EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997Y0712(01)

Standpunt van het Europees Monetair Instituut over een gewijzigd voorstel van de Commisie voor een verordening van de Raad over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekrten

OJ C 211, 12.7.1997, p. 7–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

31997Y0712(01)

Standpunt van het Europees Monetair Instituut over een gewijzigd voorstel van de Commisie voor een verordening van de Raad over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekrten

Publicatieblad Nr. C 211 van 12/07/1997 blz. 0007 - 0007


STANDPUNT VAN HET EUROPEES MONETAIR INSTITUUT (97/C 211/05)

inzake een consultatie door de Raad van de Europese Unie uit hoofde van artikel 104 C, lid 14, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (het "Verdrag") over een gewijzigd voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.

CON/97/09

1. De Raad van de Europese Unie heeft het initiatief voor de huidige consultatie genomen en heeft met het oog hierop op 10 april 1997 aan het EMI document COM(97) 117 ter beschikking gesteld dat de tekst van het gewijzigde voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad bevat met de bijbehorende toelichting. Voorts is op 23 april 1997 document 6931/2/97 aan het EMI ter beschikking gesteld, dat de tekst bevat van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor een Raadsverordening als gewijzigd nadat er binnen de Raad van de Europese Unie op politiek niveau overeenstemming was bereikt. Het EMI is bevoegd in deze consultatieprocedure een opinie af te geven, overeenkomstig de artikelen 104 C, lid 14, en 109 F, lid 8, van het Verdrag.

2. De gewijzigde ontwerp-verordening heeft tot doel de bepalingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten uit hoofde van artikel 104 C van het Verdrag nader te specificeren. Deze additionele uitvoeringsbepalingen, die bedoeld zijn als aanvulling op de bepalingen neergelegd in Protocol nr. 5 en Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad, worden noodzakelijk geacht om de geloofwaardigheid en doelmatigheid van de procedure bij buitensporige tekorten te vergroten. Dit wordt met name tot stand gebracht door duidelijk voorgeschreven termijnen vast te stellen voor de achtereenvolgende fases van de procedure bij buitensporige tekorten, door de "uitzonderlijke en tijdelijke" omstandigheden te definiëren waaronder de 3 % referentiewaarde voor het tekort kan worden overschreden indien de verhouding dicht bij deze waarde blijft, door algemene regels vast te stellen voor het opleggen van sancties, alsmede door de op te leggen financiële sancties nader te omschrijven.

3. In het Verdrag wordt bevestigd dat in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie begrotingsdiscipline noodzakelijk is om prijsstabiliteit te waarborgen. Grote begrotingstekorten voeden meestal inflatoire verwachtingen en dragen bij tot een onevenwichtige combinatie van monetair en budgettair beleid. Begrotingsdiscipline is inderdaad een noodzakelijke voorwaarde om de Monetaire Unie te vrijwaren van ongunstige ontwikkelingen die uiteindelijk duurzame niet-inflatoire groei van productie en werkgelegenheid kunnen belemmeren. Direct na het ingaan van de derde fase zijn derhalve uit hoofde van artikel 104 C van het Verdrag buitensporige overheidstekorten voor alle lidstaten (1) verboden. In genoemd artikel zijn bepalingen neergelegd ter correctie van buitensporige tekorten voor het geval ze niettemin ontstaan - inclusief de mogelijkheid om sancties op te leggen aan landen van de Europese Unie die één munt hebben aangenomen.

4. Het EMI is het ermee eens dat het wenselijk is om de desbetreffende bepalingen van het Verdrag in secundaire communautaire wetgeving nader te specificeren teneinde te waarborgen dat de procedure bij buitensporige tekorten geloofwaardig en doelmatig is en dat zij fungeert als een reëel afschrikmiddel. Het EMI acht het niet noodzakelijk een standpunt naar buiten te brengen over de specifieke bepalingen van deze ontwerp-verordening, maar steunt in alle opzichten het streven van alle partijen om het kader ter waarborging van de begrotingsdiscipline in de derde fase te versterken.

5. Dit standpunt zal verschijnen in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

(1) In Protocol nr. 11 is voorzien in een uitzondering voor het Verenigd Koninkrijk.

Top