EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AB0054

Advies van de Europese Centrale Bank van 20 november 2018 betreffende een voorstel voor een richtlijn inzake kredietservicers, kredietkopers en de uitwinning van zekerheden (CON/2018/54)

OJ C 444, 10.12.2018, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 444/15


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 20 november 2018

betreffende een voorstel voor een richtlijn inzake kredietservicers, kredietkopers en de uitwinning van zekerheden

(CON/2018/54)

(2018/C 444/06)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 14 maart 2018 heeft de Europese Commissie een voorstel aangenomen voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake kredietservicers, kredietkopers en de uitwinning van zekerheden (hierna de „ontwerprichtlijn” te noemen) (1). De Europese Centrale Bank (ECB) is van mening dat de ontwerprichtlijn binnen haar bevoegdheid valt, en heeft derhalve besloten haar recht uit te oefenen om een advies in te dienen, zoals bepaald in artikel 127, lid 4, tweede zin en in artikel 282, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna het „Verdrag” te noemen).

De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 25 betreffende de statuten van het Europees stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, op basis waarvan de ECB advies mag geven aan de Raad en de Commissie betreffende de werkingssfeer en de uitvoering van Uniewetgeving betreffende de stabiliteit van het financiële stelsel, en de taken die de ECB zijn opgedragen krachtens artikel 127, lid 6 van het Verdrag betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

1.   Algemene opmerkingen

1.1.

De ECB was een sterke voorstander van de ontwikkeling van secundaire markten voor bankactiva, in het bijzonder voor niet-renderende leningen (non-performing loans — NPL’s), zoals weergegeven in het Actieplan voor de aanpak van niet-renderende leningen in Europa van de Raad van de Europese Unie (2). In de context van de grote voorraden NLP’s die blijven staan op de balans van een aantal Europese kredietinstellingen, en als onderdeel van een alomvattende oplossing voor NPL-afwikkeling (3), zou de ontwikkeling van een secundaire markt kunnen bijdragen tot de verlaging van NPL’s. Wat de toekomst betreft, kunnen goed functionerende secundaire markten eveneens verhinderen dat NLP-volumes in de toekomst opgebouwd worden (4).

1.2.

Bovendien kan een goed werkende secundaire markt positieve effecten hebben op de financiële stabiliteit, voor zover het de overboeking van de risico’s van NLP’s van de balans van een kredietinstelling kan vergemakkelijken. De aanwezigheid van significante volumes NPL’s op de balans van kredietinstellingen reduceert hun bekwaamheid om hun taken van kredietverlening aan de reële economie te vervullen en hindert de operationele flexibiliteit en algehele winstgevendheid, welke essentieel zijn voor een goed werkende bancaire sector. Het is van essentieel belang dat het op secundaire markten toepasselijke wettelijke kader de efficiënte overboeking van NPL’s van de balans van kredietinstellingen mogelijk maakt (5).

2.   Specifieke opmerkingen

2.1.   Rapportagevereisten

De ontwerprichtlijn stelt een aantal rapportagevereisten vast voor kredietservicers, kredietkopers en kredietinstellingen. Bijvoorbeeld moet een kredietkoper of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de kredietkoper of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger woonachtig of gevestigd is, mededelen dat hij voornemens is de naleving van een kredietovereenkomst rechtstreeks af te dwingen (6). Voorts moet een kredietkoper of, indien van toepassing, zijn vertegenwoordiger, die een kredietovereenkomst overdraagt op een andere kredietkoper de bevoegde autoriteiten in kennis stellen van de overdracht, de identiteit en het adres van de nieuwe kredietkoper en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger (7). De Uniewetgevers zouden zorgvuldig moeten in overweging nemen of deze rapportagevereisten de goede werking van de secundaire markt voor NPL’s kunnen belemmeren, gelet erop dat een significante rapportagelast nieuwe toetreders tot de markt zou kunnen afschrikken of zou kunnen resulteren in overlapping van gegevens voor de bevoegde autoriteiten.

2.2.   Technische normen voor NPL-gegevens

De ontwerprichtlijn geeft de Europese Bankautoriteit (EBA) een mandaat voor het ontwikkelen van ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die specificeren welke formats door kredietgevers die kredietinstellingen zijn moeten worden gebruikt voor het verstrekken van gedetailleerde informatie over hun kredietblootstellingen in de bankportefeuille voor screening, financieel boekenonderzoek en taxatie van de kredietovereenkomst (8).

Dienaangaande merkt de ECB op dat Verordening (EU) 2016/867 (9) voorziet in een nieuw gegevensbestand met gedetailleerde informatie over individuele bankleningen in het eurogebied. Dat gegevensbestand is erop gericht granulaire gegevens met een hoge mate van gedetailleerdheid te verstrekken aan alle lidstaten van het eurogebied, welke gegevens volledig vergelijkbaar zijn omdat zij gebaseerd zijn op geharmoniseerde concepten en definities. In het licht van deze nieuwe regelgevende ontwikkelingen is het belangrijk dat de door de EBA ontwikkelde gegevenstemplates rekening houden met de verzameling van granulaire kredietgegevens en kredietrisicogegevens of enige andere relevante initiatieven, zodat geen dubbel werk wordt verricht en ter minimalisatie van de rapportagevereisten voor kredietinstellingen.

2.3.   Gegevensverzameling door bevoegde autoriteiten in de context van versnelde buitengerechtelijke uitwinning van zekerheden

De ontwerprichtlijn verplicht de bevoegde autoriteiten die toezicht houden op kredietinstellingen om jaarlijks bij kredietgevers informatie te verzamelen over het aantal gedekte kredietovereenkomsten waarbij versnelde buitengerechtelijke uitwinning van zekerheden plaatsvindt en de termijnen waarbinnen dit geschiedt, inclusief: a) het aantal ingeleide, lopende en afgesloten procedures, inclusief ten aanzien van roerende en onroerende activa; b) de lengte van de procedures van kennisgeving tot verrekening, per methode van uitwinning (openbare veiling, onderhandse verkoop of toe-eigening); c) de gemiddelde kosten van elke procedure in euro; en d) de afwikkelingspercentages. lidstaten zouden verplicht moeten zijn om deze gegevens te aggregeren, statistieken op te maken op basis van deze geaggregeerde gegevens, en deze statistieken moeten meedelen aan de Commissie (10). Als de ECB de bevoegde autoriteit is voor het toezicht op kredietinstellingen, is de rechtsgrond van de toezichthoudende taken vervat in artikel 127, lid 6 van het Verdrag, op basis waarvan de Raad bijzondere taken aan de ECB kan toewijzen betreffende het beleid betreffende bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen. Gelet erop dat de verzameling van deze informatie betrekking heeft op de efficiëntie van de versnelde buitengerechtelijke uitwinning van zekerheden, eerder dan op het prudentiële toezicht op kredietinstellingen, zouden de Uniewetgevers moeten verduidelijken dat de taak om dergelijke gegevens te verzamelen niet aan de ECB zou moeten toevertrouwd worden.

Indien de ECB wijzigingen van het voorstel aanbeveelt, worden daartoe in een apart technisch werkdocument specifiek onderbouwde formuleringsvoorstellen opgenomen met een toelichting. Het technische werkdocument is in de Engelse taal beschikbaar op de ECB-website.

Gedaan te Frankfurt am Main, 20 november 2018.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  COM(2018) 135 final.

(2)  Zie het persbericht van de Raad van 11 juli 2017 inzake de „Conclusies van de Raad over het Actieplan inzake niet-renderende leningen in Europa”, Beschikbaar op de website van de Raad onder www.consilium.europa.eu.

(3)  Zie bijvoorbeeld Afdeling B van de Financial Stability Review van de ECB van november 2016, beschikbaar op de website van de ECB onder: https://www.ecb.europa.eu.

(4)  Zie paragraaf 2.2.1 van Advies CON/2018/31. Alle ECB-Adviezen worden op de ECB-website bekendgemaakt onder www.ecb.europa.eu.

(5)  Zie paragraaf 2.2.2 van Advies CON/2018/31.

(6)  Zie artikel 18, lid 1 van de ontwerprichtlijn.

(7)  Zie artikel 19, lid 1 van de ontwerprichtlijn.

(8)  Zie artikel 14, lid 1 van de ontwerprichtlijn.

(9)  Verordening (EU) 2016/867 van de Europese Centrale Bank van 18 mei 2016 betreffende de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens en kredietrisicogegevens (ECB/2016/13) (PB L 144 van 1.6.2016, blz. 44).

(10)  Zie artikel 33 van de ontwerprichtlijn.


Top