EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001AB0403(01)

Advies van de Europese Centrale Bank van 2 maart 2001 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de herindeling van betalingen in het kader van swapovereenkomsten en termijncontracten met rentevaststelling na afloop (CON/00/10)

OJ C 103, 3.4.2001, p. 8–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001AB0403(01)

Advies van de Europese Centrale Bank van 2 maart 2001 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de herindeling van betalingen in het kader van swapovereenkomsten en termijncontracten met rentevaststelling na afloop (CON/00/10)

Publicatieblad Nr. C 103 van 03/04/2001 blz. 0008 - 0009


Advies van de Europese Centrale Bank

van 2 maart 2001

op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad betreffende de herindeling van betalingen in het kader van swapovereenkomsten en termijncontracten met rentevaststelling na afloop

(CON/00/10)

(2001/C 103/05)

1. Op 27 maart 2000 onting de Europese Centrale Bank van de Raad van de Europese Unie een verzoek om een advies inzake het Commissievoorstel COM(1999) 749 def. van 10 januari 2000 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap(1). Dit advies is zowel op de tekst van het Commissievoorstel gebaseerd, alsmede op de tekst van de ontwerpverordening zoals gehecht aan het "resultaat besprekingen" van de Groep Ecofin-statistieken van 8 november 2000 (doc. 13583/00 Ecofin 343, gedateerd 29 januari 2001) (hierna aangeduid als de "ontwerpverordening").

2. De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 105, lid 4 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het Reglement van Orde van de ECB is dit advies door de Raad van bestuur van de ECB goedgekeurd.

3. Het doel van de ontwerpverordening is de registratie van betalingen in het kader van swapovereenkomsten en termijncontracten met rentevaststelling na afloop in het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen 1995 (ESR 95) in overeenstemming te brengen met internationale normen, zoals thans vastgelegd in het systeem van nationale rekeningen 1993(2) en het vijfde hondboek over betalingsbalansen(3). Het voorstel zou dergelijke betalingen uitsluiten van renteberekening en bijgevolg van het vorderingenoverschot, -tekort, door ze te registreren als financiële transacties. In het kader van de procedure bij buitensporige tekorten(4) zou echter de huidige methodologie van ESR 95 worden gehandhaafd en zouden betalingen in het kader van swaps en termijncontracten met rentevaststelling na afloop als rente worden behandeld en worden opgenomen in de berekening van rentebetalingen van de overheid en zodoende van het overheidstekort (vorderingenoverschot, -tekort)

4. De ECB verwelkomt deze wijziging in de methodologie van ESR 95, die de ongelijke behandeling zou corrigeren van betalingen in het kader van swapovereenkomsten en termijncontracten met rentevaststelling na afloop vergeleken met de statistische behandeling van andere soorten financiële derivaten. Deze wijziging zou het nut van ESR 95 statistieken voor de macro-economische analyse van de economie als geheel vergroten.

5. Hoewel de ECB er de voorkeur aan geeft in juridische instrumenten slechts één definitie vast te leggen van belangrijke statistische indicatoren zoals het vorderingenoverschot, -tekort van de overheid en de rentebetalingen van de overheid, accepteert de ECB twee definities voor het vorderingenoverschot, -tekort van de overheid en rente, gezien de noodzaak om de kosten van het vorderingentekort van de overheid tot uitdrukking te brengen in de cijfres van de procedure bij buitensporige tekorten en tegelijkertijd de consistentie met internationale normen te handhaven. De ECB is echter van mening dat het belangrijk is om de verschillen in de gegevens die gecompileerd en gepubliceerd worden volgens elk van beide definities, te controleren en toe te lichten teneinde de procedure bij buitensporige tekorten doorzichtig te maken.

6. Dit advies wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschapen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 2 maart 2001.

De President van de ECB

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1.

(2) In 1999 ter goedkeuring voorgelegd aan de Commissie voor Statistiek van de Verenigde Naties en officieel goedgekeurd in 2000.

(3) Financiële derivaten: supplement bij de vijfde editie van het handboek over betalingsbalansen, 2000, Internationaal Monetair Fonds, Washington.

(4) Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7).

Top