EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AB0006

Advies van de Europese Centrale Bank van 28 januari 2011 betreffende een voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG, 2002/87/EG en 2006/48/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat (CON/2011/6)

OJ C 62, 26.2.2011, p. 1–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 62/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 28 januari 2011

betreffende een voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG, 2002/87/EG en 2006/48/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat

(CON/2011/6)

2011/C 62/01

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 30 september 2010 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG, 2002/87/EG en 2006/48/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat (1) (hierna het „richtlijnvoorstel” te noemen).

De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 127, lid 4 en artikel 282, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien het richtlijnvoorstel bepalingen bevat betreffende de bijdrage van het Europees Stelsel van centrale banken tot een goede beleidsvoering ten aanzien van de stabiliteit van het financiële stelsel, zoals bedoeld in artikel 127, lid 5 van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Algemene opmerking

1.

De ECB verwelkomt het hoofddoel van het richtlijnvoorstel, namelijk de juiste werkingssfeer te waarborgen van het aanvullende toezicht op financiële conglomeraten door het wegwerken van hiaten die zijn ontstaan tussen het aanvullende toezichtstelsel van de Unie (2) en de sectorale richtlijnen inzake bancaire en verzekeringsdiensten.

Specifieke opmerkingen

Behandeling van gemengde financiële holdings

2.

De ECB verwelkomt de verwijzingen naar een „gemengde financiële holding” in de bepalingen van de sectorale richtlijnen die de werkingssfeer van geconsolideerd toezicht op banken en toezicht op collectieve verzekeringen vastleggen (3). Zulks maakt toepassing van sectoraal toezicht op geconsolideerde basis/groepsbasis, naast aanvullend toezicht, op een financiële holding of een verzekeringsholding mogelijk, die door uitbreiding van activiteiten naar een andere financiële sector een gemengde financiële holding wordt. De ECB is van mening dat door aanvullend toezicht verkregen inzicht in sectoroverschrijdende risico’s inderdaad een nuttige aanvulling zou kunnen vormen op toezichtervaring inzake sectorale activiteiten opgedaan door middel van toezicht op geconsolideerde basis/groepsbasis. Tegelijkertijd dienen efficiënte toezichtpraktijken te worden ontwikkeld die het enerzijds mogelijk maken dat alle relevante risico’s aan toezicht worden onderworpen, en, anderzijds, potentiële overlappingen in toezicht voorkomen en gelijke omstandigheden worden behouden. De ECB beveelt aan (4) dat de Europese Toezichthouders (ESA) de bevoegdheid krijgen om via het Gemengd Comité dienaangaande gemeenschappelijke richtsnoeren vast te stellen.

Behandeling van vermogensbeheerders

3.

De ECB verwelkomt het opnemen van vermogensbeheerders in de toepassing van de drempels voor de identificatie van financiële conglomeraten (5). De ECB beveelt aan (6) vermogensbeheerders toe te voegen aan de sector binnen het financiële conglomeraat waarmee zij de nauwste banden hebben, hetgeen in toezichtsrichtsnoeren nader dient te worden uitgewerkt. Deze oplossing is gezien de op risico gebaseerde beoordeling beter dan de toevoeging aan de „kleinste financiële sector”, zoals in het richtlijnvoorstel wordt bepaald. Gezien de expliciete opname van vermogensbeheerders in de regeling voor aanvullend toezicht beveelt de ECB voorts aan (7) dat de Europese Autoriteit voor effecten en markten naast de overige ESA’s wordt betrokken bij de ontwikkeling van richtsnoeren tot bevordering van convergerende toezichtpraktijken betreffende aanvullend toezicht (8). Dienaangaande zou de tekst dienen te lijken op de in Richtlijn 2010/78/EU opgenomen tekst (9), derhalve „de betrokken ESA, via het Gemengd Comité”. De betrokkenheid van alle relevante ESA’s bij het ontwikkelen van dergelijke richtsnoeren dient te waarborgen dat kwesties inzake besmetting, concentratie en complexiteit en belangenconflicten effectief worden geadresseerd aangaande alle sectoren en gereguleerde entiteiten van een financieel conglomeraat. In dezelfde geest, aangaande aanvullend toezicht op internecontrolemechanismes en risicobeheerprocedures (10), dient Richtlijn 2002/87/EG te vereisen dat aanvullend toezicht op en monitoring door de bevoegde autoriteiten van naleving van krachtens de ICBE-richtlijn opgestelde prudentiële regels consistent zijn (11). Die consistentie tussen aanvullend toezicht en toezichtspraktijken wordt reeds vereist uit hoofde van de betrokken bepalingen van de Bankenrichtlijn (12) en de Solvabiliteitsrichtlijn II (13).

Rapportagevorm

4.

De ECB beveelt het gebruik aan (14) van geharmoniseerde rapportageformats, -frequenties en -termijnen, zulks door toepassing van door de betrokken ESA via het Gemengd Comite (15) ontwikkelde technische normen, voor de rapportage van kapitaaltoereikendheidsvereisten die berekend werden voor de betrokken entiteiten van een financieel conglomeraat (16). Die harmonisatie dient het huidige model in de bankensector te volgen, zulks op basis van een wijziging van de Bankenrichtlijn van 2009 (17). De ECB begrijpt dat het werk inzake harmonisatie van rapportageformats zal voortgaan, onder meer in verband met de behoeften die ontstaan door de implementatie van het Basel-III kapitaalkader in wetgeving van de Unie. Het Eurosysteem heeft hier gezien zijn rol op het vlak van financiële stabiliteit grote belangstelling voor en zal de voortgang van deze werkzaamheden in samenwerking met de Commissie volgen.

Indien de ECB een wijziging van het richtlijnvoorstel aanbeveelt, wordt daartoe een specifiek onderbouwd formuleringsvoorstel in de bijlage opgenomen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 28 januari 2011.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  COM(2010) 433 definitief.

(2)  Deze bestaat momenteel uit Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1) en Richtlijn 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende het aanvullend toezicht op verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen in een verzekerings- of herverzekeringsgroep (PB L 330 van 5.12.1998, blz. 1).

(3)  Zie de wijzigingen van artikel 1 en artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 1, artikel 4, lid 2 en artikel 10, lid 2 en in de bijlagen I en II van Richtlijn 98/78/EG, zoals ingevoerd door artikel 1 en bijlage I van het richtlijnvoorstel; zie wijzigingen van de artikelen 4, 71, 72, 84, 105, 125 tot en met 127, 129 en 141 tot en met 143 van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1), ingevoerd door artikel 3 van de richtlijnvoorstel.

(4)  Zie wijzigingsvoorstel 3 in de bijlage bij dit advies.

(5)  Zie artikel 2, lid 5 en artikel 3, lid 2, derde alinea van Richtlijn 2002/87/EG ingevoerd door artikel 2, lid 1 en 2 van het richtlijnvoorstel.

(6)  Zie wijzigingsvoorstel 1 in de bijlage bij dit advies.

(7)  Zie wijzigingsvoorstel 2 in de bijlage bij dit advies.

(8)  Zie artikel 3, lid 8, artikel 7, lid 5, artikel 8, lid 5, artikel 9, lid 6 en artikel 11, lid 5 van Richtlijn 2002/87/EG, ingevoerd door artikel 2, lid 2 en lid 4 tot en met 7 van het richtlijnvoorstel.

(9)  Richtlijn 2010/78/EU van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120).

(10)  Artikel 9 van Richtlijn 2002/87/EG.

(11)  Richtlijn 2009/65/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32). Aanvullend monitoren van vermogensbeheerders wordt genoemd in artikel 21, lid 1 en artikel 102, lid 4, onder a) van de ICBE-richtlijn; het richt zich op het verzekeren van naleving van: i) prudentiële regels inzake vermogensbeheerders die via artikel 12 dienen te worden ingevoerd, en ii) nadere regels door de artikelen 17 en 18 vastgesteld inzake het aanbieden van vermogensbeheerdiensten via bijkantoren en het verlenen van grensoverschrijdende diensten.

(12)  Richtlijn 2006/48/EG.

(13)  Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (herschikking). (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).

(14)  Zie wijzigingsvoorstel 4 en 6 in de bijlage bij dit advies.

(15)  Zie artikel 21 bis, lid 2 van Richtlijn 2002/87/EG, zoals ingevoerd door artikel 2, lid 15 van Richtlijn 2010/78/EU.

(16)  Zie artikel 6, lid 2 van Richtlijn 2002/87/EG.

(17)  Zie artikel 74, lid 2, tweede alinea van Richtlijn 2006/48/EG, ingevoerd door artikel 1, lid 14 van Richtlijn 2009/111/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer. (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 97).


BIJLAGE

Formuleringsvoorstellen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Door de ECB voorgestelde wijzigingen (1)

Wijziging 1

Artikel 2, lid 2, onder a)

„a)

Aan lid 2 wordt de volgende derde alinea toegevoegd:

„Vermogensbeheerders in de zin van artikel 30 worden toegevoegd aan de sector waartoe zij binnen de groep behoren; indien zij niet uitsluitend tot één sector binnen de groep behoren, worden zij aan de kleinste financiële sector toegevoegd.” ”

„a)

Aan lid 2 wordt de volgende derde alinea toegevoegd:

„Vermogensbeheerders in de zin van artikel 30 worden toegevoegd aan de sector waartoe zij binnen de groep behoren; indien zij niet uitsluitend tot één sector binnen de groep behoren, worden zij aan de financiële sector toegevoegd waarmee zij de nauwste banden hebben.” ”

Uitleg

De huidige oplossing luidens welke vermogensbeheerders worden toegevoegd aan de kleinste sector in het financiële conglomeraat volstaat niet vanuit het oogpunt van risicobeoordeling. Zij dient te worden vervangen door het criterium van de „nauwste banden” en dient in gemeenschappelijke ESA-toezichtsrichtsnoeren nader te worden uitgewerkt, welke richtsnoeren worden uitgevaardigd krachtens artikel 3, lid 8 van Richtlijn 2002/87/EG (zie wijziging 2).

Wijziging 2

Artikel 2, lid 2, onder f)

„f)

Het volgende lid 8 wordt toegevoegd:

„8.   De Europese Bankautoriteit en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen vaardigen gemeenschappelijke richtsnoeren uit met het oog op de convergentie van de toezichtpraktijken wat de toepassing van de leden 2, 3, 3 bis, 4 en 5 van dit artikel betreft.” ”

„f)

Het volgende lid 8 wordt toegevoegd:

„8.   De betrokken ESA vaardigt via het Gemengd Comité gemeenschappelijke richtsnoeren uit met het oog op de convergentie van de toezichtpraktijken wat de toepassing van de leden 2, 3, 3 bis, 4 en 5 van dit artikel betreft.” ”

Uitleg

Door de opname van vermogensbeheerders in de toepassing van de drempels voor de identificatie van financiële conglomeraten, dient de Europese Autoriteit voor effecten en markten naast de andere ESA’s te worden betrokken bij het ontwikkelen van richtsnoeren tot bevordering van convergerende toezichtpraktijken betreffende aanvullend toezicht op financiële conglomeraten. De betrokkenheid van alle relevante ESA’s bij het ontwikkelen van dergelijke richtsnoeren dient te waarborgen dat kwesties inzake besmetting, concentratie en complexiteit en belangenconflicten effectief worden geadresseerd aangaande alle sectoren en gereguleerde entiteiten van een financieel conglomeraat. De ter zake gebruikte tekst („de betrokken ESA, via het Gemengd Comité”) lijkt op het door de Richtlijn 2010/78/EU ingevoerde model. Deze wijziging houdt verband met wijziging 5.

Wijziging 3

Artikel 2, lid 2 bis (nieuw)

[Geen tekst]

(2 bis)   De volgende alinea 6 wordt aan artikel 5 toegevoegd:

„6.   De betrokken ESA, via het Gemengd Comité, vaardigt gemeenschappelijke richtsnoeren uit voor de ontwikkeling van toezichtpraktijken die aanvullend toezicht op financiële holdings mogelijk maken als passende aanvulling op groepstoezicht ingevolge Richtlijn 98/78/EG, dan wel, indien van toepassing, geconsolideerd toezicht ingevolge Richtlijn 2006/48/EG welke richtsnoeren alle risico’s aan toezicht onderwerpen, terwijl mogelijke overlapping wordt voorkomen en gelijke omstandigheden worden behouden” ”.

Uitleg

Efficiënte toezichtpraktijken dienen te worden ontwikkeld met het oog op paralelle toepassing van sectoraal toezicht op geconsolideerde basis/groepsbasis en aanvullend toezicht in verband met een gemengde financiële holding. De betrokken ESA, via het Gemengd Comité, dient bevoegd te zijn om dienaangaande gemeenschappelijke richtsnoeren vast te stellen.

Wijziging 4

Artikel 2, lid 2 ter (nieuw)

[Geen tekst]

(2 ter)   De volgende zesde alinea wordt toegevoegd aan artikel 6, lid 2

Met ingang van [1 januari 2013] schrijven de lidstaten uniforme rapportageformats, -frequenties en -termijnen voor inzake de rapportage van de in dit artikel bedoelde berekeningen, zulks overeenkomstig de technische normen die conform artikel 21 bis, lid 1, onder d) zijn opgesteld.” ”

Uitleg

Analoog aan de Bankenrichtlijn dient de rapportage van de berekende kapitaaltoereikendheidsvereisten ingevolge Richtlijn 2002/87/EG te geschieden met geharmoniseerde rapportageformats, -frequenties en -termijnen. Deze wijziging houdt verband met wijziging 6.

Wijziging 5

Artikel 2, lid 4 tot en met 7 en lid 10

„(4)   Het volgende lid 5 wordt aan artikel 7 wordt toegevoegd:

„5.   De Europese Bankautoriteit en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen vaardigen gemeenschappelijke richtsnoeren uit met het oog op de convergentie van de toezichtpraktijken ten aanzien van de uitoefening van het aanvullende toezicht op risicoconcentratie waarin de leden 1 tot en met 4 voorzien. Zij vaardigen specifieke gemeenschappelijke richtsnoeren uit voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4 op deelnemingen van het financiële conglomeraat in gevallen waarin nationale vennootschapsrechtelijke voorschriften de toepassing van artikel 14, lid 2, verhinderen.”

(5)   Het volgende lid 5 wordt aan artikel 8 wordt toegevoegd:

„5.   De Europese Bankautoriteit en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen vaardigen gemeenschappelijke richtsnoeren uit met het oog op de convergentie van de toezichtpraktijken ten aanzien van de uitoefening van het aanvullende toezicht op intragroeptransacties waarin de leden 1 tot en met 4 voorzien. Zij vaardigen specifieke gemeenschappelijke richtsnoeren uit voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4 op deelnemingen van het financiële conglomeraat in gevallen waarin nationale vennootschapsrechtelijke voorschriften de toepassing van artikel 14, lid 2, verhinderen.”

(6)   Het volgende lid 6 wordt aan artikel 9 wordt toegevoegd:

„6.   De bevoegde autoriteiten stemmen de uitoefening van het aanvullende toezicht op de internecontrole- en risicobeheerprocedures waarin dit artikel voorziet af op de toezichtprocessen waarin artikel 124 van Richtlijn 2006/48/EG en artikel 36 van Richtlijn 2009/138/EG voorzien. Te dien einde vaardigen de Europese Bankautoriteit en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen gemeenschappelijke richtsnoeren uit zowel met het oog op de convergentie van de toezichtpraktijken ten aanzien van de uitoefening van het aanvullende toezicht op de interne controle- en risicobeheerprocedures waarin dit artikel voorziet, als met betrekking tot de consistentie met de toezichtprocessen waarin artikel 124 van Richtlijn 2006/48/EG en artikel 36 van Richtlijn 2009/138/EG voorzien. Zij vaardigen specifieke gemeenschappelijke richtsnoeren uit voor de toepassing van dit artikel op deelnemingen van het financiële conglomeraat in gevallen waarin nationale vennootschapsrechtelijke voorschriften de toepassing van artikel 14, lid 2, verhinderen.”

(7)   De volgende leden 4 en 5 worden toegevoegd:

„[…]

5.   De Europese Bankautoriteit en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen vaardigen gemeenschappelijke richtsnoeren uit met het oog op de consistentie van de in artikel 131 bis van Richtlijn 2006/48/EG en artikel 248, lid 4, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde coördinatieafspraken tussen toezichthouders.”

[…]

(10)   Het volgende artikel 21 ter wordt ingevoegd:

„Artikel 21 ter

Gemeenschappelijke richtsnoeren

De Europese Bankautoriteit en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen vaardigen de gemeenschappelijke richtsnoeren uit waarnaar wordt verwezen in artikel 3, lid 3, artikel 7, lid 5, artikel 8, lid 5, artikel 9, lid 6, en artikel 11, lid 5, volgens de procedure van respectievelijk artikel 42 van Verordening (EU) nr. …/… tot oprichting van een Europese Bankautoriteit en artikel 42 van Verordening (EU) nr. …/… tot oprichting van een Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, na samenwerking binnen het Gemengd Comité van Europese toezichthoudende autoriteiten.” ”

„(4)   Het volgende lid 5 wordt aan artikel 7 wordt toegevoegd:

„5.   De betrokken ESA, via het Gemengd Comité, vaardigt gemeenschappelijke richtsnoeren uit met het oog op de convergentie van de toezichtpraktijken ten aanzien van de uitoefening van het aanvullende toezicht op risicoconcentratie waarin de leden 1 tot en met 4 voorzien. Zij vaardigen specifieke gemeenschappelijke richtsnoeren uit voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4 op deelnemingen van het financiële conglomeraat in gevallen waarin nationale vennootschapsrechtelijke voorschriften de toepassing van artikel 14, lid 2, verhinderen.”

(5)   Het volgende lid 5 wordt aan artikel 8 wordt toegevoegd:

„5.   De betrokken ESA, via het Gemengd Comité, vaardigt gemeenschappelijke richtsnoeren uit met het oog op de convergentie van de toezichtpraktijken ten aanzien van de uitoefening van het aanvullende toezicht op risicoconcentratie waarin de leden 1 tot en met 4 voorzien. Zij vaardigen specifieke gemeenschappelijke richtsnoeren uit voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4 op deelnemingen van het financiële conglomeraat in gevallen waarin nationale vennootschapsrechtelijke voorschriften de toepassing van artikel 14, lid 2, verhinderen.”

(6)   Het volgende lid 6 wordt aan artikel 9 wordt toegevoegd:

„6.   De bevoegde autoriteiten stemmen de uitoefening van het aanvullende toezicht op de internecontrole- en risicobeheerprocedures waarin dit artikel voorziet af op de toezichtprocessen waarin artikel 124 van Richtlijn 2006/48/EG en artikel 36 van Richtlijn 2009/138/EG voorzien, en op de controle door de bevoegde autoriteiten op naleving van de prudentiële regels die ingevolge artikel 12 van Richtlijn 2009/65/EG zijn opgesteld. Te dien einde vaardigt de betrokken ESA, via het Gemengd Comité, gemeenschappelijke richtsnoeren uit zowel met het oog op de convergentie van de toezichtpraktijken ten aanzien van de uitoefening van het aanvullende toezicht op de internecontrole- en risicobeheerprocedures waarin dit artikel voorziet, als met betrekking tot de consistentie met de toezichtprocessen waarin artikel 124 van Richtlijn 2006/48/EG en artikel 36 van Richtlijn 2009/138/EG voorzien en op de controle door de bevoegde autoriteiten op naleving van de prudentiële regels die ingevolge artikel 12 van Richtlijn 2009/65/EG zijn opgesteld. Zij vaardigen specifieke gemeenschappelijke richtsnoeren uit voor de toepassing van dit artikel op deelnemingen van het financiële conglomeraat in gevallen waarin nationale vennootschapsrechtelijke voorschriften de toepassing van artikel 14, lid 2, verhinderen.”

(7)   De volgende leden 4 en 5 worden aan artikel 11 toegevoegd:

„[…]

5.   De betrokken ESA, via het Gemengd Comité, vaardigt gemeenschappelijke richtsnoeren uit met het oog op de consistentie van de in artikel 131 bis van Richtlijn 2006/48/EG en artikel 248, lid 4, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde coördinatieafspraken tussen toezichthouders.”

[…]

(10)   Het volgende artikel 21 ter wordt ingevoegd:

„Artikel 21 ter

Gemeenschappelijke richtsnoeren

De betrokken ESA, via het Gemengd Comité, vaardigt de gemeenschappelijke richtsnoeren uit waarnaar wordt verwezen in artikel 3, lid 38, artikel 7, lid 5, artikel 8, lid 5, artikel 9, lid 6, en artikel 11, lid 5, volgens de procedure van respectievelijk artikel 56 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit ) tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie, en in artikel 56 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie en in artikel 56 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie, na samenwerking binnen het Gemengd Comité van Europese toezichthoudende autoriteiten.” ”

Uitleg

Zie de uitleg onder wijziging 2, waarmee deze wijziging verband houdt. Bovendien, aangaande aanvullend toezicht op internecontrolemechanismes en risicobeheerprocedures, dient de voorgestelde wijziging van artikel 9, lid 5, van Richtlijn 2002/87/EG te vereisen dat aanvullend toezicht op en monitoring door de bevoegde autoriteiten van naleving van krachtens de ICBE-richtlijn opgestelde prudentiële regels consistent zijn. Die consistentie tussen aanvullend toezicht en toezichtpraktijken wordt reeds vereist uit hoofde van de betrokken bepalingen van de Bankenrichtlijn en de Solvabiliteitsrichtlijn II.

Wijziging 6

Artikel 2, lid 9 bis (nieuw)

[Geen tekst]

„(9 bis)   Het volgende punt d) wordt aan de eerste alinea van artikel 21 bis, lid 1 toegevoegd:

„d)

Artikel 6, lid 2 teneinde uniforme rapportageformats (met bijbehorende instructies), -frequenties en -termijnen te waarborgen.” ”

Uitleg

Zie de uitleg onder wijziging 4, waarmee deze wijziging verband houdt.


(1)  De vetgedrukte tekst geeft aan waar de ECB voorstelt nieuwe tekst toe te voegen. Doorhaling betreft tekst die de ECB voorstelt te schrappen.


Top