EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0014

Besluit (EU) 2016/868 van de Europese Centrale Bank van 18 mei 2016 tot wijziging van Besluit ECB/2014/6 betreffende de organisatie van voorbereidende maatregelen voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2016/14)

OJ L 144, 1.6.2016, p. 99–105 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/868/oj

1.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/99


BESLUIT (EU) 2016/868 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 18 mei 2016

tot wijziging van Besluit ECB/2014/6 betreffende de organisatie van voorbereidende maatregelen voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2016/14)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 5 en artikel 46.2,

Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), met name artikel 8, lid 5,

Gezien de inbreng van de Algemene Raad van de ECB,

Overwegende:

(1)

Besluit ECB/2014/6 (2) stelt de voorbereidende maatregelen vast die het Europees Stelsel van centrale banken (hierna: „ESCB”) moet nemen om de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken voor te bereiden.

(2)

Sedert de vaststelling van Besluit ECB/2014/6 is er aangaande de invoering van een langetermijnkader voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens op basis van geharmoniseerde statistische rapportagevereisten aanzienlijke vooruitgang geboekt.

(3)

Gezien het aantal geplande statistische rapportagevereisten en hun complexiteit moet het in Besluit ECB/2014/6 vastgelegde implementatietijdschema verlengd worden zodat het ESCB voldoende tijd heeft voor een gedegen voorbereiding voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens. Aangezien veel tijd zal verstrijken voordat de eigenlijke rapportage begint, moet het in artikel 1 van Besluit ECB/2014/6 vastgestelde tijdschema voor de voltooiing van de voorbereidende fase vervangen worden door een tijdschema dat waarborgt dat de voorbereidende fase eindigt wanneer de rapportage uit hoofde van het langetermijnkader voor het verzamelen van gedetailleerde kredietgegevens begint.

(4)

Het herziene tijdschema zal ook van toepassing zijn op nationale centrale banken (hierna: „NCB's”) van de niet-eurogebiedlidstaten wanneer die NCB's samenwerken met het Europees Stelsel van centrale banken op basis van Aanbeveling ECB/2014/7 (3).

(5)

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Besluit ECB/2014/6 rapporteert het Comité statistieken (hierna: „STC”) jaarlijks aan de Raad van bestuur over de vooruitgang die de ECB en de individuele NCB's hebben geboekt met hun implementatie van de voorbereidende maatregelen. Dit jaarlijkse verslag moet door het STC bij alle NCB's verzamelde informatie omvatten, waaronder informatie inzake de geboekte vooruitgang van NCB's met een ontheffing krachtens artikel 3, lid 3, van besluit ECB/2014/6. De in artikel 3, lid 3, van Besluit ECB/2014/6 bedoelde afzonderlijke verslagen worden niet langer noodzakelijk geacht.

(6)

Besluit ECB/2014/6l moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit ECB/2014/6 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt de tweede zin als volgt vervangen:

„Dit langetermijnkader omvat uiterlijk aan het begin van de eerste werkelijke verzending van gedetailleerde kredietgegevens van de NCB's aan de ECB, zulks overeenkomstig Verordening (EU) 2016/867 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/13) (*), a) door alle Eurosysteem-NCB's beheerde nationale databases voor gedetailleerde kredietgegevens en b) een gemeenschappelijke database voor gedetailleerde kredietgegevens gedeeld tussen de Eurosysteemleden, met gedetailleerde kredietgegevens voor alle lidstaten die de euro als munt hebben.

(*)  Verordening (EU) 2016/867 van de Europese Centrale Bank van 18 mei 2016 betreffende de verzameling van gedetailleerde krediet- en kredietrisicogegevens (ECB/2016/13) (PB L 144 van 1.6.2016, blz. 44).”."

2)

Artikel 3, lid 2 wordt als volgt vervangen:

„2.   Rekening houdend met advies van andere relevante ESCB-comités, indien toepasselijk, bereidt het STC besluiten voor die noodzakelijk zijn voor de implementatie van de in lid 1 bedoelde voorbereidende maatregelen en dient deze ter goedkeuring in bij de Raad van bestuur. Het STC rapporteert jaarlijks aan de Raad van bestuur inzake de door de ECB en de onderscheiden NCB's geboekte vooruitgang, waaronder NCB's met een ontheffing uit hoofde van artikel 3, lid 3.”.

3)

Artikel 3, lid 3, wordt als volgt vervangen:

„3.   Aangaande NCB's die gedurende de voorbereidende fase voor de ontwikkeling of het verkrijgen van toegang tot uitgebreide databases voor gedetailleerde kredietgegevens een langere inwerkperiode nodig hebben, kan de Raad van bestuur gedurende de voorbereidende fase individuele tijdelijke ontheffing verlenen van de verplichting om bepaalde in lid 1 bedoelde voorbereidende maatregelen toe te passen. De periode van elke afzonderlijke ontheffing wordt strikt beperkt tot de minimumtijd die de betrokken NCB nodig heeft om tijdens de voorbereidende fase te voldoen aan de door deze ontheffing bestreken voorbereidende maatregelen, en wordt hoe dan ook zodanig vastgesteld dat ten overstaan van alle Eurosysteem-NCB's alle in artikel 1 bedoelde doelstellingen verwezenlijkt kunnen worden. Enig toegangsrecht tot vertrouwelijke statistische informatie, die werd afgeleid uit aan de ECB als deel van een specifieke voorbereidende maatregel verzonden gedetailleerde kredietgegevens, wordt aangaande NCB's met een tijdelijke ontheffing ten aanzien van deze maatregel opgeschort. De Raad van bestuur kan besluiten om onderscheiden NCB's met een ontheffing uit hoofde van dit lid passende nadere beperkingen op te leggen.”.

4)

Artikel 4, lid 1 wordt als volgt vervangen:

„1.   Teneinde op lange termijn de te verzamelen gedetailleerde kredietgegevens af te stemmen op de statistische behoeften van toekomstige ESCB-gebruikers, organiseert het STC gedurende de voorbereidingsfase de jaarlijkse verzending, die elk jaar eind maart plaats vindt, van de NCB's naar de ECB van direct beschikbare gedetailleerde kredietgegevens, welke gegevens betrekking hebben op 30 juni en 31 december van het voorafgaande jaar, met voldoende geanonimiseerde en geaggregeerde informatie inzake de kredietnemers om te verzekeren dat individuele kredietnemers niet geïdentificeerd kunnen worden. De eerste verzending vindt eind maart 2014 plaats, met als referentie 30 juni en 31 december 2013, en is gebaseerd op het referentierapportagekader in de bijlage. Verdere ad-hocverzendingen organiseert het STC op vrijwillige basis en op basis van het rapportagekader dat rekening houdt met direct beschikbare gedetailleerde kredietgegevens en hun kenmerken, en verzekert dat de verzamelde gegevens evenredig zijn aan de status van het ten tijde van de verzending voltooide voorbereidende werk. Gegevens van kredietnemers die niet tot institutionele sector van niet-financiële vennootschappen behoren, mogen gedurende de voorbereidingsfase geaggregeerd gerapporteerd worden, mits de NCB de betrokken methodologische informatie levert.”.

5)

De bijlage bij Besluit ECB/2014/6 wordt overeenkomstig de bijlage bij dit besluit gewijzigd.

Artikel 2

Inwerkingstreding

Dit besluit treedt op de dag van notificatie aan de geadresseerden in werking.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit besluit is gericht tot de NCB's van de eurogebiedlidstaten.

Gedaan te Frankfurt am Main,18 mei 2016.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2)  Besluit ECB/2014/6 van 24 februari 2014 betreffende de organisatie van voorbereidende maatregelen voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken (PB L 104 van 8.4.2014, blz. 72).

(3)  Aanbeveling ECB/2014/7 van 24 februari 2014 betreffende de organisatie van voorbereidende maatregelen voor de verzameling van gedetailleerde kredietgegevens door het Europees Stelsel van centrale banken (PB C 103 van 8.4.2014, blz. 1).


BIJLAGE

De tabel in de bijlage bij Besluit ECB/2014/6 wordt door de volgende tabel vervangen:

„Type

Eigenschappen

Overzicht

Anonimiseringsniveau

Kredietgevereigenschappen

Identificatiecode van de kredietgever

Identificatie van de kredietgevers overeenkomstig de codificatie die het „Register of Institutions and Assets Database (RIAD)” van het ESCB gebruikt (*).

Niet-geanonimiseerd

Kredietnemereigenschappen

Identificatiecode van de kredietnemer

Alfanumerieke identificatiecode van kredietnemers opdat de individuele kredietnemers niet geïdentificeerd kunnen worden

Geanonimiseerd

Land van ingezetenschap

Land van ingezetenschap van de kredietnemer, overeenkomstig de ISO 3166-standaard (**).

Institutionele sector

Institutionele sector (of subsector) van de kredietnemer, overeenkomstig de ESA 2010-classificatie. De volgende (sub-)sectoren zijn vereist:

niet-financiële vennootschappen (S.11)

de centrale bank (S.121)

deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)

geldmarktfondsen (S.123)

beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125)

financiële hulpbedrijven (S.126)

financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127)

verzekeringsinstellingen (S.128)

pensioenfondsen (S.129)

overheid (S.13)

huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15)

Sector van economische activiteit

Classificatie van (financiële en niet-financiële) kredietnemers volgens hun economische activiteiten, overeenkomstig de NACE rev. 2 statistische classificatie (***). NACE-codes worden met twee detailniveaus (naar „afdeling”) gerapporteerd.

Omvang

Classificatie van kredietnemers naargelang van hun omvang: micro, klein, middelgroot en groot.

Kredietgegevensvariabelen

Leningidentificatiecode

Alfanumerieke leningidentificatiecode, zoals toegepast door kredietinstellingen op nationaal niveau.

Valuta

Valutadenominatie van lening, overeenkomstig de ISO 4217-standaard (**).

Leningtype

Classificatie van leningen volgens type:

op aanvraag en korte termijn (lopende rekening)

schuld op kredietkaarten

handelskrediet

financiële leasings

repo-overeenkomsten met wederinkoopverplichting

overige termijnleningen

Type zekerheid

Type zekerheid als onderpand van de verstrekte lening; zekerheden in de vorm van onroerend goed, overige zekerheden (inclusief effecten en goud), geen zekerheid.

Oorspronkelijke looptijd

Looptijd van de verstrekte lening sinds aanvang of op een tijdstip bij latere oversluiting; korter dan of gelijk aan één jaar, langer dan één jaar.

Restlooptijd

Looptijd die verwijst naar het afgesproken tijdstip van de aflossing van de lening: korter dan of gelijk aan één jaar, langer dan één jaar.

Oninbare status

Leningen waarvoor de kredietnemer zijn betalingsverplichtingen niet nakomt.

Syndicaatsleningen

Een lening waarin verscheidene instellingen als kredietverlener deelnemen.

Achtergestelde schulden

Achtergestelde schuldinstrumenten verschaffen een achtergestelde vordering op de uitgevende instelling die pas geïnd kan worden nadat alle vorderingen met een hogere status (bijv. deposito's/leningen) zijn voldaan, waardoor zij sommige kenmerken krijgen van aandelen en overige deelnemingen.

Kredietgegevensmetingen

Opgenomen krediet

Totale uitstaande bedrag van een lening (hoofdsom, zonder aftrek van afwaarderingen), gerapporteerd met kredietrisicoaanpassingen, behoudens kredietverliezen die zijn geboekt als afschrijvingen.

Kredietlijnen

Bedrag toegekend maar niet opgenomen krediet.

Achterstallige betalingen

Betalingen (bedragen) op een lening die sinds meer dan 90 dagen achterstallig zijn.

Waarde van de zekerheid

Waarde van de zekerheid op het rapportagetijdstip.

Specifieke kredietrisicoaanpassingen

Specifieke voorziening voor verliezen op leningen voor kredietrisico's overeenkomstig de toepasselijke boekhoudregels. Die meting moet alleen voor oninbare leningen gerapporteerd worden.

Risicogewogen activa

Bedragen van risicogewogen posten overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad (****) of latere rechtshandelingen

Wanbetalingsrisico (uitsluitend voor kredietinstellingen die een interneratingmethode toepassen)

Wanbetalingsrisico van een tegenpartij over een periode van één jaar overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG of latere rechtshandelingen. Bij kredietnemersgewijze rapportage wordt een volumegewogen gemiddelde gerapporteerd.

Verlies bij wanbetaling (uitsluitend voor kredietinstellingen die een interneratingmethode toepassen)

De verhouding tussen het verlies op een vordering als gevolg van wanbetaling door een tegenpartij en het uitstaande bedrag bij wanbetaling overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG of latere rechtshandelingen. Bij kredietnemersgewijze rapportage wordt een volumegewogen gemiddelde gerapporteerd.

Rentevoet

De ratio, als een jaarpercentage van het bedrag dat de debiteur over een bepaalde periode aan de crediteur verschuldigd is op het bedrag van de hoofdsom van de lening, het deposito of het schuldbewijs in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 63/2002 van de Europese Centrale Bank (*****) of latere rechtshandelingen. Bij kredietnemersgewijze rapportage wordt een volumegewogen gemiddelde gerapporteerd.


(*)  Voor monetaire fnanciële instellingen, zie de lijst van monetaire financiële instellingen (MFI's) bekendgemaakt op de ECB-website: www.ecb.europa.eu

(**)  Zoals gepubliceerd door de International Organization for Standardization (ISO) op haar website: www.iso.org

(***)  Zoals gepubliceerd door de Europese Commissie (Eurostat) op haar website: www.ec.europa.eu/eurostat

(****)  Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1).

(*****)  Verordening (EG) nr. 63/2002 van de Europese Centrale Bank van 20 december 2001 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito's en leningen (ECB/2001/18) (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 24).”.


Top