EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0056(01)

Besluit (EU) 2015/297 van de Europese Centrale Bank van 15 december 2014 tot wijziging van Besluit ECB/2010/23 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2014/56)

OJ L 53, 25.2.2015, p. 21–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/12/2016; opgeheven door 32016D0036(01)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/297/oj

25.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 53/21


BESLUIT (EU) 2015/297 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 15 december 2014

tot wijziging van Besluit ECB/2010/23 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2014/56)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 32.2 en artikel 32.7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2010/23 (1) voert een mechanisme in voor pooling en toedeling van monetaire inkomsten uit monetairbeleidstransacties.

(2)

Gezien Besluit ECB/2014/40 (2) en Besluit ECB/2014/45 (3) moeten de voor oormerking in aanmerking komende activa aangepast worden om rekening te houden met het bedrag van gerealiseerde winsten en gerealiseerde verliezen die resulteren uit de overdracht van voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten, zulks voor de periode van de overdracht tot het volgende kwartaalultimo.

(3)

Gezien pooling van de opgebouwde interest op monetairbeleidstransacties met een looptijd van een jaar of langer voor de inning aan het einde van de transactie, moet de berekening van de referentiepassiva en voor oormerking in aanmerking komende activa krachtens de bijlagen I en II bij Besluit ECB/2010/23 aangepast worden.

(4)

Besluit ECB/2010/23 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging

Bijlagen I en II bij Besluit ECB/2010/23 worden respectievelijk vervangen door de tekst in de bijlagen I en II bij dit besluit.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 31 december 2014 in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 15 december 2014.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Besluit ECB/2010/23 van 25 november 2010 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 17).

(2)  Besluit ECB/2014/40 van 15 oktober 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het derde programma voor de aankoop van gedekte obligaties (PB L 335 van 22.11.2014, blz. 22).

(3)  Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank van 19 november 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ECB/2014/45) (PB L 1 van 6.1.2015, blz. 4).


BIJLAGE I

„BIJLAGE I

SAMENSTELLING VAN DE REFERENTIEPASSIVA

A.

De referentiepassiva omvatten uitsluitend:

1.

Bankbiljetten in omloop

In het kader van deze bijlage in het jaar van omschakeling naar de chartale euro, voor elke NCB die onderdeel wordt van het Eurosysteem, „bankbiljetten in omloop”:

a)

omvat door de NCB uitgegeven en in de nationale munteenheid luidende bankbiljetten; en

b)

moet verminderd worden met de waarde van de renteloze leningen in verband met vooraf verstrekte eurobankbiljetten die nog niet zijn gedebiteerd (deel van actiefpost 6 van de geharmoniseerde balans (GB)).

Na het betreffende jaar van omschakeling naar de chartale euro, betekent „bankbiljetten in omloop” voor elke NCB uitsluitend in euro luidende bankbiljetten.

Indien de datum van de omschakeling naar de chartale euro een dag is waarop Target2 is gesloten, maakt de verplichting van een NCB die voortvloeit uit krachtens Richtsnoer ECB/2006/9 vooraf verstrekte en voor de datum van de chartale omschakeling in omloop gebrachte eurobankbiljetten, deel uit van de referentiepassiva (als deel van de correspondentrekeningen onder passiefpost 10.4 van de GB) totdat de verplichting deel wordt van de uit Target2-transacties voorvloeiende verplichtingen binnen het Eurosysteem.

2.

Verplichtingen jegens kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetairbeleidstransacties, met inbegrip van:

a)

rekeningen-courant, waaronder reserveverplichtingen uit hoofde van artikel 19.1 van de ESCB-statuten (passiefpost 2.1 van de GB);

b)

deposito's uit hoofde van de Eurosysteemdepositofaciliteit (passiefpost 2.2 van de GB);

c)

termijndeposito's (passiefpost 2.3 van de GB);

d)

verplichtingen uit finetuningtransacties met wederinkoop (passiefpost 2.4 van de GB);

e)

deposito's uit hoofde van margestortingen (passiefpost 2.5 van de GB).

3.

Depositoverplichtingen aan wederpartijen van het Eurosysteem wegens wanbetaling van die wederpartijen, welke verplichtingen niet langer worden ingedeeld onder passiefpost 2.1 van de GB.

4.

Verplichtingen van NCB's binnen het Eurosysteem afkomstig van de uitgifte ECB-schuldbewijzen uit hoofde van hoofdstuk 3.3 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 (1) (passiefpost 10.2 van de GB).

5.

Nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de verplichtingen die het gevolg zijn van de toepassing van artikel 4 van dit besluit (deel van passiefpost 10.3 van de GB).

6.

Nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem afkomstig van Target2-transacties tegen de referentierente (deel van passiefpost 10.4 van de GB).

7.

Opgebouwde rente geboekt per kwartaalultimo door elke NCB op monetairbeleidsverplichtingen met een looptijd van één jaar of langer (deel van passiefpost 12.2 van de GB).

B.

Het bedrag van de referentiepassiva van elke NCB wordt berekend overeenkomstig de geharmoniseerde grondslagen en regels inzake administratieve verantwoording en verslaglegging zoals vastgelegd in Richtsnoer ECB/2010/20.


(1)  Richtsnoer ECB/2011/14 van 20 september 2011 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1).”


BIJLAGE II

„BIJLAGE II

TE OORMERKEN ACTIVA

A.

Te oormerken activa omvatten uitsluitend:

1.

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied, inzake in euro luidende monetairbeleidstransacties (actiefpost 5 van de GB).

2.

Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten (deel van actiefpost 7.1 van de GB).

3.

Vorderingen binnen het Eurosysteem ter grootte van de overdracht van externe reserves aan de ECB, met uitzondering van goud, op grond van artikel 30 van de ESCB-statuten (deel van actiefpost 9.2 van de GB).

4.

Nettovorderingen binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de vorderingen die het gevolg zijn van de toepassing van artikel 4 van dit besluit (deel van passiefpost 9.4 van de GB).

5.

Nettovorderingen binnen het Eurosysteem afkomstig van Target2-transacties tegen de referentierente (deel van passiefpost 9.5 van de GB).

6.

Goud, waaronder vorderingen uit hoofde van aan de ECB overgedragen goud, voor een bedrag dat iedere NCB toestaat een gedeelte van haar goud te oormerken naar rato van haar aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal toegepast op het totale bedrag van het door alle NCB's geoormerkte goud (actiefpost 1 en deel van actiefpost 9.2 van de GB).

In het kader van dit besluit wordt goud gewaardeerd op basis van de op 31 december 2002 geldende goudprijs per fine ounce.

7.

Vorderingen die vooraf verstrekt zijn krachtens Richtsnoer ECB/2006/9 verstrekte eurobankbiljetten, welke eurobankbiljetten voor de datum waarop naar de chartale euro werd omgeschakeld in omloop zijn gekomen (deel van actiefpost 4.1 van de GB tot de datum waarop naar de chartale euro werd omgeschakeld en vervolgens deel van de correspondentrekeningen onder actiefpost 9.5 van de GB), evenwel uitsluitend tot een dergelijke vordering deel wordt van de vorderingen binnen het Eurosysteem uit Target2-transacties.

8.

Openstaande vorderingen wegens wanbetaling van eurosysteemwederpartijen in het kader van eurosysteemkrediettransacties, en/of financiële activa of vorderingen (jegens derden), die toegeëigend en/of verkregen zijn na uitwinning van onderpand wegens wanbetaling van eurosysteemwederpartijen, welk onderpand die wederpartijen in het kader van eurosysteemkrediettransacties verstrekt hebben, worden niet langer ingedeeld onder actiefpost 5 van de GB (deel van actiefpost 11.6 van de GB).

9.

Opgebouwde rente geboekt per kwartaalultimo door elke NCB op monetairbeleidsverplichtingen met een looptijd van één jaar of langer (deel van passiefpost 11.5 van de GB).

B.

De waarde van de te oormerken activa van elke NCB wordt berekend overeenkomstig de geharmoniseerde grondslagen en regels inzake administratieve verantwoording en verslaglegging zoals vastgelegd in Richtsnoer ECB/2010/20.”


Top