EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998Y0618(04)

Advies van het Europees Monetair Instituut op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens de artikelen 106, lid 6, en 109 F, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (het "Verdrag") en artikel 42 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), betreffende een Commissievoorstel (het "voorstel") inzake een verordening (Euratom, EGKS, EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn

OJ C 190, 18.6.1998, p. 9–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

31998Y0618(04)

Advies van het Europees Monetair Instituut op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens de artikelen 106, lid 6, en 109 F, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (het "Verdrag") en artikel 42 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), betreffende een Commissievoorstel (het "voorstel") inzake een verordening (Euratom, EGKS, EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn

Publicatieblad Nr. C 190 van 18/06/1998 blz. 0009 - 0009


ADVIES VAN HET EUROPEES MONETAIR INSTITUUT op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens de artikelen 106, lid 6, en 109 F, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (het "Verdrag") en artikel 42 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), betreffende een Commissievoorstel (het "voorstel") inzake een verordening (Euratom, EGKS, EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn (98/C 190/08)

CON/98/17

1. In een brief van 6 maart 1998 richtte de Raad van de Europese Unie zich tot het Europees Monetair Instituut (EMI) met het verzoek onderhavig advies uit te brengen, en deed te dien einde document COM(97) 725 def. aan het EMI toekomen. Het document bevatte het voorstel en een toelichting daarop. Het EMI is krachtens de artikelen 106, lid 6, en 109 F, lid 8, van het Verdrag bevoegd tot het uitbrengen van een advies.

2. Het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen (het "Protocol") is ingevolge artikel 40 van de statuten van het ESCB en artikel 23 van het protocol van toepassing op de Europese Centrale Bank (ECB). Het voorstel heeft ten doel te bepalen in hoeverre personeelsleden van de ECB onderhevig zijn aan de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het protocol, die bepalen dat ambtenaren en andere personeelsleden van Gemeenschapsinstellingen en -organen in zekere opzichten vrijstelling van rechtsvervolging genieten, niet aan de formaliteiten met betrekking tot registratie van buitenlanders hoeven voldoen en bepaalde artikelen van het persoonlijk toebehoren onbelast mogen invoeren, en de voorschriften vastleggen voor het nationale belastingregime waaraan dergelijke ambtenaren en personeelsleden onderhevig zijn (voor belastingen anders dan die op inkomsten).

3. Het voorstel houdt in dat het oude artikel 4a, dat betrekking heeft op het EMI, wordt vervangen door een nieuw artikel 4a, en dat de verordening in werking treedt op de dag dat de oprichting van de ECB effectief wordt. Het EMI beschouwt een dergelijke vervanging als problematisch omdat de liquidatie van het EMI weliswaar zal beginnen op het moment dat de ECB wordt opgericht, maar pas voltooid zal zijn vóór de aanvang van de derde fase. Totdat volledige liquidatie heeft plaatsgevonden zullen de ECB en het EMI (in liquidatie) naast elkaar bestaan. Met name is van belang dat EMI-werknemers hun taken zullen blijven uitvoeren en - met EMI-contracten - voor de ECB zullen werken totdat deze contracten aflopen of totdat zij worden vervangen door ECB-contracten. Tegelijkertijd zullen nieuwe werknemers worden ingehuurd onder de voorwaarden van de ECB-contracten. Daarom is het nodig dat het oude artikel 4a, dat betrekking heeft op het EMI, van kracht blijft tot de laatste liquidatiedag van het EMI, terwijl het nieuwe artikel 4a, dat betrekking heeft op het ECB-personeel, in werking moet treden op de datum waarop de oprichting van de ECB effectief wordt.

4. Dit advies zal worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Frankfurt, 6 april 1998.

Top