EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002AB0025

Advies van de Europese Centrale Bank van 3 oktober 2002 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen, de afwijkingen met betrekking tot de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en de indiening van gegevens over de werkzame personen in gewerkte uren (CON/2002/25)

OJ C 253, 22.10.2002, p. 14–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52002AB0025

Advies van de Europese Centrale Bank van 3 oktober 2002 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen, de afwijkingen met betrekking tot de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en de indiening van gegevens over de werkzame personen in gewerkte uren (CON/2002/25)

Publicatieblad Nr. C 253 van 22/10/2002 blz. 0014 - 0015


Advies van de Europese Centrale Bank

van 3 oktober 2002

op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen, de afwijkingen met betrekking tot de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en de indiening van gegevens over de werkzame personen in gewerkte uren

(CON/2002/25)

(2002/C 253/09)

1. Op 16 september 2002 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen, de afwijkingen met betrekking tot de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en de indiening van gegevens over de werkzame personen in gewerkte uren ("de ontwerpverordening").

2. De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 105, lid 4, eerste streepje van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het Reglement van Orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur van de ECB dit advies goedgekeurd.

3. De verordening beoogt: een verkorting van de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen; de afschaffing van aan lidstaten toegestane afwijkingen, die de berekening van de belangrijkste aggregaten voor het eurogebied en de Europese Unie verhinderen; de indiening van de gegevens in de nationale rekeningen over de werkzame personen in de eenheid "gewerkte uren".

4. De ontwerpverordening maakt deel uit van het Actieplan over de statistische vereisten van de EMU ("het EMU-Actieplan"), dat de Europese Commissie (Eurostat) in nauwe samenwerking met de ECB op verzoek van de Ecofin-Raad heeft opgesteld. Het EMU-Actieplan is een antwoord op het verslag van het Monetair Comité over de informatiebehoefte in de EMU(1), dat de Ecofin-Raad op 18 januari 1999 heeft goedgekeurd en op het tweede voortgangsverslag over de informatiebehoefte in de EMU, dat het Economisch en Financieel Comité heeft opgesteld en dat de Ecofin-Raad op 5 juni 2000 heeft goedgekeurd. Het vierde voortgangsverslag, dat de Ecofin-Raad op 29 oktober 2001 heeft goedgekeurd, bevat tevens een tijdschema voor de wijziging van vigerende statistische verordeningen. De ECB verwelkomt de ontwerpverordening, die de tijdigheid, de betrouwbaarheid en de volledigheid van statistieken voor het eurogebied zal verbeteren.

5. Voor het volgen van de economie als geheel is het van belang dat de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen voor het eurogebied tijdig worden ingediend, betrouwbaar en voldoende gedetailleerd zijn. Verordening (EG) nr. 2223/96 van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap(2), vereist de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen binnen vier maanden na afloop van de referentieperiode. De ECB verwelkomt de verkorting van de indieningstermijn tot 70 dagen.

6. De afwijkingen in Verordening (EG) nr. 2223/96 beïnvloeden de beschikbaarheid en de accuratesse van de aggregaten voor het eurogebied. De ECB verwelkomt de afschaffing van deze afwijkingen. Indien lidstaten alle gegevens tijdig indienen, zullen de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen op het niveau van het eurogebied in grotere mate beschikbaar zijn. Voorts zullen de huidige ramingen betrouwbaarder worden.

7. Thans is het indienen van kwartaalgegevens over de werkzame personen met het aantal "gewerkte uren" geen verplichting. In het bijzonder de toename van deeltijdarbeid toont naar de mening van de ECB duidelijk aan, dat veranderende arbeidspraktijken steeds meer nopen tot het kwantificeren van het aantal gewerkte uren. Zij verwelkomt daarom het indienen van nationale kwartaalrekeningen over de werkzame personen in de eenheid "gewerkte uren".

8. De verordening beoogt onder meer het afschaffen van afwijkingen. Daarom en met het oog op een effectieve verordening vindt de ECB het essentieel dat geen nieuwe wezenlijke afwijkingen worden toegekend die aan een tijdige en betrouwbare samenstelling van aggregaten voor het eurogebied in de weg zouden kunnen staan.

9. Door middel van vrijwillige akkoorden wordt getracht de tijdigheid van de aggregaten van het eurogebied verder te verbeteren. Het doel is de publicatie voor het einde van 2003 van: GDP-cijfers voor het eurogebied als geheel met een volledige uitsplitsing naar de belangrijkste bedrijfstakken (toegevoegde waarde) en de belangrijkste uitgaven- en inkomstencomponenten (na 60 dagen); -een eerste GDP-raming met een beperkte uitsplitsing naar vraag en productie (na 45 dagen); een aantal productiviteitscijfers (na 45 dagen). De ECB steunt deze doelstellingen voor de statistieken van het eurogebied nadrukkelijk.

10. De ECB herinnert er tevens aan, dat de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen overeenkomstig algemeen aanvaarde principes voor seizoenen en werkdagen gecorrigeerd moeten zijn.

11. Dit Advies wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 3 oktober 2002.

De President van de ECB

Willem F. Duisenberg

(1) De tweede overweging van de ontwerpverordening behoeft de volgende overeenkomstige wijziging: in plaats van "Het verslag van het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (CMFB) over de statistische vereisten in de EMU" te lezen "Het verslag van het Monetaire Comité over de informatiebehoefte in de EMU".

(2) PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1.

Top