EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014O0044

Richtsnoer (EU) 2015/280 van de Europese Centrale Bank van 13 november 2014 houdende de instelling van het productie- en aanbestedingsstelsel van het Eurosysteem (ECB/2014/44)

OJ L 47, 20.2.2015, p. 29–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 29/12/2021

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2015/280/oj

20.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 47/29


RICHTSNOER (EU) 2015/280 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 november 2014

houdende de instelling van het productie- en aanbestedingsstelsel van het Eurosysteem (ECB/2014/44)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 128, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 12.1, artikel 14.3 en artikel 16,

Overwegende:

(1)

Artikel 128, lid 1 van het Verdrag en artikel 16 van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (de „ESCB-statuten”) bepalen dat de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) het alleenrecht heeft machtiging te geven tot de uitgifte van eurobankbiljetten binnen de Unie. Dit alleenrecht omvat de bevoegdheid tot afbakening van het juridische eurobankbiljettenproductie- en aanbestedingskader. De ECB kan verantwoordelijkheid voor de eurobankbiljettenproductie toedelen aan de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten (de „NCB's”), zulks overeenkomstig het procentuele aandeel van de NCB's in het geplaatste kapitaal van de ECB voor het betreffende boekjaar en berekend met behulp van de in artikel 29.1 van de statuten bedoelde wegingen van de NCB's in de verdeelsleutel (de „kapitaalverdeelsleutel”). Het juridische eurobankbiljettenproductie- en aanbestedingskader moet enerzijds voldoen aan het vereiste neergelegd in artikel 127, lid 1 van het Verdrag en in artikel 2 van de ESCB-statuten, opdat het Eurosysteem optreedt in overeenstemming met het beginsel van openmarkteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige middelenallocatie wordt bevorderd, en anderzijds moet dit kader rekening houden met de bijzondere aard van eurobankbiljetten die worden geproduceerd opdat het Eurosysteem deze als veilig betaalmiddel kan uitgeven. Het juridische eurobankbiljettenproductie-en aanbestedingskader moet er eveneens rekening mee houden dat sommige NCB's in hun eigen huisdrukkerij eurobankbiljetten produceren.

(2)

Gezien de bovengenoemde beginselen heeft de Raad van bestuur op 10 juli 2003 besloten dat vanaf 1 januari 2012 in het Eurosysteem op de aanbesteding van de eurobankbiljetten een gemeenschappelijke competitieve aanpak (de „gemeenschappelijke Eurosysteemtenderprocedure”) van toepassing moet zijn, zoals bepaald in Richtsnoer ECB/2004/18 (1). In maart 2011 heeft de Raad van bestuur besloten de start van de gemeenschappelijke Eurosysteemtenderprocedure tot 1 januari 2014 uit te stellen, tenzij de Raad van bestuur in de tussentijd een andere startdatum vastgesteld zou hebben en houdende nadere evaluatie van de situatie (2). In december 2013 heeft de Raad van bestuur voorts besloten dat de gemeenschappelijke Eurosysteemtenderprocedure zou starten op een door haar vast te stellen datum, zulks vanwege gewijzigde veronderstellingen waarop de verwachte gemeenschappelijke Eurosysteemtenderprocedure gebaseerd was (3).

(3)

De Raad van bestuur heeft besloten dat een gemeenschappelijk Eurosysteemproductie- en aanbestedingsstelsel (het „EPPS”) een mogelijk alternatief is, zulks rekening houdend met een sedert 2014 competitiever geworden markt en omdat de toepassing van de gemeenschappelijke Eurosysteemtenderprocedure thans geen voordeel biedt ten opzichte van bestaande regelingen.

(4)

Om een continue aanvoer te verzekeren, de know-how binnen het Eurosysteem te handhaven, concurrentie te versterken en de kosten op Eurosysteemniveau te verlagen, en te profiteren van de innovatie in de particuliere en overheidssector, moet het EPPS uit twee pijlers bestaan: een groep van NCB's die hun eurobankbiljetten in een huisdrukkerij produceren (de groep „huisdrukkerij-NCB's”), en een groep van NCB's die hun eurobankbiljetten aanbesteden (de groep „tender-NCB's”). Het EPPS moet de efficiënte eurobankbiljettenproductie in het Eurosysteem bevorderen. Bovendien zal het EPPS nadere afstemming van de juridische voorschriften vereisen die van toepassing zijn op tender-NCB's, zoals bijvoorbeeld aangaande het gebruik van geschiktheidscriteria in het tenderproces en in de contractuele voorwaarden. De EPPS-voorschriften moeten beogen gelijke voorwaarden bij tenders inzake de eurobankbiljettenproductie te waarborgen.

(5)

Tender-NCB's blijven verantwoordelijk voor de productie en aanbesteding van eurobankbiljetten die overeenkomstig de kapitaalverdeelsleutel aan hun zijn toegewezen. Om aan hun verplichtingen te voldoen moeten die NCB's de eurobankbiljettenproductie aanbesteden, en voeren die tenderprocedures overeenkomstig de toepasselijke aanbestedingsvoorschriften afzonderlijk of gezamenlijk met andere NCB's uit. Om gelijke concurrentievoorwaarden te verzekeren moeten tender-NCB's hun tendervoorschriften overeenkomstig de Unie-voorschriften en nationaal aanbestedingsrecht trachten af te stemmen.

(6)

De huisdrukkerij-NCB's blijven verantwoordelijk voor de productie en aanbesteding van eurobankbiljetten die overeenkomstig de kapitaalverdeelsleutel aan hun zijn toegewezen. Rekening houdend met noodzakelijke gelijke concurrentievoorwaarden tussen alle drukkerijen moeten die NCB's ervoor zorgen dat huisdrukkerijen niet deelnemen aan tenders voor de productie van eurobankbiljetten die georganiseerd en uitgevoerd worden binnen de Unie en van derden buiten de huisdrukkerij-NCB's geen opdrachten aanvaarden voor de productie van eurobankbiljetten.

(7)

Indien zij een samenwerking aangaan, moet de huisdrukkerij-NCB's het toepasselijke nationale en Unierecht naleven. Indien voor de verwezenlijking van deze samenwerking een afzonderlijke rechtspersoon opgericht wordt, kan een NCB een huisdrukkerij-NCB worden, indien zij gezamenlijk over deze rechtspersoon zeggenschap uitoefent zoals bedoeld in dit richtsnoer.

(8)

Eurobankbiljetten zijn gevoelige en technologisch innovatieve producten. De eurobankbiljettenproductie moet daarom in een volledig beveiligde, gecontroleerde en vertrouwelijke omgeving geschieden die steeds een betrouwbare ononderbroken aanvoer van hoge kwaliteit garandeert. Bovendien moet het Eurosysteem ter dege rekening houden met de mogelijke impact van de eurobankbiljettenproductie op de volksgezondheid, de openbare veiligheid en op het milieu.

(9)

De Raad van bestuur monitort ontwikkelingen inzake de belangrijkste grondstoffen en productiefactoren aangaande de eurobankbiljettenaanbesteding en -productie en, indien nodig, neemt zij toereikende maatregelen om te verzekeren dat de selectie en aanschaffing van alle belangrijke grondstoffen en factoren voor de eurobankbiljettenproductie de continue eurobankbiljettenaanvoer verzekert, en, zonder afbreuk te doen aan Unie-mededingingsrecht en de bevoegdheden van de Europese Commissie, voorkomen wordt dat een contractant of leverancier een dominante marktpositie misbruikt.

(10)

De bepalingen van dit richtsnoer worden, indien nodig, geïnterpreteerd overeenkomstig de regels in Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) en, met ingang van 18 april 2016, Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad (5).

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit richtsnoer wordt verstaan onder:

1.   „arm's length principle”: luidens dit beginsel waarborgen interne regelingen effectief een volledige scheiding tussen de administratie van een overheidsdrukkerij en haar administratie als overheidsinstantie, en terugbetaling door een overheidsdrukkerij van de alle kosten van administratieve en organisatorische ondersteuning die zij zijdens die overheidsinstantie heeft ontvangen. Om een eerlijke mededinging te waarborgen wanneer overheidsdrukkerijen inschrijven op een aanbesteding is vereist dat werkzaamheden inzake het drukken van eurobankbiljetten financieel volledig gescheiden zijn van hun overige activiteiten om te waarborgen dat al dan niet rechtstreeks geen staatssteun wordt verleend die in enigerlei opzicht onverenigbaar is met het Verdrag. Een onafhankelijke externe audit controleert deze financiële scheiding jaarlijks, en certificeert deze, en rapporteert dat aan de Raad van bestuur.

2.   „huisdrukkerij”: een drukkerij die a) juridisch en organisatorisch een onderdeel is van een NCB, of b) een afzonderlijke rechtspersoon, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

i)

de NCB of de NCB's oefenen zeggenschap uit over de betrokken rechtspersoon die vergelijkbaar is met de door haar over haar eigen afdelingen uitgeoefende zeggenschap;

ii)

meer dan 80 % van de werkzaamheden van de onder zeggenschap staande rechtspersoon betreffen uitvoering van aan haar door de zeggenschap uitoefenende NCB of NCB's toevertrouwde taken;

iii)

er is geen directe particuliere deelname in de onder zeggenschap staande rechtspersoon.

Voor de vaststelling van het onder b), ii), bedoelde werkzaamhedenpercentage wordt de gemiddelde totale omzet in aanmerking genomen, of een alternatieve op een passende activiteit gebaseerde maatstaf, zoals door de betrokken rechtspersoon aangaande diensten, leveringen en werken gedurende drie jaar voorafgaande aan de contractgunning gemaakte kosten.

Het volstaat aan te tonen dat de werkzaamhedenmaatstaf geloofwaardig is, met name middels commerciële prognoses, indien de omzet of de alternatieve op een passende activiteit gebaseerde maatstaf zoals kosten hetzij niet beschikbaar is voor de drie voorafgaande jaren, of niet langer relevant is vanwege de oprichtingsdatum van de rechtspersoon, of de startdatum van de werkzaamheden of vanwege werkzaamhedenregorganisatie.

Een NCB wordt geacht zeggenschap uit te oefenen over een rechtspersoon die vergelijkbaar is met de door haar over haar eigen afdelingen uitgeoefende zeggenschap zoals bedoeld onder b), i), van de eerste alinea, indien zij een doorslaggevende invloed uitoefent over de strategische doelstellingen en significante besluiten van de onder zeggenschap staande rechtspersoon.

NCB's worden geacht gezamenlijk zeggenschap uit te oefenen over een rechtspersoon indien aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan: a) de besluitvormende organen van de onder zeggenschap staande rechtspersoon bestaan uit vertegenwoordigers van alle deelnemende NCB's; de onderscheiden vertegenwoordigers kunnen meerdere of alle deelnemende NCB's vertegenwoordigen; b) die NCB's kunnen gezamenlijk zeggenschap uitoefenen de strategische doelstellingen en significante besluiten van de onder zeggenschap staande rechtspersoon; c) de onder zeggenschap staande rechtspersoon streeft geen belangen na die indruisen tegen belangen van de zeggenschap uitoefenende NCB's;

3.   „overheidsinstanties”: alle overheidsinstanties, waaronder de Staat en regionale, lokale of andere territoriale overheden en centrale banken;

4.   „overheidsdrukkerijen”: drukkerijen waarover overheidsinstanties al dan niet rechtstreeks een dominante invloed kunnen uitoefenen middels hun eigendom van die drukkerijen, hun financiële deelname daarin, of de regels die op die drukkerijen van toepassing zijn. Uitoefening van dominerende invloed door de overheidsinstanties wordt aangenomen, indien deze overheidsinstanties al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van de drukkerij: a) de meerderheid van het geplaatste kapitaal houden; b) de meerderheid van de stemrechten controleert, die zijn verbonden aan de door die drukkerijen uitgegeven aandelen, of c) meer dan de helft van de leden van het administratieve, leidinggevende of het toezichthoudende orgaan van de drukkerij kan benoemen.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.   Het EPPS zet een tweepijlermodel op voor de eurobankbiljettenproductie en -aanbesteding. Zulks omvat dat tender-NCB's de eurobankbiljettenproductie aanbesteden, alsook dat huisdrukkerijen van de huisdrukkerij-NCB's de eurobankbiljetten produceren.

2.   NCB's zijn verantwoordelijk voor de productie en aanbesteding van eurobankbiljetten die overeenkomstig de kapitaalverdeelsleutel aan hun zijn toegewezen.

TITEL II

TENDER-NCB's

Artikel 3

Algemene beginselen

NCB's zonder huisdrukkerijen maken deel uit van de tendergroep (tender-NCB's).

Artikel 4

Tenders

1.   Elke tender-NCB is verantwoordelijk voor de aanbesteding van de eurobankbiljettenproductie en voeren die tenderprocedures overeenkomstig de toepasselijke aanbestedingsregels en overeenkomstig de in dit richtsnoer vastgelegde voorschriften uit, al dan niet gezamenlijk met andere tender-NCB's.

2.   Om concurrentie in de markt voor eurobankbiljettenproductie te handhaven, verdelen de tender-NCB's in beginsel en behoudens nationaal aanbestedingsrecht de aanbestedingen in meerdere kavels en zou een inschrijver niet meerdere kavels gegund moeten krijgen.

3.   Tender-NCB's vermelden in de aanbestedingsdocumenten dat overheidsdrukkerijen het arm's-lengthbeginsel toegepast moeten hebben voordat zij deelnemen aan een aanbesteding, zulks om in aanmerking te komen voor tenderdeelname.

Artikel 5

Harmonisatie van voorschriften

Om gelijke concurrentievoorwaarden te verzekeren moeten tender-NCB's beogen hun tendervoorschriften, waaronder geschiktheidscriteria, overeenkomstig de Unievoorschriften en nationaal aanbestedingsrecht af te stemmen.

TITEL III

HUISDRUKKERIJ-NCB's

Artikel 6

Algemene beginselen

1.   NCB's die eurobankbiljetten in huisdrukkerijen produceren maken deel uit van de groep huisdrukkerij-NCB's.

2.   De huisdrukkerij-NCB's dragen er zorg voor dat hun huisdrukkerijen niet deelnemen aan tenders voor de eurobankbiljettenproductie die georganiseerd en uitgevoerd worden binnen de Unie en van derden buiten de huisdrukkerij-NCB's geen opdrachten aanvaarden voor de eurobankbiljettenproductie.

Artikel 7

Samenwerking tussen huisdrukkerij-NCB's

1.   Voor een kosteneffeciëntere eurobankbiljettenproductie overwegen huisdrukkerij-NCB's passende samenwerkingsvormen aan te gaan, zoals gezamenlijke inkoop en het delen en implementeren van beste praktijken voor het productieproces om hun publieke taak van bankbiljettenproductie zo goed mogelijk te vervullen.

2.   Huisdrukkerij-NCB's kunnen al dan niet deelnemen aan dergelijke samenwerkingsvormen, mits zij bij deelname zich ertoe verbinden gedurende ten minste drie jaar betrokken te blijven bij de relevante initiatieven (tenzij zij binnen deze periode deel gaan uitmaken van de tender-NCB's), zulks gezien de noodzakelijke continuïteit en de door de partijen gedane investeringen.

Artikel 8

Oprichting van een afzonderlijke rechtspersoon, of een niet-geïnstitutionaliseerde horizontale samenwerking om gezamenlijk publieke taken uit te voeren

1.   Voor de gezamenlijke uitvoering van publieke taken gaan huisdrukkerij-NCB's de mogelijkheid na van de oprichting van a) een afzonderlijke rechtspersoon bestaande uit hun huisdrukkerijen, of b) overwegen een niet-geïnstitutionaliseerde horizontale samenwerking op basis van een samenwerkingsovereenkomst.

2.   De volgende voorwaarden zijn van toepassing op de in lid 1 genoemde samenwerkingsvormen:

a)

Indien een uit hoofde van artikel 8, lid 1, onder a) opgerichte rechtspersoon direct een eurobankbiljettenproductiecontract gegund wordt, moeten de betrokken NCB's over deze rechtspersoon gezamenlijk zeggenschap uitoefenen zoals bedoeld in de definitie van gezamenlijke zeggenschap in artikel 1, onder punt 2.

b)

Uit hoofde van artikel 8, lid 1, onder b) afgesloten overeenkomsten voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:

i)

de overeenkomst zet de samenwerking tussen de huisdrukkerij-NCB's op, of geeft daar uitvoering aan, om te waarborgen dat de door hen uit te voeren overheidsdiensten uitgevoerd worden om de gemeenschappelijke doelstellingen te verwezenlijken;

ii)

op de implementatie van die samenwerking zijn uitsluitend overwegingen van openbaar belang van toepassing;

iii)

de huisdrukkerij-NCB's voeren middels de samenwerking op de open markt minder dan 20 % van de door de samenwerking bestreken werkzaamheden uit. Ter vaststelling van het percentage van de bovengenoemde werkzaamheden zijn de tweede en het derde alinea van artikel 1, lid 2 van overeenkomstige toepassing.

TITEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

Intrekking

Richtsnoer ECB/2004/18 wordt met ingang van 1 januari 2015 ingetrokken.

Artikel 10

Vankrachtwording en implementatie

Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving aan de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten. De centrale banken van het Eurosysteem voldoen met ingang van 1 januari 2015 aan dit richtsnoer.

Artikel 11

Overgangsperiode aangaande de toepassing van artikel 4, lid 3

In afwijking van artikel 4, lid 3 kunnen op voor 1 juli 2015 geïnitieerde tenders afwijkende voorschriften van toepassing zijn aangaande de uitsluiting van tenderdeelnemers.

Artikel 12

Evaluatie

De Raad van bestuur evalueert dit richtsnoer in het begin van 2017 en elke twee jaar daarna.

Artikel 13

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main, 13 november 2014.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Richtsnoer ECB/2004/18 van 16 september 2004 inzake de aanbesteding van eurobankbiljetten (PB L 320 van 21.10.2004, blz. 21).

(2)  Richtsnoer ECB/2011/3 van 18 maart 2011 houdende wijziging van Richtsnoer ECB/2004/18 inzake de aanbesteding van eurobankbiljetten (PB L 86 van 1.4.2011, blz. 77).

(3)  Richtsnoer ECB/2013/49 van 18 december 2013 tot wijziging van Verordening ECB/2004/18 inzake de aanbesteding van eurobankbiljetten (PB L 32 van 1.2.2014, blz. 36).

(4)  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

(5)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).


Top