EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008O0004

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 19 juni 2008 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2006/9 inzake bepaalde voorbereidingen voor de omschakeling naar de chartale euro en inzake bevoorrading vooraf en verdere bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten en -muntstukken buiten het eurogebied (ECB/2008/4)

OJ L 176, 4.7.2008, p. 16–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 10 Volume 007 P. 61 - 64

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2008/549/oj

4.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/16


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 19 juni 2008

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2006/9 inzake bepaalde voorbereidingen voor de omschakeling naar de chartale euro en inzake bevoorrading vooraf en verdere bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten en -muntstukken buiten het eurogebied

(ECB/2008/4)

(2008/549/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 106, lid 1,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtsnoer ECB/2006/9 van 14 juli 2006 inzake bepaalde voorbereidingen voor de omschakeling naar de chartale euro en inzake bevoorrading vooraf en verdere bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten en -muntstukken buiten het eurogebied (1) stelt de regels vast op grond waarvan de nationale centrale banken (NCB’s) van de toekomstige deelnemende lidstaten eurobankbiljetten en -muntstukken kunnen lenen van het Eurosysteem voor hun bevoorrading vooraf en verdere bevoorrading vooraf voorafgaande aan de omschakeling naar de chartale euro en stelt de verplichtingen vast waaraan iedere in aanmerking komende tegenpartij en derde beroepsdoelgroepen moeten voldoen voor hun bevoorrading vooraf, respectievelijk verdere bevoorrading vooraf.

(2)

Na de invoering van de euro in Slovenië, Cyprus en Malta overeenkomstig de bepalingen van Richtsnoer ECB/2006/9, is vastgesteld dat een aantal wijzigingen noodzakelijk is ter verbetering van de logistieke aspecten van de omschakeling naar de chartale euro in de toekomstige deelnemende lidstaten.

(3)

Gezien de waarschijnlijke problemen voor toekomstige NCB’s van Eurosysteem inzake het plannen van het volume en de denominaties van eurobankbiljetten, die nodig zijn na de datum waarop wordt omgeschakeld naar de chartale euro, dienen die NCB’s van Eurosysteem direct na de datum waarop wordt omgeschakeld naar de chartale euro de denominatiesamenstelling van hun voorraden eurobankbiljetten tegen lage kosten te kunnen bijstellen.

(4)

Terwijl slechts kredietinstellingen en nationale postkantoren, die een rekening aanhouden bij hun toekomstige NCB van Eurosysteem, momenteel verdere bevoorrading vooraf van derde beroepsdoelgroepen met eurobankbiljetten en -muntstukken mogen uitvoeren, zijn waardevervoerders bij eerdere omschakelingen naar de chartale euro overeenkomstig de bepalingen van Richtsnoer ECB/2006/9 bij verdere bevoorrading vooraf nuttig gebleken. Het dient kredietinstellingen en nationale postkantoren derhalve te worden toegestaan voor de verdere bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten en -muntstukken waardevervoerders als hun agenten aan te stellen.

(5)

Ter vermijding van dubbele rapportageverplichtingen met betrekking tot het volume en de denominatie van de bij bevoorrading vooraf en verdere bevoorrading vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken, dient de op toekomstige NCB’s van het Eurosysteem en in aanmerking komende tegenpartijen toepasselijke rapportageprocedure te worden vereenvoudigd.

(6)

Gezien de mogelijkerwijze talrijke en frequente audits en inspecties, die toekomstige NCB’s van het Eurosysteem in de gebouwen van vooraf en verder vooraf bevoorrade entiteiten dienen uit te voeren, om na te gaan of de laatstgenoemden de eurobankbiljetten en -muntstukken niet voor de datum waarop wordt omgeschakeld naar de chartale euro in omloop brengen, is het noodzakelijk dat toekomstige NCB’s van het Eurosysteem dergelijke taken aan andere overheidsinstanties mogen delegeren.

(7)

De contractuele regelingen die vooraf en verder vooraf bevoorrade entiteiten voorafgaande aan de verdere bevoorrading vooraf met elkaar dienen overeen te komen en het gebrek aan financiële prikkels voor verder vooraf bevoorrade entiteiten deden, gezien eerdere omschakelingen naar de chartale euro uit hoofde van Richtsnoer ECB/2006/9, afbreuk aan het succes van verdere bevoorrading vooraf met betrekking tot bepaalde categorieën detailhandelaren, bv. avondwinkels en andere kleinschalige detailhandel. Het is derhalve noodzakelijk een vereenvoudigde slechts in het geval van kleine hoeveelheden eurobankbiljetten en -muntstukken toepasselijke procedure voor verdere bevoorrading vooraf in te voeren.

(8)

Tevens is vastgesteld dat diverse andere kleine wijzigingen van Richtsnoer ECB/2006/9 noodzakelijk zijn,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtsnoer ECB/2006/9 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De volgende tekst wordt aan het einde van lid 5 toegevoegd:

„Een overdracht van grote partijen eurobankbiljetten zal evenwel niet worden beschouwd als deel van het startvolume, indien de toekomstige NCB van het Eurosysteem, die van een of meer denominaties eurobankbiljetten overschotten aanhoudt met een equivalente waarde en kwaliteit als in geval van overdracht van grote partijen eurobankbiljetten, deze overschotten overdraagt aan het Eurosysteem in ruil voor een dergelijke overdracht van grote partijen eurobankbiljetten. Dan ontstaat geen terugbetalingsverplichting en de ECB draagt de vervoerskosten van de eurobankbiljetten.”.

b)

Lid 6, punt b) wordt geschrapt.

c)

In lid 8 wordt de laatste zin als volgt vervangen:

„Hetzelfde aantal terug te betalen eurobankbiljetten van gelijke kwaliteit voor de toekomstige series van eurobankbiljetten wordt berekend zoals de Raad van bestuur te zijner tijd zal besluiten.”.

d)

Lid 11 wordt als volgt vervangen:

„11.   Een toekomstige NCB van het Eurosysteem rapporteert als volgt aan de ECB en de verstrekkende NCB('s) van het Eurosysteem, rekening houdend met de in een apart rechtsinstrument vastgelegde vereisten:

a)

het definitieve totale bedrag van vooraf verstrekte en verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten (uitgesplitst naar denominatie), en

b)

het definitieve totale bedrag van vooraf verstrekte en verder vooraf verstrekte euromuntstukken (uitgesplitst naar denominatie).”.

2.

De volgende tekst wordt aan het einde van artikel 5 toegevoegd:

„Voor opslag en verdere bevoorrading vooraf van derde beroepsdoelgroepen met eurobankbiljetten en -muntstukken, mogen in aanmerking komende tegenpartijen waardevervoerders als agenten aanstellen die namens hen en voor hun risico optreden, zulks op voorwaarde dat: i) niettegenstaande de aanstelling van een agent, voldoen in aanmerking komende tegenpartijen aan alle in dit richtsnoer vastgestelde regels en procedures, en ii) in aanmerking komende tegenpartijen komen met waardevervoerders overeen dat deze waardevervoerders voldoen aan de in artikel 10, onder a) en b), en in artikel 13, leden 1 tot en met 3, vastgelegde verplichtingen.”.

3.

In artikel 9 wordt aan het einde van lid 2 de volgende tekst toegevoegd:

„De toekomstige NCB van het Eurosysteem rapporteert de van een in aanmerking komende tegenpartij ontvangen informatie aan de ECB, rekening houdend met de in een apart rechtsinstrument vastgelegde vereisten.”.

4.

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt b) wordt als volgt vervangen:

„b)

De in aanmerking komende tegenpartij komt met de verder vooraf te bevoorraden derde beroepsdoelgroep overeen dat deze de toekomstige NCB van het Eurosysteem of enig andere bevoegde overheidsinstantie zal toestaan overeenkomstig artikel 13, lid 3 middels audits en controles in de gebouwen van de derde beroepsdoelgroep de aanwezigheid van verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken na te gaan.”.

b)

Punt c) wordt als volgt vervangen:

„c)

De in aanmerking komende tegenpartij betaalt de toekomstige NCB van het Eurosysteem contractuele boetes ten belope van een aan de geleden schade evenredig bedrag, evenwel niet minder dan 10 % van het verder vooraf verstrekte bedrag, indien: i) de toekomstige NCB van het Eurosysteem of enig andere bevoegde overheidsinstantie geen toegang verkrijgt voor het uitvoeren van in punt b) genoemde audits en controles; dan wel ii) indien de verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken niet zoals in dit artikel bepaald zijn opgeslagen in de gebouwen van de verder vooraf bevoorrade derde beroepsdoelgroep. Een toekomstige NCB van het Eurosysteem legt dergelijke contractuele boetes niet op: i) indien haar toekomstige deelnemende lidstaat een wettelijk kader heeft opgezet met een equivalent beschermingsniveau; of ii) voor zover een verder vooraf bevoorrade derde beroepsdoelgroep reeds boetes heeft betaald overeenkomstig artikel 16, lid 2, onder f).”.

5.

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 1 wordt als volgt vervangen:

„1.   Een toekomstige NCB van het Eurosysteem verbiedt in aanmerking komende tegenpartijen (met inbegrip van hun benoemde agenten) de hun geleverde eurobankbiljetten en -muntstukken voor 0 uur (lokale tijd) op de datum waarop omgeschakeld wordt naar de chartale euro te verstrekken, tenzij dit richtsnoer anders bepaalt. Met name vereist de toekomstige NCB van het Eurosysteem dat in aanmerking komende tegenpartijen, met inbegrip van hun benoemde agenten, de vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken veilig opslaan in hun kluizen of in de kluizen van hun benoemde agenten, indien toepasselijk, gescheiden van andere eurobankbiljetten en -muntstukken, andere valuta’s of eigendommen, om vernietiging, diefstal, roof of enig andere oorzaak van vervroegd in omloop brengen te voorkomen.”.

b)

Lid 3 wordt als volgt vervangen:

„3.   De in aanmerking komende tegenpartijen, met inbegrip van hun benoemde agenten, staan hun toekomstige NCB van het Eurosysteem toe audits en controles in hun gebouwen uit te voeren, teneinde de aanwezigheid van vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken na te gaan en de regelingen krachtens welke de in aanmerking komende tegenpartijen de verdere bevoorrading vooraf uitvoeren te verifiëren. De toekomstige NCB van het Eurosysteem kan een andere bevoegde overheidsinstantie machtigen om in die gebouwen audits en controles uit te voeren en stelt de ECB daarvan in kennis.”.

6.

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 2, onder b) wordt geschrapt.

b)

Paragraaf 2, onder d) wordt als volgt vervangen:

„d)

De derde beroepsdoelgroep verschaft haar toekomstige NCB van het Eurosysteem of enige andere bevoegde overheidsinstantie het recht overeenkomstig artikel 13, lid 3 in haar gebouwen audits en controles uit te voeren om de aanwezigheid van verder vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken na te gaan.”.

c)

Het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

„3.   In afwijking van de in lid 2 vastgelegde procedure voor verdere bevoorrading vooraf, is op derde beroepsdoelgroepen, zijnde detailhandelaren, onder de volgende voorwaarden de volgende vereenvoudigde procedure inzake verdere bevoorrading vooraf van toepassing:

a)

de detailhandelaar is een micro-onderneming zoals bepaald in de Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (2), dat wil zeggen er zijn minder dan 10 personen in dienst en heeft een jaaromzet van en een balanstotaal dat 2 miljoen EUR niet te boven gaat;

b)

de nominale waarde van eurobankbiljetten en -muntstukken waarmee een detailhandelaar verder vooraf bevoorraad werd, gaat de 10 000 EUR niet te boven;

c)

de detailhandelaar ondertekent een door de toekomstige NCB van het Eurosysteem opgesteld standaardformulier, waarin hij zich ertoe verbindt vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken niet te verstrekken voor 0 uur (lokale tijd) op de datum waarop omgeschakeld wordt naar de chartale euro. Verdere contractuele regelingen zijn niet vereist; en

d)

de detailhandelaar slaat de vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken op als vereist onder artikel 10, onder a), en lid 2, onder d) is van dienovereenkomstige toepassing.

d)

Het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

„4.   Op basis van de in lid 3 vastgelegde voorwaarden, mag vereenvoudigde verdere bevoorrading vooraf slechts vijf kalenderdagen voorafgaande aan de datum waarop omgeschakeld wordt naar de chartale euro plaatsvinden. De waarde in oude nationale valuta uitgedrukt in de nominale waarde van de eurobankbiljetten en -muntstukken, waarmee een in aanmerking komende tegenpartij een detailhandelaar op grond van de vereenvoudigde procedure voor verdere bevoorrading verder vooraf heeft bevoorraad, wordt geblokkeerd op de rekening van de detailhandelaar die deze aanhoudt bij de in aanmerking komende tegenpartij, en wordt gedebiteerd op de datum waarop omgeschakeld wordt naar de chartale euro.”.

7.

Artikel 18 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 18

Verificatie

Toekomstige NCB’s van het Eurosysteem doen de ECB kopieën toekomen van wettelijke instrumenten en maatregelen die in hun lidstaat in verband met dit richtsnoer zijn aangenomen, zulks ten laatste een maand voor het begin van de periode van bevoorrading vooraf/verdere bevoorrading vooraf, evenwel niet voordat het besluit tot intrekking van de derogatie ten aanzien van die lidstaat is genomen.”.

Artikel 2

Dit richtsnoer treedt in werking op de dag volgende op de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit richtsnoer is gericht tot de NCB’s van de deelnemende lidstaten.

Gedaan te Frankfurt am Main, 19 juni 2008.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 207 van 28.7.2006, blz. 39.

(2)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.”.


Top