EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003O0007

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 2 mei 2003 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken betreffende de internationale investeringspositie en het template van de internationale reserves (ECB/2003/7)

OJ L 131, 28.5.2003, p. 20–52 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394
Special edition in Estonian: Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394
Special edition in Latvian: Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394
Special edition in Lithuanian: Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394
Special edition in Hungarian Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394
Special edition in Maltese: Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394
Special edition in Polish: Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394
Special edition in Slovak: Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394
Special edition in Slovene: Chapter 01 Volume 004 P. 362 - 394

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2004; opgeheven door 32004O0015

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2003/381/oj

32003O0007

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 2 mei 2003 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken betreffende de internationale investeringspositie en het template van de internationale reserves (ECB/2003/7)

Publicatieblad Nr. L 131 van 28/05/2003 blz. 0020 - 0052


Richtsnoer van de Europese Centrale Bank

van 2 mei 2003

betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken betreffende de internationale investeringspositie en het template van de internationale reserves

(ECB/2003/7)

(2003/381/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 5.1, artikel 12.1 en artikel 14.3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) vereist voor de uitvoering van zijn taken uitvoerige en betrouwbare statistieken betreffende de betalingsbalans en de internationale investeringspositie en statistieken betreffende het template van de internationale reserves, waarin de belangrijkste posten zijn weergegeven die invloed uitoefenen op het monetaire beleid en de valutamarkten in het eurogebied.

(2) De eerste zin van artikel 5.1 van de statuten vereist, dat de Europese Centrale Bank (ECB), bijgestaan door de nationale centrale banken (NCB's), hetzij bij andere bevoegde autoriteiten dan NCB's, hetzij rechtstreeks bij de economische subjecten de voor de vervulling van de taken van het ESCB benodigde statistische gegevens verzamelt. De tweede zin van artikel 5.1 bepaalt, dat zij hiertoe samenwerkt met de instellingen of organen van de Gemeenschap en met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of van derde landen en met internationale organisaties. Artikel 5.2 bepaalt dat de NCB's, voorzover mogelijk, de in artikel 5.1 omschreven taken uitvoeren.

(3) De gegevens die benodigd zijn om te voldoen aan de ECB-vereisten inzake statistieken betreffende de betalingsbalans en de internationale investeringspositie, mogen worden verzameld en/of samengesteld door andere bevoegde autoriteiten dan NCB's. Overeenkomstig artikel 5.1 van de statuten vereisen sommige krachtens dit richtsnoer uit te voeren taken derhalve samenwerking tussen de ECB of de NCB's en die bevoegde autoriteiten. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank(1) vereist dat de lidstaten hun taken op het gebied van de statistiek organiseren en dat zij volledig samenwerken met het ESCB, teneinde de vervulling van de verplichtingen uit hoofde van artikel 5 van de statuten te verzekeren.

(4) De benodigde statistische gegevens houden deels verband met de financiële rekening van de betalingsbalans, het daarmee verband houdende inkomen en de internationale investeringspositie waarvoor het Eurosysteem primaire verantwoordelijkheid draagt. Teneinde hun verplichting, om de ECB op dit gebied bij te staan, te kunnen vervullen, dienen de NCB's te zijn toegerust met de benodigde statistische deskundigheid, met name inzake concepten, methodologie en het verzamelen, samenstellen, analyseren en verzenden van gegevens. In Ierland verzamelt het Central Statistics Office (CSO) de relevante statistische gegevens en stelt deze samen. Teneinde te voldoen aan de statistische vereisten van de ECB, dienen de Central Bank of Ireland en het CSO samen te werken, zoals vastgelegd in Aanbeveling ECB/2003/8 van de Europese Centrale Bank van 2 mei 2003 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken betreffende de internationale investeringspositie en het template van de internationale reserves(2). In Italië is het Ufficio italiano dei cambi samen met de Banca d'Italia verantwoordelijk voor het verzamelen en samenstellen van de relevante statistische gegevens.

(5) Sinds de goedkeuring van Richtsnoer ECB/2000/4 van de Europese Centrale Bank van 11 mei 2000 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot betalingsbalansstatistieken en statistieken betreffende het template van de internationale reserves en de internationale investeringspositie(3), is de uitwisseling van statistische gegevens binnen het ESCB aanzienlijk toegenomen. Het is derhalve noodzakelijk Richtsnoer ECB/2000/4 te vervangen door dit richtsnoer.

(6) Zoals gesteld in Verordening (EG) nr. 2533/98, kan het uit een oogpunt van kosteneffectiviteit in de beginjaren van de eenheidsmunt nodig zijn dat aan de statistische rapportagevereisten van de ECB wordt voldaan via overgangsprocedures ingevolge de bestaande beperkingen van de verzamelsystemen. Dat houdt met name in dat, in het geval van de rekening betreffende inkomens uit effecten en de effectenrekening op de betalingsbalans, alsmede van de rekening betreffende de internationale investeringspositie, gegevens betreffende grensoverschrijdende transacties of posities van het eurogebied mogen worden samengesteld aan de hand van alle transacties of posities tussen ingezetenen van het eurogebied en ingezetenen van andere landen. Gezien de inherente problemen bij de correcte identificatie van grensoverschrijdende stromen en standen inzake het effectenverkeer en daarmee verband houdende inkomensstromen, is bovendien een gemeenschappelijke aanpak ontwikkeld voor het verzamelen van deze gegevens in het hele eurogebied, die in de komende jaren zal worden toegepast. Verzamelsystemen inzake het effectenverkeer dienen met ingang van 1 januari 2005 te voldoen aan een in bijlage VI vastgelegde gemeenschappelijke norm.

(7) Het rapporteren van gegevens inzake transacties en posities in activa en/of passiva van ingezetenen van het eurogebied ten opzichte van ingezetenen van andere lidstaten van het eurogebied, is noodzakelijk teneinde te voldoen aan de statistische vereisten van de ECB inzake het effectenverkeer (en daarmee verband houdend inkomens). De gegevens worden gebruikt voor de samenstelling van de geaggregeerde transacties en posities van het eurogebied in effectenpassiva en de geaggregeerde uitgaven inzake inkomens uit effecten. Zulks strookt met nationale vereisten of bestaande praktijken.

(8) De Gecentraliseerde Effectendatabase (GED) (Centralised Securities Database (CSDB)), die in de toekomst voor menige verschillende statistische (samenstelling en productie) en niet-statistische (economische, financiële stabiliteit of transactieanalyses) doeleinden zal worden gebruikt, zal de NCB's ter beschikking worden gesteld. Behoudens wettelijke beperkingen, wordt de inhoud van de gegevens aan andere bevoegde autoriteiten dan de NCB's ter beschikking gesteld. Met name daardoor kunnen zij de vereiste gegevens produceren voor de samenstelling van de statistieken van het eurogebied betreffende transacties en posities inzake het effectenverkeer. Wanneer het GED-systeem operationeel is, zou met name een accurate sectorale uitsplitsing van transacties en posities in effectenpassiva op de betalingsbalans en de internationale investeringspositie van het eurogebied mogelijk moeten zijn.

(9) De vaststelling van het kader voor de kwaliteitsbeoordeling van de statistieken van het eurogebied betreffende de betalingsbalans, de internationale investeringspositie en het template van de internationale reserves dient, voorzover mogelijk, te geschieden overeenkomstig "het kader voor de kwaliteitsbeoordeling van gegevens" (Data Quality Assessment Framework), dat door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werd ontwikkeld. Indien toepasselijk, dienen de NCB's in samenwerking met andere bevoegde autoriteiten dan NCB's de kwaliteit van de door hen aangeleverde gegevens te beoordelen. Beoordelingscriteria inzake de kwaliteit van de gegevens zijn onder meer tijdigheid, nauwkeurigheid, aannemelijkheid, interne en externe consistentie en betrouwbaarheid (vooralsnog nog beperkt tot "stabiliteit", dat wil zeggen de noodzakelijke herzieningen hebben een beperkte invloed).

(10) NCB's dienen bij de ECB vertrouwelijke statistische gegevens in voorzover en zo gedetailleerd als de vervulling van de taken van het ESCB dat vereist. Indien andere bevoegde autoriteiten dan de NCB's de bron zijn van als vertrouwelijk bestempelde statistische gegevens, dient de ECB die gegevens slechts te gebruiken binnen het kader van de uitoefening van met het ESCB verband houdende statistische taken.

(11) Het is noodzakelijk een procedure op te zetten om op doelmatige wijze technische wijzigingen in de bijlagen bij dit richtsnoer door te voeren, op voorwaarde dat dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast van de informatieplichtigen in de lidstaten. In deze procedure zal rekening worden gehouden met de standpunten van het Comité statistieken van het ESCB. NCB's kunnen dergelijke technische wijzigingen in de bijlagen van dit richtsnoer via het Comité statistieken voorstellen.

(12) Overeenkomstig artikel 12.1 en artikel 14.3 van de statuten, vormen richtsnoeren van de ECB een integrerend onderdeel van de communautaire wetgeving,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit richtsnoer wordt verstaan onder:

- "deelnemende lidstaat": een lidstaat die overeenkomstig het Verdrag de eenheidsmunt heeft aangenomen;

- "ingezeten": heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2533/98;

- "eurogebied": het economisch gebied van de deelnemende lidstaten, en de ECB. Grondgebied behorende tot of met de lidstaten van het eurogebied geassocieerde landen worden vermeld in tabel 5 van bijlage III;

- "Eurosysteem": de NCB's van de deelnemende lidstaten, en de ECB;

- "grensoverschrijdende transactie": elke transactie die, volledig of gedeeltelijk, vorderingen of verplichtingen schept of aflost, of enige transactie die een rechtsoverdracht inhoudt van een object tussen ingezetenen van het eurogebied en niet-ingezetenen van het eurogebied.

Grensoverschrijdende posities zijn de uitstaande financiële vorderingen op en financiële verplichtingen tegenover niet-ingezetenen van het eurogebied. Grensoverschrijdende posities omvatten tevens i) grond, andere niet-geproduceerde materiële activa en andere onroerende activa die zich fysiek buiten het eurogebied bevinden en het eigendom zijn van ingezetenen van het eurogebied en/of die zich binnen het eurogebied bevinden en het eigendom zijn van niet-ingezetenen van het eurogebied, en ii) monetair goud en bijzondere trekkingsrechten (SDR's) aangehouden door ingezetenen van het eurogebied.

Voorzover zulks evenwel noodzakelijk is voor het opmaken van de effectenrekening en de rekening betreffende inkomens uit effecten binnen de betalingsbalansstatistieken, alsmede de effectenrekening binnen de statistieken betreffende de internationale investeringspositie, voor het eurogebied, omvatten de termen "grensoverschrijdende posities" en "grensoverschrijdende transacties" ook posities en transacties inzake de vorderingen en/of verplichtingen van ingezetenen van het eurogebied ten opzichte van ingezetenen van andere lidstaten van het eurogebied;

- "reservetegoeden": zeer liquide, verhandelbare en kredietwaardige vorderingen van het Eurosysteem op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidend in andere valuta's dan de euro, inclusief goud, reserveposities in het IMF en bijzondere trekkingsrechten (SDR's);

- "overige activa in vreemde valuta": i) vorderingen van het Eurosysteem op ingezetenen van het eurogebied, luidend in andere valuta's dan de euro; alsook ii) vorderingen van het Eurosysteem op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidend in andere valuta's dan de euro, die niet voldoen aan de criteria voor reserves inzake liquiditeit, verhandelbaarheid en kredietwaardigheid;

- "met reserves verband houdende passiva": vaststaande en mogelijke netto kortetermijnaanspraken op het Eurosysteem, van soortgelijke aard als reserves en overige activa van het Eurosysteem in vreemde valuta;

- "betalingsbalans": het statistisch overzicht waarin volgens de gebruikelijke uitsplitsingen grensoverschrijdende transacties worden gerapporteerd uit de verslagperiode;

- "statistieken betreffende het template van de internationale reserves": het statistisch overzicht waarin volgens de gebruikelijke uitsplitsingen de standen betreffende reserves, overige activa in vreemde valuta en met reserves verband houdende passiva van het Eurosysteem per referentiedatum worden gerapporteerd;

- "internationale investeringspositie": de balans op jaarbasis waarin volgens de gebruikelijke uitsplitsingen de standen betreffende grensoverschrijdende financiële activa en passiva per referentiedatum worden gerapporteerd.

Artikel 2

Statistische verplichtingen van de NCB's

1. De NCB's verstrekken de ECB gegevens betreffende de grensoverschrijdende transacties, standen van reserves, overige activa in vreemde valuta, met reserves verband houdende passiva, alsmede grensoverschrijdende posities, die benodigd zijn om de ECB in staat te stellen de geaggregeerde statistieken betreffende de betalingsbalans, de internationale investeringspositie en het template van de internationale reserves, van het eurogebied, samen te stellen.

2. Indien belangrijke op zich staande gebeurtenissen of herzieningen tot een aanzienlijke gegevensaanpassing nopen, dan wel zulks geschiedt op verzoek van de ECB, worden die gegevens onderbouwd met voorhanden informatie inzake die belangrijke gebeurtenissen en redenen voor herzieningen.

3. De vereiste gegevens worden de ECB ter beschikking gesteld zoals bepaald in de bijlagen I, II en III, die in overeenstemming zijn met de huidige internationale normen, met name met de vijfde editie van het Betalingsbalanshandboek van het IMF. Met ingang van 1 juli 2005 worden de vereiste gegevens inzake transacties en posities in effectenpassiva uitgesplitst naar sector van de emittent-ingezetene van het eurogebied, ter beschikking gesteld, zoals bepaald in de secties 1.1, 1.2 en 3 van bijlage I en de tabellen 1, 2 en 4 van bijlage II; indien het GED-systeem niet per 31 maart 2004 operationeel is, ligt de uiterste termijn 15 maanden na de datum waarop het Comité statistieken de Raad van bestuur meedeelt dat het GED operationeel is.

4. De vereiste gegevens inzake de betalingsbalans worden op maand- en kwartaalbasis ter beschikking gesteld. De vereiste gegevens inzake het template van de internationale reserves worden ter beschikking gesteld zoals zij luiden op het einde van de maand waarop de gegevens betrekking hebben. De vereiste gegevens inzake de internationale investeringspositie worden ter beschikking gesteld zoals zij luiden op het einde van het jaar waarop de gegevens betrekking hebben.

5. Met ingang van 1 januari 2005 voldoen verzamelsystemen inzake het effectenverkeer aan een model dat volgens de tabel in bijlage VI op zijn minst als "aanvaardbaar" wordt beschouwd. Indien NCB's niet aan deze uiterste termijn kunnen voldoen, stellen zij tegen eind juni 2003 met de ECB een tijdschema op, teneinde aan de gemeenschappelijke norm te voldoen.

Artikel 3

Tijdigheid

1. Gegevens voor de maandelijkse betalingsbalans van het eurogebied worden uiterlijk aan het eind van de dertigste werkdag, volgend op het einde van de maand waarop de gegevens betrekking hebben, aan de ECB ter beschikking gesteld.

2. De per kwartaal gedetailleerde uitsplitsingen voor de betalingsbalans van het eurogebied worden binnen drie maanden na het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben, aan de ECB ter beschikking gesteld.

3. De gegevens betreffende het template van de internationale reserves worden binnen drie weken na het einde van de maand waarop de gegevens betrekking hebben, aan de ECB ter beschikking gesteld.

4. De gegevens betreffende de internationale investeringspositie worden binnen negen maanden na het einde van het jaar waarop de gegevens betrekking hebben, aan de ECB ter beschikking gesteld.

5. Herzieningen van de betalingsbalans en de internationale investeringspositie van het eurogebied worden conform het tijdschema in bijlage IV aan de ECB ter beschikking gesteld.

6. Op nationaal niveau dient de verzameling van deze gegevens zodanig te worden georganiseerd, dat aan deze uiterste termijnen kan worden voldaan.

Artikel 4

Samenwerking met andere bevoegde autoriteiten dan NCB's

1. Indien de bron van alle in artikel 2 genoemde gegevens, of een deel daarvan, andere bevoegde autoriteiten zijn dan NCB's, stellen de betrokken NCB's geëigende modaliteiten voor samenwerking met die autoriteiten vast, zodat een permanente structuur voor het indienen van gegevens verzekerd is, die voldoet aan de normen van de ECB. Zulks geldt met name voor de kwaliteit van gegevens en enig andere vereiste ingevolge dit richtsnoer, tenzij hetzelfde resultaat al krachtens nationale wetgeving wordt verwezenlijkt.

2. Aangaande de financiële rekening van de betalingsbalans, het daarmee verband houdende inkomen, en de internationale investeringspositie, verzekeren de NCB's het onderhoud en de ontwikkeling op het gebied van de concepten, de methodologie en de gegevensverzameling, -samenstelling, -analyse en -verzending.

3. Indien andere bevoegde autoriteiten dan NCB's de bron zijn van als vertrouwelijk bestempelde statistische informatie, gebruikt de ECB die informatie uitsluitend binnen het kader van de uitoefening van met het ESCB verband houdende statistische taken, tenzij de gegevens aanleverende informatieplichtige, de andere rechts- of natuurlijke persoon, entiteit of bijkantoor, indien deze kan worden geïdentificeerd, expliciet ingestemd heeft met het gebruik van die gegevens voor andere doeleinden.

Artikel 5

Verzendingsstandaard

De vereiste statistische gegevens worden aan de ECB ter beschikking gesteld en voldoen aan de in bijlage IV bepaalde vereisten.

Artikel 6

Kwaliteit van de statistische gegevens

1. Onverminderd de toezichthoudende taken van de ECB, zoals bepaald in bijlage V, verzekeren de NCB's het toezicht op en de beoordeling van de kwaliteit van de aan de ECB ter beschikking gestelde statistische gegevens, zulks in samenwerking met andere bevoegde autoriteiten dan de NCB's, zoals bepaald in artikel 4 en indien toepasselijk. De ECB beoordeelt op een vergelijkbare wijze gegevens betreffende de betalingsbalansstatistieken, statistieken inzake de internationale investeringspositie, en het template van de internationale reserves, van het eurogebied. De beoordeling wordt tijdig uitgevoerd. Jaarlijks rapporteert de directie van de ECB aan de Raad van bestuur inzake de kwaliteit van de gegevens.

2. Onder het toezicht houden op de kwaliteit van de statistische gegevens door de ECB kan nauwkeurig onderzoek van herzieningen van deze gegevens vallen: ten eerste, teneinde de meest recente statistische gegevens aan te leveren, om zo de kwaliteit te verbeteren, en, ten tweede, teneinde te verzekeren, dat de corresponderende betalingsbalansposten voor elk van de verschillende rapportagefrequenties zoveel mogelijk met elkaar overeenstemmen.

Artikel 7

Vereenvoudigde wijzigingsprocedure

De directie van de ECB heeft het recht, met inachtneming van de standpunten van het Comité statistieken, technische wijzigingen in de bijlagen bij dit richtsnoer door te voeren, mits dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast van de informatieplichtigen in de lidstaten.

Artikel 8

Intrekking

Richtsnoer ECB/2000/4 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 9

Slotbepalingen

1. Dit richtsnoer is gericht tot de NCB's van de deelnemende lidstaten.

2. Dit richtsnoer wordt van kracht op 1 juni 2003.

3. Dit richtsnoer wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 2 mei 2003.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2) PB C 126 van 28.5.2003.

(3) PB L 168 van 23.6.2001, blz. 25.

BIJLAGE I

STATISTISCHE RAPPORTAGEVEREISTEN VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

1. Betalingsbalansstatistieken

De Europese Centrale Bank (ECB) vereist betalingsbalansstatistieken met twee verschillende rapportagefrequenties: op maand- en kwartaalbasis met betrekking tot de desbetreffende referentiekalenderperiodes. Jaargegevens worden samengesteld door voor het desbetreffende jaar door de lidstaten gerapporteerde kwartaalgegevens op te tellen. Betalingsbalansstatistieken en andere ten behoeve van het monetaire beleid verstrekte statistische gegevens moeten zo consistent mogelijk zijn.

1.1. Maandelijkse betalingsbalansstatistieken

Doel

De maandelijkse betalingsbalans van het eurogebied beoogt de weergave van de belangrijkste posten die het monetaire beleid en de valutamarkten beïnvloeden (zie bijlage II, tabel 1).

Vereisten

Het is van wezenlijk belang, dat de gegevens kunnen worden gebruikt bij de berekening van de betalingsbalans van het eurogebied.

Gezien de korte tijdslimiet voor het verstrekken van de maandelijkse betalingsbalansgegevens, het zeer geaggregeerde karakter van die gegevens en het gebruik ervan voor monetairebeleidsdoeleinden en valutamarktoperaties, staat de ECB toe, dat enigszins worden afgeweken van internationale normen (zie artikel 2, lid 3) indien zulks onvermijdelijk is. Verwerking volgens het beginsel van periodetoerekening of op transactiebasis is niet vereist. Met instemming van de ECB, mogen nationale centrale banken (NCB's) gegevens inzake de lopende en de financiële rekening op kasbasis verstrekken. De ECB zal ramingen of voorlopige gegevens aanvaarden, indien zulks voor het voldoen aan de uiterste termijn noodzakelijk is.

Voor elke algemene transactiecategorie worden activa en passiva vereist (of ontvangsten en uitgaven voor posten op de lopende rekening). Dit betekent doorgaans dat de NCB's voor externe transacties een onderscheid dienen te maken tussen transacties met ingezetenen van andere lidstaten van het eurogebied en transacties buiten het eurogebied. De NCB's doen dat consistent.

Wanneer het lidmaatschap van het eurogebied zich wijzigt, dienen de NCB's de gewijzigde definitie van de geografische samenstelling van het eurogebied toe te passen vanaf de datum waarop deze lidmaatschapswijziging van kracht wordt. De NCB's van het eurogebied in de oude samenstelling en van de nieuwe deelnemende lidstaat/lidstaten dienen een zo goed mogelijke schatting te maken voor historische gegevens die het uitgebreide eurogebied bestrijken.

Voor een zinvolle aggregatie op maandbasis van de effectenverkeersgegevens betreffende het eurogebied, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen transacties in door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten en transacties in door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten. De statistieken inzake nettotransacties in effectenactiva van het eurogebied worden samengesteld door de aggregatie van gerapporteerde nettotransacties in door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten. De statistieken inzake nettotransacties in effectenpassiva van het eurogebied worden samengesteld door de consolidatie van nettotransacties in totale nationale verplichtingen en nettotransacties in door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven en gekochte effecten.

Voor inkomens uit effecten zijn een soortgelijk rapportagevereiste en samenstellingsmethode voor de geaggregeerde gegevens van toepassing.

Voor de monetaire presentatie van de betalingsbalans dienen NCB's de gegevens uitgesplitst naar institutionele sector in te dienen. Ten behoeve van de maandelijkse betalingsbalans vormt het hiernavolgende de sectorale uitsplitsing:

- voor directe investeringen: i) MFI's (met uitzondering van centrale banken) en ii) niet-MFI's,

- voor effectenactiva: i) monetaire autoriteiten; ii) MFI's (met uitzondering van centrale banken) en iii) niet-MFI's,

- voor overige financiële transacties: i) monetaire autoriteiten; ii) MFI's (met uitzondering van centrale banken); iii) overheid en iv) overige sectoren.

Voor de opstelling van een sectorale uitsplitsing van de betalingsbalans, hetgeen een monetaire presentatie mogelijk maakt, dienen NCB's met ingang van de in artikel 2, lid 5, vastgelegde datum gegevens te verstrekken betreffende nettotransacties in door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten, uitgesplitst naar institutionele sector van de emittent. Effectenpassiva zullen bovendien een uitsplitsing naar institutionele sector van de nationale emittent omvatten.

De sectoraal uitgesplitste statistieken betreffende nettotransacties inzake effectenpassiva van het eurogebied worden vervolgens samengesteld door de consolidatie van de netto totale nationale verplichtingen van de respectieve sector en van de desbetreffende nettotransacties in door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven en gekochte effecten.

1.2. Betalingsbalansstatistieken op kwartaalbasis

Doel

De betalingsbalans van het eurogebied op kwartaalbasis beoogt gedetailleerdere informatie te verschaffen voor een grondiger analyse van externe transacties. Deze statistieken zullen met name bijdragen aan de financiële rekeningen die in voorbereiding zijn en aan de gezamenlijke publicatie van de EU/eurogebied-betalingsbalans in samenwerking met de Commissie van de Europese Gemeenschappen (Eurostat).

Vereisten

Betalingsbalansstatistieken op kwartaalbasis komen zoveel mogelijk overeen met internationale normen (zie artikel 2, lid 3). De vereiste uitsplitsing van betalingsbalansstatistieken op kwartaalbasis is vastgelegd in tabel 2 van bijlage II. In bijlage III worden geharmoniseerde begrippen en definities van de vermogensoverdrachten- en financiële rekening uiteengezet.

De uitsplitsing van de lopende rekening op kwartaalbasis is vergelijkbaar met die voor de gegevens op maandbasis. Voor inkomens is evenwel een gedetailleerdere uitsplitsing op kwartaalbasis vereist.

In de financiële rekening past de ECB voor de rubriek "Overige financiële transacties" een vereenvoudigde versie toe van de vereisten van de vijfde editie van het Betalingsbalanshandboek (BPM5) van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). In deze vereenvoudiging ontbreken een onderscheid tussen leningen en deposito's aan beide zijden van de balans en de uitsplitsing naar looptijd. De presentatie van de uitsplitsing verschilt eveneens (d.w.z. sector als eerste prioriteit). Deze sectorale uitsplitsing is verenigbaar met, maar niet geheel dezelfde als die van het BPM5, dat allereerst volgens instrument indeelt.

De NCB's dienen in hun betalingsbalansstatistieken op kwartaalbasis een onderscheid te maken tussen transacties met deelnemende lidstaten en alle andere externe transacties. Net als voor de gegevens op maandbasis, dient er voor de gegevens op kwartaalbasis inzake het effectenverkeer een onderscheid te worden gemaakt tussen transacties in door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten en transacties in door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten. De statistieken inzake nettotransacties in effectenactiva van het eurogebied worden samengesteld door de aggregatie van gerapporteerde nettotransacties in door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten. De samenstelling van nettotransacties in effectenpassiva van het eurogebied vereist de consolidatie van nettotransacties in totale nationale verplichtingen en nettotransacties in door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven en gekochte effecten.

Voor inkomens uit effecten zijn een overeenkomstig rapportagevereiste en samenstellingsmethode voor de geaggregeerde gegevens van toepassing.

Voor directe investeringen dienen NCB's op kwartaalbasis een "MFI's (met uitzondering van centrale banken)/niet-MFI's" sectorale uitsplitsing in. De uitsplitsing in rapporten naar institutionele sectoren voor "effectenactiva" en "overige financiële transacties" volgt de standaardcomponenten van het IMF bestaande uit: i) monetaire autoriteiten; ii) MFI's (met uitzondering van centrale banken); iii) overheid en iv) overige sectoren.

Voor de statistiekensamenstelling inzake nettotransacties van het eurogebied in effectenpassiva naar sector van in het eurogebied ingezetenen emittenten, gelden voor gegevens op kwartaalbasis vereisten die vergelijkbaar zijn met de vereisten voor gegevens inzake de maandelijkse betalingsbalans.

Voor de betalingsbalans van het eurogebied dienen kwartaalcijfers te worden verstrekt inzake de groei van de inkomens uit effecten. Net als het Stelsel van nationale rekeningen, beveelt het BPM5 aan de rente-inkomsten toe te rekenen aan de periode waarin vorderingen worden aangehouden of verplichtingen uitstaan. Dit vereiste heeft invloed op zowel de lopende rekening (inkomens uit kapitaal) als de financiële rekening.

2. Statistieken betreffende het template van de internationale reserves

Doel

De statistieken betreffende het template van de internationale reserves beogen een maandelijks overzicht te verschaffen van de reserves, overige activa in vreemde valuta en met reserves verband houdende passiva aangehouden bij de deelnemende NCB's en de ECB. Hierbij volgt de presentatie het gemeenschappelijke template van het IMF en de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) voor "International Reserves and Foreign Currency Liquidity". Deze informatie vult de gegevens aan betreffende de reserves in de betalingsbalans en de statistieken inzake de internationale investeringspositie van het eurogebied.

Vereisten

Reserves van het eurogebied zijn zeer liquide, verhandelbare en kredietwaardige vorderingen van de ECB ("ingebrachte reserves") en van de NCB's ("niet-ingebrachte reserves") op niet-ingezetenen van het eurogebied, welke luiden in vreemde valuta (d.w.z. in andere valuta's dan de euro), goud, reserveposities in het IMF en bijzondere trekkingsrechten (SDR's). Ook posities in financiële derivaten kunnen hiertoe worden gerekend. De reserves worden samengesteld op brutobasis zonder verrekening van met reserves verband houdende passiva. De van de NCB's vereiste gegevensuitsplitsing is opgenomen in sectie I.A, tabel 3, van bijlage II.

Activa van het Eurosysteem in vreemde valuta die niet aan deze definitie voldoen, namelijk i) vorderingen op ingezetenen van het eurogebied en ii) vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied die niet voldoen aan de criteria van liquiditeit, verhandelbaarheid en kredietwaardigheid, worden opgenomen in de post "Overige activa in vreemde valuta" van het template van de internationale reserves (zie sectie I.B, tabel 3, van bijlage II).

Vorderingen in euro op niet-ingezetenen en saldi in vreemde valuta van overheden van deelnemende lidstaten worden niet als reserves beschouwd; dergelijke bedragen worden geboekt als "Overige financiële transacties" indien het vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied betreft.

Voorts moet informatie over vaststaande en mogelijke netto kortetermijnaanspraken van het Eurosysteem die verband houden met de reserves en overige activa in vreemde valuta van het Eurosysteem, de zogenaamde "met reserves verband houdende passiva", worden gerapporteerd in de secties II tot en met IV van tabel 3 van bijlage II.

3. Statistieken betreffende de internationale investeringspositie

Doel

De internationale investeringsstatistieken beogen de opstelling van een overzicht op jaarbasis van de externe activa van het eurogebied als geheel met het oog op de analyse van het monetair beleid en de valutamarkt. Deze statistische gegevens kunnen tevens bijdragen tot de samenstelling van de betalingsbalansstromen.

Vereisten

Inzake de standen aan het einde van het kalenderjaar, vereist de ECB de opstelling van statistieken betreffende de internationale investeringspositie.

De gegevens betreffende de internationale investeringspositie komen zoveel mogelijk overeen met internationale normen (zie artikel 2, lid 3). De ECB stelt de internationale investeringspositie voor het eurogebied als geheel op. De uitsplitsing van de internationale investeringspositie voor het eurogebied is opgenomen in tabel 4 van bijlage II.

De ECB kan op kwartaalbasis posten vereisen die van bijzonder belang zijn voor de monetairebeleidsvoering, met name die posten in de rekening "Overige financiële transacties" die momenteel aan de BIB worden verstrekt ten behoeve van haar statistieken betreffende het internationale bankwezen.

De internationale investeringspositie omvat financiële standen aan het einde van de referentieperiode, gewaardeerd tegen prijzen aan het einde van de periode. Mutaties in de waarde van de standen zouden het gevolg kunnen zijn van de volgende factoren. Ten eerste, de mutaties in de waarde tijdens de referentieperiode zullen deels toe te schrijven zijn aan de financiële transacties die hebben plaatsgevonden en die zijn opgenomen in de betalingsbalans. Ten tweede, een deel van de mutaties in de posities aan het begin en aan het einde van een gegeven periode wordt veroorzaakt door prijsmutaties van de weergegeven financiële activa en passiva. Ten derde, ingeval de standen luiden in andere valuta's dan de voor de internationale investeringspositie gebruikte munteenheid, zullen mutaties in de wisselkoersen ten opzichte van andere valuta's ook de waarde beïnvloeden. Ten slotte zal enige andere verandering worden beschouwd als een gevolg van "overige aanpassingen", indien die verandering niet te wijten is aan voormelde factoren.

De afstemming tussen de financiële stromen en de standen van het eurogebied vereist dat mutaties in de waarde ten gevolge van prijs-, wisselkoersmutaties en overige aanpassingen afzonderlijk worden weergegeven.

De dekking van de internationale investeringspositie sluit zo nauw mogelijk aan bij die van de betalingsbalansstromen op kwartaalbasis. De begrippen, definities en uitsplitsingen stemmen overeen met die welke voor de betalingsbalansstromen op kwartaalbasis van toepassing zijn. De gegevens betreffende de internationale investeringspositie dienen zoveel mogelijk overeen te komen met andere statistieken zoals monetaire en bancaire statistieken, financiële rekeningen en nationale rekeningen.

Inzake de betalingsbalans op maand- en kwartaalbasis dienen NCB's in de statistieken betreffende de internationale investeringspositie een onderscheid te maken tussen aangehouden activa ten opzichte van deelnemende lidstaten en alle overige externe posities. In de effectenrekeningen is een onderscheid vereist tussen aangehouden effecten die door ingezetenen van het eurogebied zijn uitgegeven, en aangehouden effecten die door niet-ingezetenen van het eurogebied zijn uitgegeven. De statistiekensamenstelling inzake nettoactiva in effecten van het eurogebied vereist de aggregatie van gerapporteerde nettoactiva in door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten. De statistiekensamenstelling inzake nettopassiva in de effecten van het eurogebied vereist de consolidatie van netto totale nationale verplichtingen en netto aangehouden effecten, die door ingezetenen van het eurogebied zijn uitgegeven en gekocht.

Voor "directe investeringen", "effectenactiva" en "overige financiële transacties" dienen NCB's jaarlijks aangehouden activa met dezelfde sectorale uitsplitsing in te dienen.

Ten behoeve van de samenstelling door de ECB van een sectorale uitsplitsing van netto-effectenpassiva van het eurogebied, gelden voor NCB's inzake gegevens betreffende de internationale investeringspositie dezelfde vereisten als voor betalingsbalansstromen, onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 2, lid 5.

Effectenactiva en -passiva binnen de internationale investeringspositie worden uitsluitend uit standengegevens samengesteld.

BIJLAGE II

VEREISTE UITSPLITSINGEN

Tabel 1 Maandelijkse posten voor de betalingsbalans van het eurogebiedExtra: staat voor transacties met niet-ingezetenen van het eurogebied (voor effectenactiva en daarmee verband houdend inkomen betreft dit het ingezetenschap van de emittenten).

Intra: staat voor transacties tussen verschillende lidstaten van het eurogebied.

Nationaal: staat voor alle grensoverschrijdende transacties van ingezetenen van een deelnemende lidstaat (uitsluitend gebruikt in verband met passiva in het effectenverkeer en het nettosaldo van de financiële derivaten).

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2 Betalingsbalans van het eurogebied op kwartaalbasisExtra: staat voor transacties met niet-ingezetenen van het eurogebied (voor effectenactiva en daarmee verband houdend inkomen betreft dit het ingezetenschap van de emittenten).

Intra: staat voor transacties tussen verschillende lidstaten van het eurogebied.

Nationaal: staat voor alle grensoverschrijdende transacties van ingezetenen van een deelnemende lidstaat (uitsluitend gebruikt in verband met passiva in het effectenverkeer en het nettosaldo van de financiële derivaten).

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3 Internationale reserves van het Eurosysteem op maandbasis: met reserves verband houdende passiva van het eurogebied

I. Officiële reserves en overige activa in vreemde valuta (ongeveer marktwaarde)

A. Officiële reserves

1. Deviezenvoorraad (in converteerbare vreemde valuta's)

a) Effecten, waarvan:

- emittent met hoofdkantoor in het eurogebied

b) Totaal chartaal geld en deposito's bij:

i) andere nationale centrale banken, Bank voor Internationale Betalingen (BIB) en IMF

ii) banken met hoofdkwartier in het eurogebied en die zijn gevestigd buiten het eurogebied

iii) banken met hoofdkwartier buiten het eurogebied en die zijn gevestigd buiten het eurogebied

2. Reservepositie in het IMF

3. Bijzondere trekkingsrechten

4. Goud (met inbegrip van gouddeposito's en goudswaps)

5. Overige reserves

a) Financiële derivaten

b) Leningen aan niet-ingezetene niet-banken

c) Overige

B. Overige activa in vreemde valuta

a) Effecten die niet vallen onder de officiële reserves

b) Deposito's die niet vallen onder de officiële reserves

c) Leningen die niet vallen onder de officiële reserves

d) Financiële derivaten die niet vallen onder de officiële reserves

e) Goud dat niet valt onder de officiële reserves

f) Overige

II. Vaststaande netto kortetermijnaanspraken op activa in vreemde valuta (nominale waarde)

>PIC FILE= "L_2003131NL.003301.TIF">

III. Mogelijke netto kortetermijnaanspraken op activa in vreemde valuta (nominale waarde)

>PIC FILE= "L_2003131NL.003401.TIF">

>PIC FILE= "L_2003131NL.003501.TIF">

IV. Memorandumposten

1. Te rapporteren met standaardfrequentie en volgens de standaardtermijnen:

a) Kortlopende schuld in binnenlandse valuta geïndexeerd aan wisselkoersen

b) Financiële instrumenten luidende in vreemde valuta en met andere middelen verrekend (bijv. in binnenlandse valuta):

- Termijncontracten zonder mogelijkheid tot levering:

i) Short posities

ii) Long posities

- Overige instrumenten

c) Verpande activa:

- Opgenomen in reserves

- Opgenomen in overige activa in vreemde valuta

d) Geleende en uitgeleende effecten:

- Uitgeleend of als repo en opgenomen in sectie I

- Uitgeleend of als repo maar niet opgenomen in sectie I

- Geleend of aangekocht en opgenomen in sectie I

- Geleend of aangekocht maar niet opgenomen in sectie I

e) Financiële derivaten (netto, tegen marktwaarde):

- Termijncontracten

- Futures

- Swaps

- Opties

- Overige

f) Derivaten (termijn-, future- of optiecontracten) met margeverplichtingen, met een resterende looptijd van meer dan één jaar:

- Geaggregeerde short en long posities in termijncontracten en futures in vreemde valuta's ten opzichte van de binnenlandse valuta (met inbegrip van de "forward leg" van valuta-swaps):

i) Short posities

ii) Long posities

- Geaggregeerde short en long posities in opties in vreemde valuta's ten opzichte van de binnenlandse valuta:

i) Short posities:

- Gekochte puts

- Geschreven calls

ii) Long posities:

- Gekochte calls

- Geschreven puts

2. Minder frequent bekend te maken (bijv. eens per jaar):

a) Valutasamenstelling van reserves (naar groepen valuta's):

- Valuta's deel uitmakend van de SDR

- Valuta's niet deel uitmakend van de SDR

Tabel 4 Internationale investeringspositie van het eurogebied op jaarbasis

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Extra: staat voor transacties met niet-ingezetenen van het eurogebied (voor effectenactiva en daarmee verband houdend inkomen betreft dit het ingezetenschap van de emittenten).

Intra: staat voor transacties tussen verschillende lidstaten van het eurogebied.

Nationaal: staat voor alle grensoverschrijdende transacties van ingezetenen van een deelnemende lidstaat (uitsluitend gebruikt in verband met passiva in het effectenverkeer en het nettosaldo van de financiële derivaten).

BIJLAGE III

BEGRIPPEN EN DEFINITIES VOOR DE AAN DE EUROPESE CENTRALE BANK TE RAPPORTEREN BETALINGSBALANSSTATISTIEKEN EN STATISTIEKEN BETREFFENDE DE INTERNATIONALE INVESTERINGSPOSITIE EN HET TEMPLATE VAN DE INTERNATIONALE RESERVES

Voor de samenstelling van zinvolle geaggregeerde externe statistieken voor het eurogebied zijn begrippen en definities opgesteld inzake betalingsbalansstatistieken (inkomensrekening, vermogensoverdrachtenrekening en de financiële rekening), alsmede voor de statistieken betreffende de internationale investeringspositie en het template van de internationale reserves. Deze begrippen en definities zijn gebaseerd op het zogenoemde "Implementation Package" (juli 1996) en aanvullende documenten die de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft goedgekeurd. Bestaande internationale normen, zoals de vijfde editie van het Betalingsbalanshandboek (BPM5) van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en het IMF/Bank voor Internationale Betalingen (BIB) template "International Reserves and Foreign Currency Liquidity", dienden als referentie voor de opstelling van deze begrippen en definities. De belangrijkste harmonisatievoorstellen worden hieronder vermeld, overeenkomstig de methodologische notities van de ECB inzake de "Betalingsbalans en de internationale investeringspositie van het eurogebied (met inbegrip van reserves)", die zijn gepubliceerd op haar website http://www.ecb.int. Voorts wordt verwezen naar de hoofdstukken 2 en 3 van de ECB-publicatie "Statistische methodes van de Europese Unie inzake de betalingsbalans/internationale investeringspositie" (het "B.o.p.-boek"), dat jaarlijks wordt herzien en zowel op de website als in de papieren versie beschikbaar is.

1. Begrippen en definities van bepaalde posten

1.1. Inkomens uit beleggingen en investeringen (zie eveneens het B.o.p.-boek, hoofdstuk 3.4)

Inkomens uit beleggingen en investeringen omvatten inkomen uit door een ingezetene van het eurogebied aangehouden financieel activum van buiten het eurogebied (ontvangsten) en, parallel daaraan, inkomen uit door een niet-ingezetene van het eurogebied aangehouden financieel activum van het eurogebied (uitgaven). Winsten en verliezen op (kapitaal)bezit, die afzonderlijk kunnen worden vastgesteld, worden niet ingedeeld als inkomen uit beleggingen en investeringen, maar als waardeveranderingen van investeringen ten gevolge van marktprijsontwikkelingen.

Inkomens uit beleggingen en investeringen omvatten inkomen uit directe investeringen, effectenverkeer, overige investeringen in financiële instrumenten en de reserves van het Eurosysteem. Nettostromen in verband met rentederivaten worden in de financiële rekening evenwel onder "Financiële derivaten" geboekt. Herinvestering van winsten wordt onder "Inkomen uit directe investeringen" geboekt. Het betreft het aandeel van de directe investeerder in de totale geconsolideerde winst in de betrokken referentieperiode (na belastingen, interest en afschrijvingen), behaald door de directe-investeringsonderneming, minus de in de referentieperiode verschuldigde dividenden, zelfs indien deze dividenden verband houden met in voorgaande periodes behaalde winsten.

De vereisten voor de maand- en kwartaalgegevens inzake de betalingsbalans zijn nagenoeg identiek aan de IMF Standard Components zoals vastgelegd in het BPM5. Het belangrijkste verschil is dat de ECB geen uitsplitsing vereist voor inkomen uit directe investeringen in aandelen in uitgekeerde en ingehouden winsten.

Rente-inkomen wordt toegerekend aan de periode waarop het betrekking heeft (zulks is niet vereist voor maandgegevens). Dividenden worden geboekt vanaf de datum waarop zij verschuldigd zijn. Herinvestering van winsten dient te worden geboekt in de periode waarin de winsten werden behaald.

1.2. Vermogensoverdrachtenrekening (zie eveneens het B.o.p.-boek, hoofdstuk 3.6)

De vermogensoverdrachtenrekening omvat vermogensoverdrachten en de aankoop/verkoop van niet-geproduceerde, niet-financiële activa. Lopende overdrachten dienen te worden opgenomen in de lopende rekening. Vermogensoverdrachten omvatten i) eigendomsoverdrachten van vaste activa; ii) overboekingen van middelen in verband met, dan wel afhankelijk van de aan- of verkoop van vaste activa; iii) het om niet kwijtschelden van schulden door crediteuren. Vermogensoverdrachten geschieden contant of in natura (zoals het afstand doen van een vorderingsrecht). Het onderscheid tussen lopende overdrachten en vermogensoverdrachten hangt in de praktijk af van de aanwending van de overdracht door het land van bestemming. Aan- of verkoop van niet-geproduceerde, niet-financiële activa omvat voornamelijk immateriële activa zoals octrooien, leases of andere overdraagbare contracten. Slechts de aan- of verkoop van dergelijke activa, en niet hun gebruik, dient onder deze post van de vermogensoverdrachtenrekening te worden geboekt.

In tegenstelling tot de IMF-standaardcomponenten van de vermogensoverdrachtenrekening die bestaan uit een sectorale uitsplitsing naar de posten "Overheid" en "Overige sectoren" (met vervolgens een verdere uitsplitsing), stelt de ECB evenwel een "lump-sum"-vermogensoverdrachtenrekening samen, zonder verdere uitsplitsing.

1.3. Directe investeringen (zie tevens het B.o.p.-boek,. hoofdstuk 3.7)

Directe investeringen is een categorie van internationale investeringen die het doel weerspiegelt, dat een ingezetene entiteit in een economie het doel heeft om een duurzaam belang te verwerven in een in een andere economie ingezeten onderneming. Binnen het kader van de betalingsbalans/de internationale investeringspositie van het eurogebied, wordt overeenkomstig internationale normen (IMF) uit het "10 %-eigendom criterium" een directe-investeringsrelatie afgeleid, d.w.z. het bestaan van een duurzaam belang afgeleid. Op basis van dit criterium kan een directe-investeringsrelatie bestaan tussen een aantal verbonden ondernemingen, ongeacht het feit of het verband één keten of meerdere omvat. De relatie kan zich uitstrekken tot dochterondernemingen van de directe-investeringsonderneming, dochters van dochterondernemingen en partnerondernemingen. Eens dat de directe investering vaststaat, worden alle daaruit voortvloeiende financiële stromen/deelnemingen tussen/ten opzichte van de gelieerde entiteiten geboekt als transacties/posities in verband met directe investeringen(1).

Conform de IMF-normen en de Eurostat/OESO-richtlijnen worden directe-investeringsrelaties volgens het "directioneel"-principe geboekt, dat wil zeggen dat de financiële transacties tussen de directe investeerder-ingezetene van het eurogebied en de niet-ingezeten directe-investeringsondernemingen worden ingedeeld als "Directe investeringen buitenland". Parallel daaraan worden de financiële transacties tussen ingezeten directe-investeringsondernemingen en directe investeerders-niet-ingezetenen van het eurogebied ingedeeld onder de post "Directe investeringen in de rapporterende economie" van de betalingsbalans van het eurogebied.

De componenten van directe investeringen zijn aandelenkapitaal, herinvestering van winsten en "Overige financiële activa" die verband houden met diverse schuldoperaties tussen ondernemingen. Aandelenkapitaal omvat aandelen in bijkantoren, alsmede alle aandelen in dochter- en partnerondernemingen. Herinvestering van winsten bestaat uit de compenserende boekingspost voor het aandeel van de directe investeerder in winsten die door dochter- of partnerondernemingen niet als dividenden zijn uitgekeerd, alsmede uit winsten van bijkantoren die niet aan de directe investeerder zijn geremitteerd en die zijn geboekt onder "Inkomens uit beleggingen en investeringen". "Overige financiële activa" omvat alle financiële operaties tussen gelieerde bedrijven (lenen en uitlenen van middelen) - met inbegrip van schuldbewijzen en leverancierskredieten (d.w.z. handelskredieten) - tussen directe investeerders en dochterondernemingen, bijkantoren en partnerondernemingen.

Inzake de waardering van standen van directe investeringen wordt de toepassing van marktprijzen internationaal aanbevolen. Vanwege praktische problemen, passen samenstellers momenteel evenwel boekwaardes toe op basis van de omvang van het eigen vermogen van de betrokken bedrijven. De criteria voor de waardering van standen van directe investeringen binnen het kader van de internationale investeringspositie van het eurogebied zijn de beursprijs voor genoteerde bedrijven, terwijl niet-genoteerde bedrijven worden gewaardeerd op basis van hun eigen vermogen (d.w.z. de boekwaarde) met behulp van een gemeenschappelijke definitie die de volgende boekhoudposten omvat:

i) volgestort kapitaal (met uitzondering van eigen aandelen en met inbegrip van agioreserves);

ii) alle soorten reserves (met inbegrip van investeringssubsidies, indien richtlijnen voor de administratieve verwerking deze als bedrijfsreserves beschouwen) en

iii) niet-uitgekeerde winsten minus verliezen (met inbegrip van het resultaat voor het lopende jaar).

1.4. Effectenverkeer (zie tevens het B.o.p.-boek, hoofdstuk 3.8)

De effectenrekening van het eurogebied omvat i) aandelen en ii) schuldbewijzen in de vorm van obligaties, notes en geldmarktinstrumenten, tenzij deze worden ingedeeld als hetzij directe investeringen, hetzij als reserves. Financiële derivaten, alsook repo's en effecten-uitleen vallen niet onder effectenverkeer.

De post "Aandelen" omvat alle instrumenten die een vordering vertegenwoordigen op de resterende waarde van ondernemingen met rechtspersoonlijkheid nadat de vorderingen van alle crediteuren zijn voldaan. Aandelen of preferente aandelen, participatiebewijzen of soortgelijke instrumenten duiden op een vorm van aandelenvermogen. Ook transacties in en het bezit van aandelen in instellingen voor collectieve belegging, bijvoorbeeld beleggingsfondsen, vallen onder deze rubriek.

Obligaties en notes zijn effecten met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar die de houder ervan normaliter i) het onvoorwaardelijke recht geven op een vast geldelijk inkomen of contractueel vastgelegd variabel geldelijk inkomen (de rentebetaling staat los van de winst van de debiteur), en ii) het onvoorwaardelijke recht op een vast bedrag als terugbetaling van de hoofdsom op een bepaalde datum of op bepaalde data.

In tegenstelling tot obligaties en notes zijn geldmarktinstrumenten effecten die worden uitgegeven met een oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar. Doorgaans geven zij de houder ervan het onvoorwaardelijke recht op een welbepaald vast bedrag op een van tevoren vastgestelde datum. Dergelijke instrumenten worden meestal op georganiseerde markten met disconto verhandeld; het disconto is afhankelijk van de rentevoet en de resterende looptijd.

De ECB heeft in juni 2002 het verslag van de Task Force on Portfolio Investment Data Collection Systems gepubliceerd. Er werd grondig onderzoek verricht naar de noodzaak en het potentiële voordeel van een gefaseerde harmonisatie van verzamelsystemen inzake het effectenverkeer. De vermelde bevindingen inzake gegevensverzamelmodellen lopen uitéén van adequaat ("ideaal", "goed" of "aanvaardbaar") tot inadequaat ("niet-aanvaardbaar") en beogen tevens de merites (met name inzake "effectsgewijze rapportage" ("security-by-security reporting") en de kosten van de modellen vanuit kwaliteitsoogpunt te beoordelen. Deelnemende lidstaten zijn overeengekomen om met ingang van 1 januari 2005 een adequaat gegevensverzamelsysteem in te voeren. Eén lidstaat heeft ten aanzien van het schema voor het verzamelen van effectengegevens een voorbehoud aangetekend.

Effectentransacties worden in de betalingsbalans van het eurogebied opgenomen wanneer crediteuren of debiteuren van het eurogebied de vordering of de schuld boeken. Transacties worden geboekt tegen de werkelijk ontvangen of betaalde prijs onder aftrek van commissie en kosten. Voor effecten met coupons wordt derhalve na de laatste rentebetaling de lopende rente opgenomen en voor met disconto uitgegeven effecten wordt de sedert de uitgifte gecumuleerde rente opgenomen. Lopende rente dient te worden opgenomen voor de financiële rekening van de betalingsbalans op kwartaalbasis en de internationale investeringspositie; voor de maandelijkse betalingsbalans wordt dezelfde behandeling aangemoedigd; deze boekingen in betalingsbalans op kwartaalbasis (en in de maandelijkse betalingsbalans) vereisen compenserende boekingsposten in de respectieve inkomensrekening.

1.5. Financiële derivaten (zie eveneens het B.o.p.-boek, hoofdstuk 3.9)

Financiële derivaten zijn aan specifieke financiële instrumenten, indicatoren of goederen gekoppelde financiële instrumenten, aan de hand waarvan bepaalde financiële risico's als dusdanig op financiële markten kunnen worden verhandeld. Transacties in financiële derivaten worden behandeld als afzonderlijke transacties en niet als integrale onderdelen van de waarde van de onderliggende transacties waaraan ze eventueel gekoppeld zijn.

Transacties en posities in opties, futures, swaps, valutatermijncontracten, kredietderivaten en verankerde derivaten worden opgenomen in de betalingsbalans, de internationale reserves en de internationale investeringspositie. Om praktische redenen wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verankerde derivaten en het onderliggende instrument waaraan ze gekoppeld zijn.

Internationaal is men het erover eens dat de aan rentederivaten verbonden nettostromen dienen te worden geboekt als financiële derivaten, niet als inkomen uit beleggingen en investeringen. De indeling van specifieke instrumenten van kredietderivaten dient per geval te worden beslist.

Initiële margestortingen worden beschouwd als mutaties in deposito's en moeten, indien ze identificeerbaar zijn, worden opgenomen in de rekening "Overige financiële transacties". De verwerking van variatiemargestortingen hangt af van de vorm van de variatiemarge: Initiële margestortingen met het karakter van een optie worden in beginsel beschouwd als mutaties in deposito's en moeten, indien ze identificeerbaar zijn, worden opgenomen in de rekening "Overige financiële transacties". Variatiemarges met het karakter van futures worden in beginsel beschouwd als transacties in derivaten en moeten worden opgenomen onder "Financiële derivaten".

Voor opties moet de volledige premie (d.w.z. de aan/verkoopprijs van de opties en de impliciete commissie) worden opgenomen.

De waardering van financiële derivaten moet geschieden op basis van de actuele marktwaarde.

De opname van transacties in financiële derivaten vindt plaats wanneer de crediteur en de debiteur de vordering, respectievelijk de schuld boeken. Omdat het in de praktijk moeilijk is een onderscheid te maken tussen activa- en passivastromen voor sommige derivateninstrumenten, worden alle transacties in financiële derivaten in de betalingsbalans van het eurogebied op nettobasis geboekt. Activa- en passivaposities uit hoofde van financiële derivaten worden in de statistieken inzake de internationale investeringspositie op brutobasis opgenomen, met uitzondering van de financiële derivaten die tot de reserves behoren; deze worden op nettobasis opgenomen.

1.6. Overige financiële transacties (zie eveneens het B.o.p.-boek, hoofdstuk 3.10)

"Overige financiële transacties" wordt gedefinieerd als een restcategorie waartoe alle financiële transacties behoren die niet gerekend worden tot directe investeringen, effectenverkeer, financiële derivaten of reservecategorieën.

"Overige financiële transacties" bestaat uit handelskredieten, leningen/chartaal geld en deposito's en overige activa/passiva. Het omvat eveneens de compenserende boekingsposten voor transitorische activa inzake onder overige financiële transacties ingedeelde instrumenten.

Handelskrediet bestaat uit vorderingen of schulden uit directe kredietverlening door leveranciers of klanten uit het eurogebied voor transacties in goederen en diensten, en voorschotten voor werk in uitvoering (of uit te voeren werk) in verband met dergelijke transacties.

Leningen/valuta en deposito's omvatten transacties in/bezit van de volgende financiële instrumenten: leningen, d.w.z. financiële activa gecreëerd door middel van door een crediteur (geldgever) aan een debiteur (geldnemer) verstrekte directe leningen op basis van een overeenkomst krachtens welke de geldgever hetzij geen zekerheid ontvangt of een niet-verhandelbaar document of instrument, repoachtige transacties, valuta en deposito's. Zulks omvat onder andere leningen ter financiering van handelstransacties, andere leningen en voorschotten (met inbegrip van hypotheken) en financiële leases.

Alle repoachtige operaties, d.w.z. repo-overeenkomsten, verkoop/terugkoop-operaties en effectenuitleen, worden in de betalingsbalans/internationale investeringspositie van het eurogebied behandeld als leningen tegen onderpand en niet als rechtstreekse aan/verkopen van effecten. Deze operaties worden onder "Overige financiële transacties" geboekt en zulks binnen de ingezeten sector van het eurogebied dat de operatie uitvoert. Deze behandeling beoogt de economische beweegredenen van deze financiële instrumenten te verduidelijken en strookt tevens met de accountingpraktijk van banken en andere financiële ondernemingen.

"Overige activa/passiva" omvat alle posten, behalve handelskredieten, leningen en valuta en deposito's.

De sector van het eurogebied "Eurosysteem" in "Overige financiële transacties" omvat nettoposities van het Eurosysteem bij nationale centrale banken (NCB's) van niet-deelnemende lidstaten in verband met de werking van het TARGET-systeem. Deze in euro luidende saldi/rekeningen binnen het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) zijn vergelijkbaar met mutaties in nostro/vostro-rekeningen van monetaire financiële instellingen (MFI's) en worden derhalve aan de ECB op nettobasis onder passiva gerapporteerd.

De beginselen "eigendomsoverdracht", "vereveningstijdstip" en "betalingstijdstip" voldoen aan de IMF-normen.

In vergelijking met de BPM5-standaardcomponenten wordt de presentatie van de categorie "Overige financiële transacties" van de betalingsbalans van het eurogebied vereenvoudigd, doordat het verschil tussen leningen en deposito's aan beide zijden van de balans en de uitsplitsing naar looptijd voor de betalingsbalansstatistieken op kwartaalbasis wegvallen. De presentatie van de uitsplitsing verschilt eveneens (d.w.z. sector als eerste prioriteit). Deze sectorale uitsplitsing is verenigbaar met, maar niet geheel dezelfde als die van het BPM5, dat allereerst volgens instrument indeelt. Inzake de gegevens voor de maandelijkse betalingsbalans is een onderscheid tussen kortetermijn- en langetermijnstromen in de MFI-sector vereist.

1.7. Reserves (zie eveneens het B.o.p.-boek, hoofdstuk 3.11)

De reserves van het eurogebied bestaan uit de reserves van het Eurosysteem, d.w.z. de reserves van de ECB en de NCB's.

Reserves moeten i) onder effectief toezicht staan van de betrokken monetaire autoriteit van het Eurosysteem of een NCB en ii) zeer liquide, verhandelbare en kredietwaardige vorderingen zijn die het Eurosysteem aanhoudt ten opzichte van niet-ingezetenen van het eurogebied en die luiden in andere valuta dan de euro, goud, reserveposities in het IMF of speciale trekkingsrechten (SDR's).

Deze definitie sluit expliciet uit, dat in buitenlandse valuta luidende vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, en in euro luidende vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, op nationaal niveau of op het niveau van het eurogebied worden beschouwd als reserves. Overeenkomstig de institutionele bepalingen in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zijn deviezenposities van overheden en/of de schatkist evenmin in de definitie van reserves voor het eurogebied opgenomen.

ECB-reserves zijn activa die overeenkomstig artikel 30 van de statuten van het ESCB zijn ingebracht. Derhalve worden zij geacht onder de directe en effectieve controle van de ECB te staan. Zolang geen verdere eigendomsoverdracht plaatsvindt, staan de door de NCB's aangehouden reserves onder hun directe en effectieve controle en worden behandeld als reserves van iedere onderscheiden NCB.

De presentatie van de transacties met de internationale reserves van het Eurosysteem vermeldt een totaalcijfer voor maandelijkse transacties. Aanvullende details inzake de transacties van het Eurosysteem in goud, deviezen, aangehouden SDR's en de reservepositie in het IMF zijn op kwartaalbasis beschikbaar overeenkomstig BPM5-standaardcomponenten. Overeenkomstig de recente IMF-aanbeveling terzake wordt een aparte categorie voor financiële derivaten gepresenteerd.

De reserves van het Eurosysteem worden op brutobasis samengesteld zonder verrekening van met verplichtingen verband houdende reserves (met uitzondering van in de subcategorie "Financiële derivaten" opgenomen reserves, waarvoor een nettoverantwoording geldt).

De waardering wordt gebaseerd op marktprijzen door toepassing i) voor transacties, van de marktprijzen die gelden op het moment van de transactie, en ii) voor aangehouden reserves, van de slotwisselkoersen (middenkoersen) die op einde van de desbetreffende referentieperiode van toepassing waren. Ten tijde van de transactie geldende wisselkoersen en slotwisselkoersen (middenkoersen) zoals op het einde van de desbetreffende referentieperiode, worden toegepast bij de conversie in euro van transacties en in vreemde valuta luidende activa.

Inkomen uit reserves moet zonder verder onderscheid minstens eenmaal per kwartaal op basis van periodetoerekening worden geboekt onder de post "Overige financiële transacties" van de rekening "Inkomens uit beleggingen en investeringen", met inbegrip van rente-inkomen uit schuldbewijzen die deel uitmaken van de reserves.

Het idee dat bruikbare reserves een belangrijkere aanwijzing vormen voor het vermogen van een land om aan zijn deviezenverplichtingen te voldoen dan de brutoreserves die in de betalingsbalansstatistieken en de statistieken betreffende de internationale investeringspositie worden aangegeven, heeft aan belang gewonnen en is in de "Special Data Dissemination Standard" van het IMF opgenomen. Om de bruikbare reserves te berekenen, moeten de gegevens betreffende de brutoreserves worden aangevuld met informatie over andere activa in vreemde valuta en met reserves verband houdende passiva. Daarom worden maandelijkse gegevens over (bruto)reserves van het Eurosysteem aangevuld met informatie betreffende overige activa in vreemde valuta, alsmede vaststaande en mogelijke nettokortetermijnaanspraken op de brutoreserves, die worden ingedeeld naar resterende looptijd. Bovendien wordt, met een vertraging van een kwartaal, eveneens een valuta-uitsplitsing vereist tussen brutoreserves luidende in SDR-valuta's (totaal) en andere valuta's (totaal).

Wat betreft specifieke posten, dient monetair goud in alle omkeerbare goudtransacties (goudswaps, repo's, leningen en deposito's) onveranderd te blijven. Repo-transacties in effecten in vreemde valuta verhogen het totaalbedrag van de reserves van de inlenende NCB, aangezien de desbetreffende bij een repo betrokken effecten op de balans blijven staan; in het geval van repo's met wederinkoop registreert de uitlenende monetaire autoriteit geen mutatie in het totaalbedrag van de reserves, indien de niet-ingezeten tegenpartij een andere monetaire autoriteit of financiële instelling is, omdat de vordering op de inlenende instelling dan als een reserve wordt beschouwd.

Tabel 5 Grondgebied behorende tot, dan wel landen geassocieerd met lidstaten van het eurogebied

Grondgebied dat deel uitmaakt van het eurogebied

- Helgoland: Duitsland

- De Balearen, de Canarische eilanden, Ceuta en Melilla: Spanje,

- Monaco, Franse overzeese departmenten (Guadeloupe, Guyana, Martinique en Réunion), Saint Pierre en Miquelon, Mayotte: Frankrijk

- Madeira, de Azoren: Portugal

- De Ålandseilanden: Finland

Grondgebied geassocieerd met lidstaten van het eurogebied dat moet worden opgenomen in de rest van de wereld

- Büsingen (niet Duitsland)

- Andorra (noch Spanje, noch Frankrijk)

- De Nederlandse Antillen en Aruba (niet Nederland)

- Franse gebieden overzee (Frans Polynesië, Nieuw-Caledonië en Wallis en Futuna) (niet Frankrijk)

- San Marino en Vaticaanstad (niet Italië).

2. Implementatiemethoden voor geografische allocatie

Problemen bij de samenstelling van geografisch uitgesplitste betalingsbalansstatistieken en statistieken betreffende de internationale investeringspositie worden stapsgewijze opgelost. Daarbij wordt in drie stappen voldaan aan gegevensvereisten, die steeds zwaarder worden. Bijzonder belangrijk zijn de posten "Effectenverkeer", "Inkomens uit beleggingen en investeringen" en "Financiële derivaten".

2.1. Algemene benadering (van toepassing op alle rekeningen van de betalingsbalans en de internationale investeringspositie - de uitzonderingen worden hieronder genoemd)

Stap 1

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: optelling van nationale totale nettotransacties/posities.

Geïmplementeerd sinds 1999 voor de internationale investeringsposities.

Stap 2

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: afzonderlijke optelling van transacties/posities met niet-ingezetenen voor ontvangsten en uitgaven of nettoactiva en nettopassiva (betalingsbalans)/activa en passiva (internationale investeringspositie).

Gegevensvereisten op NCB-niveau: afzonderlijke identificatie van transacties/posities tussen ingezetenen van het eurogebied en niet-ingezetenen van het eurogebied.

Sinds januari 1999 geïmplementeerd voor de betalingsbalans.

Sinds eind september 2002 geïmplementeerd voor de internationale investeringspositie.

Stap 3

Samenstelling op het niveau van het eurogebied en gegevensvereisten op NCB-niveau: zoals in stap 2, met toevoeging van een geografische uitsplitsing (zie tabel 6) binnen transacties/posities van buiten het eurogebied. Stap 3 is alleen noodzakelijk voor statistieken betreffende de betalingsbalans en de internationale investeringspositie op kwartaalbasis.

Gegevensvereisten op NCB-niveau: afzonderlijke identificatie van transacties/posities tussen ingezetenen van het eurogebied en ingezetenen van landen op de overeengekomen lijst van tegenpartijen, i.e. landen/regio's in tabel 6.

Tijdslimiet voor de implementatie voor de betalingsbalans op kwartaalbasis: eind juni 2004 - gegevens die betrekking hebben op het eerste kwartaal van 2003.

Tijdslimiet voor de implementatie voor de internationale investeringspositie: eind september 2004 - gegevens die betrekking hebben op eind 2002 en eind 2003.

2.2. Rekening betreffende het effectenverkeer

Stap 1

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: optelling van nationale totale netto-effectentransacties/posities.

Geïmplementeerd sinds 1999 voor de internationale investeringspositie.

Stap 2

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: optelling van nettotransacties/posities in door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten voor effectenactiva. Consolidatie van nettotransacties/posities in totale nationale passiva en in transacties/posities in door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven en gekochte effecten voor effectenpassiva.

Gegevensvereisten op NCB-niveau: transacties/posities in effectenactiva, uitgesplitst naar transacties/posities in door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven eurogebied-effecten, en andere effecten. Daartoe is het noodzakelijk de emittent (debiteur) van de effecten te identificeren, teneinde vast te stellen of deze al dan niet ingezetene is van het eurogebied. Voor transacties/posities in effectenpassiva zijn slechts nationale totale nettocijfers vereist.

Effectenposities binnen de internationale investeringspositie worden uitsluitend samengesteld op basis van gegevensstanden van aandelenbezit aan het einde van het jaar en van door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven kort- en langlopende schuldbewijzen. Daarbij wordt voordeel behaald uit het feit dat de gegevensvereisten van de ECB volledig in overeenstemming zijn met de deelname aan het Co-ordinated Portfolio Investment Survey van het IMF.

Geïmplementeerd sinds januari 1999 voor effectentransacties.

Geïmplementeerd sinds eind september 2002 voor effectenstanden.

Stap 3

Samenstelling op het niveau van het eurogebied en gegevensvereisten op NCB-niveau: zoals in stap 2, met toevoeging van een geografische uitsplitsing (zie tabel 6) binnen transacties/posities van buiten het eurogebied aan de actiefzijde. Voor de passiefzijde wordt geen geografische uitsplitsing naar transacties/posities van buiten het eurogebied verlangd. Stap 3 geldt alleen voor de transactiestatistieken op kwartaalbasis en voor de positiestatistieken op jaarbasis.

Gegevensvereisten op NCB-niveau: afzonderlijke identificatie van activa in effectentransacties/posities tussen ingezetenen van het eurogebied en ingezetenen van de landen op de overeengekomen lijst van tegenpartijen, i.e. landen/regio's in tabel 6.

Tijdslimiet voor de implementatie voor effectentransacties op kwartaalbasis: eind juni 2004 - gegevens die betrekking hebben op het eerste kwartaal van 2003.

Tijdslimiet voor de implementatie voor effectenposities (slechts actiefzijde): eind september 2004 - gegevens die betrekking hebben op eind 2002 en eind 2003.

2.3. Rekening betreffende inkomens uit beleggingen en investeringen

Stap 1

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: optelling van nationale totale nettotransacties inzake inkomens uit beleggingen en investeringen.

Stap 2

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: optelling van inkomensontvangsten uit door niet-ingezetenen uitgegeven effectenactiva. Consolidatie van uitgaven afgeleid uit de totale nationale nettoverplichtingen en ontvangsten uit door ingezetenen van de deelnemende lidstaten uitgegeven effecten.

Gegevensvereisten op NCB-niveau: ontvangsten van inkomens uit beleggingen en investeringen, uitgesplitst naar transacties afgeleid uit door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten en uit door ingezetenen van andere landen uitgegeven effecten. Daartoe is het noodzakelijk de emittent (debiteur) van het effect te identificeren, teneinde vast te stellen of deze al dan niet ingezetene is van het eurogebied. Voor uit effectenpassiva afgeleide uitgaven zijn enkel nationale totalen vereist.

Geïmplementeerd sinds januari 2000.

Stap 3

Samenstelling op het niveau van het eurogebied en gegevensvereisten op NCB-niveau: zoals in stap 2, met toevoeging van een geografische uitsplitsing binnen ontvangsten van buiten het eurogebied. Voor de debetzijde wordt geen geografische uitsplitsing naar ontvangsten van buiten het eurogebied verlangd. Stap 3 is alleen noodzakelijk voor kwartaalstatistieken betreffende de betalingsbalans.

Gegevensvereisten op NCB-niveau: aparte identificatie van ontvangsten uit transacties inzake inkomens uit beleggingen en investeringen, tussen ingezetenen van het eurogebied en ingezetenen van de landen op de overeengekomen lijst van tegenpartijen, i.e. landen/regio's in tabel 6.

Tijdslimiet voor de implementatie betreffende transacties op kwartaalbasis inzake inkomens uit beleggingen en investeringen: eind juni 2004 - gegevens die betrekking hebben op het eerste kwartaal van 2003.

2.4. Financiële derivaten

Transacties

Stap 1

De vereisten inzake transacties in financiële derivaten met niet-ingezetenen van het eurogebied als tegenpartij omvatten slechts een nettopresentatie van deze post.

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: optelling van nationale totale nettotransacties/posities in financiële derivaten.

Posities

Stap 1

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: optelling van nationale totale nettoposities in financiële derivaten.

Geïmplementeerd sinds 1999.

Stap 2

Samenstelling op het niveau van het eurogebied: afzonderlijke optelling aan actief- en passiefzijde van de nettoposities in financiële derivaten bij niet-ingezetenen.

Gegevensvereisten op NCB-niveau: afzonderlijke identificatie van posities tussen ingezetenen van het eurogebied en posities bij niet-ingezetenen van het eurogebied op grond van de marktlocatie, waar zulks relevant is, of de feitelijke tegenpartij voor OTC-financiële derivaten.

Geïmplementeerd sinds eind september 2002.

Stap 3

Een geografische uitsplitsing binnen de posities, in financiële derivaten, van buiten het eurogebied is niet vereist.

Tabel 6 Geografische uitsplitsing van de ECB voor betalingsbalansstromen op kwartaalbasis en gegevens inzake de internationale investeringspositie op jaarbasis

- Denemarken

- Zweden

- Verenigd Koninkrijk

- Instellingen van de Europese Unie

- "Toetredende landen" (d.w.z. Cyprus, de Tsjechische Republiek, Estland, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije en Slovenië)(2)

- Zwitserland

- Canada

- Verenigde Staten

- Japan

- Offshorecentra(3)

- Internationale organisaties(4),(5)

- Rest van de wereld (d.w.z. landen en organisaties buiten het eurogebied, niet genoemd in de lijst)(6).

3. Indeling naar institutionele sector in de aggregaten van het eurogebied (Zie tevens het B.o.p.-boek, hoofdstuk 3.1.6)

De sectorale uitsplitsing van aggregaten van het eurogebied omvat monetaire autoriteiten, overheid, MFI's en overige sectoren van het eurogebied.

Monetaire autoriteiten

De sector "Monetaire autoriteiten" in de statistieken van het eurogebied bestaat uit het Eurosysteem.

Overheid

De sector "Overheid" in de statistieken van het eurogebied strookt met de definitie van deze sector in SNR 93 en ESR 95 en omvat derhalve de volgende eenheden:

- Centrale overheid

- Deelstaatoverheid

- Lokale overheid

- Socialeverzekeringsinstellingen.

MFI's met uitzondering van monetaire autoriteiten

Deze "MFI's met uitzondering van monetaire autoriteiten"-sector komt overeen met de MFI-sector voor de monetaire en bancaire statistieken (met uitzondering van monetaire autoriteiten). Deze omvat:

i) kredietinstellingen zoals deze in de communautaire wetgeving zijn gedefinieerd, dat wil zeggen als ondernemingen die deposito's of andere terugbetaalbare gelden van het publiek ontvangen (met inbegrip van de opbrengsten uit de verkoop van bankbrieven aan het publiek) en kredieten voor eigen rekening verstrekken, alsmede

ii) alle overige ingezeten financiële instellingen die deposito's en/of nauwe substituten voor deposito's ontvangen van andere entiteiten dan MFI's, en voor eigen rekening (althans in economische termen) kredieten verstrekken en/of beleggen in effecten.

Overige sectoren

De categorie "Overige sectoren" in de statistieken van het eurogebied omvat een verscheidenheid aan institutionele eenheden, voornamelijk:

i) overige financiële instellingen die niet onder de definitie van MFI vallen, zoals instellingen voor collectieve belegging die niet als geldmarktfondsen worden beschouwd, beleggingsinstellingen die investeren in onroerend goed, effectenmakelaars, hypotheekverstrekkende instellingen, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en financiële hulpbedrijven, alsmede

ii) niet-financiële instellingen, zoals publiek- en privaatrechtelijke niet-financiële vennootschappen, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens, en huishoudens.

Niet-MFI's

De "Niet-MFI's-sectoren"-categorie van de statistieken voor het eurogebied omvat de sectoren i) "Overheid" en ii) "Overige sectoren".

Tabel 7 Lijst van offshorecentra voor de geografische uitsplitsing van de ECB voor betalingsbalansstromen op kwartaalbasis en gegevens inzake de internationale investeringspositie op jaarbasis

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 8 Lijst van internationale organisaties(7) voor de geografische uitsplitsing van de ECB voor betalingsbalansstromen op kwartaalbasis en gegevens inzake de internationale investeringspositie op jaarbasis

1. Instellingen van de Europese Unie

1.1. Belangrijkste instellingen, organen en lichamen van de Europese Unie (met uitzondering van de ECB)

EIB (Europese Investeringsbank)

EC (Europese Commissie)

EOF (Europees Ontwikkelingsfonds)

EIF (Europees Investeringsfonds)

1.2. Andere instellingen, organen en lichamen van de Europese Unie die worden bekostigd uit de algemene begroting

Europees Parlement

Raad van de Europese Unie

Hof van Justitie

Europese Rekenkamer

Europees Economisch en Sociaal Comité

Comité van de Regio's

2. Internationale organisaties

2.1. Internationale monetaire organisaties

IMF (Internationaal Monetair Fonds)

BIB (Bank voor Internationale Betalingen)

2.2. Internationale niet-monetaire organisaties

2.2.1. Belangrijkste organisaties van de Verenigde Naties

WTO (Wereldhandelsorganisatie)

IBHO (Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling)

IDA (Internationale Ontwikkelingsassociatie)

2.2.2. Andere organisaties van de Verenigde Naties

Unesco (Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur)

FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties)

WHO (Wereldgezondheidsorganisatie)

IFAD (Internationaal Fonds voor Agrarische Ontwikkeling)

IFC (Internationale Financieringsmaatschappij)

MIGA (Multilaterale Agentschap voor Investeringsgaranties)

Unicef (Kinderfonds van de Verenigde Naties)

UNHCR (Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen)

UNRWA (Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen)

IAEA (Internationale Organisatie voor Atoomenergie)

IAO (Internationale Arbeidsorganisatie)

ITU (Internationale Telecommunicatie-Unie)

2.2.3. Andere belangrijke instellingen, organen en lichamen (met uitzondering van de ECB)

OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling)

IADB (Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank)

AfDB (Afrikaanse Ontwikkelingsbank)

AsDB (Aziatische Ontwikkelingsbank)

EBWO (Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling)

IAI (Inter-Amerikaanse Investeringsmaatschappij)

NIB (Noordse Investeringsbank)

IBEC (Internationale Bank voor Economische Samenwerking)

IIB (Internationale Investeringsbank)

CDB (Caribische Ontwikkelingsbank)

AMF (Arabisch Monetair Fonds)

BADEA (Arabische Bank voor Economische Ontwikkeling Afrika)

CASDB (Ontwikkelingsbank voor Centraal-Afrikaanse Staten)

Afrikaans Ontwikkelingsfonds

Aziatisch Ontwikkelingsfonds

Fonds spécial unifié de développement

CABEI (Midden-Amerikaanse Bank voor Economische Integratie)

ADC (Andes-Ontwikkelingsmaatschappij)

2.2.4. Andere internationale organisaties

NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)

Raad van Europa

ICRK (Internationaal Comité van het Rode Kruis)

ESA (Europees Ruimteagentschap)

EOB (Europees Octrooibureau)

Eurocontrol (Europese Organisatie voor de Veiligheid van de Luchtvaart)

Eutelsat (Europese Organisatie voor Telecommunicatiesatellieten)

Intelsat (Internationale Organisatie voor Telecommunicatiesatellieten)

EBU/UER (Europese Radio-Unie)

Eumetsat (Europese Organisatie voor de Exploitatie van Meteorologische Satellieten)

ESO (Europese Zuidelijke Sterrenwacht)

ECMWF (Europees Centrum voor Weersvoorspellingen op Middellange Termijn)

EMBL (Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie)

CERN (Europese Organisatie voor Kernonderzoek)

IOM (Internationale Organisatie voor Migratie)

(1) Uitzonderingen houden verband met transacties/posities in financiële derivaten tussen gelieerde ondernemingen die onder de categorie "Financiële derivaten" worden geboekt, in plaats van onder "Directe investeringen/overige financiële activa". Dit is op het niveau van het eurogebied overeengekomen.

(2) De landen tussen haakjes tonen slechts de samenstellingen van deze specifieke groep, een uitsplitsing naar deze landen is niet vereist.

(3) Slechts voor de geselecteerde posten van de financiële rekening van de betalingsbalans, het daarmee verband houdende inkomen en de internationale investeringspositie. Zie tabel 7.

(4) Slechts voor de geselecteerde posten van de financiële rekening van de betalingsbalans, het daarmee verband houdende inkomen en de internationale investeringspositie. Zie tabel 7.

(5) Buiten de Europese Unie. Zie tabel 8. De vermelde organisaties illustreren slechts de samenstelling van deze specifieke groep, een uitsplitsing naar deze organisaties is niet vereist.

(6) Berekend als residueel (de bedragen tussen het totaal van iedere rubriek inzake de betalingsbalans/internationale investeringspositie en de met de voornoemde tegenpartijen overeenstemmende bedragen).

(7) Gebaseerd op het B.o.p.-vademecum van de Europese Commissie (Eurostat).

BIJLAGE IV

VERZENDING VAN GEGEVENS AAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Voor de elektronische transmissie van de door de Europese Centrale Bank (ECB) vereiste statistische gegevens maken de nationale centrale banken (NCB's) gebruik van de door het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) verstrekte faciliteit op basis van het telecommunicatienetwerk "ESCB-Net". Alle gegevensuitwisseling binnen het ESCB vindt plaats met behulp van hetzelfde conceptuele gegevensmodel. Voor deze elektronische uitwisseling van statistische gegevens is het statistischeberichtenmodel "Gesmes/TS" ontwikkeld. Dit vereiste neemt niet weg dat bepaalde andere middelen kunnen worden gebruikt als geaccepteerde noodoplossing voor de verzending van statistische gegevens aan de ECB.

De NCB's nemen de onderstaande aanbevelingen in acht teneinde een bevredigende gegevensverzending te verzekeren:

- Volledigheid: De NCB's rapporteren alle verlangde reekssleutels. Het niet rapporteren van reekssleutels of het rapporteren van niet-bekende reekssleutels zal worden beschouwd als een onvolledige rapportage. Ingeval een waarneming ontbreekt, dient de weglating te worden gerapporteerd middels de desbetreffende vlag voor de waarnemingsstatus. Wanneer slechts in een deelgroep van reekssleutels herzieningen worden aangebracht, moeten de validatieregels daarenboven op de gehele betalingsbalans worden toegepast.

- Tekenconventie: De gegevensverzending door NCB's aan de ECB en de Europese Commissie (Eurostat) geschiedt volgens een uniforme tekenconventie voor alle te rapporteren gegevens. Volgens deze tekenconventie moet bij de rapportage van vorderingen en verplichtingen het plusteken worden gebruikt in de lopende rekening en de vermogensoverdrachtenrekening, terwijl nettosaldi dienen te worden berekend en gerapporteerd als vorderingen minus verplichtingen. In de financiële rekening moet een afname van de nettoactiva/toename van de nettopassiva met een plusteken worden gerapporteerd en een toename van de nettoactiva/afname van de nettopassiva met een minteken. Nettosaldi dienen te worden berekend en gerapporteerd als nettomutaties in activa plus nettomutaties in passiva.

Voor de verzending van gegevens betreffende de internationale investeringspositie dienen de nettoposities te worden berekend en gerapporteerd als activapositie minus passivapositie.

- Boekingskenmerken van de gegevens: De validatieregels die werden verspreid en op verzoek verkrijgbaar zijn, dienen door de NCB's te worden toegepast voordat de gegevens aan de ECB worden toegezonden.

In geval van herzieningen kunnen NCB's een herziene set gegevens aan de ECB sturen. Elke herziening dient als volgt te worden verzonden:

- Herzieningen voor maandelijkse gegevens worden ter beschikking gesteld tegelijk met de indiening van i) de desbetreffende kwartaalgegevens; ii) de desbetreffende herziene kwartaalgegevens; iii) de gegevens inzake de internationale investeringspositie voor het desbetreffende jaar en iv) de herziene gegevens inzake de internationale investeringspositie voor het desbetreffende jaar.

- Herzieningen voor kwartaalgegevens worden ter beschikking gesteld tegelijk met de indiening van i) de gegevens voor het volgende kwartaal; ii) de gegevens inzake de internationale investeringspositie voor het desbetreffende jaar en iii) de herziene gegevens inzake de internationale investeringspositie voor het desbetreffende jaar.

- Herzieningen voor de jaarlijkse gegevens inzake de internationale investeringspositie worden ter beschikking gesteld tegelijk met de indiening van de gegevens voor volgende jaren.

Herzieningen voor maandelijkse en kwartaalgegevens inzake de betalingsbalans die op een volledig jaar betrekking hebben, worden door de NCB's aan de ECB ter beschikking gesteld tegelijk met de indiening van de gegevens inzake de internationale investeringspositie van het jaar waarop de gegevens betrekking hebben.

BIJLAGE V

TOEZICHT OP DE STATISTISCHE SAMENSTELLINGSMETHODES

De Europese Centrale Bank (ECB) houdt toezicht op de samenstellingsmethodes die worden gebruikt voor de rapportage van de betalingsbalansstatistieken en de statistieken betreffende de internationale investeringspositie, alsmede op de begrippen en definities die regelmatig door de deelnemende lidstaten worden toegepast. Het toezicht zal samengaan met het actualiseren van de ECB-publicatie "European Union Balance of Payments/international investment position statistical methods" (het B.o.p.-boek) en maakt gebruik van de halfjaarlijkse herzieningsprocedure. Naast het toezicht houden beogen beide documenten de samenstellers van de betalingsbalans van het eurogebied over de ontwikkelingen in andere lidstaten van het eurogebied te informeren.

Het B.o.p.-boek bevat voor alle lidstaten informatie over de statistische structuur van de betalingsbalans en internationale investeringspositie. Het geeft een gedetailleerde beschrijving van de gegevenssamenstellingsmethodes en de toegepaste begrippen en definities, alsmede informatie over afwijkingen van de overeengekomen definities voor de betalingsbalansstatistieken en de statistieken betreffende de internationale investeringspositie in de lidstaten.

Het B.o.p.-boek zal jaarlijks worden bijgewerkt in nauwe samenwerking met de lidstaten.

De halfjaarlijkse herziening strekt tot aanvulling van deze bijwerking.

BIJLAGE VI

GEGEVENSVERZAMELING INZAKE HET EFFECTENVERKEER

Gezien de inherente problemen bij de correcte identificatie van effectenverkeersstromen en -standen, werd het vastleggen van een gemeenschappelijke aanpak voor de verzameling van deze gegevens in het gehele eurogebied noodzakelijk geacht(1).

Verzamelsystemen inzake het effectenverkeer voldoen aan een model dat in de volgende tabel op zijn minst als "aanvaardbaar" wordt beoordeeld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Toelichting:

s-b-s= effectsgewijze gegevensverzameling,

agg.= geaggregeerde gegevensverzameling,

afgeleide standen= cumulatie van stromen,

afgeleide stromen= als verschil van standen (aangepast vanwege wisselkoers- en prijsmutaties),

geschatte stromen= uitgesplitst naar maanden geschat op basis van kwartaalstromen.

(1) Zie tevens het ECB-rapport "Task Force on Portfolio Investment Collection Systems, final report", juni 2002, gepubliceerd op de ECB-website: http://www.ecb.int.

Top