EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000O0018

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 1 december 1998 betreffende het juridische kader voor de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken zoals gewijzigd op 15 december 1999 en 14 december 2000 (ECB/2000/18)

OJ L 33, 2.2.2001, p. 21–64 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2002; opgeheven door 32002O0010

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2001/82/oj

32000O0018

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 1 december 1998 betreffende het juridische kader voor de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken zoals gewijzigd op 15 december 1999 en 14 december 2000 (ECB/2000/18)

Publicatieblad Nr. L 033 van 02/02/2001 blz. 0021 - 0064


Richtsnoer van de Europese Centrale Bank

van 1 december 1998

betreffende het juridische kader voor de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken zoals gewijzigd op 15 december 1999 en 14 december 2000

(ECB/2000/18)

(2001/82/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna aangeduid als de "statuten"), inzonderheid op de artikelen 12.1, 14.3 en 26.4,

Gelet op de bijdrage van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank, zoals bedoeld in artikel 47.2, tweede en derde streepje, van de statuten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Europees Stelsel van centrale Banken (ESCB) is onderworpen aan de in artikel 15 van de statuten vermelde rapportageverplichtingen.

(2) De directie van de ECB dient overeenkomstig artikel 26.3 van de statuten een geconsolideerde balans van het ESCB op te stellen voor analytische en operationele doeleinden.

(3) Oveeenkomstig artikel 26.4 van de statuten stelt de Raad van Bestuur van de ECB voor de toepassing van artikel 26 van de statuten de nodige regels vast ter standaardisatie van de financiële administratie en verslaglegging van de door de nationale centrale banken (NCB's) van de deelnemende lidstaten uitgevoerde werkzaamheden.

(4) Met het oog op vergelijkbaarheid moet de indeling van de door dit richtsnoer ingevoerde geconsolideerde rekeningen toepasselijk worden gemaakt voor de indeling van de laatste geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem voor het jaar 2000 die verwijst naar de verslagleggingsdatum van 29 december 2000, voor de indeling van de geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem per 31 december 2000, voor de aanbevolen indeling van de geconsolideerde jaarbalans van de NCB's per 31 december en voor de aanbevolen indeling van de winst-en-verliesrekening van de NCB's voor het op 31 december 2000 eindigende jaar, niettegenstaande de algemene toepassing van dit richtsnoer vanaf 1 janauri 2001.

(5) De ECB hecht groot belang aan het versterken van de doorzichtigheid van het regelgevende kader van het ESCB ofschoon een dergelijke verplichting niet is vastgelegd in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De ECB heeft overeenkomstig deze aanpak besloten om een geconsolideerde versie te publiceren van het richtsnoer van de ECB van 1 december 1998 betreffende het juridische kader voor de financiële en administratieve verslaglegging in het Europees Stelsel voor centrale banken zoals gewijzigd op 15 december 1999 en op 14 december 2000.

(6) Er is terdege rekening gehouden met het voorbereidend werk van het Europees Monetair Instituut (EMI).

(7) De richtsnoeren van de ECB maken, overeenkomstig de artikelen 12.1 en 14.3 van de statuten, een integrerend deel uit van het Gemeenschapsrecht,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

1. In dit richtsnoer wordt bedoeld met:

- "bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten": door een NCB uitgegeven bankbiljetten die aan een andere NCB of aan een door deze laatste aangestelde agent ter inwisseling worden aangeboden;

- "consolidatie": het zodanig administratief samenvoegen van de financiële cijfers van verscheidene afzonderlijke juridische entiteiten alsof ze één entiteit vormen;

- "finaciële administratie- en verslagleggingsdoelstellingen van het ESCB": de doelstellingen waarvoor het ESCB overeenkomstig de artikelen 15 en 26 van de statuten van het ESCB de in bijlage I opgesomde financiële overzichten opstelt;

- "nationale centrale banken" (NCB's): de NCB's van de deelnemende lidstaten;

- "deelnemende lidstaten": alle lidstaten die één munt hebben aangenomen, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna aangeduid als het "Verdrag");

- "niet-deelnemende lidstaten": de lidstaten die overeenkomstig het Verdrag de gemeenschappelijke munt niet hebben aangenomen;

- "Eurosysteem": de NCB's en de ECB;

- "overgangsperiode": de periode van 1 janauri 1999 tot en met 31 december 2001;

- "werkdag van het Eurosysteem": dag waarop de ECB of één of meer NCB's open zijn voor werkzaamheden, waarop het Target-interlinkingonderdeel is geopend en die een vereveningsdag is voor de Europese geldmarkt en transacties luidende in vreemde valuta inzake de euro.

2. Aanvullende definities van in dit richtsnoer gebruikte technische termen zijn opgenomen in het glossarium dat als bijlage II is bijgevoegd.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1. De in dit richtsnoer vastgelegde regels zijn van toepassing op de ECB en de NCB's voor de financiële administrative en verslaglegging van het ESCB.

2. De richtsnoer betreft uitsluitend de financiële administratie en verslaglegging van het ESCB, zoals bepaald in de statuten, en bevat bijgevolg geen bindende regels voor de nationale financiële administratie en verslaglegging van de NCB's. Ten behoeve van consistentie en vergelijkbaarheid tussen de verslaglegging van het ESCB en die van de NCB's, verdient het aanbeveling dat de NCB's bij het opstellen van hun nationale verslaglegging en financiële administratie zoveel mogelijk de regels van dit richtsnoer volgen.

Artikel 3

Uitgangspunten inzake de financiële administratie

De volgende uitgangspunten inzake de financiële administratie zijn van toepassing:

a) Economische realiteit en transparantie: de methode van administreren en de financiële verslaglegging weerspiegelen de economische realiteit, zij zijn doorzichtig en voldoen aan de gestelde eisen van inzichtelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid. Transacties worden geboekt en weergegeven rekening houdend met hun inhoud en economische realiteit en niet uitsluitend met inachtneming van hun juridische vorm.

b) Voorzichtigheidsbeginsel: bij de waardering van activa en passiva en de verantwoording van baten en lasten dient het voorzichtigheidsbeginsel te worden toegepast. In het kader van dit richtsnoer betekent dit dat ongerealiseerde winsten niet als baten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening, maar direct worden opgenomen in een herwaarderingsrekening. Het voorzichtigheidsbeginsel staat bovendien niet toe dat stille reserves worden gevormd of dat de waardering van posten op de balans en winst-en-verliesrekening opzettelijk onjuist wordt weergegeven.

c) Gebeurtenissen na de balansdatum: activa en passiva moeten worden aangepast rekening houdend met gebeurtenissen die zich voordoen tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening door de bevoegde instanties wordt vastgesteld, indien en voorzover de activa en passiva door deze gebeurtenissen beïnvloed worden. Gebeurtenissen na de balansdatum die geen invloed hebben op de activa en passiva op de balansdatum doch wel van belang zijn voor beoordelingen en het gebruik van de jaarrekening, dienen openbaar gemaakt te worden.

d) Materialiteitsbeginsel: afwijkingen van de regels van waardering en resultaatbepaling, met inbegrip van die welke een invloed hebben op de berekening van de winst-en-verliesrekeningen van de afzonderlijke NCB's en van de ECB, zijn niet toegestaan, tenzij redelijkerwijze mag worden aangenomen dat ze niet relevant zijn in de algehele context en presentatie van de financiële administratie en verslaglegging van de rapporterende instelling.

e) Het continuïteitsbeginsel: de rekeningen worden conform het continuïteitsbeginsel opgesteld.

f) De periode-toerekeningsgrondslag: baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben en niet aan de periode waarin de inkomsten worden ontvangen of de uitgaven worden betaald.

g) Consistentie en vergelijkbaarheid: de regels van waardering en resultaatbepaling dienen inzake continuïteit en gemeenschappelijkheid van benadering consequent te worden toegepast, teneinde de vergelijkbaarheid van de gegevens in de financiële overzichten binnen het ESCB in continuïteit te waarborgen.

Artikel 4

Verantwoording van activa en passiva

Activa en passiva worden alleen verantwoord op de balans van de rapporterende entiteit wanneer:

a) het waarschijnlijk is dat in de toekomst enig economisch nut in de vorm van een bate of een last verbonden zal zijn aan de betreffende actief- of passiefpost voor de rapporterende entiteit;

b) alle risico's en voordelen verbonden aan de desbetreffende actief- of passiefpost komen voor rekening van de rapporterende entiteit;

c) de kostprijs of de waarde van de desbetreffende actiefpost voor de rapporterende entiteit of de omvang van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.

Artikel 5

Kasbasis-benadering en economische benadering

1. Gedurende een periode van maximaal twee jaar na het einde van de overgangsperiode wordt de kasbasis-benadering gebruikt als grondslag voor het verwerken van gegevens in de administratieve systemen van het ESCB.

2. Het verdient aanbeveling dat de NCB's gedurende deze periode overgaan op de economische benadering. Een uitvoerige beschrijving van de economische benadering is gegeven in bijlage III.

3. De NCB's waarvan het stelsel van waardering en resultaatbepaling is gebaseerd op de economische benadering, kunnen deze stelsels blijven hanteren om op basis hiervan de gegevens ten behoeve van verslaglegging op te stellen, op voorwaarde dat de verschillen vergeleken met de cijfers die de kasbasis-benadering zou opleveren, niet materieel zijn. Het is de verantwoordelijkheid van die NCB's om, indien dit niet het geval is, de nodige aanpassingen aan de gerapporteerde cijfers aan te brengen.

HOOFDSTUK II

SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS

Artikel 6

Balansindeling

De indeling van de balans van de ECB/NCB's voor de ESCB-verslaglegging is gebaseerd op het in bijlage IV weergegeven schema.

Artikel 7

Balanswaarderingsregels

1. Ten behoeve van de waardering worden de actuele marktkoersen en -prijzen op de balansdatum gebruikt, tenzij anders aangegeven in bijlage IV.

2. Herwaardering van goud, instrumenten in vreemde valuta, waardepapieren en financiële instrumenten (op de balans en buiten de balans) vindt plaats op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum tegen het gemiddelde van marktbied- en -laatkoersen en -prijzen. Dit neemt niet weg dat de ECB/NCB's hun portefeuilles frequenter kunnen herwaarderen voor interne doeleinden, op voorwaarde dat tijdens het kwartaal uitsluitend gegevens tegen de transactiewaarde worden gerapporteerd.

3. Er wordt voor goud geen onderscheid gemaakt tussen prijs- en valutaherwaarderingsverschillen, maar er wordt één herwaarderingsverschil voor goud bepaald, gebaseerd op de prijs in euro per gewichtseenheid goud berekend aan de hand van de EUR/USD-koers op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum. De herwaardering van valuta geschiedt per valutasoort (inlcusief transacties binnen en buiten de balans) en die van waardepapieren per fondscode (hetzelfde ISIN-nummer/type), uitgezonderd waardepapieren die onder de post "Overige financiële activa" zijn opgenomen en als afzonderlijke deelnemingen worden behandeld.

4. Herwaarderingsboekingen worden aan het einde van het volgende kwartaal tegengeboekt, met uitzondering van de ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen. Tijdens het kwartaal worden transacties gerapporteerd tegen de transactieprijzen en -koersen.

Artikel 8

Repo-overeenkomsten

1. Een repo-overeenkomst wordt behandeld als een door onderpand gedekt ontvangen deposito aan de passiefzijde van de balans, terwijl het onderpand als actiefposten geboekt blijft. Verkochte waardepapieren die moeten worden teruggekocht in het kader van repo-overeenkomsten, worden door de ECB/NCB die de effecten dient terug te kopen, behandeld alsof de desbetreffende activa nog steeds deel uitmaken van de portefeuille waaruit ze werden verkocht.

2. Een reverse repo-overeenkomst wordt geboekt als een door onderpand gedekte vestrekte lening op de actiefzijde van de balans voor het bedrag van de lening. Waardepapieren verkregen in het kader van reverse repo-overeenkomsten worden niet geherwaardeerd en het daaruit voortvloeiende winst of verlies wordt niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening door de partij die de fondsen uitleent.

3. Repo-overeenkomsten die betrekking hebben op in deviezen luidende waardepapieren hebben geen invloed op de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie.

4. In geval van transacties waarbij effecten worden uitgeleend, blijven de effecten op de balans van de overdragende partij. Dergelijke transacties worden administratief op dezelfde wijze verwerkt als repo-overeenkomsten. Indien echter de bij deze transactie betrokken effecten per jaarultimo niet in het deposito van de overnemende partij aangehouden worden, dient deze een voorziening voor verliezen aan te leggen indien de marktwaarde van de onderliggende effecten sinds de contractdatum van deze transacties gestegen is en dient een verplichting in de balans te worden opgenomen (heroverdracht van de effecten) als de effecten intussen zijn vervreemd.

5. Goudtransacties op basis van onderpand worden behandeld als repo-overeenkomsten. De goudmutaties die verband houden met deze transacties worden niet in de financiële overzichten weergegeven en het verschil tussen de contante koers en de termijnkoers van de transactie wordt toegerekend op transactiebasis aan de periode waarop deze betrekking heeft.

Artikel 9

Bankbiljetten en munten

1. De door een NCB aangehouden bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten worden niet verantwoord als bankbiljetten in omloop, maar als tegoeden binnen het Eurosysteem. Voor de behandeling van bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten geldt de volgende procedure:

a) De NCB die door een andere NCB uitgegeven nationale in (eurogebied) valutaeenheden luidende bankbiljetten ontvangt, stelt de emitterende NCB dagelijks in kennis van de waarde van de ter omwisseling gestorte bankbiljetten, tenzij een bepaald dagvolume laag is. De emitterende NCB doet via het Target-systeem een overeenkomstige betaling aan de NCB die de bankbiljetten heeft ontvangen.

b) De aanpassing van de bedragen van de "bankbiljetten in omloop" in de boeken van de emitterende NCB vindt plaats bij ontvangst van de bovenvermelde kennisgeving.

2. Het bedrag van de "bankbiljetten in omloop" wordt berekend volgens een van de twee onderstaande methoden:

Methode A: BC = BP - BD - NR - S

Methode B: BC = BI - BR - NR

waarbij:

BC= het bedrag is van de "bankbiljetten in omloop";

BP= de waarde is van de geproduceerde of van de drukker ontvangen bankbiljetten;

BD= de waarde is van de vernietigde bankbiljetten;

NR= de waarde is van de door andere NCB's aangehouden bankbiljetten van andere deelnemende lidstaten (die zijn afgerekend, maar nog niet gerepatrieerd);

BI= de waarde is van de uitgegeven bankbiljetten;

BR= de waarde is van de ontvangen bankbiljetten;

S= de waarde is van de bankbiljetten in voorraad of in kluizen.

3. Het bedrag van de "bankbiljetten in omloop" omvat geen nationale munten; deze worden afzonderlijk verantwoord.

4. Na de overgangsperiode en onverminderd artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro(1), registreren de NCB's de in nationale (eurogebied) valutaeenheden luidende bankbiljetten en de eurobankbiljetten afzonderlijk.

5. Het bedrag van de "bankbiljetten in omloop" aan het begin van de overgangsperiode wordt overeenkomstig de geldende nationale praktijk voor bankbiljetten, die vóór en tijdens de overgangsperiode de hoedanigheid van wettig betaalmiddel verloren, verantwoord.

HOOFDSTUK III

WINSTBEPALING

Artikel 10

Verantwoording van baten en lasten

1. Met betrekking tot winstbepaling gelden de volgende regels:

a) gerealiseerde winsten en gerealiseerde verliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen;

b) ongerealiseerde winsten worden niet als baten verantwoord; in plaats daarvan worden ze rechtstreeks in een herwaarderingsrekening opgenomen;

c) ongerealiseerde verliezen worden ten laste van het resultaat gebracht voorzover zij ongerealiseerde herwaarderingswinsten, zoals opgenomen in de desbetreffende herwaarderingsrekening, te boven gaan;

d) geen compensatie van ten laste van het resultaat gebrachte ongerealiseerde verliezen met eventuele ongerealiseerde winsten in latere jaren;

e) ongerealiseerde verliezen op waardepapieren, valuta's of angehouden goud worden niet gesaldeerd met ongerealiseerde winsten uit andere waardepapieren, valuta's of goud.

2. Agio's of disagio's bij uitgegeven of aangekochte waardepapieren worden berekend en weergegeven als een deel van de rentebaten en worden toegedeeld aan de resterende looptijd van de waardepapieren, hetzij volgens de lineaire methode hetzij volgens de IRR-methode (internal rate of return). De IRR-methode is evenwel verplicht voor waardepapieren op discontobasis die op het moment van de aankoop een resterende looptijd van meer dan een jaar hebben.

3. Overlopende financiële activa en passiva (bijv. te betalen rente en geamortiseerde agio/disagio) worden ten minste om de drie maanden bepaald en verantwoord. Het bepalen en verantwoorden van overige overlopende activa en passiva vindt ten minste op jaarbasis plaats.

4. De ECB/NCB's kunnen overlopende activa en passiva frequenter en gedetailleerder bepalen, op voorwaarde dat tijdens het kwartaal uitsluitend gegevens tegen transactieprijzen en -koersen worden gerapporteerd.

5. Overlopende activa en passiva in vreemde valuta worden aan het einde van het kwartaal omgerekend tegen de gemiddelde marktkoers en tegen dezelfde koers tegengeboekt.

6. Uitsluitend transacties die een wijziging van de nettopositie in een bepaalde valuta teweegbrengen, kunnen gerealiseerde valutawinsten of -verliezen genereren.

Artikel 11

Transactiekosten

1. Op transactiekosten zijn de volgende algemene regels van toepassing:

a) De gemiddeldekostprijsmethode wordt op dagelijkse basis gebruikt voor het bepalen van de aanschaffingswaarde van verkocht goud, verkochte deviezeninstrumenten en waardepapieren, rekening houdend met de invloed van wisselskoers- en/of prijsontwikkelingen.

b) De gemiddelde kostprijs/koers van de desbetreffende activa/passiva wordt verminderd/vermeerderd met de ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo ten laste van de winst-en-verliesrekening worden gebracht.

c) In geval van verwerving van waardepapieren die voorzien zijn van coupons, wordt het bedrag aan veworven couponopbrengsten als een afzonderlijke post behandeld. In geval van in vreemde valuta luidende effecten wordt het bedrag opgenomen onder die deviezenpositie, maar wordt het niet opgenomen in de kostprijs of waarde van de desbetreffende actiefpost voor het bepalen van de gemiddelde kostprijs.

2. Op waardepapieren zijn de volgende speciale regels van toepassing:

a) Transacties worden geboekt tegen de transactieprijs en verantwoord tegen de zuivere prijs.

b) Bewaarnemings- en beheerskosten, rekening-courantkosten en andere indirecte kosten worden niet beschouwd als transactiekosten en worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Zij zijn niet van invloed op de gemiddelde kostprijs van een bepaalde actiefpost.

c) Baten worden bruto geboekt, waarbij terugvorderbare inhoudingen en andere belastingen afzonderlijk worden opgenomen.

d) Voor het berekenen van de gemiddelde kostprijs van waardepapieren worden hetzij i) alle tijdens de dag verrichte aankopen tegen de kostprijs toegevoegd aan het saldo van de voorafgaande dag om aldus een nieuwe gewogen gemiddelde koers vast te stellen alvorens de verkopen van dezelfde dag te verwerken, hetzij ii) afzonderlijk aan- en verkopen van waardepapieren verwerkt in de volgorde waarin ze tijdens de dag hebben plaatsgevonden, met het oog op het berekenen van de herziene gemiddelde prijs.

3. Op goud en deviezen zijn de volgende speciale regels van toepassing:

a) Transacties in een vreemde valuta die geen wijziging in de positie in de valuta teweegbrengen, worden omgerekend in euro op basis van de wisselkoers op de contract- of afwikkelingsdatum en hebben geen invloed op de aanschaffingswaarde van dat deviezenbezit.

b) Transacties in een vreemde valuta die een wijziging in de positie in de valuta teweegbrengen, worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de contract- of afwikkelingsdatum.

c) Feitelijke ontvangsten en betalingen in contanten worden omgerekend tegen de gemiddelde marktkoers op de dag waarop de afwikkeling geschiedt.

d) Nettoaankopen van deviezen en goud gedurende de dag worden, tegen de gemiddelde kostprijs van de aankopen van de dag voor iedere respectieve valuta en voor goud, toegevoegd aan het saldo van de vorafgaande dag, teneinde een nieuwe gewogen gemiddelde koers/goudprijs vast te stellen. In geval van nettoverkopen is de berekening van de gerealiseerde winsten of verliezen gebaseerd op de gemiddelde kostprijs van het respectieve deviezen- of goudbezit van de voorafgaande dag zodat de gemiddelde kostprijs onveranderd blijft. Verschillen in de gemiddelde koers/goudprijs tussen in- en uitstroom tijdens de dag leiden eveneens tot gerealiseerde winsten of verliezen. Wanneer een schuldpositie optreedt in vreemde valuta of goud wordt de omgekeerde werkwijze van de voornoemde benadering toegepast. De gemiddelde kostprijs van de schuldpositie wordt derhalve beïnvloed door de nettoverkopen, terwijl de nettoaankopen de schuldpositie verminderen tegen de bestaande gewogen gemiddelde koers/goudprijs.

e) De kosten van deviezentransacties en andere algemene kosten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

HOOFDSTUK IV

REGELS VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING VOOR NIET IN DE BALANS OPGENOMEN INSTRUMENTEN

Artikel 12

Algemene regels

1. Deviezentermijntransacties, termijnonderdelen van deviezenswaps en andere deviezeninstrumenten die een omwisseling van een bepaalde valuta tegen een andere valuta op een toekomstig datum inhouden, worden opgenomen in de nettodeviezenposities voor het berekenen van koerswinsten en -verliezen.

2. Renteswaps, futures, rentetermijncontracten en andere rente-instrumenten worden per instrument geboekt en geherwaardeerd. Deze instrumenten worden gescheiden behandeld van in de balans opgenomen instrumenten.

3. Winsten en verliezen voortvloeiend uit instrumenten buiten de balans worden op een soorgelijke wijze geboekt en behandeld als die welke voortvloeien uit in de balans opgenomen instrumenten.

Artikel 13

Deviezentermijntransacties

1. Termijnaankopen en -verkopen worden, vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum, buiten de balans verantwoord, tegen de contante koers van de termijntransactie. Winsten en verliezen op verkooptransacties worden berekend op basis van de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie op de contractdatum (plus twee of drie werkdagen), overeenkomstig de dagelijkse vereveningsprocedure voor aan- en verkopen. Winsten en verliezen worden tot de afwikkelingsdatum als ongerealiseerd beschouwd en behandeld overeenkomstig artikel 10, lid 1.

2. Het verschild tussen de contante en de termijnkoers wordt zowel bij aan- als verkopen behandeld als te betalen of te ontvangen rente die wordt toegerekend aan de periode waarop ze betrekking heeft.

3. Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt en ieder eventueel saldo op de herwaarderingsrekening wordt op het kwartaalultimo in de winst-en-verliesrekening verantwoord.

4. De gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie wordt beïnvloed door termijnaankopen vanaf de transactiedatum plus twee of drie werkdagen, afhankelijk van de marktpraktijk voor de afwikkeling van contante transacties tegen de contante aankoopkoers.

5. De waadering van termijnposities wordt gerelateerd aan de contante positie van dezelfde valuta, waarbij eventuele verschillen die binnen één deviezenpositie kunnen ontstaan, worden gecompenseerd. Een nettoverliessaldo wordt ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht wanneer deze hoger is dan eerder op de herwaardingsrekening geboekte herwaarderingswinsten; een nettowinstsaldo wordt ten gunste van de herwaarderingsrekening gebracht.

Artikel 14

Deviezenswaps

1. Contante aan- en verkopen worden op de afwikkelingsdatum verantwoord in de balans.

2. Termijnverkopen en -aankopen worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de contante koers van de termijntransacties verantwoord.

3. Verkooptransacties worden tegen de contante koers van de transactie geboekt en genereren derhalve geen winst of verlies.

4. Het verschil tussen de contante koers en de termijnkoers wordt zowel bij aan- als verkopen behandeld als te betalen of te ontvangen rente die wordt toegerekend aan de periode waarop ze betrekking heeft.

5. Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt.

6. De gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie verandert niet.

7. De waardering van de termijnpositie wordt gerelateerd aan de contante positie.

Artikel 15

Rentefutures

1. Rentefutures worden op de transactiedatum buiten de balans verantwoord.

2. De initiële marge wordt verantwoord als een afzonderlijk actief indien dit bedrag in contanten wordt gedeponeerd. Indien deze in de vorm van waardepapieren wordt gedeponeerd, blijft de balans onveranderd.

3. Dagelijkse wijzigingen in de variatiemarges worden gescheiden verantwoord, hetzij als actief-, hetzij als passiefpost, al naar gelang van het prijsverloop van het futurescontract. Dezelfde procedure geldt op de slotdag van de open positie. Onmiddellijk daarna wordt de desbetreffende balanspost opgeheven en wordt het eindresultaat van de transactie geboekt als een winst of verlies, ongeacht of de levering plaatsvindt of niet. Indien de levering plaatsvindt, wordt de aan- of verkoop tegen de marktprijs geboekt.

4. Provisies worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord.

5. Indien nodig vindt op de afwikkelingsdag de omrekening in euro tegen de marktkoers van die dag plaats. Ontvangsten van vreemde valuta zullen invloed hebben op de gemiddelde kostprijs van deze valuta op de afwikkelingsdag.

6. Gelet op de dagelijkse herwaardering worden de winsten en verliezen verantwoord op desbetreffende afzonderlijke rekeningen. Een afzonderlijke post op de actiefzijde vertegenwoordigt een verlies en een afzonderlijke post op de passiefzijde een winst. Voor ongerealiseerde verliezen wordt de winst-en-verliesrekening gedebiteerd en zulke bedragen worden gecrediteerd op een passiefpost (overige schulden).

7. Ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is. In geval van winst bestaat de boeking uit een debitering van een tussen/orderekening (overige activa) en een creditering van de herwaarderingsrekening.

Artikel 16

Renteswaps

1. Renteswaps worden op de transactiedatum buiten de balans verantwoord.

2. De lopende rentebetalingen of -ontvangsten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Compensatiebetalingen per renteswap zijn toegestaan.

3. De gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie wordt beïndvloed door in een vreemde valuta luidende renteswaps, wanneer er een verschil is tussen de ontvangen en de verrichte betalingen. Een betalingssaldo dat resulteert in ontvangsten beïnvloed de gemiddelde kostprijs van de valuta op de vervaldag van de betaling.

4. Iedere renteswap wordt gewaardeerd tegen marktprijzen en wordt, zo nodig, omgerekend in euro tegen de contante deviezenkoers. Ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is. Ongerealiseerde herwaarderingswinsten worden op een herwaarderingsrekening gecrediteerd.

5. Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Artikel 17

Rentetermijncontracten

1. Rentetermijncontracten worden op de transactiedatum op rekening buiten de balans geboekt.

2. De betaling van de vergoeding die de ene partij aan de andere verschuldigd is op de afwikkelingsdatum wordt op deze datum opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De betalingen worden niet geboekt conform de periodetoerekeningsgrondslag.

3. Indien rentetermijncontracten worden aangehouden in een vreemde valuta, heeft dit een invloed op de gemiddelde kostprijs van deze deviezenpositie bij de betaling van de vergoeding. De betaling van de vergoeding wordt omgerekend in euro tegen de contante koers op de afwikkelingsdatum. Een betalingssaldo dat resulteert in ontvangsten heeft een weerslag op de gemiddelde kostprijs van de valuta op de vervaldag van de betaling.

4. Alle rentetermijncontracten worden gewaardeerd tegen marktprijzen en worden, zo nodig, omgerekend in euro tegen de contante deviezenkoers. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is. Voor ongerealiseerde herwaarderingswinsten wordt een herwaarderingsrekening gecrediteerd.

5. Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Artikel 18

Termijntransacties in effecten

Termijntransacties in effecten kunnen worden geboekt volgens één van de volgende twee methoden:

Methode A

a) Termijntransacties in effecten worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de termijnkoers van de desbetreffende termijnactie verantwoord.

b) De gemiddelde kostprijs van de nettopositie in het verhandelde effect wordt niet beïnvloed totdat de afwikkeling plaatsvindt; de weerslag van termijnverkopen op de winst-en-verliesrekening wordt berekend op de afwikkelingsdatum.

c) Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt en wordt het - eventuele - saldo in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Het gekochte effect wordt geboekt tegen de contante koers op de vervaldatum (de actuele marktkoers), terwijl het verschil met de oorspronkelijke termijnkoers wordt opgevoerd als een gerealiseerde winst dan wel een gerealiseerd verlies.

d) In geval van effecten luidende in een vreemde valuta wordt de gemiddelde kostprijs van de nettodeviezenpositie niet beïnvloed als de ECB reeds een positie in die valuta aanhoudt. Indien het op termijn gekochte effect luidt in een valuta waarin de ECB geen positie aanhoudt, hetgeen noopt tot aankoop van de betrokken valuta, zijn de in artikel 10, lid 3, onder d), vermelde regels voor de aankoop van vreemde valuta's van toepassing.

e) Termijnposities worden afzonderlijk gewaardeerd tegen de termijnmarktkoers voor de resterende looptijd van de transactie. Een herwaarderingsverlies per jaarultimo wordt ten laste gebracht van de winst-en-verliesrekening en voor een herwaarderingswinst wordt de herwaarderingsrekening gecrediteerd. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is.

Methode B

a) Termijntransacties in effecten worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de termijnkoers van de termijntransactie verantwoord. Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt.

b) Aan het kwartaalultimo vindt de herwaardering van een effect plaats op basis van de nettopositie die resulteert uit de balans en uit de buiten de balans geboekte verkopen van hetzelfde effect. Het bedrag van de herwaardering is gelijk aan het verschil tussen deze nettopositie gewaardeerd tegen de herwaarderingsprijs, en dezelfde positie gewaardeerd tegen de gemiddelde kostprijs van de balanspositie. Op het kwartaalultimo worden termijnverkopen onderworpen aan de in artikel 7 beschreven herwaarderingsprocedure. Het herwaarderingsresultaat is gelijk aan het verschil tussen de contante koers en de gemiddelde kostprijs van de koopverplichtingen.

c) Het resultaat van een termijnverkoop wordt geboekt in het boekjaar waarin de verplichting werd aangegaan. Dit resultaat is gelijk aan het verschil tussen de oorspronkelijke termijnkoers en de gemiddelde kostprijs van de balanspositie (of de gemiddelde kostprijs van de aankoopverplichtingen buiten de balans, indien de balanspositie ontoereikend is) op het ogenblik van de verkoop.

HOOFDSTUK V

VERSLAGLEGGINGSVERPLICHTINGEN

Artikel 19

Procedures en indelingen van rapportages

1. De rapportage van financiële gegevens ten behoeve van verslaglegging door het ESCB gebeurt oveeenkomstig de in bijlage V opgenomen procedures en tijdschema's. De directie van de ECB kan deze procedures en tijtschema'a aanpassen.

2. De rapportagevorm van deze gegevens dient in overeenstemming te zijn met dit richtsnoer en dient alle in bijlage IV vermelde posten te omvatten. De indeling van de posten die in de verschillende balansopstellingen moeten worden opgenomen, is eveneens in bijlage IV beschreven.

3. De opstelling en de indeling van de verschillende te publiceren balansen worden weergegeven in de volgende bijlagen:

a) de externe geconsolideerde weekstaten van het Eurosysteem per kwartaalultimo, in bijlage VI;

b) de externe geconsolideerde weekstaten van het Eurosysteem gedurende het kwartaal, in bijlage VII;

c) de geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem, in bijlage VIII.

4. De directie van de ECB keurt de indelingen van de verschillende interne balansen goed.

Artikel 20

Transmissiekanaal

1. Het normale kanaal voor het doorsturen van alle balansgegevens van de NCB's naar de ECB is het systeem voor de uitwisseling van niet-statistische gegevens, ofwel "Exchange of Non-Statistical Data system" (ENSD).

2. Wanneer een NCB telefonisch verneemt dat de gegevens niet tijdig zijn aangekomen, dient de betrokken NCB de ontbrekende gegevens onverwijld door te sturen via het ENSD-communicatiekanaal, per elektronische post (CebaMail), per fax of via een ander transmissiemiddel dat met de ECB is overeengekomen. Alle boodschappen die via de back-up-procedures worden verstuurd, worden opnieuw verstuurt via het ENSD-systeem zodra het systeem weer functioneert.

Artikel 21

Werkwijze bij afwijkingen

1. Wanneer een NCB via ENSD gewijzigde gegevens doorstuurt (na het signaleren van een afwijking), zal de ECB de ontvangst van de nieuwe versie (met een hoger versienummer) bevestigen en de vorige versie vervangen.

2. In eerste instantie belist de betrokken NCB of de ECB of de afwijking materieel is in de context van haar eigen balans, die ze heeft ingediend voor verwerking in het financiële verslag van het Eurosysteem. Materiële afwijkingen worden door de betrokken NCB gemeld aan de ECB-afdeling die verantwoordelijk is voor het uitbrengen van het verslag. Deze afdeling beslist of de afwijking een invloed zou kunnen hebben op de beleidstransacties van het Eurosysteem. Indien dit het geval is, dan wordt intern een herziene versie verspreid waarin de wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke financiële overzicht worden aangegeven alsook de redenen voor deze wijzigingen.

3. Materiële afwijkingen met betrekking tot de gepubliceerde financiële overzichten van het Eurosysteem worden in het volgende financiële overzicht tot uitdrukking gebracht door de cijfers van de voorgaande periode aan te passen en deze toe te lichten in een begeleidende voetnoot.

4. Met betrekking tot overzicht omtrent het totaal van de diverse debet- en creditmutaties en het dagelijkse resulterende saldo, dient de ECB in kennis te worden gesteld van alle afwijkingen die de gerapporteerde cijfers beïnvloeden.

Artikel 22

Afrondingsregels

Doorgestuurde gegevens worden naar boven of beneden afgerond tot op 1 miljoen EUR nauwkeurig, behalve voor het verslag omtrent het totaal van de diverse debet- en creditmutaties en het dagelijkse resulterende saldo, waarin afronding tot op 1 EUR nauwkeurig verplicht is.

Artikel 23

Officiële feestdagen

1. Wanneer een NCB, met inbegrip van haar plaatselijk "Real-time-gross-settlement-systeem" (RTGS), wegens een lokale officiële feestdag gesloten is, gelden de volgende regels:

a) Als de NCB op de rapportagedag gesloten is, zal de ECB de balansen van de voorgaande werkdag voor de dag- (en week)staten gebruiken.

b) Wanneer de NCB op de dag na de rapportagedag gesloten is, gelden de volgende regels:

i) De NCB dient de (voorlopige) balans in vóór 8.00 uur ECB-tijd of op de avond van de rapportagedag.

ii) Voor de volledig gecontroleerde balans, die moet worden ingediend vóór 16.00 uur ECB-tijd, is het de NCB toegestaan de indiening van de gegevens uit te stellen tot 8.00 uur ECB-tijd van de daaropvolgende werkdag (d.i. twee dagen na de rapportagedag).

2. Wanneer een NCB wegens een lokale officiële feestdag gesloten is, maar haar plaatselijk RTGS niet, vindt financiële rapportage/gegevenstransmissie plaats overeenkomstig de regels die van toepassing zijn voor werkdagen van het Eurosysteem.

3. Wanneer een NCB en haar plaatselijk RTGS gedurende twee opeenvolgende dagen dicht blijven als gevolg van lokale officiële feestdagen, draagt de NCB er zorg voor dat de gegevens van de laatste daaraan voorafgaande werkdag tijdig bij de ECB worden ingediend.

4. Wanneer de ECB wegens een lokale officiële feestdag gesloten is, draagt zij er zorg voor dat de financiële rapportage plaatsvindt zoals op werkdagen van het Eurosysteem.

5. De kwartaalultimo-herwaardering wordt niet uitgesteld als gevolg van lokale officiële feestdagen.

6. De publicatie van de geconsolideerde weekstaten van het Eurosysteem wordt vanwege lokale officiële feestdagen niet uigesteld.

HOOFDSTUK VI

JAARLIJKS GEPUBLICEERDE BALANSEN EN WINST- EN-VERLIESREKENINGEN

Artikel 24

Gepubliceerde balansen en winst-en-verliesrekeningen

Het verdient aanbeveling dat de NCB's hun gepubliceerde balansen en winst-en-verliesrekeningen overeenkomstig respectievelijk bijlage IX en bijlage X opstellen.

HOOFDSTUK VII

CONSOLIDATIEREGELS

Artikel 25

Algemene consolidatieregels

1. De geconsolideerde balansen van het Eurosysteem omvatten alle posten van de balansen van de ECB en de NCB's.

2. De geconsolideerde balansen van het Eurosysteem worden opgesteld door de ECB gebaseerd op uniforme uitgangspunten en administratieve technieken, alsmede rekening houdend met de eis van geharmoniseerde verslagperioden in het Eurosysteem. Voorts wordt bij het opstellen van de geconsolideerde balansen rekening gehouden met uit intra-Eurosysteemtransacties resulterende consolidatiecorrecties, alsmede met wijzigingen in de samenstelling van het Eurosystem.

3. Met uitzondering van de posities van de NCB's en de ECB binnen het Eurosysteem worden de afzonderlijke balansposten voor consolidatiedoeleinden samengevoegd.

4. De verplichtingen/tegoeden van de NCB's en de ECB jegens derden worden in het consolidatieproces niet gesaldeerd.

5. De posities binnen het Eurosysteem (met uitzondering van het kapitaal van de ECB, de posities resulterend uit de overdracht van deviezenreserves aan de ECB, ECB-schuldbewijzen, promessen van de NCB's en bankbiljetten uitgegeven door de ECB) worden in de balansen van de ECB en de NCB's weergegeven als een nettopositie (d.i. het nettosaldo van de vorderingen en verplichtingen).

6. De geconsolideerde verslagen dienen op consistente wijze te zijn samengesteld. Alle financiële overzichten van het Eurosysteem worden op gelijke wijze, dit wil zeggen door toepassing van dezelfde consolidatietechnieken en -processen, opgesteld.

Artikel 26

Ontbrekende gegevens

1. De consolidatie van gegevens door de ECB vereist dat de ECB alle gegevens van alle NCB's in goede orde ontvangt. Indien van een NCB gegevens ontbreken, kan de ECB in uitzonderlijke omstandigheden eventueel de gegevens van voorgaande werkdag gebruiken.

2. Wanneer ontbrekende gegevens worden vervangen in de interne versies van de geconsolideerde verslagen van het Eurosysteem, dient dit te worden toegelicht in een begeleidende voetnoot.

Artikel 27

Verspreiding van de geconsolideerde verslagen

1. De verantwoordelijkheid voor de verspreiding van de geconsolideerde verslagen berust bij de ECB-afdeling die verantwoordelijk is voor de consolidatie.

2. De verslagen worden gelijktijdig verzonden aan de belanghebbenden binnen de ECB en de NCB's. De indeling van deze verslagen die de ECB aan de NCB's doet toekomen, is gelijk aan die van de NCB's. Het gebruikelijke transmissiekanaal voor het versturen van de geconsolideerde verslagen door de ECB aan de NCB's is het ENSD-systeem. Indien de ENSD-applicatie niet beschikbaar is, worden de verslagen per elektronische post verstuurd (CebaMail). Alle via CebaMail verstuurde boodschappen worden opnieuw verstuurd via de ENSD-applicatie zodra de toepassing weer functioneert.

HOOFDSTUK VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 28

Ontwikkeling, toepassing en interpretatie van de regels

1. Het Comité voor administratieve verslagleggingsvraagstukken en monetaire inkomsten fungeert als het ESCB-forum voor het adviseren van de Raad van Bestuur, via de directie, omtrent de ontwikkeling en toepassing van de ESCB-regels inzake waardering en resultaatbepaling, financiële administratie en verslaglegging.

2. Bij de interpretatie van dit richtsnoer dient rekening te worden gehouden met het hiertoe verrichte voorbereidende werk, de door de Gemeenschapswetgeving geharmoniseerde principes inzake waardering en resultaatbepaling en de desbetreffende internationaal aanvaarde standaarden.

Artikel 29

Overgangsregels

1. Alle activa en passiva per 31 december 1998, einde werkdag, worden op 1 janauri 1999 geherwaardeerd. Ongerealiseerde winsten die optraden vóór of op 1 januari 1999 worden gescheiden van de ongerealiseerde waarderingswinsten die eventueel optreden na 1 januari 1999 en vervallen aan de NCB's. De marktprijzen en -koersen die de ECB en de NCB's op 1 januari 1999 in de openingsbalansen hanteren, zijn de nieuwe gemiddelde kostprijs bij de start van de overgangsperiode.

2. Het verdient aanbeveling dat ongerealiseerde winsten die optraden vóór of op 1 januar 1999 niet worden beschouwd als uitkeerbaar op het ogenblik van de overgang en dat ze uitsluitend worden behandeld als reasliseerbaar/uitkeerbaar in het kader van transacties die na de start van de overgangsperioden plaatsvinden.

3. Koerswinsten en -verliezen als gevolg van de overdracht van activa van de NCB's aan de ECB worden beschouwd als gerealiseerd. Winsten en verliezen op deviezen en goud worden beschouwd als gerealiseerd, aangezien de daaruit voortvloeinde vorderingen op de ECB in euro zullen luiden.

4. Dit artikel doet geen afbreuk aan besluiten die op grond van artikel 30 van de statuten worden genomen.

Artikel 30

Slotbepalingen

1. Dit richtsnoer wordt in deze gewijzigde versie op 1 januari 2001 van kracht. De bepalingen van dit richtsnoer zijn desalniettemin eveneens van toepassing op de indeling van de laatste geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem voor het jaar 2000 die verwijst naar de verslagleggingsdatum van 29 december 2000, voor de indeling van de geconsolideerde jaarbalans, van het Eurosysteem per 31 december 2000, voor de aanbevolen indeling van de geconsolideerde jaarbalans van de NCB's per 31 december 2000 en voor de aanbevolen indeling van de winst-en-verliesrekening van de NCB's voor het op 31 december 2000 eindigende jaar.

2. Dit richtsnoer is gericht tot de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten.

Dit richtsnoer wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 14 december 2000.

Voor de Raad van Bestuur van de ECB

De president

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.

BIJLAGE I

FINANCIËLE OVERZICHTEN VOOR HET EUROSYSTEEM

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

GLOSSARIUM

Aangehouden deviezen: de nettopositie in de desbetreffende valuta. In het kader van deze definitie worden ook bijzondere trekkingsrechten (SDR's) als een separate valuta gezien.

Activa: middelen die als gevolg van gebeurtenissen in het verleden door de onderneming worden gecontroleerd en waarvan voor de toekomst economisch nut voor de onderneming wordt verwacht.

Afschrijving: de in de financiële administratie vastgelegde systematische verlaging van een agio/disagio of van de waarde van activa gedurende een periode.

Afwikkeling: handeling waarmee verplichtingen worden afgedaan met betrekking tot financiële middelen of activa die tussen twee of meer partijen zijn overgedragen. In het kader van transacties binnen het Eurosysteem heeft afwikkeling betrekking op de eliminatie van de nettosaldi die door transacties binnen het Eurosysteem ontstaan en vereist de overdracht van activa.

Afwikkelingsdatum: de datum waarop de laatste en onherroepelijke overdracht van waarde in de boeken van de verevenende instelling wordt vastgelegd. Het tijdstip van verevening kan onmiddellijk zijn (real-time), dezelfde dag (eind van de dag) of op een overeengekomen datum na de dag waarop de verbintenis is aangegaan.

Agio: het verschil tussen de nominale waarde van een waardepapier en de koers ervan wanneer deze boven pari is.

Deviezenswap: de gelijktijdige contante aan-/verkoop van een valuta tegen een andere ("short leg") en de termijnverkoop/-aankoop van dezelfde hoeveelheid van deze valuta tegen de andere valuta ("long leg").

Deviezentermijnaffaire: een contract waarin is overeengekomen dat een bepaald in vreemde valuta luidend bedrag tegen een andere valuta, gewoonlijk de nationale, rechtstreeks zal worden ge- of verkocht en dat het desbetreffende bedrag op een vastgestelde datum in de toekomst, maar meer dan twee werkdagen na de contractdatum, tegen een gegeven prijs zal worden geleverd. De termijnvalutakoers bestaat uit de actuele contante koers plus/minus een overeengekomen agio/disagio.

Disagio: het verschil tussen de nominale waarde van een waardepapier en de koers ervan wanneer deze beneden pari is.

Economische benadering: methode van financiële administratie waarbij transacties op de transactiedatum worden vastgelegd.

Financiële actiefpost: elk middel dat i) contant geld is of ii) een contractueel recht op contant geld of een ander financieel instrument van een andere onderneming of iii) een contractueel recht tot het uitwisselen van financiële instrumenten met een andere onderneming onder potentieel gunstige voorwaarden of iv) een aandeelbewijs van een andere onderneming.

Financiële passiefpost: elke passiefpost die een wettelijke verplichting inhoudt tot de levering van contant geld of een ander financieel instrument aan een andere onderneming, of tot het uitwisselen van financiële instrumenten met een andere onderneming onder voorwaarden die potentieel ongunstig zijn.

Gemiddelde kostprijs: methode van voortschrijdend (of gewogen) gemiddelde, waarbij de kostprijs van elke aankoop bij de boekwaarde wordt opgeteld, teneinde een nieuw gewogen gemiddelde vast te stellen.

Gerealiseerde winsten/verliezen: winsten/verliezen die voortkomen uit het verschil tussen de verkoopprijs van een balanspost en de (aangepaste) kosten ervan.

Herwaarderingsrekeningen: balansrekeningen voor de registratie van het verschil tussen enerzijds de (aangepaste) kosten die aan de aanschaf van een actief- of passiefpost zijn verbonden en anderzijds de waardering van die actief- of passiefpost tegen de marktkoers aan het einde van een gegeven periode, in het geval van activa wanneer laatstgenoemde hoger is dan eerstgenoemde, en bij passiva wanneer laatstgenoemde lager is dan eerstgenoemde. Een herwaarderingsrekening omvat zowel verschillen in prijsnoteringen als in wisselkoersen.

Internal rate of return: de discontovoet waarbij de boekwaarde van een waardepapier gelijk is aan de contante waarde van de toekomstige cashflow.

ISIN (International Securities Identification Number): het internationale identificatienummer voor waardepapieren dat door de bevoegde instantie van afgifte wordt afgegeven.

Kasbasisbenadering: methode van financiële administratie waarbij administratieve gebeurtenissen op de afwikkelingsdatum worden vastgelegd.

Koppelingssysteem ("interlinking"): de technische infrastructuren, ontwerpkarakteristieken en procedures die worden geïntroduceerd in, of aanpassingen vormen van, elk nationaal RTGS-systeem en het betalingsmechanisme van de ECB (EPM), voor de verwerking van grensoverschrijdende betalingen in het Target-systeem.

Lineaire afschrijving: afschrijvingsmethode waarbij de hoogte van de afschrijving over een bepaalde periode wordt vastgesteld door de aanschaffingsprijs van het activum, minus de geschatte restwaarde, pro rata temporis door de geschatte levensduur van het actief te delen.

Marktprijs: de prijs waartegen een goud- of deviezeninstrument of een waardepapier (gewoonlijk) genoteerd staat, exclusief lopende interest of rentevermindering, hetzij op een gereguleerde markt (bijv. effectenbeurs) of een niet-gereguleerde markt (bijv. OTC-markt).

Middenkoers: gemiddelde van de bied- en laatkoers van een bepaald waardepapier, gebaseerd op noteringen voor transactie van normale marktomvang, door erkende marketmakers of erkende handelsbeurzen.

Omgekeerde repo-overeenkomst: contract krachtens welke een houder van contant geld akkoord gaat met de aankoop van een actief en tegelijkertijd de verplichting op zich neemt het actief tegen een overeengekomen prijs weer te verkopen, hetzij op verzoek of op een vastgesteld tijdstip, of in het geval zich een onvoorziene omstandigheid van bijzondere aard voordoet. In sommige gevallen wordt een op een repo-overeenkomst gebaseerde transactie via een derde partij overeengekomen ("tripartiete repo").

Ongerealiseerde winsten/verliezen: winsten/verliezen uit hoofde van de herwaardering van activa ten opzichte van de (aangepaste) aanschafkosten van deze activa.

Passiva: huidige verplichting van de onderneming die is ontstaan uit gebeurtenissen in het verleden, waarvan de verevening naar verwachting zal leiden tot, een uitstroom van middelen die economische baten vertegenwoordigen.

("Cross-currency")renteswap: een contractuele overeenkomst met een tegenpartij voor de uitwisseling van cashflows, zijnde stromen van periodieke rentebetalingen, hetzij in één valuta of in twee verschillende valuta's.

Rentetermijnaffaire: een contract waarin twee partijen de rentevoet overeenkomen die op een vastgestelde dag in de toekomst over een nominaal deposito met vastgestelde looptijd moet worden betaald. Op de afwikkelingsdatum moet de ene partij aan de andere een vergoeding betalen ter hoogte van het verschil tussen de in het contract vastgelegde rentevoet en de marktrente.

Rentetermijncontract: een ter beurze verhandeld termijncontract. Bij een dergelijk contract wordt op de contractdatum de aan- of verkoop van een rente-instrument, bijvoorbeeld een obligatie, overeengekomen, dat op een tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs zal worden geleverd. Gewoonlijk vindt geen feitelijke levering plaats. In de regel wordt het contract vóór het verstrijken van de overeengekomen looptijd beëindigd.

Reserves: een bedrag dat op de uitkeerbare winst wordt ingehouden, dat niet bestemd is ter dekking van enigerlei specifieke verplichting, onvoorziene uitgaven of een verwachte vermindering van de waarde van activa die op de balansdatum bekend zijn.

Target (Trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer): een betalingssysteem dat bestaat uit één real-time gross settlementsysteem (RTGS-systeem) in elk van de NCB's, het EPM en het koppelingssysteem ("interlinking").

Termijntransacties in effecten: OTC-contracten waarin op de contractdatum de aan- of verkoop van een rente-instrument (gewoonlijk een obligatie of promesse) is overeengekomen, dat op een tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs zal worden geleverd.

Transactiekosten: kosten die verband houden met een specifieke transactie.

Transactieprijs: de prijs die de partijen bij het afsluiten van een contract zijn overeengekomen.

Transactie met wederinkoop: een transactie waarbij de centrale bank activa koopt ("omgekeerde repo") of verkoopt ("repo") krachtens een repo-overeenkomst, dan wel tegen onderpand krediet verstrekt.

Vervaldatum: de dag waarop de nominale waarde/hoofdsom opeisbaar wordt en volledig aan de houder voldaan moet worden.

Voorzieningen: bedragen die worden gepassiveerd voordat het winst- of verliescijfer wordt bepaald, ter dekking van een bekende of verwachte verplichting of een bekend of verwacht risico waarvan de kosten niet nauwkeurig kunnen worden vastgesteld (vgl. "Reserves"). Voorzieningen voor verplichtingen en lasten mogen niet worden aangewend voor het aanpassen van de waarde van activa.

Waardepapier op discontobasis: waardepapier waarop geen couponrente wordt ontvangen en waarvan het rendement ontstaat door vermogenstoename, omdat dit waardepapier met disagio is uitgegeven of gekocht.

Zuivere prijs: transactieprijs exclusief rentevermindering en lopende interest, maar inclusief transactiekosten die in de prijs zijn opgenomen.

BIJLAGE III

ECONOMISCHE BENADERING: GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De economische benadering verschilt in die zin van de kasbasisbenadering dat zij beoogt gebeurtenissen die gevolgen hebben voor de financiële positie en de daarmee verband houdende risico's zo tijdig mogelijk vast te leggen, teneinde een zo accuraat mogelijk beeld van de financiële positie te geven.

De hoofdkenmerken van deze benadering zijn:

1. het op hun transactiedatum vastleggen van de transactie, die een levering op een later tijdstip inhouden;

2. het met betrekking tot deviezenposities onmiddellijk verwerken van:

- het bedrag dat voor nog niet ontvangen deviezen is betaald (of het bedrag dat voor nog niet geleverde deviezen is ontvangen);

- de lopende interest met betrekking tot deviezen;

3. het zowel dagelijks als bij afwikkeling in aanmerking nemen van de inkomsten die worden gegenereerd.

1. Vastleggen op de transactiedatum

De transacties waarbij de levering is uitgesteld, moeten op de transactiedatum op extracomptabele rekeningen buiten de balans worden vastgelegd, teneinde de daarmee verband houdende rechten en verplichtingen, alsook de risico's correct weer te geven.

Dit beginsel zou bijvoorbeeld als volgt kunnen worden toegepast:

- gekochte maar nog niet ontvangen bedragen, of verkochte maar nog niet geleverde bedragen, in het kader van contante deviezentransacties (de gebruikelijke levertermijn is twee dagen);

- bedragen die moeten worden ontvangen of geleverd in het kader van termijntransacties in deviezen;

- bedragen die zijn uitgeleend maar nog niet verstrekt of opgenomen, dan wel overgeboekt maar nog niet ontvangen, in het kader van leningen in buitenlandse valuta's;

- waardepapieren die zijn gekocht maar nog niet ontvangen, of verkocht maar nog niet geleverd.

De bedragen in vreemde valuta die in het kader van contante of termijntransacties in vreemde valuta moeten worden ontvangen of geleverd, dienen vanaf het moment van vastlegging van de desbetreffende transactie in de deviezenpositie tot uitdrukking te komen.

2. Verwerken lopende interest in deviezenposities

In juridische termen ontstaat lopende interest op activa of passiva die verkregen c.q. verschuldigd zijn, of in eigendom, op dagbasis. Dientengevolge heeft de rente vanaf de dag dat zij begint op te lopen gevolgen voor de financiële positie.

In het bijzondere geval van lopende interest met betrekking tot deviezen, ontstaat een wisselkoersrisico vanaf de dag dat de interest begint op te lopen. De wisselkoers waartegen deze rentebaten of -lasten bij de vastlegging in de winst-en-verliesrekening word gewaardeerd, is de koers op de dag van vastlegging. Het is deze koers die bij het vaststellen van het deviezenresultaat met betrekking tot de in vreemde valuta luidende activa en passiva als referentie wordt gebruikt. Derhalve dient de lopende interest in vreemde valuta (inclusief agio's en disagio's bij termijntransacties) dagelijks in de deviezenpositie te worden verwerkt.

3. Het zowel dagelijks als bij afwikkeling in aanmerking nemen van inkomsten die worden gegenereerd

Elke dag die verstrijkt tussen het tijdstip waarop de rente begint op te lopen en het tijdstip waarop deze in de financiële administratie wordt vastgelegd, resulteert in een verschil in:

- rentebaten en -lasten;

- ongerealiseerde winsten en verliezen.

Terwijl het totaal van deze twee bedragen gelijk blijft, is het resultaat van de splitsing ervan afhankelijk van de vraag of bij de financiële administratie een kasbasis- of economische benadering wordt gebruikt.

Aangezien de geharmoniseerde regels van waardering en resultaatbepaling bepalen dat gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten verschillend moeten worden behandeld, is het bovendien van essentieel belang dat de indeling van deze twee categorieën juist is bepaald. Derhalve vereist de economische benadering dat de lopende interest (inclusief agio's en disagio's bij termijntransacties) dagelijks:

- in de desbetreffende tussenrekeningen op de balans worden opgenomen;

- tegen de koers van de dag van vastlegging worden gewaardeerd, ten behoeve van opname in de winst-en-verliesrekening.

Deze posten worden niet tegengeboekt en de lopende interest wordt op het tijdstip van betaling ten laste van de desbetreffende tussenrekeningen gebracht.

BIJLAGE IV

SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS

ACTIVA

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PASSIVA

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE V

TIJDSCHEMA'S VOOR FINANCIËLE VERSLAGLEGGING DOOR HET EUROSYSTEEM EN HET ESCB

1. Dagstaat

De dagelijkse liquiditeitenanalyse van de ECB is onder meer gebaseerd op de balansgegevens van de NCB's van de voorafgaande werkdag. De NCB's zijn ervoor verantwoordelijk dat de ECB deze gegevens iedere dag waarop enigerlei zaken werden gedaan, ontvangt. Daarnaast wordt een deel van de saldi binnen het Eurosysteem gebruikt voor afstemmingsdoeleinden in verband met het verslag omtrent de dagomzet en het dagsaldo.

Kader 1: Procedures met betrekking tot de dagstaat

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Dagstaat na afloop van kwartaal

Ingevolge artikel 7 geschiedt de herwaardering van goud, deviezeninstrumenten, waardepapieren en financiële instrumenten op het kwartaalultimo. De NCB's zijn verantwoordelijk voor het verzenden van financiële overzichten naar de ECB overeenkomstig de uitgangspunten zoals die in het volgende kader staan beschreven.

Kader 2: Procedures voor de financiële overzichten na afloop van een kwartaal

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem

De rapportagedag voor de geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem is vrijdag en de publicatie ervan gebeurt op de daaropvolgende dinsdagmiddag(1). De eerste geconsolideerde weekstaat na afloop van het kwartaal wordt de daaropvolgende woensdag gepubliceerd(2).

Kader 3: Procedures voor de geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. Jaarbalans

De NCB's verzenden hun jaarbalansen vóór eind februari naar de ECB.

5. Verslag omtrent de dagomzet en het dagsaldo

Voor elke werkdag van het Eurosysteem zal volgens het hiernavolgende schema een geconsolideerd omzet- en saldoverslag worden verstrekt.

Kader 4: Procedures voor het verslag omtrent de dagomzet en het dagsaldo

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Indien een dag, die valt in de periode voor het opstellen van de weekstaat van het Eurosysteem, geen werkdag van het Eurosysteem is (zie artikel 1), dan wordt zo'n dag niet opgenomen in het tijdschema voor het opstellen en publiceren van de geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem en wordt de publicatie derhalve dienovereenkomstig vervroegd.

(2) Dit betekent dat het tijdschema voor het opstellen van de eerste weekstaat die na afloop van een kwartaal verschijnt, verschilt van het in kader 3 gegeven tijdschema.

BIJLAGE VI

GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM: DE OPSTELLING EN INDELING DIE VOOR PUBLICATIE NA AFLOOP VAN HET KWARTAAL MOET WORDEN GEBRUIKT

Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE VII

GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM: DE OPSTELLING EN INDELING DIE VOOR PUBLICATIE GEDURENDE HET KWARTAAL MOET WORDEN GEBRUIKT

Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE VIII

GECONSOLIDEERDE JAARBALANS VAN HET EUROSYSTEEM

Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IX

JAARBALANS VAN EEN CENTRALE BANK

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE X

GEPUBLICEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING VAN EEN CENTRALE BANK((De winst-en-verliesrekening heeft een enigszins afwijkende indeling, zie bijlage IV van Besluit ECB/2000/16 van 12 december 2000 (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).))

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top