EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0027(01)

Besluit van de Europese Centrale Bank van 14 december 2009 tot wijziging van Besluit ECB/2001/16 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten met ingang van het boekjaar 2002 (ECB/2009/27)

OJ L 339, 22.12.2009, p. 55–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/12/2010; stilzwijgende opheffing door 32010D0023

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/998/oj

22.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 339/55


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 14 december 2009

tot wijziging van Besluit ECB/2001/16 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten met ingang van het boekjaar 2002

(ECB/2009/27)

(2009/998/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 32,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2009/16 van 2 juli 2009 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van gedekte obligaties (1) voorziet in een programma voor de aankoop van gedekte obligaties voor monetaire beleidsdoeleinden.

(2)

Richtsnoer ECB/2009/10 van 7 mei 2009 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (2) verleent toegang tot openmarkttransacties en permanente faciliteiten van het Eurosysteem aan kredietinstellingen die gezien hun specifieke institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de toezichtstandaarden door bevoegde nationale autoriteiten.

(3)

De ervaring heeft geleerd dat het noodzakelijk is de behandeling te specificeren van openstaande aanspraken die voortvloeien uit het in gebreke blijven van tegenpartijen van het Eurosysteem in het kader van krediettransacties van het Eurosysteem, en van aanverwante financiële activa.

(4)

Besluit ECB/2001/16 van 6 december 2001 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten met ingang van het boekjaar 2002 (3) dient te worden gewijzigd om deze ontwikkelingen te weerspiegelen in de berekening en toedeling van monetaire inkomsten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit ECB/2001/16 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, onder g) wordt als volgt vervangen:

„g)   „kredietinstelling”: hetzij a) een kredietinstelling in de zin van artikel 2 en artikel 4, lid 1, onder a) van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (4), zoals uitgevoerd in nationale wetgeving, die onderworpen is aan toezicht door een bevoegde autoriteit, of b) een andere kredietinstelling in de zin van artikel 123, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die onderworpen is aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door een bevoegde autoriteit.

2)

Artikel 3, lid 2, wordt als volgt vervangen:

„2.   Vanaf 2003 wordt het bedrag van de monetaire inkomsten van elke NCB bepaald door de feitelijke inkomsten vast te stellen die verkregen worden uit de in de boeken van de betreffende NCB opgenomen te oormerken activa. Als uitzondering hierop wordt goud geacht geen inkomsten te genereren, en worden voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren geacht inkomsten te genereren tegen de referentierente.”.

3)

Bijlagen I en II bij Besluit ECB/2001/16 worden overeenkomstig de bijlage bij dit besluit gewijzigd.

Artikel 2

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op 31 december 2009.

Gedaan te Frankfurt am Main, 14 december 2009.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 175 van 4.7.2009, blz. 18.

(2)  PB L 123 van 19.5.2009, blz. 99.

(3)  PB L 337 van 20.12.2001, blz. 55.

(4)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.”.


BIJLAGE

1.

Bijlage I bij Verordening ECB/2001/16 wordt als volgt vervangen:

„BIJLAGE I

SAMENSTELLING VAN DE REFERENTIEPASSIVA

A.

De referentiepassiva omvatten uitsluitend:

1.

Bankbiljetten in omloop

In het kader van deze bijlage, worden in het jaar waarin elke nieuwe Eurosysteem-NCB omschakelt naar de chartale euro:

a)

door de NCB uitgegeven in de nationale munteenheid luidende bankbiljetten tot „bankbiljetten in omloop” gerekend, en

b)

verminderd met de waarde van de renteloze leningen in verband met vooraf verstrekte eurobankbiljetten die nog niet zijn gedebiteerd (deel van actiefpost 6 van de geharmoniseerde balans (GB)).

Na het betreffende jaar van omschakeling naar de chartale euro, betekent „bankbiljetten in omloop” voor elke NCB uitsluitend in euro luidende bankbiljetten.

Indien de datum van de omschakeling naar de chartale euro een dag is waarop TARGET2 is gesloten, maakt de aansprakelijkheid van een nieuwe Eurosysteem-NCB die voortvloeit uit krachtens Richtsnoer ECB/2006/9 van 14 juli 2006 inzake bepaalde voorbereidingen voor de omschakeling naar de chartale euro en inzake bevoorrading vooraf en verdere bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten en muntstukken buiten het eurogebied (1) verstrekte en voor de datum van de chartale omschakeling in circulatie gebrachte eurobankbiljetten, deel uit van de referentiepassiva (als deel van de correspondentrekeningen onder passiefpost 10.4 van de geharmoniseerde balans) totdat de aansprakelijkheid deel wordt van de uit TARGET2-transacties voorvloeiende verplichtingen binnen het Eurosysteem.

2.

Verplichtingen jegens kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetaire beleidstransacties, met inbegrip van:

a)

rekeningen-courant, waarbij mede inbegrepen reserveverplichtingen uit hoofde van artikel 19.1 van de statuten (passiefpost 2.1 van de GB);

b)

deposito’s uit hoofde van de Eurosysteem-depositofaciliteit (passiefpost 2.2 van de GB);

c)

termijndeposito’s (passiefpost 2.3 van de GB);

d)

verplichtingen afkomstig van „fine-tuning”-transacties met wederinkoop (passiefpost 2.4 van de GB);

e)

deposito’s uit hoofde van margestortingen (passiefpost 2.5 van de GB).

3.

Depositoverplichtingen aan in gebreke gebleven tegenpartijen van het Eurosysteem die niet langer worden ingedeeld onder passiefpost 2.1 van de GB.

4.

Verplichtingen van NCB’s binnen het Eurosysteem afkomstig van de uitgifte aan de ECB van promessen tegenover de uitgifte van ECB-schuldbewijzen uit hoofde van hoofdstuk 3.3 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 (passiefpost 10.2 van de GB).

5.

Nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de verplichtingen die het gevolg zijn van de toepassing van artikel 4 van dit besluit (deel van passiefpost 10.3 van de GB).

6.

Nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem afkomstig van TARGET2-transacties tegen de referentierente (deel van passiefpost 10.4 van de GB).

B.

Het bedrag van de referentiepassiva van elke NCB wordt berekend in overeenstemming met de geharmoniseerde grondslagen en regels inzake administratieve verantwoording en verslaglegging zoals vastgelegd in Richtsnoer ECB/2006/16 van 10 november 2006 betreffende het juridische kader voor de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (2).

2.

Bijlage II bij Verordening ECB/2001/16 wordt als volgt vervangen:

„BIJLAGE II

TE OORMERKEN ACTIVA

A.

Te oormerken activa omvatten uitsluitend:

1.

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied, inzake in euro luidende monetaire beleidstransacties (actiefpost 5 van de GB).

2.

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren (actiefpost 7.1 van de GB).

3.

Vorderingen binnen het Eurosysteem ter grootte van de overdracht van externe reserves aan de ECB met uitzondering van goud op grond van artikel 30 van de statuten (deel van actiefpost 9.2 van de GB).

4.

Nettovorderingen binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de vorderingen die het gevolg zijn van de toepassing van artikel 4 van dit besluit (deel van passiefpost 9.4 van de GB).

5.

Nettovorderingen binnen het Eurosysteem afkomstig van TARGET2-transacties tegen de referentierente (deel van passiefpost 9.5 van de GB).

6.

Goud, waarbij mede inbegrepen vorderingen uit hoofde van aan de ECB overgedragen goud, voor een bedrag dat iedere NCB toestaat een gedeelte van haar goud te oormerken naar rato van haar aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal toegepast op het totale bedrag van het door alle NCB’s geoormerkte goud. (actiefpost 1 en deel van actiefpost 9.2 van de GB).

In het kader van dit besluit en tenminste tot de berekening van de monetaire inkomsten voor het boekjaar 2007, wordt goud gewaardeerd op basis van de goudprijs in euro per fine ounce op 31 december 2002.

7.

Vorderingen die voortvloeien uit bij de bevoorrading vooraf krachtens Richtsnoer ECB/2006/9 verstrekte eurobankbiljetten, welke eurobankbiljetten voor de datum waarop naar de chartale euro werd omgeschakeld in omloop zijn gekomen (deel van actiefpost 4.1 van de GB tot de datum waarop naar de chartale euro werd omgeschakeld en vervolgens deel van de correspondentrekeningen onder actiefpost 9.5 van de GB), evenwel uitsluitend tot een dergelijke vordering deel wordt van de vorderingen binnen het Eurosysteem uit TARGET2 transacties.

8.

Openstaande aanspraken die voortvloeien uit het in gebreke blijven van tegenpartijen van het Eurosysteem in het kader van krediettransacties van het Eurosysteem, en/of financiële activa of vorderingen (jegens derden) die toegeëigend en/of verkregen zijn in het kader van de uitwinning van door in gebreke gebleven tegenpartijen van het Eurosysteem in het kader van krediettransacties van het Eurosysteem geleverd onderpand dat niet langer wordt ingedeeld onder actiefpost 5 van de GB (deel van actiefpost 11.6 van de GB).

B.

De waarde van de te oormerken activa van elke NCB wordt berekend in overeenstemming met de geharmoniseerde grondslagen en regels inzake administratieve verantwoording en verslaglegging zoals vastgelegd in Richtsnoer ECB/2006/16.”.


(1)  PB L 207 van 28.7.2006, blz. 39.

(2)  PB L 348 van 11.12.2006, blz. 1.”


Top