EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019O0011

Richtsnoer (EU) 2019/1032 van de Europese Centrale Bank van 10 mei 2019 houdende wijziging van Richtsnoer (EU) 2015/510 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2019/11)

OJ L 167, 24.6.2019, p. 64–74 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2019/1032/oj

24.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/64


RICHTSNOER (EU) 2019/1032 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 10 mei 2019

houdende wijziging van Richtsnoer (EU) 2015/510 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2019/11)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2, eerste streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 3.1, het eerste streepje, artikel 9.2, artikel 12.1, artikel 14.3, artikel 18.2 en artikel 20, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verwezenlijking van een gemeenschappelijk monetair beleid vergt de vaststelling van hulpmiddelen, instrumenten en procedures die door het Eurosysteem gebruikt kunnen worden, teneinde dat beleid in de lidstaten die de euro als munt hebben uniform ten uitvoer te leggen.

(2)

Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (1) moet worden gewijzigd om een aantal noodzakelijke technische en redactionele verbeteringen die verband houden met bepaalde aspecten van de monetairbeleidstransacties te integreren.

(3)

Met het oog op het vergroten van de transparantie van het onderpandkader van het Eurosysteem moet de definitie van agentschappen als emittenten of garanten van schuldbewijzen verder worden verduidelijkt.

(4)

Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad (2) van 12 december 2017 stelt een algemeen kader voor securitisatie vast en stelt een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties. Het onderpandkader van het Eurosysteem moet worden herzien om rekening te houden met de relevante kenmerken van a) de openbaarmakingsvereisten zoals uiteengezet in die verordening met betrekking tot kredietkwaliteitsvereisten en de resultaten van de individuele onderliggende blootstellingen, en b) de bepalingen van die verordening met betrekking tot de registratie van securitisatieregisters bij de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA).

(5)

Om de kredietkwaliteit van activa voor krediettransacties te beoordelen, houdt het Eurosysteem rekening met informatie van kredietbeoordelingssystemen. In dit kader moet het gebruik van de rating tools van derden (RT) als een geaccepteerde kredietbeoordelingsbron worden gestaakt om de complexiteit van het onderpandkader van het Eurosysteem te verminderen en bij te dragen aan een verminderde afhankelijkheid van het Eurosysteem van externe kredietbeoordelingen.

(6)

Het Eurosysteem accepteert als onderpand bepaalde verhandelbare schuldbewijzen die worden uitgegeven of worden gegarandeerd door multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties. De criteria voor het erkennen van entiteiten als multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties moeten worden gestroomlijnd om de complexiteit van het onderpandkader van het Eurosysteem te verminderen.

(7)

Het Eurosysteem accepteert bepaalde kredietvorderingen als onderpand. Teneinde de complexiteit van het onderpandkader van het Eurosysteem te verminderen en de consistentie ervan te verzekeren moeten de beleenbaarheidscriteria voor dergelijke kredietvorderingen worden gewijzigd. In het bijzonder zal het Eurosysteem niet langer differentiëren tussen variabele kredietvorderingen die bij en na de afgifte plafonds of bodems kennen. Evenmin zal het Eurosysteem niet langer differentiëren tussen kredietvorderingen met variabele rente, waarbij de referentierente gekoppeld is aan het rendement van staatsobligaties gebaseerd op de looptijd van staatsobligaties. Daarnaast moet ook worden verduidelijkt dat kredietvorderingen niet beleenbaar zijn als de meest recente kasstroom negatief was. Bovendien dient een minimale drempelwaarde voor de beleenbaarheid van binnenlandse kredietvorderingen te worden geïntroduceerd om het gebruik van kredietvorderingen als onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem verder te harmoniseren.

(8)

Op alle voor krediettransacties van het Eurosysteem beleenbare activa zijn specifieke risicobeheersingsmaatregelen van toepassing om het Eurosysteem te beschermen tegen financiële verliezen wanneer verhaal op het onderpand moet worden uitgevoerd vanwege wanbetaling van een tegenpartij. In dit verband moet worden verduidelijkt dat het Eurosysteem een waarde toekent aan niet-verhandelbare activa gebaseerd op het uitstaande bedrag van dergelijke activa.

(9)

Het Eurosysteem aanvaardt als onderpand obligaties die zijn uitgegeven, in eigendom zijn gehouden of gegarandeerd zijn door de wederpartij die nauw verbonden is met de uitgevende instelling, mits de gedekte obligaties aan bepaalde voorwaarden voldoen. In dit verband moet het Eurosysteem de criteria voor de acceptatie van dergelijke obligaties als onderpand nader verduidelijken.

(10)

Overige geringe wijzigingen moeten worden doorgevoerd omwille van de duidelijkheid, waaronder met betrekking tot het bedrag dat als onderpand wordt verstrekt in een liquiditeitsverruimende transactie, de uiterste termijn voor verzoeken om toegang tot de permanente faciliteiten en de geografische beperkingen met betrekking tot effecten op onderpand van activa en kasstroomgenererende activa.

(11)

Derhalve moet Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT DIT RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 2 wordt vervangen door:

"2.

"agentschap": een entiteit die is gevestigd in een lidstaat die de euro als munt heeft en die ofwel betrokken is bij het algemeen belang dienende activiteiten die op nationaal of regionaal niveau worden uitgevoerd, of in hun financieringsbehoeften voorziet en die door het Eurosysteem als agentschap is geclassificeerd. De lijst van agentschappen wordt gepubliceerd op de website van de ECB en specificeert of de kwantitatieve criteria voor surpluspercentages als opgenomen in bijlage XIIa voor elke entiteit worden gerespecteerd;";

b)

de volgende punten 26 bis en 26 ter worden ingevoegd:

"26 bis.

"ESMA-rapportage activeringsdatum": de eerste dag waarop zowel a) een securitisatieregister is geregistreerd bij de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en zodoende een ESMA-securitisatieregister wordt en b) de relevante technische uitvoeringsnormen die door de Commissie in de vorm van gestandaardiseerde sjabloons onder artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad (*1) zijn aangenomen en van toepassing zijn geworden;

26 ter

"ESMA-securitisatieregister": een securitisatieregister in de zin van artikel 2, punt 23, van Verordening (EU) 2017/2402 dat geregistreerd is bij ESMA krachtens artikel 10 van die verordening;

(*1)  Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).";"

c)

het volgende punt 31 bis wordt ingevoegd:

"31 bis.

"Een door het Eurosysteem aangewezen databank": een entiteit aangewezen door het Eurosysteem in overeenstemming met bijlage VIII en die aan de in die bijlage neergelegde aanwijzingsvoorschriften voldoet;";

d)

het volgende punt 50 bis wordt ingevoegd:

"50 bis.

"databank voor leningsgewijze gegevens": een ESMA-securitisatieregister of een door het Eurosysteem aangewezen databank;".

2.

In artikel 15, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

"b)

een adequate zekerheidstelling van de transactie te verzekeren tot de vervaldag; de totale waarde van als onderpand gemobiliseerde activa dekt altijd het totale bedrag dat als onderpand is verstrekt in een liquiditeitsverruimende transactie, met inbegrip van de lopende rente voor de resterende tijd van de transactie. Indien de lopende rente positief is, dient het van toepassing zijnde tarief dagelijks te worden opgeteld bij het totaal van het uitstaande bedrag van de liquiditeitsverruimende transactie en indien de lopende rente negatief is, dient het toepasselijke bedrag dagelijks in mindering te worden gebracht op het totale uitstaande bedrag van de liquiditeitsverruimende transactie,".

3.

Artikel 19, lid 5, wordt vervangen door:

"5.   Een wederpartij kan een verzoek voor het doen van een beroep op de marginale beleningsfaciliteit verzenden aan zijn eigen NCB. De NCB behandelt het verzoek op dezelfde dag in TARGET2, op voorwaarde dat het verzoek uiterlijk 15 minuten na de sluitingstijd van TARGET2 in het bezit is van de eigen NCB. De eindtijd voor verzoeken tot een beroep op de marginale beleningsfaciliteit wordt met nog eens 15 minuten uitgesteld op de laatste Eurosysteemwerkdag van een reserveperiode. Onder uitzonderlijke omstandigheden kan het Eurosysteem besluiten een langere termijn toe te passen. Het verzoek om toegang tot de marginale beleningsfaciliteit vermeldt het kredietbedrag waarom wordt verzocht. De wederpartij levert voldoende beleenbare activa aan als onderpand voor de transactie, tenzij deze activa reeds tevoren overeenkomstig artikel 18, lid 4, bij de eigen NCB zijn gedeponeerd door de wederpartij.".

4.

In artikel 22 wordt lid 2 vervangen door:

"2.   Voor een beroep op de depositofaciliteit dient een wederpartij een verzoek daartoe in bij de eigen NCB. De eigen NCB behandelt het verzoek op dezelfde dag in TARGET2, mits het verzoek uiterlijk 15 minuten na sluitingstijd van TARGET2 in het bezit van de NCB is. De eindtijd voor verzoeken om toegang tot de depositofaciliteit wordt met nog eens 15 minuten uitgesteld op de laatste Eurosysteemwerkdag van een reserveaanhoudingsperiodeperiode. In uitzonderlijke omstandigheden kan het Eurosysteem besluiten een langere termijn toe te passen. Het verzoek dient het krachtens de faciliteit te deponeren bedrag te specificeren.".

5.

In artikel 59 worden de leden 4 en 5 vervangen door:

"4.   Het Eurosysteem publiceert informatie met betrekking tot de kredietkwaliteitscategorieën op de ECB-website in de vorm van de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem, inclusief de toewijzing ("mapping") van kredietbeoordelingen die zijn verschaft door de geaccepteerde externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's), aan de kredietkwaliteitscategorieën.

5.   Bij de beoordeling van de kredietkwaliteitsvereisten, houdt het Eurosysteem rekening met kredietbeoordelingsinformatie van kredietbeoordelingssystemen uit één van de drie bronnen die zijn opgenomen deel vier, titel V.".

6.

In artikel 69 wordt lid 2 geschrapt.

7.

In artikel 70 wordt het volgende lid 3 bis ingevoegd:

"3 bis.   Ten aanzien van schuldbewijzen die worden uitgegeven of worden gegarandeerd door agentschappen, moet de emittent of garant gevestigd zijn in een eurogebiedlidstaat.".

8.

In artikel 73 wordt lid 1 vervangen door:

"1.   Opdat effecten op onderpand van activa beleenbaar zijn, dienen alle kasstroomgenererende activa die dienen als onderpand voor de effecten op onderpand van activa homogeen te zijn, dat wil zeggen dat het mogelijk is dat ze gerapporteerd worden op basis van één van de opgenomen leningsgewijze sjablonen ("loan-level templates") waarnaar in bijlage VIII wordt verwezen en die betrekking hebben op één van de volgende activa:

a)

hypotheekleningen op niet-zakelijk onroerend goed;

b)

leningen aan kleine en middelgrote bedrijven (kmo's);

c)

autoleningen;

d)

consumptief krediet;

e)

uitstaande leasingvorderingen;

f)

kredietkaartontvangsten.".

9.

Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt vervangen door:

"3.   Voor de toepassing van lid 2 wordt een hypotheektrustee of een vorderingentrustee geacht een tussenpersoon te zijn.";

b)

lid 4 wordt vervangen door:

"4.   De debiteuren en crediteuren van de kasstroomgenererende activa moeten gevestigd zijn of, indien het natuurlijke personen betreft, ingezeten zijn in de EER. De debiteuren die natuurlijke personen zijn moeten zich binnen de EEA bevinden op het moment dat de kasstroomgenererende activa werden geïnitieerd. Enige bijbehorende zekerheid moet zich in de EER bevinden en het op de kasstroomgenererende activa toepasselijke recht moet het recht van een EER-land zijn.".

10.

Artikel 78 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

"1.   Alomvattende en gestandaardiseerde leningsgewijze gegevens inzake het depot van kasstroomgenererende activa die dienen als onderpand voor effecten op onderpand van activa worden beschikbaar gesteld in overeenstemming met de in bijlage VIII weergegeven procedures, waaronder de informatie over de vereiste scores inzake gegevenskwaliteit en de vereisten voor de leningsgewijze gegevens. Bij de beleenbaarheidsbeoordeling houdt het Eurosysteem rekening met: a) niet-ingediende gegevens; en b) hoe vaak in specifieke velden de leningsgewijze gegevens nietszeggend worden bevonden.";

b)

lid 2 wordt vervangen door:

"2.   Niettegenstaande de vereiste scoringswaardes die zijn uiteengezet in bijlage VIII met betrekking tot leningsgewijze gegevens, kan het Eurosysteem effecten op onderpand van activa met een lagere score dan de vereiste scoringswaarde (A1) van geval tot geval als onderpand aanvaarden, mits het niet-behalen van de vereiste score genoegzaam wordt verklaard. Voor iedere genoegzame verklaring stelt het Eurosysteem een maximaal tolerantieniveau en een tolerantiehorizon vast, zoals verder uiteengezet op de website van de ECB. De tolerantiehorizon vermeldt de tijdspanne waarbinnen de gegevenskwaliteit voor de effecten op onderpand van activa verbeterd moet worden.".

11.

Artikel 81 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt het eerste streepje vervangen door:

"—

schuldbewijzen uitgegeven door agentschappen,";

b)

lid 5 wordt geschrapt.

12.

Artikel 90 wordt vervangen door:

"Artikel 90

Hoofdsom en coupons van kredietvorderingen

Teneinde beleenbaar te zijn voldoen kredietvorderingen aan de volgende vereisten:

a)

tot hun finale aflossing hebben ze een vaste, onvoorwaardelijke hoofdsom; en

b)

een rentetarief dat tot de finale aflossing één van de volgende is:

i)

een "nulcoupon";

ii)

vast;

iii)

variabel, d.w.z. gekoppeld aan een referentierente en met de volgende structuur: couponrente = referentierente ± x, met f ≤ couponrente ≤ c, waarbij:

de referentierente op een bepaald moment een van de volgende rentes is:

een eurogeldmarktrente e.g. EURIBOR, LIBOR of vergelijkbare indices;

een vaste rente bij een looptijdswap (constant maturity swap rate), bv. CMS, EIISDA, EUSA;

het rendement van één overheidsobligatie uit het eurogebied, of een index van meerdere overheidsobligaties uit het eurogebied;

f (bodem), c (plafond), indien van toepassing, en x (marge) zijn cijfers die hetzij bij de uitgifte vastgesteld, hetzij in de loop van de tijd kunnen veranderen; f en/of c mogen ook worden geïntroduceerd na de uitgifte van de kredietvordering, en

c)

de meest recente kasstroom was niet negatief. Als een negatieve kasstroom zich voordoet, is de kredietvordering vanaf dat moment niet-beleenbaar. De kredietvordering kan weer beleenbaar worden na een niet-negatieve kasstroom indien deze aan alle andere relevante vereisten voldoet.".

13.

Artikel 93 wordt vervangen door:

"Artikel 93

Minimumbedrag van kredietvorderingen

Voor binnenlands gebruik dienen kredietvorderingen ten tijde van hun aanbieding als onderpand door de wederpartij te voldoen aan een minimumbedrag van EUR 25 000, of een hoger bedrag als bepaald door de eigen NCB. Voor grensoverschrijdend gebruik geldt een minimumbedrag van 500 000 EUR.".

14.

In artikel 95 wordt lid 1 vervangen door:

"1.   De debiteuren en garanten van beleenbare kredietvorderingen zijn niet-financiële vennootschappen, publiekrechtelijke lichamen (met uitzondering van publieke financiële vennootschappen), multilaterale ontwikkelingshulpbanken of internationale organisaties.".

15.

Artikel 100 wordt vervangen door:

"Artikel 100

Controles van de procedures voor het indienen van kredietvorderingen

NCB's, of toezichthouders of externe accountants, controleren eenmalig de geschiktheid van de procedures die de wederpartij heeft gevolgd voor het indienen van de kredietvorderingeninformatie bij het Eurosysteem. Ingeval van aanzienlijke wijzigingen in dergelijke procedures, kan een nieuwe eenmalige controle van die procedures worden uitgevoerd.".

16.

In artikel 107 bis wordt lid 2 vervangen door:

"2.   DECC's hebben een vaste, onvoorwaardelijke hoofdsom en een couponstructuur die voldoet aan de in artikel 63 genoemde criteria. De cover pool bevat uitsluitend kredietvorderingen waarvoor:

a)

een specifiek ECB DECC-sjabloon voor de rapportage van lenigsgewijze gegevens, of

b)

een sjabloon voor de rapportage van leningsgewijze gegevens van effecten op onderpand van activa (ABS) overeenkomstig artikel 73,

beschikbaar is.".

17.

Artikel 107 sexies wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt vervangen door:

"3.   Op het niveau van de onderliggende individuele kredietvorderingen worden alomvattende en gestandaardiseerde leningsgewijze gegevens inzake de pool van onderliggende kredietvorderingen ter beschikking gesteld in overeenstemming met de in bijlage VIII neergelegde procedures en met inachtneming van dezelfde controles die op de kasstroomgenerende activa die dienen als onderpand voor effecten op onderpand worden toegepast, met uitzondering van de rapportagefrequentie, het toepasselijke sjabloon voor de rapportage van leningswijze gegevens en de databank voor leningsgewijze gegevens. Opdat DECC's beleenbaar kunnen zijn, moeten alle onderliggende kredietvorderingen homogeen zijn, d.w.z. het moet mogelijk zijn ze middels één ECB DECC-sjabloon voor de rapportage van leningsgewijze gegevens te rapporteren. Het Eurosysteem kan na beoordeling van de relevante gegevens bepalen dat een DECC niet homogeen is.";

b)

lid 5 wordt vervangen door:

"5.   De gegevenskwaliteitsvereisten voor ABS zijn van toepassing op DECC's, met inbegrip van het specifieke ECB DECC-sjabloon voor de rapportage van leningsgewijze gegevens. De leningsgewijze gegevens worden middels het specifieke, op de ECB-webitse gepubliceerde ECB DECC-sjabloon voor de rapportage van leningsgewijze gegevens indiend bij:

a)

een ESMA-securitisatieregister, of

b)

een door het Eurosysteem aangewezen databank.".

c)

het volgende lid 5 bis wordt ingevoegd:

"5 bis.   De indiening van leningsgewijze gegevens betreffende DECC's bij ESMA-securitisatieregisters overeenkomstig lid 5, onder a), begint aan het begin van de kalendermaand nadat drie maanden na de ESMA-rapportage activeringsdatum zijn verstreken.

De indiening van leningsgewijze gegevens betreffende DECC's bij de door het Eurosysteem aangewezen databanken overeenkomstig lid 5, onder b), is toegestaan tot het einde van de kalendermaand waarin drie jaar en drie maanden na de ESMA-rapportage activeringsdatum zijn verstreken.

De ESMA-rapportage activeringsdatum wordt door de ECB op haar website gepubliceerd.".

18.

Artikel 114, lid 5, vervangen door:

"5.   Indien de garant geen entiteit uit de publieke sector is die het recht heeft om belastingen te heffen, wordt een juridische bevestiging van de rechtsgeldigheid, de bindende werking en de afdwingbaarheid van de waarborg die voor wat betreft vorm en inhoud voor het Eurosysteem aanvaardbaar is bij de betrokken NCG ingediend, zulks voordat het verhandelbare activum of de kredietvordering die de waarborg afdekt als beleenbaar kan worden beschouwd. De juridische bevestiging wordt voorbereid door personen die onafhankelijk zijn van de wederpartij, emittent/debiteur en garant, en die juridisch gekwalificeerd zijn om een dergelijke bevestiging uit te vaardigen onder nationaal recht, b.v. advocaten die in een advocatenkantoor werkzaam zijn, of juristen die in een erkende academische instelling of overheidsinstantie werkzaam zijn. In de juridische bevestiging wordt tevens bevestigd dat de waarborg geen persoonlijke is en slechts door de houders van de verhandelbare activa of de crediteur van de kredietvordering kan worden afgedwongen. Indien de garant gevestigd is in een andere jurisdictie dan de jurisdictie wier recht op de waarborg van toepassing is, moet de juridische bevestiging tevens behelzen dat de waarborg rechtsgeldig en afdwingbaar is krachtens het recht van de vestigingsplaats van de garant. Voor verhandelbare activa moet de bevestiging van de rechtsgeldigheid ter goedkeuring worden ingediend bij de NCB die het desbetreffende door een waarborg ondersteunde activum aanmeldt voor opname op de lijst van beleenbare activa. In geval van kredietvorderingen moet de wederpartij die de kredietvordering wil mobiliseren de bevestiging van de rechtsgeldigheid ter toetsing indienen bij de NCB in de jurisdictie van het recht dat van toepassing is op de kredietvordering. Het afdwingbaarheidsvereiste is onderworpen aan de insolventie- of faillissementswetgeving, algemene billijkheidsbeginselen en andere soortgelijke wetten en beginselen voor zover deze van toepassing zijn op de garant en de rechten van crediteuren jegens de garant in algemene zin betreffen.".

19.

In artikel 119 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

"1.   De kredietbeoordelingsinformatie op grond waarvan het Eurosysteem beoordeelt of activa in aanmerking komen als onderpand voor Eurosysteemkrediettransacties wordt verstrekt door kredietkwaliteitssystemen die deel uitmaken van een van de volgende drie bronnen:

a)

EKBI's;

b)

in-house kredietbeoordelingssystemen van NCB's (IKAS-en);

c)

op interne ratings gebaseerde systemen (IRB-systemen) van de wederpartijen.

2.   Onder elke kredietbeoordelingsbron zoals bedoeld in lid 1 kan een reeks kredietbeoordelingssystemen ressorteren. Kredietbeoordelingssystemen voldoen aan de aanvaardingscriteria van deze titel. Een lijst van aanvaarde kredietbeoordelingssystemen, d.w.z. de lijst van aanvaarde EKBI's en IKAS-en wordt op de ECB-website gepubliceerd.".

20.

Artikel 124 wordt geschrapt.

21.

Artikel 125 wordt geschrapt.

22.

Artikel 135 wordt vervangen door:

"Artikel 135

Waarderingsregels voor niet-verhandelbare activa

Het Eurosysteem kent niet-verhandelbare activa een waarde toe die overeenkomt met het uitstaande bedrag van dergelijke niet-verhandelbare activa.".

23.

In artikel 138, lid 3, wordt punt b) vervangen door:

"b)

gedekte obligaties die voldoen aan de vereisten zoals uiteengezet in artikel 129, leden 1 tot en met 3 en 6, van Verordening (EU) nr. 575/2013. Met ingang van 1 februari 2020 dienen dergelijke obligaties een EKBI-kredietbeoordeling te hebben als omschreven in artikel 83, onder a), en die voldoet aan de vereisten van bijlage IX ter;".

24.

In artikel 141 wordt lid 1, punt c), vervangen door:

"c)

indien die activa uitgegeven worden door een agentschap, een multilaterale ontwikkelingsbank of een internationale organisatie.".

25.

Bijlagen VI, VIII en IX ter worden overeenkomstig bijlage I bij dit richtsnoer gewijzigd.

26.

De tekst in bijlage II bij dit richtsnoer wordt ingevoegd als nieuwe bijlage XII bis bij Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60).

Artikel 2

Inwerkingtreding en implementatie

1.   Dit richtsnoer treedt in werking op de dag van kennisgeving aan de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.

2.   De nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben nemen de nodige maatregelen om aan dit richtsnoer te voldoen en om die maatregelen met ingang van 5 augustus 2019 toe te passen. Zij stellen de Europese Centrale Bank (ECB) uiterlijk op 21 juni 2019 in kennis van de met die maatregelen verband houdende teksten en middelen.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main, 10 mei 2019.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (richtsnoer algemene documentatie) (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).

(2)  Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PBL 347 van 28.12.2017, blz. 35).


BIJLAGE I

Bijlage VI, VIII and IX ter bij Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) worden als volgt gewijzigd:

1.

Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel van tabel 2 wordt vervangen door:

"In aanmerking komende koppelingen tussen effectenafwikkelingssystemen";

b)

de eerste zin na de titel van tabel 2 wordt vervangen door:

"Gebruik van in de SSS van land B uitgegeven beleenbare activa die een in land A gevestigde wederpartij aanhoudt middels een in aanmerking komende koppeling tussen de SSS-en in de landen A en B om van de NCB van land A krediet te verkrijgen.";

c)

de eerste zin na de titel van tabel 3 wordt vervangen door:

"Gebruik van beleenbare activa die zijn uitgegeven in de SSS van land C en die zijn aangehouden in de SSS van land B door een wederpartij gevestigd in land A middels een in aanmerking komende koppeling tussen de SSS-en in landen B en C teneinde een krediet te verkrijgen van de NCB van land A.";

2.

bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel en de inleidende alinea worden vervangen door:

"BIJLAGE VIII

VEREISTEN INZAKE LENINGSGEWIJZE GEGEVENSRAPPORTAGE VOOR EFFECTEN OP ONDERPAND VAN ACTIVA EN VEREISTEN VOOR DATABANKEN VOOR LENINGSGEWIJZE GEGEVENS

Deze bijlage is van toepassing op de indiening van alomvattende en gestandaardiseerde leningsgewijze gegevens inzake de pool van cash-flow genererende activa die onderpand vormen voor effecten op onderpand van activa, zoals bedoeld in artikel 78, en zet de vereisten voor databanken voor leningsgewijze gegevens uiteen.

";

b)

afdeling I wordt als volgt gewijzigd:

i)

paragrafen 1 en 2 worden vervangen door:

"1.

Leningsgewijze gegevens moeten door de betrokken partijen worden ingediend bij een databank voor leningsgewijze gegevens overeenkomstig deze bijlage. De databank voor leningsgewijze gegevens maakt die gegevens elektronisch bekend.

2.

Leningsgewijze gegevens moeten voor iedere afzonderlijke transactie worden ingediend met gebruikmaking van:

a)

voor transacties die gerapporteerd worden aan het ESMA- securitisatieregister, de sjabloons zoals gespecificeerd in de relevante technische uitvoeringsnormen die door de Commissie krachtens artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2402 zijn vastgesteld, of

b)

voor transacties die gerapporteerd worden aan een door het Eurosysteem aangewezen databank, het actuele relevante ECB-sjabloon voor de rapportage van leningsgewijze gegevens, zoals gepubliceerd op de website van de ECB.

In ieder geval hangt het in te dienen sjabloon af van het type activa dat het onderpand vormt voor effecten op onderpand van activa, zoals bedoeld in artikel 73, lid 1.";

ii)

de volgende paragrafen 2 bis en 2 ter worden ingevoegd:

"2 bis.

De indiening van leningsgewijze gegevens overeenkomstig lid 2, onder a), begint aan het begin van de kalendermaand nadat drie maanden na de ESMA-rapportage activeringsdatum verstreken zijn.

De indiening van leningsgewijze gegevens overeenkomstig lid 2, onder b), is toegestaan tot het einde van de kalendermaand waarin drie jaar en drie maanden na de ESMA-rapportage activeringsdatum zijn verstreken.

2 ter.

Niettegenstaande de tweede alinea van paragraaf 2 bis, moeten leningsgewijze gegevens voor een individuele transactie worden ingediend overeenkomstig lid 2, onder a), waarbij zowel:

a)

de betrokken partijen bij een transactie verplicht zijn om overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7, lid 2, leningsgewijze gegevens over individuele transacties aan een ESMA-securitisatieregister te rapporteren, daarbij gebruikmakend van de relevante sjablonen zoals gespecificeerd in de technische uitvoeringsnormen aangenomen door de Commissie krachtens artikel 7, lid 4, van die verordening, en

b)

met het indienen van leningsgewijze gegevens overeenkomstig artikel 2, onder a), is begonnen.";

c)

afdeling II wordt als volgt gewijzigd:

i)

paragraaf 2 wordt vervangen door:

"2.

De effecten op onderpand van activa moeten een minimumnalevingsniveau verwezenlijken, zulks te beoordelen op grond van de informatie die beschikbaar is, met name in specifieke gegevensvelden van het sjabloon voor de rapportage van leningsgewijze gegevens.";

ii)

in paragraaf 3 wordt de eerste zin vervangen door:

"3.

Bij gebreke van velden voor specifieke gegevens, is een reeks van zes "non-gegevens" (ND)-opties opgenomen in de sjablonen voor leningsgewijze gegevens die moeten worden ingevuld wanneer specifieke gegevens niet overeenkomstig het sjabloon voor de rapportage van leningsgewijze gegevens kunnen worden aangeleverd.";

d)

afdeling III wordt als volgt gewijzigd:

i)

de titel wordt vervangen door:

"III.

METHODOLOGIE VOOR HET SCOREN VAN GEGEVENS"

ii)

paragraaf 1 wordt geschrapt;

iii)

paragraaf 2 wordt vervangen door:

"2.

De databank voor leningsgewijze genereert een score en wijst deze toe aan elke transactie met effecten op onderpand van activa zodra de leningsgewijze gegevens zijn ingediend en verwerkt.";

iv)

paragraaf 4 en Tabel 3 worden geschrapt;

e)

in afdeling IV, in onderafdeling II genoemd "Procedures voor aanwijzing en intrekking van aanwijzing", wordt paragraaf 1 vervangen door:

"1.

Een verzoek tot aanwijzing van een databank voor leningswijze gegevens door het Eurosysteem moet worden ingediend bij het Directoraat Risicobeheer van de ECB. Het verzoek dient vergezeld te gaan van een adequate motivering en volledige bewijsstukken die aantonen dat de verzoeker voldoet aan de in dit richtsnoer uiteengezette vereisten voor databanken voor leningsgewijze gegevens. Het verzoek, de motivering en de onderliggende bewijsstukken moeten schriftelijk en, indien mogelijk, in elektronische vorm worden verstrekt. Na 13 mei 2019 wordt geen enkel verzoek tot aanwijzing meer geaccepteerd. Elke aanvraag die voorafgaand aan die datum is ontvangen wordt behandeld overeenkomstig deze bijlage.";

3.

bijlage IX ter wordt als volgt gewijzigd:

a)

in paragraaf 1, wordt de derde alinea vervangen door:

"De vereisten zijn van toepassing op emissieratings zoals bedoeld in artikel 83 en omvatten derhalve alle activa- en programmaratings voor in aanmerking komende gedekte obligaties. Naleving van deze vereisten door EKBI's zal regelmatig getoetst worden. Indien voor een specifiek programma voor gedekte obligaties niet aan de criteria voldaan wordt, mag het Eurosysteem ervan uitgaan dat de met het betrokken programma voor gedekte obligaties samenhangende publieke kredietbeoordeling(en) niet voldoen aan de hoge kredietstandaarden van het ECAF. Derhalve mag de betrokken publieke EKBI-kredietbeoordeling niet worden gebruikt om kredietkwaliteitsvereisten op te stellen voor uit hoofde van het specifieke programma voor gedekte obligaties uitgegeven verhandelbare activa.";

b)

in paragraaf 2 wordt onderdeel b) als volgt gewijzigd:

i)

punten (vi) en (vii) worden vervangen door:

"vi)

de valutaspreiding, waaronder een uitsplitsing in termen van waarde op het niveau van het onderpanddepot en de afzonderlijke obligaties en met inbegrip van het percentage van in euro luidende activa en het percentage van in euro luidende obligaties.

vii)

cover pool van activa, met inbegrip van de activabalans, activatypes, aantal en gemiddelde grootte van leningen, aanhouden van activa (seasoning), looptijd, lening-waarderingratio's, regionale spreiding en spreiding van betalingsachterstanden. Waar het regionale spreiding betreft en indien de cover pool activa bestaat uit leningen die afkomstig zijn uit verschillende landen, vermeldt het surveillancerapport tenminste de spreiding over de landen en de regionale spreiding voor het belangrijkste land van herkomst.";

ii)

na punt x) worden de volgende drie zinnen toegevoegd:

"Toezichtsrapporten betreffende multi cédulas dienen alle onder punt (i) tot en met (x) gevraagde informatie te bevatten. Bovendien dienen deze rapporten de lijsten van de betrokken initiatoren en hun respectieve aandelen in de multi cédula te bevatten. Activa-gerelateerd informatie dient ofwel direct in het multi cédula rapport inzake toezicht te worden gerapporteerd, of door verwijzing naar de rapporten inzake toezicht voor elke individuele multi cédula als beoordeeld door het EKBI.".


BIJLAGE II

"BIJLAGE XII bis

Elke entiteit die als agentschap in de zin van artikel 2, lid 2, van dit richtsnoer wordt beschouwd moet aan de volgende kwantitatieve criteria voldoen om ervoor te zorgen dat op haar beleenbare activa surpluspercentagecategorie II als vastgelegd in tabel I van de bijlage bij Richtsnoer (EU) 2016/65 (ECB/2015/35) wordt toegepast:

a)

het gemiddelde van de som van de nominale waarde van het uitstaande bedrag van beleenbare verhandelbare activa bedraagt ten minste EUR 10 miljard over de referentieperiode, en

b)

het gemiddelde van de som van de nominale waarde van het uitstaande bedrag van alle door het agentschap uitgegeven beleenbare verhandelbare activa met een nominale waarde van ten minste 500 miljoen EUR over de referentieperiode resulteert in een aandeel dat 50 % of meer bedraagt van het gemiddelde van de som van de nominale waarde van de uitgegeven verhandelbare activa die over die periode zijn uitgegeven.

Naleving van deze kwantitatieve criteria wordt jaarlijks beoordeeld door in elk gegeven jaar het relevante gemiddelde over de periode van een jaar te berekenen, lopende van 1 augustus van het voorafgaande jaar tot en met 31 juli van het lopende jaar.

"

Top