EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007AB0020

Advies van de Europese Centrale Bank van 5 juli 2007 op verzoek van de Raad van de Europese Unie betreffende het starten van een Intergouvernementele Conferentie voor het opstellen van een Verdrag houdende wijzigingen van vigerende Verdragen (CON/2007/20)

OJ C 160, 13.7.2007, p. 2–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/2


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 5 juli 2007

op verzoek van de Raad van de Europese Unie betreffende het starten van een Intergouvernementele Conferentie voor het opstellen van een Verdrag houdende wijzigingen van vigerende Verdragen

(CON/2007/20)

(2007/C 160/02)

1.

Op 27 juni 2007 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies betreffende het starten van een conferentie van vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten (Intergouvernementele Conferentie of IGC) voor het opstellen van een Verdrag houdende wijzigingen van de vigerende Verdragen (Hervormingsverdrag).

2.

De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 48 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de ECB is dit Advies door de Raad van bestuur van de ECB goedgekeurd.

3.

Het mandaat van de IGC werd tijdens de Europese Raad van Brussel van 21-23 juni 2007 overeengekomen en is aangehecht als bijlage bij de Conclusies van het Voorzitterschap (IGC Mandaat). Het IGC Mandaat vermeldt dat het de enige grondslag en het exclusieve kader is voor de IGC (1). Het IGC is opgedragen een Hervormingsverdrag op te stellen dat de uit de IGC van 2004 voortgekomen innovaties zal opnemen in Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG) dat het Verdrag betreffende de werking van de Unie zal worden genoemd (2).

4.

De ECB verwelkomt het starten van de IGC. De ECB begrijpt dat de tekst van het VEU ongewijzigd zal blijven, behalve zoals in het IGC Mandaat aangegeven (3). De ECB verwelkomt met name dat in het IGC Mandaat wordt bevestigd dat prijsstabiliteit een van de doelstellingen van de Unie is (4) en dat het monetaire beleid expliciet wordt genoemd als een van de uitsluitende bevoegdheden van de Unie. De ECB verwelkomt tevens de herziening van het artikel betreffende de doelstellingen van de Unie waardoor het instellen van een economische en monetaire unie met de euro als munteenheid binnen die doelstellingen valt (5).

5.

Het IGC Mandaat verwijst specifiek naar verbeteringen inzake de governance van de euro, erop wijzende dat de tijdens de IGC van 2004 goedgekeurde innovaties „in de vorm van specifieke wijzigingen op de gebruikelijke manier” in het Verdrag betreffende de werking van de Unie zullen worden opgenomen (6). De ECB wordt uitdrukkelijk genoemd en de IGC is opgedragen (7) de ECB betreffende bepalingen op te nemen in afdeling 4 bis van het vijfde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Unie. De IGC is tevens opgedragen een Protocol aan het Hervormingsverdrag te hechten houdende wijzigingen van vigerende Protocollen zoals overeengekomen in de IGC van 2004 (8). Zulks omvat onder andere wijzigingen van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank.

6.

De ECB begrijpt dat aangaande de ECB, het Eurosysteem en het Europees Stelsel van centrale banken, wijzigingen betreffende de status, het mandaat, de taken en het juridische stelsel in de vigerende Verdragen die de IGC zal invoeren, beperkt zullen zijn tot en alle tijdens de IGC van 2004 overeengekomen innovaties zullen omvatten (9).

7.

Met betrekking tot de tijdens de IGC van 2004 overeengekomen de governance van de euro betreffende innovaties, verwijst de Bijlage bij dit Advies naar een aantal van die innovaties die van bijzonder belang voor de ECB zijn en, indien toepasselijk, uiteenzet hoe deze volgens de ECB in het Verdrag betreffende de werking van de Unie zouden kunnen worden opgenomen zonder het Mandaat van de IGC te overschrijden.

8.

De ECB is steeds bereid gedurende de werkzaamheden van de IGC een bijdrage te leveren en, nadat een tekst is opgesteld, van advies te dienen inzake de onder haar bevoegdheden vallende aangelegenheden.

Gedaan te Frankfurt am Main, 5 juli 2007.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  Preambule van het IGC Mandaat.

(2)  Punt 4 van het IGC Mandaat. Punt 17 van het IGC Mandaat noemt dit Verdrag „het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie”.

(3)  Punt 5 van het IGC Mandaat.

(4)  Bijlage 1, punt 3 van het IGC Mandaat.

(5)  Bijlage 1, punt 3 van het IGC Mandaat.

(6)  Punt 18 van het IGC Mandaat.

(7)  Bijlage 2(B), punt 16 van het IGC Mandaat.

(8)  Punt 22 van het IGC Mandaat.

(9)  In verband met de IGC van 2004, heeft de ECB Advies CON/2003/20 van 19 september 2003 uitgebracht op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een ontwerp-Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa (PB C 229 van 25.9.2003, blz. 7).


BIJLAGE

A.   De ECB betreffende bepalingen

1.

De IGC is opgedragen (1) de tijdens de IGC van 2004 goedgekeurde de ECB betreffende innovaties in het Verdrag betreffende de werking van de Unie op te nemen, alsook de artikelen betreffende Rekenkamer en de raadgevende lichamen van de Unie. In het Verdrag betreffende de werking van de Unie zal de tekst van de bepalingen de ECB betreffende dezelfde zijn als die tijdens de IGC van 2004 goedgekeurde, met uitzondering van de noodzakelijke wijzigingen van de verwijzingen. Dat betekent onder andere dat de innovatie van de 2004 IGC om de ECB te definiëren als een (overige) instelling, alsook de invoering van de term „Eurosysteem” en de expliciete bevestiging van de financiële onafhankelijkheid van de ECB in de Verdragen zullen worden opgenomen.

2.

Enerzijds wordt het de ECB betreffende artikel opgenomen in het Verdrag betreffende de werking van de Unie (2), anderzijds bepaalt het IGC Mandaat dat het VEU en het Verdrag betreffende de werking van de Unie dezelfde juridische waarde zullen hebben (3). Zulks betekent dat het nieuwe artikel 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Unie inzake de verhouding tussen het VEU en het Verdrag betreffende de werking van de Unie (4), noch een hiërarchie zal invoeren tussen de twee Verdragen, noch zal het verschillen invoeren tussen de herzieningsprocedures voor de kernbepalingen die de ECB/het ESCB betreffen en die bepalingen die de EU-instellingen betreffen. Daarvan uitgaande begrijpt de ECB dat, zelfs indien het de ECB betreffende artikel in het Verdrag betreffende de werking van de Unie zal worden opgenomen, de ECB dezelfde juridische status zal hebben als de in het VEU genoemde EU-instellingen.

B.   Bijwerken van de terminologie die met betrekking tot de eenheidsmunt in de Verdragen wordt gebruikt

3.

Luidens het IGC Mandaat (5), zal het Hervormingsverdrag in alle Verdragen de term „Gemeenschap” door „Unie” en „ECU” vervangen door „euro” en een reeks veranderingen aanbrengen in verouderde verwijzingen naar de „fases” van de economische en monetaire unie. Noodzakelijke veranderingen zullen worden aangebracht in de Protocollen betreffende Denemarken en het VK.

4.

Luidens het akkoord inzake het Hervormingsverdrag, zal de aanduiding eenheidsmunt in het primaire recht van de Unie gebruikt worden. De ECB is van mening dat omwille van rechtszekerheid en rechtsduidelijkheid, de uniforme spelling van de term „euro” in alle talen- en alfabetische versies van het Hervormingsverdrag dient te worden gerespecteerd en derhalve in het VEU en het Verdrag betreffende de werking van de Unie, hetgeen vereist dat in het Latijnse alfabet de spelling euro is, in het Griekse alfabet ευρώ en еуро in het Cyrillische alfabet.

C.   Intrekking van het EMI Protocol.

5.

De tijdens de IGC van 2004 overeengekomen tekst trok het Protocol betreffende de statuten van het Europees Monetair Instituut („het EMI Protocol”) in, en derhalve zal het EMI Protocol worden geschrapt. Enerzijds verwelkomt de ECB die schrapping, anderzijds is een aantal van de functies krachtens de op de ECB toepasselijke bepalingen nog van betekenis voor de lidstaten met een derogatie. Krachtens artikel 44 en artikel 47.1 van de statuten van het ESCB en de ECB, worden die functies momenteel door de Algemene Raad van de ECB uitgevoerd. De ECB begrijpt dat de intrekking van het EMI Protocol zal worden aangevuld met een aanpassing van artikel 117, lid 2 van het EG Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (6), zodat de ECB die functies zal blijven vervullen.


(1)  Bijlage 2(B), punt 16 van het IGC Mandaat.

(2)  Punt 12 van het IGC Mandaat.

(3)  Punt 19(a) van het IGC Mandaat.

(4)  Punt 19(a) van het IGC Mandaat.

(5)  Punt 18 van het IGC Mandaat.

(6)  Dat wil zeggen, zoals in artikel III-199 van het Verdrag betreffende de Grondwet .


Top