EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D0140

Besluit (EU) 2020/140 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/46 (ECB/2020/6)

OJ L 27I, 1.2.2020, p. 15–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2023; opgeheven door 32023D2818

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/140/oj

1.2.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 27/15


BESLUIT (EU) 2020/140 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 22 januari 2020

betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/46 (ECB/2020/6)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 30,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Europese Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zullen niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk met ingang van de datum volgend op de datum bedoeld in artikel 1, lid 1, van Besluit (EU) 2019/1810 van de Europese Raad (1). Na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie is de Bank of England (BoE) niet langer een nationale centrale bank van een lidstaat en dientengevolge van het Europees Stelsel van centrale banken. Besluit (EU) 2020/137 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/3) (2) voorziet in de aanpassing van de verdeelsleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna de “kapitaalverdeelsleutel” genoemd) overeenkomstig artikel 29.3 en artikel 29.4 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de “ESCB-statuten” genoemd) en stelt met ingang van 1 februari 2020 de aan de nationale centrale banken (NCB’s) toegewezen nieuwe wegingen van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel vast (hierna de “wegingen in de kapitaalverdeelsleutel” genoemd).

(2)

De aanpassingen van de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel en de resulterende wijzigingen in de aandelen van de NCB’s in het geplaatste kapitaal van de ECB nopen tot een aanpassing van de vorderingen die de ECB ingevolge artikel 30.3 van de ESCB-statuten aan de NCB’s van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de “eurogebied-NCB’s” genoemd) heeft toegekend en die overeenkomen met de bijdragen van externe reserves die door eurogebied-NCB’s aan de ECB worden overgedragen (hierna de “vorderingen” genoemd). De eurogebied-NCB’s wier vorderingen met ingang van 1 februari 2020 toenemen dienen derhalve ter compensatie een overschrijving uit te voeren aan de ECB, terwijl de ECB ter compensatie een overschrijving dient uit te voeren aan die eurogebied-NCB’s wier vorderingen dalen.

(3)

Overeenkomstig de aan de ESCB-statuten ten grondslag liggende algemene beginselen van billijkheid, gelijke behandeling en de bescherming van gewettigd vertrouwen, dienen die eurogebied-NCB’s wier relatieve aandeel in het geaccumuleerde eigen vermogen van de ECB stijgt ten gevolge van de voornoemde aanpassingen, eveneens ter compensatie een overschrijving uit te voeren aan die eurogebied-NCB’s wier relatieve aandeel daalt.

(4)

Ter berekening van de aanpassing van de waarde van het aandeel van elke eurogebied-NCB in het geaccumuleerde eigen vermogen van de ECB, dienen de respectieve wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van elke eurogebied-NCB tot en met 31 januari 2020 en met ingang van 1 februari 2020 uitgedrukt te worden als een percentage van het totale kapitaal van de ECB waarop alle eurogebied-NCB’s hebben ingeschreven.

(5)

Dienovereenkomstig moet een nieuw ECB-Besluit worden vastgesteld tot intrekking van Besluit (EU) 2019/46 van de Europese Centrale Bank (ECB/2018/30) (3),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

(a)

“geaccumuleerd eigen vermogen”: het totaal van de reserves, herwaarderingsrekeningen en met reserves gelijkgestelde voorzieningen, zoals door de ECB berekend op 31 januari 2020, plus de berekende geaccumuleerde nettowinst of minus het geaccumuleerde nettoverlies van de ECB, naargelang het geval, zulks met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020. De reserves van de ECB en haar met reserves gelijkgestelde voorzieningen omvatten, zonder afbreuk te doen aan het algemene karakter van het geaccumuleerd eigen vermogen, het Algemeen Reservefonds en de voorziening voor financiële risico’s;

(b)

“overschrijvingsdatum”: 28 februari 2020;

(c)

de “inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten”: heeft dezelfde betekenis als de term “inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop”, zoals vastgelegd in artikel 1, onder c) van Besluit (EU) 2015/298 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/57) (4);

(d)

de “ECB-inkomsten uit effecten”: heeft dezelfde betekenis als de term “inkomsten van de ECB uit effecten”, zoals vastgelegd in artikel 1, onder d), van Besluit (EU) 2015/298 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/57).

Artikel 2

Bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de ECB

1.   Indien het aandeel van een eurogebied-NCB in het geaccumuleerde eigen vermogen met ingang van 1 februari 2020 stijgt, maakt die eurogebied-NCB op de overschrijvingsdatum het overeenkomstig lid 3 vastgestelde bedrag over aan de ECB.

2.   Indien het aandeel van een eurogebied-NCB in het geaccumuleerde eigen vermogen met ingang van 1 februari 2020 daalt, ontvangt die eurogebied-NCB op de overschrijvingsdatum het overeenkomstig lid 3 vastgestelde bedrag van de ECB.

3.   Uiterlijk één werkdag voor de overschrijvingsdatum berekent de ECB, en bevestigt zulks aan elke eurogebied-NCB, hetzij het bedrag dat die NCB binnen het eurogebied aan de ECB dient over te maken, ingeval lid 1 van toepassing is, dan wel het bedrag dat die NCB binnen het eurogebied van de ECB dient te ontvangen, ingeval lid 2 van toepassing is. Behoudens afronding, wordt elk over te maken of te ontvangen bedrag berekend door de waarde van het geaccumuleerde eigen vermogen te vermenigvuldigen met het absolute verschil tussen de weging in de kapitaalverdeelsleutel van elke eurogebied-NCB op 31 januari 2020 en haar weging in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 februari 2020 en de uitkomst te delen door 100.

4.   Elk in lid 3 genoemd bedrag is verschuldigd in euro op 1 februari 2020, maar wordt effectief overgemaakt op de overschrijvingsdatum.

5.   Een eurogebied-NCB, dan wel de ECB die ingevolge lid 1 of lid 2 gehouden is tot overmaking van een bedrag, zal op de overschrijvingsdatum daarnaast eveneens de over de periode van 1 februari 2020 tot en met de overschrijvingsdatum lopende rente overmaken met betrekking tot elk van de bedragen die respectievelijk door die eurogebied-NCB of door de ECB verschuldigd zijn. De partijen die deze rente overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen waarop de rente verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen.

6.   Indien het geaccumuleerde eigen vermogen minder dan nul bedraagt, geschiedt de verrekening van de ingevolge lid 3 en lid 5 over te maken of te ontvangen bedragen in de tegengestelde richting van de in lid 3 en lid 5 vastgestelde bedragen.

Artikel 3

Aanpassing van de vorderingen ter grootte van de overgedragen externe reserves

1.   De vorderingen van de eurogebied-NCB’s worden met ingang van 1 februari 2020 aangepast, zulks overeenkomstig hun aangepaste wegingen in de kapitaalverdeelsleutel. De aangepaste waarde van de vorderingen van de eurogebied-NCB’s is vastgelegd in de derde kolom van de tabel in bijlage I bij dit besluit.

2.   Zonder enige verdere formaliteit of handeling wordt voor elke eurogebied-NCB ingevolge deze bepaling verondersteld dat zij op 1 februari 2020 de absolute waarde van de naast haar naam in de vierde kolom van de in de tabel in bijlage I bij dit besluit vermelde en in euro luidende vordering heeft overgemaakt, dan wel heeft ontvangen, waarbij “–” verwijst naar een vordering die de eurogebied-NCB aan de ECB overdraagt en “+” verwijst naar een vordering die de ECB aan de eurogebied-NCB overdraagt.

3.   Op de eerste werkdag van het trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer system (TARGET2) na 1 februari 2020 maakt elke eurogebied-NCB de absolute waarde van het naast haar naam in de vierde kolom van de tabel in bijlage I bij dit besluit vermelde en in euro luidende bedrag over, dan wel ontvangt ze dat bedrag, waarbij “+” verwijst naar een bedrag dat de eurogebied-NCB aan de ECB overmaakt en “–” verwijst naar een bedrag dat de ECB aan de eurogebied-NCB overmaakt.

4.   Op de eerste TARGET2-werkdag na 1 februari 2020 zullen een eurogebied-NCB of de ECB die op basis van lid 3 verplicht zijn een bedrag over te maken, daarnaast eveneens de over de periode van 1 februari 2020 tot de datum van die overmaking lopende rente over het respectieve door die eurogebied-NCB of de ECB verschuldigde bedrag overmaken. De partijen die deze rente overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen waarop de rente verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen.

Artikel 4

Samenhangende financiële aangelegenheden

1.   In afwijking van de derde alinea van artikel 2, lid 1, van Besluit (EU) 2016/2248 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/36) (5), worden de tegoeden binnen het Eurosysteem op eurobankbiljetten in omloop voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 27 februari 2020 berekend op basis van de kapitaalverdeelsleutel die vanaf 1 februari 2020 van toepassing is en die wordt toegepast op de totale tegoeden in omloop zijnde eurobankbiljetten op 31 januari 2020. Voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 31 december 2020 worden de compenserende bedragen en de administratieve boekingsposten ter saldering van die compenserende bedragen, zoals beschreven in artikel 4, lid 5 van Besluit (EU) 2016/2248 (ECB/2016/36), in de boeken van elke nationale centrale bank opgenomen met als valutadatum 1 februari 2020.

2.   Met betrekking tot de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020 worden de monetaire inkomsten van de NCB’s binnen het eurogebied toegedeeld en verdeeld overeenkomstig de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel die op 31 januari 2020 gelden.

3.   De nettowinst of het nettoverlies van de ECB, al naargelang de omstandigheden, wordt voor het boekjaar 2020 toegedeeld op basis van de op 1 februari 2020 van toepassing zijnde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel.

4.   Enige tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten en/of de ECB-inkomsten uit effecten wordt voor het jaar 2020 toebedeeld op basis van de op 1 februari 2020 van toepassing zijnde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel.

5.   Ingeval van een verlies van de ECB in het boekjaar 2020, dekt de ECB dit verlies tegen het volgende:

a)

uit het algemeen ECB-reservefonds vrijgemaakte middelen;

b)

de monetaire inkomsten van de NCB’s van 1 februari 2020 tot en met 31 december 2020, behoudens een besluit van de Raad van bestuur ingevolge artikel 33 van de ESCB-statuten;

c)

de monetaire inkomsten van de NCB’s van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020, behoudens een besluit van de Raad van bestuur ingevolge artikel 33 van de ESCB-statuten.

6.   Indien de monetaire inkomsten van de NCB’s van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020 ter dekking van het verlies in het boekjaar 2020 aan de ECB overgedragen moeten worden, worden in aanvulling op de in artikel 2 en artikel 3 beschreven betalingen compenserende betalingen gedaan. Elke eurogebied-NCB wier wegingen in de kapitaalverdeelsleutel op 1 februari 2020 stijgt, zal die betaling aan de ECB doen en de ECB zal een dergelijke betaling aan de eurogebied-NCB doen wier weging in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 februari 2020 daalt. Het bedrag van de compenserende betalingen wordt als volgt berekend: de totale monetaire inkomsten voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020 die ter dekking van het ECB-verlies aan de ECB werden overgedragen, worden vermenigvuldigd met het absolute verschil tussen de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van de NCB’s binnen het eurogebied op 31 januari 2020 en hun wegingen in de kapitaalverdeelsleutel op 1 februari 2020, en de uitkomst wordt gedeeld door 100. Rente is verschuldigd op de compenserende betalingen in verband met de monetaire inkomsten van de NCB’s van 1 januari 2021 tot de betalingsdatum van deze betalingen.

7.   De in lid 6 genoemde compenserende en met de monetaire inkomsten van de NCB’s verband houdende betalingen, alsook de lopende rente daarop, worden betaald op de tweede werkdag volgende op de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van de ECB door de Raad van bestuur.

Artikel 5

Algemene bepalingen

1.   De lopende rente ingevolge artikel 2, lid 5, artikel 3, lid 4, en artikel 4, lid 6, wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de meest recente marginale rentevoet die het Eurosysteem in haar tenders voor basis-herfinancieringstransacties hanteert.

2.   Elke overdracht krachtens artikel 2, leden 1, 2 en 5, artikel 3, leden 3 en 4, en artikel 4, leden 6 en 7, verloopt apart via TARGET2.

3.   De ECB en de eurogebied-NCB’s die gehouden zijn een overschrijving uit te voeren zoals vastgesteld in lid 2, geven te zijner tijd de noodzakelijke instructies voor het naar behoren en tijdig uitvoeren van een dergelijke overschrijving.

Artikel 6

Inwerkingtreding en intrekking

1.   Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2020.

2.   Besluit (EU) 219/46 (ECB/2018/30) wordt ingetrokken met ingang van 1 februari 2020.

3.   Verwijzingen naar Besluit (EU) 2019/46 (ECB/2018/30) gelden als verwijzingen naar dit besluit en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Gedaan te Frankfurt am Main, 22 januari 2020.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Besluit (EU) 2019/1810 van de Europese Raad, vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, van 29 oktober 2019 tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 278I van 30.10.2019, blz. 1).

(2)  Besluit (EU) 2020/137 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2020 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit (EU) 2019/43 (ECB/2020/3) (zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad).

(3)  Besluit ECB/2019/46 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2018 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves (PB L 9 van 11.1.2019, blz. 190).

(4)  Besluit (EU) 2015/298 van de Europese Centrale Bank van 15 december 2014 inzake de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/57) (PB L 53 van 25.2.2015, blz. 24).

(5)  Besluit (EU) 2016/2248 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2016 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2016/36) (PB L 347 van 20.12.2016, blz. 26).


BIJLAGE I

VORDERINGEN TER GROOTTE VAN DE AAN DE ECB OVERGEDRAGEN EXTERNE RESERVES

(EUR)

Eurogebied-NCB

Vordering ter grootte van de aan de ECB overgedragen externe reserves, op 31 januari 2020

Vordering ter grootte van de aan de ECB overgedragen externe reserves, met ingang van 1 februari 2020

Bedrag van overschrijving

Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique

1 465 002 366,44

1 469 828 529,30

+4 826 162,86

Deutsche Bundesbank

10 643 868 063,45

10 635 248 657,12

–8 619 406,33

Eesti Pank

114 047 652,58

113 647 558,58

–400 094,00

Bank Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

681 156 559,14

683 175 109,87

+2 018 550,73

Bank of Greece

1 002 089 435,15

997 925 768,61

–4 163 666,54

Banco de España

4 832 595 424,83

4 810 848 484,64

–21 746 940,19

Banque de France

8 232 583 116,25

8 239 968 860,78

+7 385 744,53

Banca d’Italia

6 839 555 945,19

6 853 825 810,01

+14 269 864,82

Central Bank of Cyprus

87 100 417,59

86 810 662,38

–289 755,21

Latvijas Banka

158 264 298,37

157 201 708,04

–1 062 590,33

Lietuvos bankas

235 223 283,44

233 495 878,75

–1 727 404,69

Banque centrale du Luxembourg

131 548 867,56

132 894 722,58

+1 345 855,02

Bank Ċentrali ta' Malta/Central Bank of Malta

42 420 163,46

42 313 997,15

–106 166,31

De Nederlandsche Bank

2 357 274 575,15

2 364 325 594,45

+7 051 019,30

Oesterreichische Nationalbank

1 177 854 948,49

1 180 823 432,72

+2 968 484,23

Banco de Portugal

948 484 720,39

944 251 976,21

–4 232 744,18

Banka Slovenije

194 773 455,44

194 257 459,36

–515 996,08

Národná banka Slovenska

463 840 147,98

462 031 148,22

–1 808 999,76

Suomen Pankki

736 441 854,14

741 065 420,16

+4 623 566,02

Totaal  (1)

40 344 125 295,04

40 343 940 778,93

–184 516,11


(1)  Vanwege afronding kan er een verschil optreden tussen de totalen en de som van alle vermelde cijfers.


BIJLAGE II

CONCORDANTIETABEL

Besluit (EU) 2019/46 (ECB/2018/30)

Dit besluit

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6


Top