EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019AB0006

Advies van de Europese Centrale Bank van 13 februari 2019 inzake een voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (CON/2019/6)

OJ C 84, 6.3.2019, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 84/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 februari 2019

inzake een voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

(CON/2019/6)

(2019/C 84/01)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 19 december 2018 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna: het „ontwerpbesluit”) (1).

De ECB-adviesbevoegdheid is gebaseerd op artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien het ontwerpbesluit verband houdt met de ECB en het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB). Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Algemene opmerkingen

1.

De ECB neemt nota van het ontwerpbesluit dat het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna: „het terugtrekkingsakkoord”) goedkeurt namens de Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom). In het bijzonder neemt de ECB nota van de bepalingen van het terugtrekkingsakkoord inzake de terugbetaling van het door de Bank of England gestorte kapitaal (2) en de deelname door Bank of England aan de institutionele regelingen omschreven in de artikelen 282 en 283 VWEU en de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna: de „ESCB-statuten”) gedurende de overgangsperiode (3). De ECB neemt eveneens nota van de bepalingen van het terugtrekkingsakkoord inzake de toepassing van bepalingen van Uniewetgeving inzake toegang tot documenten van de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie in het Verenigd Koninkrijk (4), inzake de toepassing van bepaalde artikelen van de Statuten van het ESCB betreffende de ECB in het Verenigd Koninkrijk (5), en inzake de toepassing van bepaalde voorrechten en immuniteiten op de ECB, de leden van haar organen, haar personeel, en de vertegenwoordigers van de nationale centrale banken (NCB’s) in het ESCB in het Verenigd Koninkrijk (6).

2.

Overeenkomstig artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie stelt het terugtrekkingsakkoord de regelingen vast voor de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie en Euratom, met inachtneming van het kader voor hun toekomstige betrekkingen. Het sluiten van een akkoord over de toekomstige betrekkingen tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk kan pas plaatsvinden nadat het Verenigd Koninkrijk een derde land is geworden. Overeenkomstig artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, VWEU en relevante Unierechtspraak (7) dient de ECB te worden geraadpleegd inzake het akkoord over de toekomstige relatie tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk, voor zover het valt binnen het gebied dat onder de bevoegdheid van de ECB valt.

3.

Het terugtrekkingsakkoord richt een Gemengd Comité op dat verantwoordelijk zal zijn voor de uitvoering en de toepassing van het terugtrekkingsakkoord. Het ontwerpbesluit verduidelijkt dat de Commissie de Unie vertegenwoordigt in het Gemengd Comité en in de gespecialiseerde comités (8). In meerdere in het terugtrekkingsakkoord gespecificeerde gevallen zal het Gemengd Comité de bevoegdheid hebben om besluiten te nemen die bindend zijn voor de Unie en het Verenigd Koninkrijk, en de Unie en het Verenigd Koninkrijk moeten deze besluiten uitvoeren (9). In overeenstemming met artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, van het VWEU en met het beginsel van loyale samenwerking overeenkomstig artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie dient de ECB te worden geraadpleegd inzake besluiten van het Gemengd Comité die binnen haar bevoegdheid vallen.

4.

Het terugtrekkingsakkoord stelt dat bepaalde op de Unie toepasselijke voorrechten en immuniteiten zullen gelden voor de ECB, de leden van de organen ervan, haar personeelsleden, en de vertegenwoordigers van de NCB´s binnen het ESCB die deelnemen aan de activiteiten van de ECB (10). Het terugtrekkingsakkoord legt meerdere vereisten op aan de Unie betreffende mededeling aan en kennisgeving van het Verenigd Koninkrijk in verband met bepaalde aangelegenheden die relevant zijn voor dergelijke voorrechten en immuniteiten (11). In de memorie van toelichting bij het ontwerpbesluit heeft de Commissie verduidelijkt dat het verstrekken van dergelijke informatie of kennisgevingen in het beginsel moet worden gedaan door de Commissie namens de Unie, indien nodig op basis van de door de lidstaten of andere instellingen of relevante organen van de Unie of entiteiten verstrekte informatie (12). De ECB neemt nota van deze verduidelijking en is bereid om de Commissie relevante informatie die aan het Verenigd Koninkrijk moet wordt overgemaakt, te verstrekken.

Dit advies wordt op de ECB-website bekendgemaakt.

Gedaan te Frankfurt am Main, 13 februari 2019.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  COM(2018) 834 final.

(2)  Zie artikel 149 van het terugtrekkingsakkoord.

(3)  Zie artikel 128, lid 4, van het terugtrekkingsakkoord.

(4)  Zie artikel 122 van het terugtrekkingsakkoord.

(5)  Zie artikel 123 van het terugtrekkingsakkoord.

(6)  Zie artikel 117 van het terugtrekkingsakkoord.

(7)  Zie bijvoorbeeld het arrest van het Hof van Justitie van 30 april 1974, R. & V. Haegeman/Belgische Staat, zaak C-181/73, ECLI:EU:C:1974:41, punt 5; en het arrest van het Hof van Justitie van 9 augustus 1994, Franse Republiek/Commissie van de Europese Gemeenschappen, zaak C-327/91, ECLI:EU:C:1994:305, punten 15-17. Zie eveneens ECB-advies CON/2005/7. Alle ECB-adviezen worden op de ECB-website bekendgemaakt.

(8)  Zie artikel 2 van het ontwerpbesluit.

(9)  Zie de artikelen 164 en 166 van het terugtrekkingsakkoord.

(10)  Zie artikel 117 van het terugtrekkingsakkoord.

(11)  Zie bijvoorbeeld de artikelen 102 en 103 en artikel 116, lid 3, van het terugtrekkingsakkoord.

(12)  Zie bladzijde 4 van de memorie van toelichting.


Top