Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Interview met Knack

Interview met Peter Praet, Lid van de Directie van de ECB, door Ewald Pironet, gepubliceerd op 6 januari 2016

De Europese Centrale Bank (ECB) drukt nu al meer dan een jaar massa’s geld, pompt die in de economie en duwt de rente naar bijna nul procent. Wanneer mag dit beleid een succes worden genoemd?

Als de inflatie, de stijging van de levensduurte, op de middellange termijn dicht bij maar lager dan twee procent ligt. Dat is onze opdracht. Ik geef toe dat ons beleid nog niet succesvol is geweest: de inflatie in Europa ligt nu al een hele tijd op het zeer lage niveau van bijna nul procent. Daarom blijven we de nodige maatregelen nemen om de inflatie op te drijven naar twee procent op middellange termijn. Maar het moment waarop we dachten onze doelstelling te halen wordt steeds opgeschoven, omdat er allerlei zaken gebeuren die de inflatie naar beneden drukken, zoals bijvoorbeeld de daling van de olieprijzen of de mindere economische prestaties van de groeilanden. We hebben beslist om ons beleid alvast tot maart 2017 te handhaven. We moeten wel opletten dat we door het verschuiven van die horizon de geloofwaardigheid van de ECB niet in gevaar brengen.

De ECB moet er voor zorgen dat de inflatie net onder de twee procent zit, maar slaagt daar niet in. We zien ook voor de rest maar weinig positieve effecten van het ECB-beleid: de economische groei is met 1,5 procent zeer zwak, de werkloosheid bedraagt 10 procent, de jeugdwerkloosheid ligt zelfs boven 20 procent. Dat kan je moeilijk een goed rapport noemen voor de ECB?

Als de ECB haar maatregelen niet had genomen, zaten we in een depressie, daar ben ik van overtuigd. En een depressie zou veel erger zijn dan wat we vandaag meemaken en erger wat we het voorbij decennium meemaakten. Ter herinnering: na de bankencrisis hadden we een grote recessie in 2009, de economie herstelde zich in 2010 en 2011. Daarna kwam de schuldencrisis, met aandacht voor de overheidsschulden van meerdere Europese landen, die de Europese economie opnieuw in een recessie stortte. Die was niet zo diep als in 2009 maar ze duurde wel langer, want we hadden twee jaar nodig om er bovenop te geraken. Eind 2013 en 2014 was er opnieuw wat economische groei, maar vanaf de lente 2014 merkten we weer een vertraging van de groei en riskeerden we in een derde recessie te verzeilen. In januari 2015 heeft Mario Draghi aangekondigd dat de ECB een beleid kwantitatieve versoepeling zou gaan voeren: we drukken nu geld en pompen dat in de economie om kredietvoorwaarden te helpen versoepelen. Zonder de monetaire politiek van de laatste jaren, waren we zeker in een diepe recessie beland. Misschien was de eurozone wel uit elkaar gespat en dat zou een catastrofe zijn geweest. De ECB heeft dus gedaan wat ze moest doen, maar het monetaire beleid kan niet alle problemen oplossen. We hebben ook altijd gezegd dat de politici hun job moeten doen. Zij moeten structurele hervormingen doorvoeren, de overheidsschuld afbouwen en een soepelere arbeidsmarkt creëren. Dat zou bijdragen aan een goed draaiende economie.

Als gevolg van het ECB-beleid staat de rente zeer laag, een spaarboekje brengt niets meer op. Zo komen mensen in de verleiding om met hun geld meer risico te nemen, ze gaan dan bijvoorbeeld aandelen of vastgoed kopen. Daardoor stijgen die prijzen en kunnen zeepbellen ontstaan, die plots openspatten met grote financiële drama’s tot gevolg. Dat is een reëel gevaar?

Absoluut, dat is een belangrijk punt. Het beleid van de ECB heeft ongetwijfeld onbedoelde gevolgen. In sommige landen bestaat het risico dat de immobiliënprijzen of sommige financiële markten en beurzen te snel of kunstmatig stijgen. We volgen dat nauwgezet op en indien nodig kan er worden ingegrepen om zeepbellen te voorkomen. Het ontstaan van zeepbellen is dus een terechte bekommernis. Maar als de ECB geen beleid zou voeren zoals ze vandaag doet, zouden de financiële bekommernissen nog groter zijn want dan zouden de economie er slechter voor staan .

Wanneer en hoe gaan we opnieuw naar een normalere rentestand evolueren? Wat moet er gebeuren eer de ECB begint aan het beëindigen van haar uitzonderlijk beleid?

De ECB zal haar beleid blijven verder zetten zolang dat nodig is. Wat er moet wijzigen voor we het beleid aanpassen? Eenvoudig: de inflatie moet op duurzame wijze richting twee procent evolueren. Als we nu naar de economische situatie kijken, denk ik dat het huidige beleid zeker tot maart 2017 zal aanhouden, en indien nodig nog langer.

Wat als het ECB-beleid uiteindelijk niet werkt zoals in Japan? Gaat u dan meer van hetzelfde voorstellen? Of is er een plan B?

Er is geen plan B, er is maar één plan. De ECB staat klaar om alle maatregelen te nemen die nodig zijn om de inflatie naar 2 procent te brengen. Als je genoeg geld bijdrukt, krijg je altijd inflatie. Altijd. Als de prijzen van olie en grondstoffen naar beneden tuimelen, is het wel moeilijker om die inflatie te laten stijgen. Wanneer er een hele reeks van zulke dingen gebeuren, kan je niet anders dan de datum waarop je die hogere inflatie wil bereiken wat opschuiven.

Gelooft u dat het ECB-beleid voor alle eurolanden werkt, zowel voor bijvoorbeeld Spanje en Portugal als Duitsland? Zijn de financieel-economische verschillen in Europa niet te groot voor het ‘one size fits all’-beleid van de ECB?

One size doesn’t necessarily fit all’. Het is en blijft zeer moeilijk voor de ECB om een strategie te voeren die op elk moment optimaal is voor alle Europese landen. Maar je moet toch zien van waar we komen. Vóór het invoeren van de euro werd de interne markt onder druk gezet door wisselkoerscrisissen: de nationale munten schommelden soms zeer sterk in waarde. Na de invoering van de euro heeft de eurozone een aantal jaren van rust genoten maar spijtig genoeg hebben de lidstaten daar geen gebruik van gemaakt om noodzakelijke hervormingen uit te voeren op nationaal en Europees niveau en in het bijzonder voor een efficiënt crisisbeheer. En de landen die drie, vier jaar geleden grote moeilijkheden kenden, zoals Ierland, Portugal, Spanje en Italië, beginnen er toch bovenop te komen, ten dele dankzij het ECB-beleid. Tegelijkertijd zien we dat Duitsland, de sterkste economie in Europa, geen groot nadeel ondervindt van datzelfde ECB-beleid. Ik geef toe: het blijft zoeken naar een beleid dat voor iedereen zo positief mogelijk is. Wat doe je bijvoorbeeld met Griekenland, dat fundamentele problemen heeft met zijn concurrentiekracht? De Griekse crisis was niet zo groot geworden als de Europese instellingen niet zo zwak waren geweest en men daadkrachtiger had opgetreden, met een beter crisismanagement.

Bent u voldoende omringd door mensen die u durven tegen te spreken? Praat u met mensen die het ECB-beleid in vraag durven stellen?

Oh ja, zeker. Ik luister naar mensen die zeggen dat de ECB het anders moet aanpakken. Ik respecteer die opinies. We denken natuurlijk zelf na of ons beleid juist is. We gaan bijvoorbeeld na wat de gevolgen zouden zijn als we de rente zouden verhogen in plaats van te verlagen. Maar onze analyses overtuigen ons dat we de goede strategie volgen. Die strategie wordt trouwens niet bepaald door Draghi en een handvol ECB-directeurs, maar kwam tot stand met akkoord van de overgrote meerderheid van de governing council, waar alle gouverneurs van de nationale banken uit de eurozone in zetelen. Ik had nooit gedacht dat de eurozone uit elkaar zou kunnen spatten, zoals in 2012 bijna gebeurde. Ik achtte het evenmin mogelijk dat de ECB meer dan 1,5 biljoen euro, dus 1.500.000.000.000 euro, zou moeten bijdrukken en in de economie zou moet pompen om haar opdracht te respecteren. De ECB heeft vastberaden gehandeld maar het verhaal is nog niet ten einde. Om uit de crisis te komen is het cruciaal dat ook de andere autoriteiten hun huiswerk doen. Het is niet aan de monetaire beleidsmakers om structurele problemen op te lossen.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media