EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R1489

Verordening (EG) nr. 1489/2007 van de Europese Centrale Bank van 29 november 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2007/18)

OJ L 330, 15.12.2007, p. 20–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2010; stilzwijgende opheffing door 32009R0025

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/1489/oj

15.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/20


VERORDENING (EG) Nr. 1489/2007 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 29 november 2007

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen

(ECB/2007/18)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), inzonderheid op artikel 5, lid 1 en artikel 6, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ingevolge Verordening (EG) nr. 2423/2001 van de Europese Centrale Bank van 22 november 2001 met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2001/13) (2) dienen monetaire financiële instellingen (MFI's) op kwartaalbasis statistische gegevens te rapporteren uitgesplitst naar land en valuta. De verordening dient te worden gewijzigd vanwege de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie.

(2)

Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) verplicht tevens tot het rapporteren van kwartaalgegevens over posities vis-à-vis tegenpartijen die ingezetenen zijn in het grondgebied van de lidstaten die de euro hebben aangenomen. De verordening dient te worden gewijzigd vanwege het aannemen van de euro door lidstaten.

(3)

Nationale centrale banken (NCB’s) zouden op niet-discriminatoire basis onder bepaalde omstandigheden aan individuele instellingen voor elektronisch geld vrijstellingen moeten kunnen verlenen van de rapportageverplichtingen. Indien instellingen voor elektronisch geld aan bepaalde voorwaarden voldoen, kan aan het onderliggende doel voor het verzamelen van statistische gegevens uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) worden voldaan zonder aan die instellingen statistische verplichtingen op te leggen. De Europese Centrale Bank (ECB) beoogt gelijke voorwaarden te verzekeren door toezicht te houden op het verlenen van dergelijke vrijstellingen.

(4)

De voorwaarden waaronder door MFI’s uitgegeven aandelen dienen te worden ingedeeld als deposito’s en niet als kapitaal en reserves, dienen te worden verduidelijkt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 1 wordt aan het einde de volgende alinea toegevoegd:

„Binnen het kader van deze verordening hebben de termen „instelling voor elektronisch geld” en „elektronisch geld” dezelfde betekenis als in artikel 1, lid 3 van Richtlijn 2000/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het bedrijfseconomisch toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld (3).

2.

In artikel 2 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   Zonder afbreuk te doen aan Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (4) en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1745/2003 van de Europese Centrale Bank van 12 september 2003 inzake de toepassing van reserveverplichtingen (ECB/2003/9) (5), kunnen NCB’s onder de in de paragrafen 2 tot en met 4 van bijlage III vastgelegde voorwaarden aan individuele instellingen voor elektronisch geld vrijstellingen verlenen. De NCB’s controleren of tijdig is voldaan aan de in paragraaf 2 van bijlage III vastgelegde voorwaarden teneinde een vrijstelling te verlenen of in te trekken, indien vereist. NCB’s stellen de ECB in kennis van een verleende vrijstelling.

3.

Bijlage I wordt overeenkomstig de bijlagen I en II bij deze verordening gewijzigd.

4.

Bijlage III wordt vervangen door de tekst in bijlage III bij deze verordening.

5.

Bijlage V wordt overeenkomstig bijlage IV bij deze verordening gewijzigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 29 november 2007.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De President

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2)  PB L 333 van 17.12.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 4/2007 (ECB/2006/20) (PB L 2 van 5.1.2007, blz. 3).

(3)  PB L 275 van 27.10.2000, blz. 39.”.

(4)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

(5)  PB L 250 van 2.10.2003, blz. 10.”.


BIJLAGE I

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) wordt als volgt gewijzigd:

1.

Deel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

sectie I wordt als volgt gewijzigd:

i)

de volgende zin wordt aan het einde van paragraaf 4 toegevoegd:

„Deze criteria voor de vervangbaarheid van deposito’s worden ook toegepast om te bepalen of passiva dienen te worden ingedeeld als deposito’s, tenzij er een aparte categorie voor dergelijke verplichtingen bestaat.”;

ii)

de eerste zin van paragraaf 5 wordt als volgt vervangen:

„Ten aanzien van zowel de bepaling overeenkomstig de vorige paragraaf van de mate waarin financiële instrumenten substituten kunnen vormen voor deposito's en het indelen van passiva als deposito’s:”;

b)

sectie IV wordt als volgt gewijzigd:

i)

paragraaf 6a wordt als volgt gelezen:

„6a.

Indien een land na 31 december 2007 tot de EU toetreedt, dienen informatieplichtigen daarna posities ten opzichte van in die nieuwe lidstaat ingezeten tegenpartijen overeenkomstig tabel 3 van deel 2 te rapporteren.

Indien op een hoger aggregatieniveau verzamelde cijfers insignificante posities ten aanzien van in een lidstaat ingezeten tegenpartijen tonen die de euro niet heeft aangenomen, kan een NCB besluiten geen rapportage met betrekking tot die lidstaat te verlangen. De NCB stelt haar informatieplichtigen van een dergelijk besluit in kennis.”;

ii)

paragraaf 7a wordt als volgt gelezen:

„7a.

Indien een lidstaat na 31 december 2007 de euro aanneemt, dienen informatieplichtigen daarna posities ten opzichte van de munteenheid van die nieuwe deelnemende lidstaat overeenkomstig tabel 4 van deel 2 te rapporteren.

In dergelijke gevallen is de kolom in tabel 4 van deel 2 met betrekking tot de vroegere munteenheid van de nieuwe deelnemende lidstaat niet langer van toepassing.

Indien een land na 31 december 2007 tot de EU toetreedt, dienen informatieplichtigen daarna posities ten opzichte van de munteenheid van die nieuwe lidstaat overeenkomstig tabel 4 van deel 2 te rapporteren.

Indien op een hoger aggregatieniveau verzamelde cijfers insignificante posities ten aanzien van de munteenheid van een lidstaat tonen die de euro niet heeft aangenomen, kan een NCB besluiten geen rapportage met betrekking tot die lidstaat te verlangen. De NCB stelt haar informatieplichtigen van een dergelijk besluit in kennis.”;

iii)

paragraaf 9a wordt als volgt vervangen:

„9a.

Indien posities betreffende cellen die betrekking hebben op lidstaten die de euro niet hebben aangenomen niet-significant zijn, maar NCB’s deze desalniettemin verzamelen, mogen de NCB’s de indiening van deze gegevens bij de ECB met één extra maand uitstellen vanaf het einde van de 28e werkdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de posities betrekking hebben. De NCB’s bepalen wanneer zij deze gegevens van de informatieplichtigen moeten ontvangen om aan deze termijn te kunnen voldoen.”.

2.

In deel 2 worden de tabellen 3 en 4 vervangen door de tabellen in bijlage II bij deze verordening.

3.

In deel 3 wordt de tabel als volgt gewijzigd:

a)

in de activacategorie 2 (leningen), wordt het tweede streepje na de eerste paragraaf als volgt gelezen:

„—

deposito’s zoals vastgelegd onder passiva categorie 9 (deposito’s).”;

b)

onder passiva categorie 9 (deposito’s):

i)

de eerste zin wordt als volgt gelezen:

„Door de informatieplichtigen aan crediteuren verschuldigde bedragen (aandelen, deposito’s of overige) en die voldoen aan de in paragraaf 5 van sectie 1 van deel 1 beschreven kenmerken, behalve de gelden verkregen door de uitgifte van verhandelbare effecten of aandelen/participaties in geldmarktfondsen.”;

ii)

de volgende paragrafen worden na de laatste paragraaf toegevoegd:

„Door MFI’s uitgegeven aandelen worden als deposito’s ingedeeld en niet als kapitaal en reserves, indien: a) er sprake is van een debiteur-crediteur economische relatie tussen de uitgevende MFI en de houder (ongeacht de eigendomsrechten van deze aandelen); en b) de aandelen kunnen worden omgezet in valuta of worden teruggekocht zonder significante beperkingen of straffen. Een opzegtermijn wordt niet als een significante beperking beschouwd.

Bovendien dienen dergelijke aandelen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

de betrokken nationale bestuursrechtelijke bepalingen stipuleren geen onvoorwaardelijk recht voor de uitgevende MFI om terugkoop van haar aandelen af te wijzen;

de aandelen zijn „waardevast”, d.w.z. onder normale omstandigheden vindt uitbetaling plaats tegen hun nominale waarde in geval van terugkoop; en

indien de MFI insolvent wordt, zijn de houders van haar aandelen juridisch niet verplicht in te staan voor de nominale waarde van de aandelen te boven gaande uitstaande verplichtingen (d.w.z. de deelname van aandeelhouders in het geplaatste kapitaal), noch tot enige aanvullende lasten. De achterstelling van aandelen ten opzichte van enig ander door de MFI uitgegeven instrument geldt niet als een aanvullende last.

De opzegtermijnen voor de conversie van dergelijke aandelen in valuta worden aangewend voor de indeling van deze aandelen volgens de uitsplitsing naar opzegtermijn binnen de instrumentencategorie „deposito’s”. Deze opzegtermijnen zijn tevens van toepassing bij de bepaling van de reserveratio ingevolge artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1745/2003 (ECB/2003/9). Geoormerkte aandelen die verband houden met door de MFI verstrekte leningen (i.e. verbonden aandelen), dienen te worden ingedeeld als depositoverplichtingen, met dezelfde oorspronkelijke looptijduitsplitsing als de onderliggende lening, dat wil zeggen, als „deposito’s met vaste looptijd” of „deposito’s met een opzegtermijn”, afhankelijk van de looptijdvoorwaarden van het onderliggende leencontract.

Indien MFI’s dergelijke door MFI’s uitgegeven en als deposito’s, en niet als kapitaal en reserves ingedeelde aandelen, aanhouden, dienen deze aandelen door de aanhoudende MFI aan de activazijde van haar balans als leningen te worden ingedeeld.”.


BIJLAGE II

De tabellen 3 en 4 van deel 2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) worden als volgt vervangen:

„Tabel 3

Uitsplitsing naar land

Op kwartaalbasis te verschaffen gegevens

Balansposten

Overige deelnemende lidstaten (d.w.z. met uitzondering van de nationale sector) en overige EU-lidstaten

Rest van de wereld (met uizondering van de EU)

Lidstaat

Lidstaat

Lidstaat

Lidstaat

PASSIVA

8.

Geld in omloop

 

9.   

Deposito's

a)

van MFI's

 

 

 

 

 

b)

van niet-MFI's

 

 

 

 

 

10.

Aandelen/participaties in geldmarktfondsen

 

11.

Uitgegeven schuldbewijzen

 

12.

Kapitaal en reserves

 

13.

Overige passiva

 

ACTIVA

1.

Kasmiddelen

 

2.   

Leningen

a)

aan MFI's

 

 

 

 

 

b)

aan niet-MFIs

 

 

 

 

 

3.   

Effecten met uizondering van aandelen

a)

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

tot één jaar

 

 

 

 

 

langer dan één jaar en tot twee jaar

 

 

 

 

langer dan twee jaar

 

 

 

 

b)

uitgegeven door niet-MFI's

 

 

 

 

 

4.

Aandelen/participaties in geldmarktfondsen

 

 

 

 

 

5.

Aandelen en overige deelnemingen

 

 

 

 

 

6.

Vaste activa

 

7.

Overige activa

 


Tabel 4 (1)

Uitsplitsing naar valuta's

Op kwartaalbasis te verschaffen gegevens

Balansposten

Alle valuta's gecombineerd

Euro

Valuta's van overige EU-lidstaten

Valuta's van niet-EU lidstaten gecombineerd

Valuta van EU-lidstaat

Valuta van EU-lidstaat

Valuta van EU-lidstaat

Valuta van EU-lidstaat

Totaal

USD

JPY

CHF

Resterende valuta's gecombineerd

PASSIVA

9.   

Deposito's

A.   

Binnenlandse ingezetenen

a)

van MFI's

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b)

van niet-MFI's

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B.   

Andere deelnemende lidstaten

a)

van MFI's

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b)

van niet-MFI's

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

C.   

Rest van de wereld

i.

tot één jaar

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ii.

langer dan één jaar

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

a)

aan banken

Kwartaalcijfers tabel 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b)

aan niet-banken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10.

Aandelen/participaties in geldmarktfondsen

 

 

11.

Uitgegeven schuldbewijzen

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12.

Kapitaal en reserves

M

 

 

13.

Overige passiva

M

 

 

ACTIVA

2.   

Leningen

A.   

Binnenlandse ingezetenen

a)

aan MFI's

M

 

 

b)

aan niet-MFIs

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B.   

Andere deelnemende lidstaten

a)

aan MFI's

M

 

 

b)

aan niet-MFIs

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

C.   

Rest van de wereld

i.

tot één jaar

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ii.

langer dan één jaar

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

a)

aan banken

Kwartaalcijfers tabel 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b)

aan niet-banken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.   

Effecten met uizondering van aandelen

A.   

Binnenlandse ingezetenen

a)

uitgegeven door MFI's

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b)

uitgegeven door niet-MFI's

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B.   

Andere deelnemende lidstaten

a)

uitgegeven door MFI's

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b)

uitgegeven door niet-MFI's

M

M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

C.   

Rest van de wereld

a)

uitgegeven door banken

Kwartaalcijfers tabel 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b)

uitgegeven door niet-banken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.   

Aandelen/participaties in geldmarktfondsen

A.

Binnenlandse ingezetenen

M

 

 

B.

Andere deelnemende lidstaten

M

 

 

C.

Rest van de wereld

M

 

 

5.

Aandelen en overige deelnemingen

M

 

 

6.

Vaste activa

M

 

 

7.

Overige activa

M

 

 


(1)  „M” betekent op maandelijkse basis te verschaffen gegevens (zie tabel 1).”.


BIJLAGE III

„BIJLAGE III

STATISCHE RAPPORTAGEVERPLICHTINGEN VOOR KLEINE MFI’S DIE GEEN KREDIETINSTELLINGEN ZIJN EN INDELINGSBEGINSELEN VOOR INDIVIDUELE INSTELLINGEN VOOR ELEKTRONISCH GELD

1.

Wat betreft kleine MFI's die geen kredietinstelling zijn, dienen NCB's die besluiten kleine MFI's van volledige rapportageverplichtingen vrij te stellen, de desbetreffende instellingen ter zake te informeren, maar dienen minimaal op jaarbasis door te gaan met het verzamelen van gegevens met betrekking tot de totale balans, opdat de omvang van de rapporterende instellingen, die bij de zogenoemde „cutting-off-the-tail”-procedure betrokken zijn, gecontroleerd kan worden.

2.

Uit hoofde van artikel 2, lid 4, kunnen NCB’s aan individuele instellingen voor elektronisch geld vrijstelling verlenen van hun statistische rapportageverplichtingen, indien op zijn minst aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het elektronische geld dat zij uitgeven wordt slechts door een beperkt aantal ondernemingen als betaling aanvaard die duidelijk te onderscheiden zijn door:

i)

hun vestiging in dezelfde gebouwen of een andere nauwkeurig omschreven plaats, en/of

ii)

hun nauwe financiële of zakelijke relatie met de uitgevende instelling, waaronder gedeelde eigendoms-, marketing- of distributiestructuren,

zelfs indien de uitgevende instelling en de accepterende onderneming zijn opgezet als aparte juridische entiteiten;

b)

meer dan driekwart van hun totale balans geen verband houdt met de uitgifte of het beheer van elektronisch geld en de verplichtingen in verband met uitstaand elektronisch geld niet meer dan 100 miljoen EUR bedragen.

3.

Indien een individuele instelling voor elektronisch geld die voldoet aan de in paragraaf 2 vastgelegde voorwaarden, niet is vrijgesteld van reserveverplichtingen, zal worden verlangd dat deze instelling minimaal gegevens op kwartaalbasis rapporteert die noodzakelijk zijn voor het berekenen van de reservebasis, zoals vastgelegd in bijlage II. De instelling kan ervoor opteren een beperkte reeks reservebasisgegevens op maandbasis te rapporteren.

4.

Indien een individuele instelling voor elektronisch geld ingevolge artikel 2, lid 4, een vrijstelling krijgt, zal de ECB voor statistische doeleinden de instelling op de lijst van MFI’s als een niet-financiële vennootschap opnemen. De instelling zal tevens worden behandeld als een niet-financiële vennootschap, indien zij de tegenpartij van een MFI is. De instelling zal behandeld blijven worden als een kredietinstelling binnen het kader van de reservevereisten van het Eurosysteem.”.


BIJLAGE IV

Bijlage V bij Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) wordt als volgt gewijzigd:

1)

Paragraaf 1a wordt als volgt vervangen:

„1a.

Niettegenstaande paragraaf 1, begint de eerste rapportage uit hoofde van deze verordening inzake de cellen in de tabellen 3 en 4 van deel 2 van bijlage I, met betrekking tot de lidstaten die de euro nog niet hebben aangenomen, met de eerste kwartaalgegevens na de datum van hun toetreding tot de EU.”.

2)

Paragraaf 1 b wordt als volgt vervangen:

„1b.

De rapportage begint twaalf maanden nadat de NCB de informatieplichtigen ervan in kennis heeft gesteld dat gegevens vereist worden, indien de betrokken NCB besluit de eerste rapportage van niet-significante gegevens niet te verlangen, te beginnen met de eerste kwartaalgegevens na de datum van toetreding tot de EU van de betrokken lidstaat of lidstaten.”.

3)

Paragraaf 1c wordt als volgt gelezen:

„1c.

Niettegenstaande paragraaf 1, begint de eerste rapportage uit hoofde van deze verordening inzake de cellen in tabel 3 van deel 2 van bijlage I, met betrekking tot de lidstaten die de euro hebben aangenomen, met de eerste kwartaalgegevens na de datum van hun aanneming van de euro.”.

4)

De paragrafen 1d en 1e worden geschrapt.

5)

Paragraaf 2a wordt als volgt gelezen:

„2a.

Voor de eerste twaalf maanden van hun rapportage, mag de indiening bij de ECB van significante gegevens met betrekking tot cellen in de tabellen 3 en 4 van deel 2 van bijlage I, betreffende de lidstaten die de euro niet hebben aangenomen, met één extra maand worden uitgesteld, vanaf het einde van de 28e werkdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben. De NCB’s bepalen wanneer zij deze gegevens van de informatieplichtigen moeten ontvangen om aan deze termijn te kunnen voldoen.”.


Top