5.3.

De Raad van bestuur benoemt niet-centrale bankleden van de MIB als niet stemgerechtigde leden van de MIB voor een termijn van niet langer dan 36 maanden, hernieuwbaar voor een nieuwe termijn van 36 maanden, zodat de totale looptijd de maximaal toegestane duur voor niet-centrale bankleden van zes jaar niet overschrijdt.

6.   Verklaringen

6.1.

Niet-centrale bankleden van de MIB verbinden zich ertoe de MIB-Gedragscode na te leven. Dienovereenkomstig wordt van hen verlangd dat zij de „Verklaring van naleving van de Gedragscode” in aanhangsel 1 van bijlage III ondertekenen en de „Verklaring van belang” in aanhangsel 2 van bijlage III invullen en ondertekenen.

6.2.

Van niet-centrale bankleden van de MIB wordt tevens verlangd dat ze de in de oproep tot mededinging bepaalde verklaringen ondertekenen.

7.   Beëindiging en vervanging

7.1.

De Raad van bestuur kan het mandaat van een niet-centralebankenlid van de MIB beëindigen, indien, wat betreft dit niet-centralebankenlid één van wat volgt zich voordoet: een belangenconflict, plichtsverzuim, onvermogen om zijn/haar taken te vervullen, schending van de Gedragscode en/of ernstig wangedrag.

7.2.

Het mandaat van een niet van een niet-centralebankenlid wordt als beëindigd beschouwd wanneer het niet-centralebankenlid ontslag neemt of zijn/haar mandaat verloopt zonder te worden vernieuwd.

7.3.

Indien een mandaat voor het einde van de periode van 36 maanden wordt beëindigd, zijn paragraaf 4.2 en 4.3 van toepassing.

(1)  Besluit (EU) 2016/245 van de Europese Centrale Bank van 9 februari 2016 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2016/2) (PB L 45 van 20.2.2016, blz. 15).


Top