EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002D0009(01)

2002/930/EG: Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 november 2002 inzake de verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in omloop zijnde eurobankbiljetten onder de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten (ECB/2002/9)

OJ L 323, 28.11.2002, p. 49–50 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186
Special edition in Estonian: Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186
Special edition in Latvian: Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186
Special edition in Lithuanian: Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186
Special edition in Hungarian Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186
Special edition in Maltese: Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186
Special edition in Polish: Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186
Special edition in Slovak: Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186
Special edition in Slovene: Chapter 10 Volume 003 P. 185 - 186

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 17/11/2005; opgeheven door 32005D0011

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2002/930/oj

32002D0009(01)

2002/930/EG: Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 november 2002 inzake de verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in omloop zijnde eurobankbiljetten onder de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten (ECB/2002/9)

Publicatieblad Nr. L 323 van 28/11/2002 blz. 0049 - 0050


Besluit van de Europese Centrale Bank

van 21 november 2002

inzake de verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in omloop zijnde eurobankbiljetten onder de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten

(ECB/2002/9)

(2002/930/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 33,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Besluit ECB/2001/15 van 6 december 2001 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten(1) stelt de toedeling van in omloop zijnde eurobankbiljetten aan de NCB's vast naar rato van hun gestorte aandelen in het kapitaal van de ECB. Artikel 4 en de bijlage bij dat besluit delen 8 % van de totale waarde van in omloop zijnde bankbiljetten toe aan de ECB. Binnen het Eurosysteem houdt de ECB vorderingen ter waarde van de door haar uitgegeven eurobankbiljetten op de NCB's naar rato van hun aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal.

(2) Op grond van artikel 2, lid 2, van Besluit ECB/2001/16 van 6 december 2001 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten met ingang van het boekjaar 2002(2), wordt op de tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop een rentevergoeding bepaald tegen de referentierente. Op grond van artikel 2, lid 3, van laatstgenoemd besluit wordt deze rentevergoeding op kwartaalbasis verrekend door middel van betalingen via het Target-systeem. In afwijking van deze bepaling bepaalt artikel 2, lid 4, van genoemd besluit dat de rentevergoeding voor het boekjaar 2002 aan het einde van het jaar wordt verrekend.

(3) Overweging 6 van Besluit ECB/2001/16 stelt dat de inkomsten die de ECB in verband met haar aandeel in eurobankbiljetten in omloop verkrijgt uit de rentevergoeding van haar vorderingen binnen het Eurosysteem op NCB's in beginsel in hetzelfde boekjaar waarin de inkomsten worden verkregen, overeenkomstig de besluiten van de raad van bestuur aan de NCB's dienen te worden uitgedeeld, naar rato van hun aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal.

(4) Bij het verdelen van de inkomsten die de ECB in verband met haar aandeel in eurobankbiljetten in omloop verkrijgt uit de rentevergoeding van haar vorderingen binnen het Eurosysteem op NCB's, dient de ECB een raming van haar financieel resultaat voor het betreffende jaar in aanmerking te nemen waarbij rekening gehouden wordt met de beschikbaarheid van voorzieningen die kunnen worden aangewend ter verrekening van verwachte onkosten.

(5) Bij het bepalen van het gedeelte van de nettowinst van de ECB dat op grond van artikel 33.1 van de statuten moet worden overgedragen naar het algemeen reservefonds, dient de raad van bestuur in overweging te nemen dat het gedeelte van de winst dat overeenkomt met de inkomsten uit eurobankbiljetten in omloop, volledig onder de NCB's dient te worden verdeeld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a) "deelnemende lidstaten": de lidstaten die overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap de gemeenschappelijke munt hebben aangenomen;

b) "NCB's": de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten;

c) "tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop": de vorderingen en verplichtingen tussen een NCB en de ECB en tussen een NCB en de overige NCB's die voortvloeien uit de toepassing van artikel 4 van Besluit ECB/2001/15;

d) "inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop": de inkomsten die de ECB in verband met haar aandeel in eurobankbiljetten in omloop verkrijgt uit de rentevergoeding van haar vorderingen binnen het Eurosysteem op NCB's als gevolg van de toepassing van artikel 2 van Besluit ECB/2001/16.

Artikel 2

Tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB uit bankbiljetten in omloop

1. De inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop zijn volledig verschuldigd aan de NCB's in hetzelfde boekjaar waarin de inkomsten worden verkregen, en worden onder de NCB's verdeeld naar rato van hun gestorte aandelen in het geplaatste kapitaal van de ECB.

2. Met ingang van het boekjaar 2003 verdeelt de ECB op de tweede werkdag van april, juli, oktober en januari haar in elk voorgaand kwartaal verkregen inkomsten uit eurobankbiljetten in omloop onder de NCB's.

3. De ECB verdeelt haar in 2002 verkregen inkomsten uit eurobankbiljetten in omloop op de tweede werkdag van 2003 onder de NCB's.

4. Het bedrag van de inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop kan, overeenkomstig een besluit van de raad van bestuur van de ECB op basis van de statuten, worden verminderd met door de ECB gemaakte kosten in verband met de uitgifte en verwerking van eurobankbiljetten.

Artikel 3

Afwijking van artikel 2

1. Indien de raad van bestuur, op basis van een door de directie opgestelde, met redenen omklede raming, en met betrekking tot het voor het vierde kwartaal verschuldigde bedrag, verwacht dat de ECB over het gehele jaar genomen verlies zal lijden of een nettojaarwinst zal behalen die lager is dan het geraamde bedrag aan inkomsten uit eurobankbiljetten in omloop, besluit de raad van bestuur voor het einde van het boekjaar geheel of gedeeltelijk af te zien van de verdeling van de inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop overeenkomstig artikel 2 voorzover dat nodig is om te verzekeren dat het bedrag aan verdeelde inkomsten de nettowinst van de ECB voor dat jaar niet overschrijdt.

2. De raad van bestuur gelast de NCB's de gedurende het jaar reeds verdeelde inkomsten geheel of gedeeltelijk aan de ECB terug te betalen voorzover dat nodig is om te verzekeren dat het totale voor dat jaar verdeelde bedrag de nettowinst van de ECB voor dat jaar niet overschrijdt.

3. Het besluit om in het boekjaar 2002 geheel of gedeeltelijk af te zien van de verdeling van de inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop betreft het totale voor het jaar verschuldigde bedrag.

4. De vorige leden zijn van toepassing indien een potentieel verlies over het gehele jaar niet kan worden gedekt door in vorige jaren getroffen voorzieningen. Deze voorzieningen worden in de hierna gegeven volgorde overgeboekt naar de winst- en verliesrekening:

a) voorzieningen getroffen voor bekende verplichtingen;

b) voorzieningen die gelijkgesteld zijn met uit de toepassing van artikel 49 van de statuten voortvloeiende reserves en aangehouden worden als speciale herwaarderingsrekeningen;

c) voorzieningen voor risico's van algemene aard, zonder uitzondering met inbegrip van voorzieningen voor onbepaalde wisselkoers- en marktprijsrisico's.

Artikel 4

Slotbepalingen

1. Dit besluit treedt twee dagen na vaststelling in werking.

2. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 november 2002.

Namens de raad van bestuur van de ECB

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 337 van 20.12.2001, blz. 52.

(2) PB L 337 van 20.12.2001, blz. 55.

Top