EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0008(01)

Besluit van de Europese Centrale Bank van 22 april 2004 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank, voor de aanpassing van de vorderingen ter grootte van de overgedragen externe reserves, en voor daarmee samenhangende financiële aangelegenheden (ECB/2004/8)

OJ L 205, 9.6.2004, p. 13–16 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006; opgeheven door 32006D0024(01)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/505/oj

9.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 205/13


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 22 april 2004

betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank, voor de aanpassing van de vorderingen ter grootte van de overgedragen externe reserves, en voor daarmee samenhangende financiële aangelegenheden

(ECB/2004/8)

(2004/505/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 30,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aangezien op 1 mei 2004 de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek toetreden tot de Europese Unie en hun respectieve nationale centrale banken (NCB's) met ingang van 1 mei 2004 deel zullen uitmaken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), worden de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB (hierna „wegingen in de kapitaalverdeelsleutel”, respectievelijk „kapitaalverdeelsleutel” te noemen), die zijn toegekend aan de NCB's van de lidstaten die de euro hebben aangenomen (hierna de „NCB's van de deelnemende lidstaten” te noemen) aangepast, zoals vastgesteld in Besluit ECB/2004/5 van 22 april 2004 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (1).

(2)

Deze aanpassing noopt eveneens tot aanpassing van de vorderingen ter grootte van de bijdragen van de NCB's van de deelnemende lidstaten aan de externe reserves van de ECB (hierna de „vorderingen” te noemen), welke vorderingen de ECB ingevolge artikel 30.3 van de statuten heeft toegekend aan de NCB's van de deelnemende lidstaten.

(3)

NCB's van de deelnemende lidstaten, wier vorderingen toenemen vanwege de uitbreiding van de kapitaalverdeelsleutel op 1 mei 2004, dienen derhalve ter compensatie een overschrijving uit te voeren aan de ECB, terwijl de ECB ter compensatie een overschrijving dient uit te voeren aan die NCB's van de deelnemende lidstaten wier vorderingen dalen vanwege deze uitbreiding.

(4)

De eventuele overdracht van externe reserves aan de ECB is met ingang van 1 mei 2004 beperkt tot 55 646 692 471,89 EUR.

(5)

Overeenkomstig de aan de statuten ten grondslag liggende algemene beginselen van billijkheid, gelijke behandeling en de bescherming van gerechtvaardigde verwachtingen, dienen die NCB's van de deelnemende lidstaten, wier relatieve aandeel in het geaccumuleerde eigen vermogen van de ECB toeneemt ten gevolge van de voornoemde aanpassingen, eveneens ter compensatie een overschrijving uit te voeren aan die NCB's van de deelnemende lidstaten wier relatieve aandeel daalt.

(6)

Ter berekening van de aanpassing van de waarde van het aandeel van elke NCB van de deelnemende lidstaten in het geaccumuleerde eigen vermogen van de ECB, dienen de respectieve wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van elke NCB van de deelnemende lidstaten tot en met 30 april 2004 en met ingang van 1 mei 2004 te worden uitgedrukt als een percentage van het totale kapitaal van de ECB, waarmee alle NCB's van de deelnemende lidstaten hebben ingeschreven,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a)

Het „geaccumuleerde eigen vermogen”: het totaal van de reserves, herwaarderingsrekeningen en voorzieningen ter grootte van de reserves, zoals door de ECB berekend op 30 april 2004, plus of minus de berekende geaccumuleerde nettowinst of het geaccumuleerde nettoverlies van de ECB, al naar gelang van de omstandigheden, met ingang van 1 januari tot en met 30 april 2004 na bijtelling van de in april 2004 geaccumuleerde niet-verdeelde inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop, maar na aftrek van de inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop gedurende het eerste kwartaal van 2004, die reeds aan de NCB's zijn verdeeld. De reserves van de ECB en haar met reserves gelijkgestelde voorzieningen omvatten zonder afbreuk te doen aan het algemene karakter van „het geaccumuleerde eigen vermogen”, het Algemeen Reservefonds en de met reserves gelijkgestelde voorzieningen tegen waarderingsverliezen met betrekking tot wisselkoersen en marktprijzen.

b)

De „overschrijvingsdatum”: 19 mei 2004.

c)

De „inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten”: heeft dezelfde betekenis als de term „inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop”, zoals vastgelegd in artikel 1, onder d), van besluit ECB/2002/9 van 21 november 2002 inzake de verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in omloop zijnde eurobankbiljetten onder de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten (2).

Artikel 2

Bijdrage aan de reserves en de voorzieningen van de ECB

1.   Indien het aandeel van een NCB van de deelnemende lidstaten in het geaccumuleerde eigen vermogen stijgt vanwege de stijging van haar weging in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 mei 2004, maakt die NCB op de overschrijvingsdatum het overeenkomstig lid 3 vastgestelde bedrag over aan de ECB.

2.   Indien het aandeel van een NCB van de deelnemende lidstaten in het geaccumuleerde eigen vermogen daalt vanwege de daling van haar weging in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van op 1 mei 2004, maakt die NCB op de overschrijvingsdatum het overeenkomstig lid 3 vastgestelde bedrag over aan de ECB.

3.   Op 14 mei 2004, of daarvoor, berekent de ECB, en bevestigt zulks aan elke NCB van de deelnemende lidstaten, hetzij het bedrag dat die NCB aan de ECB dient over te maken, ingeval lid 1 van toepassing is, dan wel het bedrag dat die NCB van de ECB dient te ontvangen, ingeval lid 2 van toepassing is. Behoudens afronding, wordt elk over te maken of te ontvangen bedrag berekend door de waarde van het geaccumuleerde eigen vermogen te vermenigvuldigen met het absolute verschil tussen de weging in de kapitaalverdeelsleutel van elke NCB van de deelnemende lidstaten op 30 april 2004 en haar weging in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 mei 2004 en de uitkomst te delen door 100.

4.   Elk in lid 3 genoemd bedrag is op 1 mei 2004 in euro verschuldigd, maar wordt effectief overgemaakt op de overschrijvingsdatum.

5.   Indien zij ingevolge lid 1 of lid 2 gehouden is tot overmaking van een bedrag, maakt een NCB van de deelnemende lidstaten, dan wel de ECB, op de overschrijvingsdatum daarnaast eveneens over de periode van 1 mei 2004 tot en met de overschrijvingsdatum lopende interest over op de bedragen, die respectievelijk door die NCB van de deelnemende lidstaten, dan wel door de ECB verschuldigd zijn. De partijen die deze interest overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen, waarop de interest verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen.

6.   Indien het geaccumuleerde eigen vermogen minder dan nul bedraagt, geschiedt de verrekening van de ingevolge lid 3 en lid 5 over te maken of te ontvangen bedragen in de tegengestelde richting van de in lid 3 en lid 5 vastgestelde bedragen.

Artikel 3

Aanpassing van de vorderingen ter grootte van de overgedragen externe reserves

1.   De vorderingen van de NCB's van de deelnemende lidstaten worden op 1 mei 2004 aangepast, zulks overeenkomstig hun aangepaste wegingen in de kapitaalverdeelsleutel. De waarde van de vorderingen van de NCB's van de deelnemende lidstaten met ingang van 1 mei 2004, is vastgelegd in de derde kolom van de tabel in de bijlage bij dit besluit.

2.   Zonder enige verdere formaliteit of handeling wordt voor elke NCB van de deelnemende lidstaten ingevolge deze bepaling verondersteld, dat zij op 1 mei 2004 de absolute waarde van de naast haar naam in de vierde kolom van de in de tabel in de bijlage bij dit besluit vermelde (in euro) luidende vordering heeft overgemaakt, dan wel heeft ontvangen, waarbij „-” verwijst naar een vordering die de NCB aan de ECB overdraagt en „+” verwijst naar een vordering die de ECB aan de NCB overdraagt.

3.   Op 3 mei 2004 maakt elke NCB van de deelnemende lidstaten de absolute waarde van het naast haar naam in de vierde kolom van de in de tabel in de bijlage bij dit besluit vermelde (in euro) luidende bedrag over, dan wel ontvangt dat bedrag, waarbij „+” verwijst naar een bedrag dat de NCB aan de ECB overmaakt en „-” verwijst naar een bedrag dat de ECB aan de NCB overmaakt.

4.   Indien zij ingevolge lid 3 gehouden is tot overmaking van bedragen, maakt de ECB, dan wel de NCB's van de deelnemende lidstaten, daarnaast op 3 mei 2004 eveneens over de periode van 1 tot en met 3 mei 2004 lopende interest op bedragen over, die respectievelijk door de ECB en die NCB's van de deelnemende lidstaten verschuldigd zijn. De partijen die deze interest overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen, waarop de interest verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen.

Artikel 4

Samenhangende financiële aangelegenheden

1.   In afwijking van de derde alinea van artikel 2, lid 1, van Besluit ECB/2001/16 van 6 december 2001 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten met ingang van het boekjaar 2002 (3), worden de tegoeden binnen het Eurosysteem op eurobankbiljetten in omloop voor de periode 1 mei 2004 tot en met 31 mei 2004 berekend op basis van de uitgebreide kapitaalverdeelsleutel die met ingang van 1 mei 2004 van toepassing is en wordt toegepast op de tegoeden op het totaal van eurobankbiljetten in omloop op 30 april 2004. Het gemiddelde rendementspercentage, zoals vastgesteld in artikel 3, lid 3, van Besluit ECB/2001/16, wordt voor de periode van 1 januari tot en met 30 april 2004 en voor de periode van 1 mei tot en met 31 december 2004, apart berekend. Voor de periode van 1 mei tot en met 31 december 2004 worden de compenserende bedragen en de administratieve boekingsposten ter saldering van die compenserende bedragen, zoals vastgelegd in artikel 4, lid 3, van Besluit ECB/2001/16, opgenomen in de boeken van elke NCB met als valutadatum 1 mei 2004. In afwijking van artikel 5, lid 1, derde zin, van Besluit ECB/2001/16, informeert de ECB de NCB's viermaandelijks over de gecumuleerde monetaire inkomsten van de periode van 1 januari tot en met 30 april 2004 en tweemaandelijks voor de periode van 1 mei tot en met 30 juni 2004.

2.   In verband met de periode van 1 januari tot en met 30 april 2004, worden de gepoolde monetaire inkomsten van de NCB's, de vergoeding van de vorderingen van de NCB's ter grootte van de aan de ECB overgedragen externe reserves en de vergoeding op de tegoeden binnen het Eurosysteem op eurobankbiljetten in omloop, toegedeeld en verdeeld overeenkomstig de op 30 april 2004 van toepassing zijnde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel. Voor het eerste kwartaal van 2004 worden de inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop toegedeeld overeenkomstig de op 30 april 2004 van toepassing zijnde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel, en voor het tweede kwartaal van 2004 overeenkomstig de op 1 mei 2004 van toepassing zijnde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel.

3.   De nettowinst of het nettoverlies van de ECB, al naar gelang van de omstandigheden, wordt voor het boekjaar 2004 toegedeeld op basis van de met ingang van 1 mei 2004 van toepassing zijnde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel.

4.   Indien de ECB aan het einde van 2004 voor het boekjaar 2004 een globaal verlies raamt, of indien haar geraamde nettowinst waarschijnlijk lager uitvalt dan de in de loop van het jaar door haar behaalde inkomsten uit eurobankbiljetten in omloop, verdeelt de ECB haar inkomsten van het vierde kwartaal uit eurobankbiljetten in omloop niet. Afhankelijk van de omvang van enig geraamd verlies, verlangt de ECB eveneens de volledige of gedeeltelijke terugstorting van enige tussentijdse verdeling van de ECB inkomsten uit eurobankbiljetten, die werden behaald in het derde, tweede en eerste kwartaal van 2004, in deze volgorde, tot dat verlies is gedekt. In geval van een verlies van de ECB in het boekjaar 2004 en de in de loop van het boekjaar 2004 uit door haar uit eurobankbiljetten behaalde inkomsten niet volstaan om dat verlies te dekken, dekt de ECB het verlies door:

a)

uit het algemeen reservefonds van de ECB vrijgemaakte middelen;

b)

middel van de van 1 mei 2004 tot en met 31 december 2004 gepoolde monetaire inkomsten van de NCB's, behoudens een besluit van de Raad van bestuur ingevolge artikel 33 van de statuten;

c)

middel van de van 1 januari tot en met 30 april 2004 gepoolde monetaire inkomsten van de NCB's, behoudens een besluit van de Raad van bestuur ingevolge artikel 33 van de statuten.

5.   Indien enig deel van de verdeelde ECB inkomsten uit eurobankbiljetten voor het eerste kwartaal van 2004 ingevolge lid 4 dient te worden terugbetaald en indien de van 1 januari tot en met 30 april 2004 gepoolde monetaire inkomsten van de NCB's aan de ECB dienen te worden teruggestort, volgen in aanvulling op de in de artikelen 2 en 3 genoemde betalingen, aanvullende betalingen. Elke NCB van de deelnemende lidstaten, wier weging in de kapitaalverdeelsleutel op 1 mei 2004 stijgt, doet een dergelijke betaling aan de ECB, en de ECB doet een dergelijke betaling aan elke NCB van de deelnemende lidstaten wier weging in de kapitaalverdeelsleutel op 1 mei 2004 daalt. De compenserende betalingen worden als volgt berekend. De totale terug te betalen inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten voor het eerste kwartaal van 2004 worden vermenigvuldigd met het absolute verschil tussen de weging in de kapitaalverdeelsleutel van de NCB's van de deelnemende lidstaten op 30 april 2004 en hun weging in de kapitaalverdeelsleutel op 31 december 2004, en de uitkomst wordt gedeeld door 100. De totale terug te boeken monetaire inkomsten voor de periode van 1 januari tot en met 30 april 2004, worden vermenigvuldigd met het absolute verschil tussen de weging in de kapitaalverdeelsleutel van de NCB's van de deelnemende lidstaten op 30 april 2004 en hun weging in de kapitaalverdeelsleutel op 31 december 2004, en de uitkomst wordt gedeeld door 100. Interest is verschuldigd op de compenserende betalingen in verband met de gepoolde monetaire inkomsten van de NCB's met ingang van 1 januari 2005 tot en met de betalingsdatum van deze betalingen.

6.   De aanvullende compenserende betalingen in verband met de inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten, zoals vastgesteld in lid 5, worden op 4 januari 2005 gedaan. De aanvullende compenserende betalingen in verband met de in lid 5 vastgestelde gepoolde monetaire inkomsten van de NCB's, alsook de lopende interest daarop, worden op de tweede werkdag na de tweede vergadering van de Raad van bestuur in maart 2005 gedaan.

Artikel 5

Algemene bepalingen

1.   Enige lopende interest ingevolge artikel 2, lid 5, artikel 3, lid 4, en artikel 4, lid 5, wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-berekeningsmethode tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het Europees Stelsel van centrale banken voor diens meest recente basis-herfinancieringstransactie hanteerde.

2.   Enige overschrijving ingevolge artikel 2, lid 1, artikel 2, lid 2, artikel 2, lid 5, artikel 3, lid 3, artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 5, en artikel 4, lid 6, verloopt apart via het geautomatiseerde trans-Europese „real-time” bruto-vereveningssysteem (TARGET).

3.   De ECB en de NCB's van de deelnemende lidstaten, die gehouden zijn enige overschrijving uit te voeren zoals vastgesteld in lid 2, geven te zijner tijd de noodzakelijke instructies voor het naar behoren en tijdig uitvoeren van een dergelijke overschrijving.

Artikel 6

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op 23 april 2004.

Gedaan te Frankfurt am Main, 22 april 2004.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  Zie bladzijde 5 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 323 van 28.11.2002, blz. 49.

(3)  PB L 337 van 20.12.2001, blz. 55. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit ECB/2003/22 (PB L 9 van 15.1.2004, blz. 39).


Top