EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0038(01)
2014/671/EU: Decision of the European Central Bank of 1 September 2014 amending Decision ECB/2013/35 on additional measures relating to Eurosystem refinancing operations and eligibility of collateral (ECB/2014/38)
2014/671/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 1 september 2014 tot wijziging van Besluit ECB/2013/35 inzake aanvullende met herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand verband houdende maatregelen (ECB/2014/38)
2014/671/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 1 september 2014 tot wijziging van Besluit ECB/2013/35 inzake aanvullende met herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand verband houdende maatregelen (ECB/2014/38)
OJ L 278, 20.9.2014, p. 21–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 30/04/2015; opgeheven door 32015D0009
20.9.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 278/21 |
BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 1 september 2014
tot wijziging van Besluit ECB/2013/35 inzake aanvullende met herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand verband houdende maatregelen
(ECB/2014/38)
(2014/671/EU)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid het eerste streepje van artikel 127, lid 2,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 12.1, artikel 14.3 en artikel 18.2,
Gezien Richtsnoer ECB/2011/14 van 20 september 2011 betreffende monetaire-beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (1) en Besluit ECB/2013/6 van 20 maart 2013 houdende de regels betreffende het gebruik van door de overheid gegarandeerde ongedekte bankbrieven voor eigen gebruik als onderpand voor monetaire-beleidstransacties van het Eurosysteem (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Conform artikel 18.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de „NCB's” genoemd) krediettransacties verrichten met kredietinstellingen en andere marktpartijen, waarbij de verleende kredieten worden gedekt door toereikend onderpand. De standaardvoorwaarden waaronder de ECB en de NCB's bereid zijn krediettransacties te verrichten, waaronder de beleenbaarheidscriteria van onderpand voor Eurosysteemkrediettransacties zijn vastgelegd in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14, alsook in Besluit ECB/2013/6, Besluit ECB/2013/35 (3) en Besluit ECB/2014/11 (4). |
(2) |
Conform paragraaf 1.6 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 kan de Raad van bestuur te allen tijde besluiten tot aanpassing van de instrumenten, voorwaarden, criteria en procedures voor de tenuitvoerlegging van de monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem. |
(3) |
Voor het selecteren van de passende rating, die toegepast moet worden voor de vaststelling van de beleenbaarheid van activa binnen het kader van Eurosysteemkrediettransacties en de daarmee verbonden surpluspercentages, is een regel in voege die de rangorde van ratings bepaalt. Deze regel geeft voorrang aan de toepassing van emissieratings van een Externe Kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) boven EKBI-emittentenratings en EKBI-garantratings. Op 17 juli 2013 besloot de Raad van bestuur het risicobeheersingskader verder aan te scherpen, zulks door aanpassing van de beleenbaarheidscriteria en de surpluspercentages die van toepassing zijn op onderpand voor Eurosysteemkrediettransacties en door vaststelling van bepaalde aanvullende maatregelen ter verbetering van de algehele consistentie van het kader en de praktische implementatie ervan. Als een van de aanpassingen verduidelijkte het Eurosysteem de regel betreffende de rangorde van ratings. Deze maatregelen zijn in Besluit ECB/2013/35 vastgelegd. |
(4) |
De regel houdende de voorrang van EKBI-emissieratings is ten overstaan van particuliere emittenten passend indien de inhoudelijke informatie van emissieratings relevant is. Voor overheidsemittenten vereist de regel inzake de voorrang van EKBI-emissieratings wijzigingen aangezien emittentenratings in plaats van emissieratings worden beschouwd als de relevante kredietwaardigheidsmaatstaf voor deze emittenten. |
(5) |
Besluit ECB/2013/35 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging
Artikel 6 van Besluit ECB/2013/35 wordt als volgt vervangen:
„Artikel 6
Aanvullende hoge kredietstandaards voor verhandelbare activa
1. Op de kredietbeoordeling van verhandelbare activa door de Externe Kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) zoals bedoeld in paragraaf 6.3 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 zijn de in dit artikel vastgelegde voorschriften van toepassing.
2. De volgende soorten EKBI-kredietbeoordelingen van aanvaarde EKBI's worden toegepast bij de beoordeling of voldaan wordt aan de op verhandelbare activa toepasselijke kredietkwaliteitsdrempel (5).
a) |
Een EKBI-emissierating die verwijst naar een EKBI-kredietbeoordeling voor hetzij een emissie, dan wel, bij gebreke van een emissierating voor dezelfde EKBI, naar de programma-/emissiereeksen waaronder een activum geëmitteerd wordt (6). Voor EKBI-emissieratings maakt het Eurosysteem geen onderscheid met betrekking tot de oorspronkelijke looptijd van het activum. Een aan de emissie of programma-/emissiereeksen toegewezen EKBI-rating is aanvaardbaar. |
b) |
Een EKBI-emittentenrating die verwijst naar een aan een emittent toegewezen EKBI-kredietbeoordeling. Voor EKBI-emittentenratings maakt het Eurosysteem met betrekking tot de oorspronkelijke looptijd van het activum een onderscheid aangaande de aanvaardbare EKBI-kredietbeoordeling. Het volgende onderscheid geldt: i) kortetermijnactiva, d.w.z. activa met een oorspronkelijke looptijd tot en met 390 dagen, en ii) langetermijnactiva, d.w.z. activa met een oorspronkelijke looptijd van meer dan 390 dagen. Voor kortetermijnactiva zijn EKBI-kortetermijnemittentenratings en langetermijnemittentenratings aanvaardbaar. Voor langetermijnactiva zijn slechts EKBI-langetermijnemittentenratings aanvaardbaar. |
c) |
Een EKBI-garantrating die verwijst naar een aan een garant toegewezen EKBI-kredietbeooordeling, indien de garantie voldoet aan de vereisten van paragraaf 6.3.2, onder c) van bijlage 1 bij Richtsnoer ECB/2011/14. Voor EKBI-garantratings maakt het Eurosysteem geen onderscheid met betrekking tot de oorspronkelijke looptijd van het activum. Slechts EKBI-langetermijngarantratings zijn aanvaardbaar. |
3. De ECB publiceert de kredietkwaliteitsdrempels voor alle aanvaarde EKBI's, zoals vastgesteld uit hoofde van paragraaf 6.3.1. van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 (7). De kredietkwaliteitsdrempel voor verhandelbare activa moet overeenstemmen met kredietkwaliteitsstap 3 van de geharmoniseerde Eurosysteemratingschaal, tenzij anderszins vermeld.
4. Voor verhandelbare activa houdt het Eurosysteem overeenkomstig de hiernavolgende regels rekening met EKBI-kredietbeoordelingen die bepalen of het activum voldoet aan de kredietkwaliteitsdrempel.
4.1. |
Op niet door centrale, regionale of lokale overheden, agentschappen (8), supranationale instellingen uitgegeven verhandelbare activa en effecten op onderpand van activa zijn de volgende regels van toepassing.
|
4.2. |
Voor door centrale, regionale of lokale overheden, agentschappen en supranationale instellingen uitgegeven verhandelbare activa gelden de volgende regels.
|
4.3. |
Voor effecten op onderpand van activa gelden de volgende regels.
|
5. Binnen het kader van paragraaf 6.3.2 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 en bij gebreke van een EKBI-kredietbeoordeling voor de emittent of garant, zijn de bepalingen betreffende het gebruik van een impliciete kredietbeoordeling van toepassing, zulks ingeval van door centrale, regionale of lokale overheden, agentschappen en supranationale instellingen, zoals bedoeld in paragraaf 4.2, uitgegeven verhandelbare activa.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 19 september 2014.
Het besluit is met ingang van 15 december 2014 van toepassing.
Gedaan te Frankfurt am Main, 1 september 2014.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1.
(2) PB L 95 van 5.4.2013, blz. 22.
(3) Besluit ECB/2013/35 van 26 september 2013 inzake aanvullende met herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand verband houdende maatregelen (PB L 301 van 12.11.2013, blz. 6).
(4) Besluit ECB/2014/11 van 12 maart 2014 tot wijziging van Besluit ECB/2013/35 inzake aanvullende met herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand verband houdende maatregelen (PB L 166 van 5.6.2014, blz. 31).