EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0015(01)

Besluit (EU) 2019/1006 van de Europese Centrale Bank van 7 juni 2019 tot wijziging van Besluit ECB 2011/20 tot vaststelling van gedetailleerde regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van de geschiktheidscriteria voor centrale effectenbewaarinstellingen voor toegang tot TARGET2-Securities-diensten (ECB/2019/15)

OJ L 163, 20.6.2019, p. 103–107 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/1006/oj

20.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/103


BESLUIT (EU) 2019/1006 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 7 juni 2019

tot wijziging van Besluit ECB 2011/20 tot vaststelling van gedetailleerde regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van de geschiktheidscriteria voor centrale effectenbewaarinstellingen voor toegang tot TARGET2-Securities-diensten (ECB/2019/15)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 3.1 en artikel 12.1, en de artikelen 17, 18 en 22,

Gezien Richtsnoer ECB/2012/13 van 18 juli 2012 betreffende TARGET2-Securities (1), met name artikel 4, lid 2, onder d), en artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2011/20 (2) zet de aanvraagprocedure uiteen voor de toegang van centrale effectenbewaarinstelling tot TARGET2-Securities-diensten, waarbij één van de vereisten voorschrijft dat de centrale effectenbewaarinstelling door de bevoegde autoriteit positief is beoordeeld in het licht van de aanbevelingen van het Europees Stelsel van centrale banken/Comité van Europese effectenregelgevers. De aanbevelingen van het Europees Stelsel van centrale banken/Comité van Europese effectenregelgevers zijn vervangen door de beginselen voor financiële marktinfrastructuren van het Comité voor marktinfrastructuur en betalingsverkeer en de Internationale organisatie van effectentoezichthouders (3) (PFMI), of een set van voorschriften die deze beginselen verwerken, bijvoorbeeld in de Europese Economische Ruimte middels Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4).

(2)

Op 25 januari 2019 heeft de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) Besluit (EU) 2019/166 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/3) (5) vastgesteld waarmee de "Raad voor marktinfrastructuur" (Market Infrastructure Board — MIB) in zijn huidige formaat is ingesteld. Voorheen kwam de MIB in verschillende specifieke samenstellingen bijeen en de T2S-raad functioneerde als een dergelijke specifieke samenstelling.

(3)

De regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van de geschiktheidscriteria voor toegang van centrale effectenbewaarinstellingen tot TARGET2-Securities-diensten, met name met betrekking tot CSD-toegangscriterium 2, hebben enkele wijzigingen ondergaan.

(4)

Besluit ECB/2011/20 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit ECB/2011/20 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 1 wordt punt 4 vervangen door:

"4.   "CSD-toegangscriterium 2": het criterium zoals bepaald in artikel 15, lid 1, onder b), van Richtsnoer ECB/2012/13 (*1), d.w.z. dat CSD's in aanmerking komen voor toegang tot T2S-diensten indien zij door de bevoegde autoriteiten positief beoordeeld zijn in het licht van (i) Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (*2), voor in een EER-land gevestigde CSD's, of de beginselen voor financiële marktinfrastructuren van het Comité voor marktinfrastructuur en betalingsverkeer en de Internationale organisatie van effectentoezichthouders (*3), of een rechtskader dat deze beginselen verwerkt, voor in een niet-EER-land gevestigde CSD's.

(*1)  Richtsnoer ECB/2012/13 van 18 juli 2012 betreffende TARGET2-Securities (PB L 215 van 11.8.2012, blz. 19)."

(*2)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1)."

(*3)  CPMI-IOSCO, Principles for Financial Market Infrastructures (april 2012);""

2.

In artikel 1 wordt punt 11 vervangen door:

"11.   "Raad voor marktinfrastructuur" (Market Infrastructure Board), of "MIB": het bestuursorgaan dat is ingesteld bij Besluit (EU) 2019/166 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/3) (*4);

(*4)  Besluit (EU) 2019/166 van de Europese Centrale Bank van 25 januari 2019 tot wijziging van Besluit ECB/2012/6 houdende de instelling van de TARGET2-Effectenraad (ECB/2019/3) (PB L 32 van 4.2.2019, blz. 14).";"

3.

In artikel 1 wordt punt 12 vervangen door:

"12.   "Adviesgroep marktinfrastructuur voor effecten en zakelijke zekerheden" (Advisory Group on Market Infrastructures for Securities and Collateral), of "AMI SeCo": heeft dezelfde betekenis als in artikel 2, punt 25, van Richtsnoer ECB/2012/13;";

4.

In artikel 3, lid 1, worden de woorden "een beoordelingsverslag" vervangen door de woorden "een zelfbeoordelingsverslag";

5.

In artikel 3, lid 2, worden de woorden "een beoordelingsverslag" vervangen door de woorden "een zelfbeoordelingsverslag";

6.

Artikel 5 wordt als volgt vervangen:

"Artikel 5

Voortdurende naleving van de vijf CSD-toegangscriteria

1.   Een CSD met toegang tot T2S-diensten leeft na haar migratie naar T2S de vijf CSD-toegangscriteria voortdurend na en:

a)

garandeert in het bijzonder via een betrouwbare, jaarlijks doorgevoerde en met relevante documentatie gestaafde zelfbeoordeling dat zij nog steeds voldoet aan de CSD-toegangscriteria 1, 3, 4 en 5;

b)

verstrekt de MIB onmiddelijk de meest recente uitkomst van de beoordeling van de betreffende bevoegde autoriteit in het licht van Verordening (EU) nr. 909/2014, de beginselen voor financiëlemarktinfrastructuren van het Comité voor marktinfrastructuur en betalingsverkeer en de Internationale organisatie van effectentoezichthouders (PFMI), of een rechtskader dat de PFMI verwerkt. Als de uitkomst van bovengenoemde beoordeling niet beschikbaar is, dient CSD een zelfcertificering in op basis van de relevante documentatie;

c)

verzoekt bij materiële wijzigingen aan het CSD-systeem de betreffende bevoegde autoriteiten om een nieuwe beoordeling van de naleving van Verordening (EU) nr. 909/2014, de PFMI, of een regelgevend kader dat de PFMI verwerkt;

d)

stelt de MIB onverwijld in kennis van een beoordeling door een betreffende bevoegde autoriteit of een zelfbeoordeling waarin de niet-naleving van één van de vijf CSD-toegangscriteria is vastgesteld;

e)

verstrekt op verzoek van de MIB een beoordelingsverslag dat aantoont dat de CSD de vijf CSD-toegangscriteria nog steeds naleeft.

2.   De MIB kan zijn eigen evaluaties uitvoeren en toezien op de naleving van de vijf CSD-toegangscriteria, dan wel informatie van een CSD vragen. Indien de MIB beslist dat een CSD niet voldoet aan één van de vijf CSD-toegangscriteria, start hij de in de overeenkomsten met de CSD's vastgelegde procedure krachtens artikel 16 van Richtsnoer ECB/2012/13.";

7.

In de artikelen 3 en 4 en in de bijlage worden verwijzingen naar de "T2S-Programmaraad" vervangen door: "MIB";

8.

In artikel 4 worden verwijzingen naar de "T2S-Adviesgroep" vervangen door "AMI SeCo";

9.

De bijlage wordt overeenkomstig de bijlage bij dit richtsnoer gewijzigd.

Artikel 2

Overgangsbepaling

Met betrekking tot de naleving van CSD-toegangscriterium 2 blijft de uitkomst van de beoordeling door de betreffende bevoegde autoriteiten in het licht van de aanbevelingen van het Europees Stelsel van centrale banken/Comité van Europese effectenregelgevers geldig totdat de betrokken centrale effectenbewaarinstelling is beoordeeld door de betreffende bevoegde autoriteiten in het licht van Verordening (EU) nr. 909/2014, de PFMI of een regelgevend kader dat de PFMI verwerkt.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 7 juni 2019.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 215 van 11.8.2012, blz. 19.

(2)  Besluit ECB/2011/20 van 16 november 2011 tot vaststelling van gedetailleerde regels en procedures voor de tenuitvoerlegging van de geschiktheidscriteria voor centrale effectenbewaarinstellingen voor toegang tot TARGET2-securities-diensten (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 117).

(3)  CPMI-IOSCO, Principles for Financial Market Infrastructures (april 2012).

(4)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).

(5)  Besluit (EU) 2019/166 van de Europese Centrale Bank van 25 januari 2019 betreffende de Raad voor marktinfrastructuur en tot intrekking van Besluit ECB/2012/6 betreffende de instelling van de TARGET2-Effectenraad (ECB/2019/3) (PB L 32 van 4.2.2019, blz. 14).


BIJLAGE

De bijlage bij Besluit ECB/2011/20 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Afdeling II wordt als volgt vervangen:

"II.   Tenuitvoerleggingsdetails voor CSD-toegangscriterium 2

Een CSD verschaft de volgende documentatie in het kader van haar beoordeling aan de hand van dit criterium:

a)

voor een in een EER-land gevestigde CSD, de uitkomst van de beoordeling of, indien dit van recentere datum is, het bewijs van de vergunning van de betreffende bevoegde autoriteiten in het licht van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (*1); de CSD zal een zelfcertificering indienden die in overeenstemming is met de beoordeling en/of vergunning indien geen bewijs voorhanden is dat aan die verordening is voldaan, of

b)

voor een in een niet-EER-land gevestigde CSD, de uitkomst van de beoordeling of, indien dit van recentere datum is, het bewijs van de vergunning vanwege de betreffende bevoegde autoriteiten in het licht van de beginselen voor financiële marktinfrastructuren van het Comité voor marktinfrastructuur en betalingsverkeer en de Internationale organisatie van effectentoezichthouders (PFMI) (*2), of een toepasselijk rechtskader dat de PFMI verwerkt. Indien geen bewijs voorhanden is dat aan het rechtskader dat de PFMI verwerkt is voldaan, zal de CSD een zelfcertificering indienen die in overeenstemming is met de beoordeling en/of vergunning.

Waar door de betreffende bevoegde autoriteiten tekortkomingen zijn geconstateerd met betrekking tot de naleving door de CSD van de Verordening (EU) nr. 909/2014 PFMI of een regelgevend kader dat de PFMI verwerkt, zal de betrokken CSD aan de MIB relevante details, alsmede uitleg en bewijs verstrekken betreffende de tekortkomingen. De CSD zal ook de uitkomst van de beoordeling door de betreffende bevoegde autoriteiten aan de MIB overleggen.

De door de betreffende bevoegde autoriteiten geconstateerde tekortkomingen met betrekking tot de naleving door de CSD van Verordening (EU) nr. 909/214, de PFMI of een regelgevend kader dat de PFMI verwerkt mag, naar het oordeel van de Raad van bestuur, de veilige en doeltreffende verlening van T2-diensten niet in gevaar brengen.

Verwerking van bovenstaande informatie geschiedt overeenkomstig de relevante aanvraagprocedures voor toegang tot T2S-diensten en voortdurende naleving van de vijf CSD-toegangscriteria.

Een CSD voldoet aan dit CSD-toegangscriterium indien:

a)

de een in een EER-land gevestigde CSD in de meest recente beoordeling door de betreffende bevoegde autoriteiten een vergunning heeft verkregen of positief is beoordeeld in het licht van Verordening (EU) nr. 909/2014, of

b)

de in een niet-EER land gevestide CSD in de meest recente beoordeling door de betreffende autoriteiten positief is beoordeeld in het licht van de PFMI, of een regelgevend kader dat de PFMI verwerkt.

Indien de CSD is beoordeeld of een vergunning heeft verkregen krachtens een ander regelgevend kader dan de PFMI of Verordening (EU) nr. 909/2014, moet de CSD bewijs verschaffen dat voor de MIB en de Raad van bestuur genoegzaam bevestigt de beoordeling heeft plaatsgevonden overeenkomstig een regelgevend kader dat voor wat betreft niveau en aard vergelijkbaar is met de PFMI of Verordening (EU) nr. 909/2014.

Indien de beoordeling van de betreffende bevoegde autoriteiten vertrouwelijke informatie bevat, moet de CSD een algemene samenvatting of de beoordelingsconclusie verstrekken om de mate van naleving aan te tonen.

(*1)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1)."

(*2)  CPMI-IOSCO, Principles for Financial Market Infrastructures (april 2012).";"

2.

De volgende afdeling VI wordt toegevoegd:

"VI   Algemene bepaling

Indien een CSD met toegang tot T2S-diensten niet langer voldoet aan één van de vijf CSD-toegangscriteria, zal de MIB de in de overeenkomsten met de CSD's vastgelegde procedure starten.".


(*1)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).

(*2)  CPMI-IOSCO, Principles for Financial Market Infrastructures (april 2012).";"


Top