EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002O0010

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 5 december 2002 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2002/10)

OJ L 58, 3.3.2003, p. 1–37 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Estonian: Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Latvian: Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Lithuanian: Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Hungarian Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Maltese: Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Polish: Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Slovak: Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Slovene: Chapter 10 Volume 003 P. 209 - 245
Special edition in Bulgarian: Chapter 10 Volume 005 P. 146 - 182
Special edition in Romanian: Chapter 10 Volume 005 P. 146 - 182

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006; opgeheven door 32006O0016

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2003/131/oj

32002O0010

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 5 december 2002 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2002/10)

Publicatieblad Nr. L 058 van 03/03/2003 blz. 0001 - 0037


Richtsnoer van de Europese Centrale Bank

van 5 december 2002

betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken

(ECB/2002/10)

(2003/131/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 12.1, op artikel 14.3 en artikel 26.4,

Gelet op de bijdrage van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank (ECB), zoals bedoeld in artikel 47.2 van de statuten, tweede en derde streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) is onderworpen aan de in artikel 15 van de statuten vermelde rapportageverplichtingen.

(2) Voor analytische en operationele doeleinden dient de directie van de ECB, overeenkomstig artikel 26.3 van de statuten, een geconsolideerde balans van het ESCB op te stellen.

(3) Voor de toepassing van artikel 26 van de statuten, stelt de Raad van bestuur van de ECB overeenkomstig artikel 26.4 van de statuten de nodige regels vast ter standaardisatie van de financiële administratie en verslaglegging van de door de nationale centrale banken (NCB's) van de deelnemende lidstaten uitgevoerde werkzaamheden.

(4) Krachtens de overgangsregeling van Richtsnoer ECB/2000/18 van 1 december 1998 betreffende het juridische kader voor de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken, zoals gewijzigd op 15 december 1999 en 14 december 2000(1), dienden alle activa en passiva per 31 december 1998, einde werkdag, op 1 januari 1999 te worden geherwaardeerd. Ongerealiseerde winsten die optraden vóór of op 1 januari 1999 dienden te worden gescheiden van de ongerealiseerde waarderingswinsten die eventueel optraden na 1 januari 1999 en aan de NCB's vervielen. De marktprijzen en -koersen die de ECB en de NCB's in de openingsbalans op 1 januari 1999 hanteerden, waren de nieuwe gemiddelde kostprijzen bij de start van de overgangsperiode. Het verdiende aanbeveling dat ongerealiseerde winsten die optraden vóór of op 1 januari 1999 niet werden beschouwd als uitkeerbaar op het ogenblik van de overgang en dat ze uitsluitend dienden te worden behandeld als realiseerbaar/uitkeerbaar in het kader van transacties die na de start van de overgangsperiode plaatsvonden. Winsten en verliezen op deviezen en goud en koerswinsten en -verliezen als gevolg van de overdracht van activa van de NCB's naar de ECB dienden als gerealiseerd te worden beschouwd.

(5) De bekendmaking in verband met eurobankbiljetten in omloop, de vergoeding van de netto vorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en tevens in verband met de monetaire inkomsten, dient te worden geharmoniseerd in de jaarbalansen, winst-en-verliesrekeningen en de toelichtingen op de jaarrekeningen van NCB's. De te harmoniseren posten zijn in de bijlagen IV, VIII en IX van een asterisk voorzien.

(6) Er is terdege rekening gehouden met het voorbereidende werk van het Europees Monetair Instituut (EMI).

(7) De inhoud van Richtsnoer ECB/2000/18 wordt nu in aanzienlijke mate gewijzigd. Omwille van de duidelijkheid is het wenselijk zulks in één tekst onder te brengen.

(8) De ECB hecht groot belang aan het versterken van de doorzichtigheid van het regelgevend kader van het ESCB ofschoon een dergelijke verplichting niet is vastgelegd in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Overeenkomstig deze aanpak heeft de ECB besloten dit richtsnoer te publiceren.

(9) Overeenkomstig artikel 12.1 en artikel 14.3 van de statuten, vormen richtsnoeren van de ECB een integrerend onderdeel van de communautaire wetgeving,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

1. Voor de toepassing van dit richtsnoer wordt verstaan onder:

- "verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten": de percentages die voortvloeien uit de procedure waarbij het aandeel van de ECB in de totale uitgifte aan eurobankbiljetten in aanmerking wordt genomen en de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal wordt toegepast op het aandeel van de NCB's in dit totaal, zulks krachtens Besluit ECB/2001/15(2) betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten;

- "consolidatie": het zodanig administratief samenvoegen van de financiële cijfers van verscheidene afzonderlijke juridische entiteiten alsof ze één entiteit vormen;

- "financiële administratie- en verslagleggingsdoelstellingen van het ESCB": de doelstellingen waarvoor de ECB overeenkomstig de artikelen 15 en 26 van de statuten de in bijlage I opgesomde financiële overzichten opstelt;

- "nationale centrale banken" (NCB's): de NCB's van de deelnemende lidstaten;

- "deelnemende lidstaten": de lidstaten die overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap de euro hebben aangenomen;

- "niet-deelnemende lidstaten": de lidstaten die overeenkomstig het Verdrag de euro niet hebben aangenomen;

- "Eurosysteem": de NCB's en de ECB;

- "overgangsperiode": de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2001;

- "kwartaalherwaarderingsdatum": de laatste werkdag van een kwartaal.

2. Aanvullende definities van in dit richtsnoer gebruikte technische termen zijn opgenomen in de verklarende begrippenlijst die als bijlage II is bijgevoegd.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1. De in dit richtsnoer vastgelegde regels zijn van toepassing op de ECB en de NCB's voor de financiële administratie en verslaglegging van het ESCB.

2. Het toepassingsgebied van dit richtsnoer is beperkt tot het ESCB voor financiële administratie en verslaglegging zoals vereist door de statuten. Derhalve stipuleert dit richtsnoer geen bindende regels voor de nationale rapportage en financiële rekeningen van de NCB's. Omwille van consistentie tussen het ESCB en de nationale stelsels, zij aanbevolen dat de NCB's, voorzover mogelijk, voor hun nationale rapportage en financiële rekeningen de in dit richtsnoer gestipuleerde regels volgen.

Artikel 3

Uitgangspunten inzake de financiële administratie

De volgende uitgangspunten inzake de financiële administratie zijn van toepassing:

a) Economische realiteit en transparantie: de methode van administreren en de financiële verslaglegging weerspiegelen de economische realiteit, zij zijn doorzichtig en voldoen aan de gestelde eisen van inzichtelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid. Transacties worden geboekt en weergegeven rekening houdend met hun inhoud en economische realiteit en niet uitsluitend met inachtneming van hun juridische vorm.

b) Voorzichtigheidsbeginsel: bij de waardering van activa en passiva en de verantwoording van baten en lasten dient het voorzichtigheidsbeginsel te worden toegepast. In het kader van dit richtsnoer betekent dit dat ongerealiseerde winsten niet als baten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening, maar direct worden opgenomen in een herwaarderingsrekening. Het voorzichtigheidsbeginsel staat bovendien niet toe dat stille reserves worden gevormd of dat de waardering van posten op de balans en winst-en-verliesrekening opzettelijk onjuist wordt weergegeven.

c) Gebeurtenissen na de balansdatum: activa en passiva moeten worden aangepast rekening houdend met gebeurtenissen die zich voordoen tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening door de betrokken instanties wordt vastgesteld, indien en voorzover de activa en passiva door deze gebeurtenissen beïnvloed worden. Gebeurtenissen na de balansdatum die geen invloed hebben op de activa en passiva op de balansdatum, doch wel van belang zijn voor beoordelingen en het gebruik van de jaarrekening dienen openbaar gemaakt te worden.

d) Materialiteitsbeginsel: afwijkingen van de regels van financiële administratie, met inbegrip van die welke een invloed hebben op de berekening van de winst-en-verliesrekeningen van de afzonderlijke NCB's en van de ECB, zijn niet toegestaan, tenzij redelijkerwijze mag worden aangenomen dat ze niet relevant zijn in de algehele context en presentatie van de financiële administratie en verslaglegging van de rapporterende instelling.

e) Het continuïteitsbeginsel: de rekeningen worden conform het continuïteitsbeginsel opgesteld.

f) De periodetoerekeningsgrondslag: baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben en niet aan de periode waarin de inkomsten worden ontvangen of de uitgaven worden betaald.

g) Consistentie en vergelijkbaarheid: de regels van waardering en resultaatbepaling dienen inzake continuïteit en gemeenschappelijkheid van benadering consequent te worden toegepast teneinde de vergelijkbaarheid van de gegevens in de financiële overzichten binnen het ESCB te waarborgen.

Artikel 4

Verantwoording van activa en passiva

Activa en passiva worden alleen verantwoord op de balans van de rapporterende entiteit wanneer:

a) het waarschijnlijk is dat in de toekomst enig economisch nut in de vorm van een bate of een last verbonden zal zijn aan de betreffende actief- of passiefpost voor de rapporterende entiteit;

b) alle risico's en voordelen verbonden aan de desbetreffende actief- of passiefpost voor rekening komen van de rapporterende entiteit;

c) de kostprijs of de waarde van de desbetreffende actiefpost voor de rapporterende entiteit of de omvang van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.

Artikel 5

Kasbasisbenadering en economische benadering

1. De kasbasisbenadering wordt gebruikt als grondslag voor het verwerken van gegevens in de administratieve systemen van het Eurosysteem tot en met 31 december 2006.

2. Met ingang van 1 januari 2007 wordt de economische benadering gebruikt als grondslag voor het verwerken van deviezentransacties en overlopende posten, luidende in vreemde valuta, in de administratieve systemen van het Eurosysteem. Effectentransacties mogen worden verwerkt conform de kasbasisbenadering.

3. In afwijking van lid 1, mogen de NCB's de economische benadering vóór 1 januari 2007 toepassen.

4. Cijfers die deel uitmaken van de dagelijkse financiële verslaglegging binnen het kader van de financiële verslaglegging van het Eurosysteem, tonen kasmutaties in balansposten, die niet zijn opgenomen onder "overige activa" en "overige passiva", met uitzondering van financieel-administratieve aanpassingen per kwartaal- en jaarultimo.

HOOFDSTUK II

SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS

Artikel 6

Balansindeling

De indeling van de balans van de ECB/NCB's voor de financiële ESCB-verslaglegging is gebaseerd op het in bijlage IV weergegeven schema.

Artikel 7

Balanswaarderingsregels

1. Ten behoeve van de waardering worden de actuele marktkoersen en -prijzen op de balansdatum gebruikt, tenzij anders aangegeven in bijlage IV.

2. Herwaardering van goud, instrumenten in vreemde valuta, waardepapieren en financiële instrumenten (op de balans en buiten de balans) vindt plaats op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum tegen het gemiddelde van marktbied- en -laatkoersen en -prijzen. Dit neemt niet weg dat de ECB/NCB's hun portefeuilles frequenter kunnen herwaarderen voor interne doeleinden, op voorwaarde dat tijdens het kwartaal uitsluitend gegevens tegen de transactiewaarde worden gerapporteerd.

3. Er wordt voor goud geen onderscheid gemaakt tussen prijs- en valutaherwaarderingsverschillen, maar er wordt één herwaarderingsverschil voor goud bepaald, gebaseerd op de prijs in euro per gewichtseenheid goud berekend aan de hand van de EUR/USD-koers op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum. De herwaardering van valuta geschiedt per valutasoort (inclusief transacties binnen en buiten de balans) en die van waardepapieren per fondscode (hetzelfde ISIN-nummer/type), uitgezonderd waardepapieren die onder de post "Overige financiële activa" zijn opgenomen en als afzonderlijke deelnemingen worden behandeld.

4. Herwaarderingsboekingen worden aan het einde van het volgende kwartaal tegengeboekt, met uitzondering van de ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen; tijdens het kwartaal worden transacties gerapporteerd tegen de transactieprijzen en -koersen.

Artikel 8

Repo-overeenkomsten

1. Een transactie met wederinkoopverplichting krachtens een repo-overeenkomst wordt op de passiefzijde van de balans geboekt als een door onderpand gedekt ontvangen deposito, terwijl het onderpand als actiefpost geboekt blijft. Verkochte waardepapieren die moeten worden teruggekocht in het kader van repo-overeenkomsten, worden door de ECB/NCB die de effecten dient terug te kopen, behandeld alsof de desbetreffende activa nog steeds deel uitmaken van de portefeuille waaruit ze werden verkocht.

2. Een transactie met wederinkoopverplichting krachtens een repo-overeenkomst met wederverkoopverplichting wordt op de actiefzijde van de balans geboekt als een op basis van onderpand verstrekte lening voor het bedrag van de lening. Waardepapieren verkregen in het kader van repo-overeenkomsten met wederverkoopverplichting worden niet geherwaardeerd en daaruit voortvloeiende winst of verlies wordt door de fondsenverstrekker niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

3. Transacties met wederinkoopverplichting inzake waardepapieren, luidende in vreemde valuta, hebben geen invloed op de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie.

4. In geval van transacties inzake verstrekte effectenleningen blijven de effecten op de balans van de overdragende partij. Dergelijke transacties worden administratief verwerkt als repo-overeenkomsten. Indien echter de door de ECB bij deze transactie betrokken effecten per jaarultimo niet in het depot van de als overnemende partij optredende ECB/NCB aangehouden worden, dient deze een voorziening voor verliezen aan te leggen indien de marktwaarde van de onderliggende effecten sinds de contractdatum van deze leningstransactie gestegen is en dient tevens een verplichting in de balans op te nemen (heroverdracht van de effecten) als de effecten intussen door de overnemende partij zijn vervreemd.

5. Goudtransacties op basis van onderpand worden behandeld als repo-overeenkomsten. De goudmutaties die verband houden met deze transacties worden niet in de financiële overzichten weergegeven en het verschil tussen de contante koers en de termijnkoers van de transactie wordt op transactiebasis toegerekend aan de periode waarop deze betrekking heeft.

6. Transacties met wederinkoopverplichting (waaronder effectenleningstransacties), die worden uitgevoerd krachtens een geautomatiseerd programma voor effectenleningstransacties, worden alleen op de balans geboekt indien liquide onderpand gedurende de volledige looptijd van de transactie wordt verschaft.

Artikel 9

Verhandelbare waardepapieren

1. Dit artikel is van toepassing op verhandelbare waardepapieren (gewone aandelen of aandelenbeleggingsfondsen), indien de transacties direct door een NCB, de ECB of door een gevolmachtigde worden uitgevoerd, met uitzondering van activiteiten ten behoeve pensioenfondsen, deelnemingen, beleggingen in dochterondernemingen, significante belangen of financiële vaste activa.

2. Waardepapieren, luidende in vreemde valuta, maken geen deel uit van de totale valutapositie, maar van afzonderlijke valutaposities. Aanbevolen zij dat de berekening van gerelateerde deviezenwinsten en -verliezen geschiedt middels de methode van de gemiddelde nettokostprijs dan wel op basis van de gemiddelde kostprijs.

3. Aanbevolen zij dat waardepapieren conform de volgende regels worden behandeld:

a) De herwaardering van waardepapierenportfolio's geschiedt overeenkomstig artikel 7, lid 2. Herwaardering geschiedt per afzonderlijke post. Voor aandelenbeleggingsfondsen geschiedt prijsherwaardering op nettobasis en niet per afzonderlijk aandeel. Er vindt geen saldering plaats tussen de verschillende aandelen of tussen verschillende aandelenbeleggingsfondsen.

b) Transacties worden op de balans tegen de transactieprijs opgenomen.

c) Makelaarscourtage wordt hetzij geboekt als in de kosten van het activum op te nemen transactiekosten, hetzij als kosten in de winst-en-verliesrekening.

d) Het gekochte dividend wordt opgenomen in de prijs van het waardepapier. Op de ex-dividenddatum, vóór de ontvangst van het dividend, kan het gekochte dividend als aparte post behandeld worden.

e) Overlopende activa in verband met dividenden worden aan het einde van de periode niet geboekt, omdat zij al zijn opgenomen in de marktprijs van de waardepapieren. Dit geldt niet voor de ex-dividendaandelen.

f) Uitgifte van rechten wordt bij uitgifte behandeld als een afzonderlijk activum. De berekening van de aanschaffingswaarde wordt gebaseerd op de oude gemiddelde kostprijs van de aandelen, op de uitoefenprijs van de nieuwe en op de verhouding oude-nieuwe aandelen. Dan wel, de waarde van het recht kan worden gebaseerd op zijn marktwaarde, de oude gemiddelde kostprijs van aandelen en de marktprijs van aandelen voor de uitgifte van het recht. Behandeling geschiedt overeenkomstig de regels van het Eurosysteem inzake financiële administratie.

Artikel 10

Bankbiljetten

Het cijfer "bankbiljetten in omloop" op de balans van de NCB's behelst twee componenten:

a) niet-aangepast bedrag "bankbiljetten in omloop" wordt berekend volgens een van de twee onderstaande methoden:

Methode A: BC = BP - BD - S.

Methode B: BC = BI - BR.

Hierbij is

BC het "eurobankbiljetten in omloop"-cijfer

BP de waarde van de geproduceerde of van de drukker of andere NCB's ontvangen eurobankbiljetten

BD de waarde van de vernietigde eurobankbiljetten

BI de waarde van de in omloop gebrachte eurobankbiljetten

BR de waarde van de ontvangen eurobankbiljetten

S de waarde van de eurobankbiljetten in voorraad of in kluizen;

b) plus/minus de aanpassingen ten gevolge van de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten.

HOOFDSTUK III

RESULTAATBEPALING

Artikel 11

Resultaatbepaling

1. Inzake de resultaatbepaling gelden de volgende regels:

a) gerealiseerde winsten en gerealiseerde verliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen;

b) ongerealiseerde winsten worden niet als baten verantwoord, maar rechtstreeks in een herwaarderingsrekening opgenomen;

c) ongerealiseerde verliezen worden ten laste van het resultaat gebracht voorzover zij ongerealiseerde herwaarderingswinsten, zoals opgenomen in de desbetreffende herwaarderingsrekening, te boven gaan;

d) geen compensatie van ten laste van het resultaat gebrachte ongerealiseerde verliezen met eventuele ongerealiseerde winsten in latere jaren;

e) ongerealiseerde verliezen op waardepapieren, valuta's of aangehouden goud worden niet gesaldeerd met ongerealiseerde winsten uit andere waardepapieren, valuta's of goud.

2. Agio's of disagio's bij uitgegeven of aangekochte waardepapieren worden berekend en weergegeven als een deel van de rentebaten en worden afgeschreven over de resterende looptijd van de waardepapieren, hetzij volgens de lineaire methode, hetzij volgens de IRR-methode ("internal rate of return"). De IRR-methode is evenwel verplicht voor waardepapieren op discontobasis die op het moment van de aankoop een resterende looptijd van meer dan een jaar hebben.

3. Overlopende financiële activa en passiva (bijv. te betalen rente en geamortiseerde agio/disagio) worden ten minste om de drie maanden bepaald en verantwoord. Het bepalen en verantwoorden van overige overlopende activa en passiva vindt ten minste op jaarbasis plaats.

4. De ECB/NCB's kan/kunnen overlopende activa en passiva frequenter en gedetailleerder bepalen, op voorwaarde dat tijdens het kwartaal uitsluitend gegevens tegen transactieprijzen worden gerapporteerd.

5. Overlopende activa en passiva in vreemde valuta worden aan het einde van het kwartaal omgerekend tegen de gemiddelde marktkoers en tegen dezelfde koers tegengeboekt.

6. Meer algemeen, voor de berekening van overlopende posten in de loop van het jaar mag de lokale praktijk worden toegepast (i.e. berekening tot hetzij de laatste werkdag of de laatste kalenderdag van het kwartaal). Per jaarultimo is de laatste kalenderdag van het kwartaal (i.e. 31 december) de verplichte referentiedatum.

7. Uitsluitend transacties die een wijziging van de nettopositie in een bepaalde valuta teweegbrengen, kunnen gerealiseerde valutawinsten of -verliezen genereren.

Artikel 12

Transactiekosten

1. Op transactiekosten zijn de volgende algemene regels van toepassing:

a) De gemiddelde-kostprijsmethode wordt op dagelijkse basis gebruikt voor het bepalen van de aanschaffingswaarde van verkocht goud, verkochte deviezeninstrumenten en waardepapieren, rekening houdend met de invloed van wisselkoers- en/of prijsontwikkelingen.

b) De gemiddelde kostprijs/koers van de desbetreffende activa/passiva wordt verminderd/vermeerderd met de ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo ten laste van de winst-en-verliesrekening worden gebracht.

c) In geval van verwerving van obligaties met coupons wordt het bedrag aan verworven couponopbrengsten als een afzonderlijke post behandeld. In geval van effecten, luidende in vreemde valuta, wordt het bedrag opgenomen onder die deviezenpositie, maar niet in de kostprijs of waarde van de desbetreffende actiefpost voor het bepalen van de gemiddelde kostprijs.

2. Op waardepapieren zijn de volgende speciale regels van toepassing:

a) Transacties worden geboekt tegen de transactieprijs en verantwoord tegen de zuivere prijs.

b) Bewaarnemings- en beheerskosten, rekening-courantkosten en andere indirecte kosten worden niet beschouwd als transactiekosten en worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Zij zijn niet van invloed op de gemiddelde kostprijs van een bepaalde actiefpost.

c) Baten worden bruto geboekt, waarbij terugvorderbare inhoudingen en andere belastingen afzonderlijk worden opgenomen.

d) Voor het berekenen van de gemiddelde kostprijs van waardepapieren worden hetzij i) alle tijdens de dag verrichte aankopen tegen de kostprijs toegevoegd aan het saldo van de voorafgaande dag om aldus een nieuwe gewogen gemiddelde koers vast te stellen alvorens de verkopen van dezelfde dag te verwerken, hetzij ii) afzonderlijke aan- en verkopen van waardepapieren verwerkt in de volgorde waarin ze tijdens de dag hebben plaatsgevonden, met het oog op het berekenen van de herziene gemiddelde prijs.

3. Op goud en deviezen zijn de volgende speciale regels van toepassing:

a) Transacties in een vreemde valuta die geen wijziging in de positie in die valuta teweegbrengen, worden omgerekend in euro op basis van de wisselkoers op de contract- of afwikkelingsdatum en hebben geen invloed op de aanschaffingswaarde van dat deviezenbezit.

b) Transacties in een vreemde valuta die een wijziging in de positie in die valuta teweegbrengen, worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de contract- of afwikkelingsdatum.

c) Feitelijke ontvangsten en betalingen in contanten worden omgerekend tegen de gemiddelde marktkoers op de dag waarop de afwikkeling geschiedt.

d) Nettoaankopen van deviezen en goud gedurende de dag worden, tegen de gemiddelde kostprijs van de aankopen van de dag voor iedere respectieve valuta en voor goud, toegevoegd aan het saldo van de voorafgaande dag, teneinde een nieuwe gewogen gemiddelde koers/goudprijs vast te stellen. In geval van nettoverkopen is de berekening van de gerealiseerde winsten of verliezen gebaseerd op de gemiddelde kostprijs van het respectieve deviezen- of goudbezit van de voorafgaande dag zodat de gemiddelde kostprijs onveranderd blijft. Verschillen in de gemiddelde koers/goudprijs tussen in- en uitstroom tijdens de dag leiden eveneens tot gerealiseerde winsten of verliezen. Wanneer een schuldpositie optreedt in vreemde valuta of goud wordt de omgekeerde werkwijze van de voornoemde benadering toegepast. De gemiddelde kostprijs van de schuldpositie wordt derhalve beïnvloed door de nettoverkopen, terwijl de nettoaankopen de schuldpositie verminderen tegen de bestaande gewogen gemiddelde koers/goudprijs.

e) De kosten van deviezentransacties en andere algemene kosten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

HOOFDSTUK IV

REGELS INZAKE FINANCIËLE ADMINISTRATIE VOOR NIET IN DE BALANS OPGENOMEN INSTRUMENTEN

Artikel 13

Algemene regels

1. Deviezentermijntransacties, termijndelen van deviezenswaps, en andere deviezeninstrumenten die een omwisseling van een bepaalde valuta tegen een andere valuta op een toekomstige datum inhouden, worden opgenomen in de nettodeviezenposities voor het berekenen van koerswinsten en -verliezen.

2. Renteswaps, futures, rentetermijncontracten en andere rente-instrumenten worden per instrument geboekt en geherwaardeerd. Deze instrumenten worden gescheiden behandeld van in de balans opgenomen instrumenten.

3. Winsten en verliezen voortvloeiend uit instrumenten buiten de balans worden op soortgelijke wijze geboekt en behandeld als die welke voortvloeien uit in de balans opgenomen instrumenten.

Artikel 14

Deviezentermijntransacties

1. Termijnaankopen en -verkopen worden, vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum, buiten de balans verantwoord, tegen de contante koers van de termijntransactie. Winsten en verliezen op verkooptransacties worden berekend op basis van de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie op de contractdatum (plus twee of drie werkdagen), overeenkomstig de dagelijkse vereveningsprocedure voor aan- en verkopen. Winsten en verliezen worden tot de afwikkelingsdatum als ongerealiseerd beschouwd en behandeld overeenkomstig artikel 11, lid 1.

2. Het verschil tussen de contante en de termijnkoers wordt zowel bij aan- als verkopen behandeld als te betalen of te ontvangen rente die wordt toegerekend aan de periode waarop ze betrekking heeft.

3. Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt en ieder eventueel saldo op de herwaarderingsrekening wordt op het kwartaalultimo in de winst-en-verliesrekening geboekt.

4. De gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie wordt beïnvloed door termijnaankopen vanaf de transactiedatum plus twee of drie werkdagen, afhankelijk van de marktpraktijk voor de afwikkeling van contante transacties tegen de contante aankoopkoers.

5. De waardering van termijnposities wordt gerelateerd aan de contante positie van dezelfde valuta, waarbij eventuele verschillen die binnen één deviezenpositie kunnen ontstaan, worden gecompenseerd. Een nettoverliessaldo wordt ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht wanneer dit hoger is dan eerder op de herwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten; een nettowinstsaldo wordt ten gunste van de herwaarderingsrekening gebracht.

Artikel 15

Deviezenswaps

1. Contante aan- en verkopen worden op de afwikkelingsdatum verantwoord in de balans.

2. Termijnverkopen en -aankopen worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de contante koers van de termijntransacties verantwoord.

3. Verkooptransacties worden tegen de contante koers van de transactie geboekt en genereren derhalve geen winst of verlies.

4. Het verschil tussen de contante koers en de termijnkoers wordt zowel bij aan- als verkopen behandeld als te betalen of te ontvangen rente die wordt toegerekend aan de periode waarop ze betrekking heeft.

5. Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt.

6. De gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie verandert niet.

7. De waardering van de termijnpositie wordt gerelateerd aan de contante positie.

Artikel 16

Rentefutures

1. Rentefutures worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt.

2. De initiële marge wordt geboekt als een afzonderlijk actief indien dit bedrag in contanten wordt gedeponeerd. Indien deze in de vorm van waardepapieren wordt gedeponeerd, blijft de balans onveranderd.

3. Dagelijkse wijzigingen in de variatiemarges worden gescheiden verantwoord, hetzij als actief-, hetzij als passiefpost, al naar gelang van het prijsverloop van het futurescontract. Dezelfde procedure geldt op de slotdag van de open positie. Onmiddellijk daarna wordt de desbetreffende balanspost opgeheven en wordt het eindresultaat van de transactie geboekt als een winst of verlies, ongeacht of de levering plaatsvindt of niet. Indien de levering plaatsvindt, wordt de aan- of verkoop tegen de marktprijs geboekt.

4. Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

5. Indien nodig, vindt op de afwikkelingsdag de omrekening in euro tegen de marktkoers van die dag plaats. Ontvangsten van vreemde valuta zullen invloed hebben op de gemiddelde kostprijs van deze valuta op de afwikkelingsdag.

6. Gelet op de dagelijkse herwaardering worden de winsten en verliezen verantwoord op desbetreffende afzonderlijke posten. Een afzonderlijke post op de actiefzijde vertegenwoordigt een verlies en een afzonderlijke post op de passiefzijde een winst. Voor ongerealiseerde verliezen wordt de winst-en-verliesrekening gedebiteerd en zulke bedragen worden gecrediteerd op een passiefpost als overige schulden.

7. Ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is. In geval van winst bestaat de boeking uit een debitering van een tussenrekening als overige activa en een creditering van de herwaarderingsrekening.

Artikel 17

Renteswaps

1. Renteswaps worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt.

2. De lopende rentebetalingen of -ontvangsten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Compensatiebetalingen per renteswap zijn toegestaan.

3. De gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie wordt beïnvloed door renteswaps, luidende in vreemde valuta, wanneer er een verschil is tussen de ontvangen en de verrichte betalingen. Een betalingssaldo dat resulteert in ontvangsten heeft een weerslag op de gemiddelde kostprijs van de valuta op de vervaldag van de betaling.

4. Iedere renteswap wordt gewaardeerd tegen marktprijzen en wordt, zo nodig, omgerekend in euro tegen de contante deviezenkoers. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is. Voor ongerealiseerde herwaarderingswinsten wordt een herwaarderingsrekening gecrediteerd.

5. Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Artikel 18

Rentetermijncontracten

1. Rentetermijncontracten worden op de transactiedatum op rekeningen buiten de balans geboekt.

2. De betaling van de vergoeding die de ene partij aan de andere verschuldigd is op de afwikkelingsdatum wordt op deze datum opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De betalingen worden niet geboekt conform de periodetoerekeningsgrondslag.

3. Indien rentetermijncontracten worden aangehouden in een vreemde valuta, heeft dit een invloed op de gemiddelde kostprijs van deze deviezenpositie bij de betaling van de vergoeding. De betaling van de vergoeding wordt omgerekend in euro tegen de contante koers op de afwikkelingsdatum. Een betalingssaldo dat resulteert in ontvangsten heeft een weerslag op de gemiddelde kostprijs van de valuta op de vervaldag van de betaling.

4. Alle rentetermijncontracten worden gewaardeerd tegen marktprijzen en worden, zo nodig, omgerekend in euro tegen de contante deviezenkoers. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is. Voor ongerealiseerde herwaarderingswinsten wordt een herwaarderingsrekening gecrediteerd.

5. Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Artikel 19

Termijntransacties in effecten

Termijntransacties in effecten kunnen worden geboekt volgens één van de volgende twee methoden:

Methode A:

a) Termijntransacties in effecten worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de termijnkoers van de desbetreffende termijntransactie verantwoord.

b) De gemiddelde kostprijs van de nettopositie in het verhandelde effect wordt niet beïnvloed totdat de afwikkeling plaatsvindt; de weerslag van termijnverkopen op de winst-en-verliesrekening wordt berekend op de afwikkelingsdatum.

c) Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt en wordt het eventuele saldo in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Het gekochte effect wordt geboekt tegen de contante koers op de vervaldatum (de actuele marktkoers), terwijl het verschil met de oorspronkelijke termijnkoers wordt opgevoerd als een gerealiseerde winst dan wel een gerealiseerd verlies.

d) In geval van effecten, luidende in een vreemde valuta, wordt de gemiddelde kostprijs van de nettodeviezenpositie niet beïnvloed als de ECB/NCB's reeds een positie in die valuta aanhoudt/aanhouden. Indien de op termijn gekochte obligatie luidt in een valuta waarin de ECB/NCB's geen positie aanhoudt/aanhouden, hetgeen noopt tot aankoop van de betrokken valuta, zijn de in artikel 12, lid 3, onder d), vermelde regels voor de aankoop van vreemde valuta's van toepassing.

e) Termijnposities worden afzonderlijk gewaardeerd tegen de termijnmarktkoers voor de resterende looptijd van de transactie. Een herwaarderingsverlies per jaarultimo wordt ten laste gebracht van de winst-en-verliesrekening en voor een herwaarderingswinst wordt de herwaarderingsrekening gecrediteerd. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is.

Methode B:

a) Termijntransacties in effecten worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de termijnkoers van de termijntransactie geboekt. Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt.

b) Aan het kwartaalultimo vindt de herwaardering van een effect plaats op basis van de nettopositie die resulteert uit de balans en uit de buiten de balans geboekte verkopen van hetzelfde effect. Het bedrag van de herwaardering is gelijk aan het verschil tussen deze nettopositie gewaardeerd tegen de herwaarderingsprijs, en dezelfde positie gewaardeerd tegen de gemiddelde kostprijs van de balanspositie. Op het kwartaalultimo worden termijnverkopen onderworpen aan de in artikel 7 beschreven herwaarderingsprocedure. Het herwaarderingsresultaat is gelijk aan het verschil tussen de contante koers en de gemiddelde kostprijs van de koopverplichtingen.

c) Het resultaat van een termijnverkoop wordt geboekt in het boekjaar waarin de verplichting werd aangegaan. Dit resultaat is gelijk aan het verschil tussen de oorspronkelijke termijnkoers en de gemiddelde kostprijs van de balanspositie (of de gemiddelde kostprijs van de aankoopverplichtingen buiten de balans, indien de balanspositie ontoereikend is) op het ogenblik van de verkoop.

HOOFDSTUK V

RAPPORTAGEVERPLICHTINGEN

Artikel 20

Rapportagevorm

1. De NCB's rapporteren binnen het kader van de financiële verslaglegging van het Eurosysteem gegevens overeenkomstig de door de Raad van bestuur goedgekeurde vereisten.

2. De rapportagevorm van deze gegevens binnen het kader van het Eurosysteem dient in overeenstemming te zijn met dit richtsnoer en dient alle in bijlage IV vermelde posten te omvatten. De indeling van de posten die in de verschillende balansopstellingen moeten worden opgenomen, is eveneens in bijlage IV beschreven.

3. De opstelling en de indeling van de verschillende openbaar gemaakte financiële overzichten worden weergegeven in de volgende bijlagen:

a) de wekelijkse openbaar gemaakte geconsolideerde financiële overzichten van het Eurosysteem per kwartaalultimo in bijlage V;

b) de wekelijkse openbaar gemaakte geconsolideerde financiële overzichten van het Eurosysteem gedurende het kwartaal in bijlage VI;

c) de geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem in bijlage VII.

HOOFDSTUK VI

GEPUBLICEERDE JAARBALANS EN WINST-EN-VERLIESREKENING

Artikel 21

Gepubliceerde balans en winst-en-verliesrekening

Aanbevolen zij, dat de NCB's hun gepubliceerde jaarbalans en winst-en-verliesrekening overeenkomstig respectievelijk de bijlagen VIII en IX opstellen.

HOOFDSTUK VII

CONSOLIDATIEVOORSCHRIFTEN

Artikel 22

Algemene consolidatievoorschriften

1. De geconsolideerde balansen van het Eurosysteem omvatten alle posten van de balansen van de ECB en de NCB's.

2. De geconsolideerde balansen van het Eurosysteem worden opgesteld door de ECB gebaseerd op uniforme uitgangspunten en administratieve technieken voor financiële administratie en verslaglegging, alsmede rekening houdend met de eis van geharmoniseerde verslagperioden in het Eurosysteem. Voorts wordt bij het opstellen van de geconsolideerde balansen rekening gehouden met uit transacties en -posities binnen het Eurosysteem resulterende consolidatiecorrecties en wijzigingen in de samenstelling van het Eurosysteem.

3. De afzonderlijke balansposten, met uitzondering van de tegoeden van de NCB's en de ECB binnen het Eurosysteem, worden ten behoeve van consolidatie geaggregeerd.

4. De tegoeden van de NCB's en de ECB ten aanzien van derden worden in de consolidatie bruto verantwoord.

5. Tegoeden binnen het Eurosysteem worden in de balansen van de ECB en de NCB's overeenkomstig bijlage IV weergegeven.

6. De geconsolideerde verslagen dienen op consistente wijze te zijn samengesteld. Alle financiële overzichten van het Eurosysteem worden op gelijke wijze, dit wil zeggen door toepassing van dezelfde consolidatietechnieken en -processen, opgesteld.

HOOFDSTUK VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 23

Ontwikkeling, toepassing en interpretatie van de regels

1. Het Comité voor administratieve verslagleggingsvraagstukken en monetaire inkomsten (AMICO) adviseert de Raad van bestuur, via de directie, omtrent de ontwikkeling, invoering en toepassing van de ESCB-regels inzake waardering en resultaatbepaling, financiële administratie en verslaglegging.

2. Bij de interpretatie van dit richtsnoer dient rekening te worden gehouden met het hiertoe verrichte voorbereidende werk, de door de Gemeenschapswetgeving geharmoniseerde principes inzake financiële administratie en waardering en resultaatbepaling en de desbetreffende internationaal aanvaarde standaarden.

Artikel 24

Intrekking

Richtsnoer ECB/2000/18 wordt hierbij ingetrokken. Verwijzingen naar het ingetrokken richtsnoer worden opgevat als verwijzingen naar dit richtsnoer.

Artikel 25

Slotbepalingen

1. Dit richtsnoer treedt op 1 januari 2003 in werking.

2. Onverminderd het voorgaande lid, is dit richtsnoer ook van toepassing op de indeling van de geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem van 31 december 2002 en op de aanbevolen indeling voor de jaarbalansen van de NCB's van 31 december 2002, met dien verstande dat de per 31 december 2002 nog in omloop zijnde nationale bankbiljetten in de balanspost "Bankbiljetten in omloop" worden verantwoord. Het is voorts van toepassing op de publicatieregels inzake eurobankbiljetten in omloop, vergoeding van nettovorderingen/-verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en op monetaire inkomsten.

3. Dit richtsnoer is gericht tot de NCB's.

Dit richtsnoer wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 5 december 2002.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 33 van 2.2.2001, blz. 21.

(2) PB L 337 van 20.12.2001, blz. 52.

BIJLAGE I

FINANCIËLE OVERZICHTEN VOOR HET EUROSYSTEEM

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

VERKLARENDE BEGRIPPENLIJST

Aangehouden deviezen: de nettopositie in de desbetreffende valuta. In het kader van deze definitie worden ook bijzondere trekkingsrechten (SDR's) als een separate valuta gezien.

Activa: middelen die als gevolg van gebeurtenissen in het verleden door de onderneming worden gecontroleerd en waarvan voor de toekomst economisch nut voor de onderneming wordt verwacht.

Afschrijving: de in de financiële administratie vastgelegde systematische verlaging van een agio/disagio of van de waarde van activa gedurende een periode.

Afwikkeling: handeling waarmee verplichtingen worden afgedaan met betrekking tot financiële middelen of activa die tussen twee of meer partijen zijn overgedragen. In het kader van transacties binnen het Eurosysteem heeft afwikkeling betrekking op de eliminatie van de nettosaldi die door transacties binnen het Eurosysteem ontstaan, en vereist de overdracht van activa.

Afwikkelingsdatum: de datum waarop de laatste en onherroepelijke overdracht van waarde in de boeken van de verevenende instelling wordt vastgelegd. Het tijdstip van verevening kan onmiddellijk zijn (real-time), dezelfde dag (eind van de dag) of op een overeengekomen datum na de dag waarop de verbintenis is aangegaan.

Agio: het verschil tussen de nominale waarde van een waardepapier en de koers ervan wanneer deze boven pari is.

Deviezenswap: de gelijktijdige contante aan-/verkoop van een valuta tegen een andere ("short leg") en de termijnverkoop/-aankoop van dezelfde hoeveelheid van deze valuta tegen de andere valuta ("long leg").

Deviezentermijnaffaire: een contract waarin is overeengekomen dat een bepaald in vreemde valuta luidend bedrag tegen een andere valuta, gewoonlijk de nationale, rechtstreeks zal worden ge- of verkocht en dat het desbetreffende bedrag op een vastgestelde datum in de toekomst, maar meer dan twee werkdagen na de contractdatum, tegen een gegeven prijs zal worden geleverd. De termijnvalutakoers bestaat uit de actuele contante koers plus/minus een overeengekomen agio/disagio.

Disagio: het verschil tussen de nominale waarde van een waardepapier en de koers ervan wanneer deze beneden pari is.

Economische benadering: methode van financiële administratie waarbij transacties op de transactiedatum worden vastgelegd.

Financiële actiefpost: elk middel dat i) contant geld is, of ii) een contractueel recht op contant geld of een ander financieel instrument van een andere onderneming, of iii) een contractueel recht tot het uitwisselen van financiële instrumenten met een andere onderneming onder potentieel gunstige voorwaarden, of iv) een aandeelbewijs van een andere onderneming.

Financiële passiefpost: elke passiefpost die een wettelijke verplichting inhoudt tot de levering van contant geld of een ander financieel instrument aan een andere onderneming, of tot het uitwisselen van financiële instrumenten met een andere onderneming onder voorwaarden die potentieel ongunstig zijn.

Geautomatiseerd programma voor effectenleningstransacties ("ASLP"): een financiële operatie bestaande uit een combinatie van repotransacties en repotransacties met wederverkoopverplichting, waarbij specifiek onderpand wordt beleend tegen algemeen onderpand. Deze kredietverlenings- en kredietopnametransacties creëren inkomen door de verschillende repoprijzen van de twee transacties (i.e. de gerealiseerde marge). De operatie kan worden uitgevoerd krachtens een opdrachtgeverschema, i.e. de bank die dit schema aanbiedt wordt beschouwd als de uiteindelijke tegenpartij, of krachtens een gevolmachtigdeschema, i.e. de bank die dit schema aanbiedt, treedt slechts als gevolmachtigde op, en de uiteindelijke tegenpartij is de instelling waarmee de effectenbeleningstransacties effectief worden uitgevoerd.

Gemiddelde kostprijs: methode van voortschrijdend of gewogen gemiddelde, waarbij de kostprijs van elke aankoop bij de boekwaarde wordt opgeteld, teneinde een nieuw gewogen gemiddelde vast te stellen.

Gemiddelde marktkoers: de ECB-koersen voortvloeiende uit het dagelijkse overleg van 2.15 p.m. ten behoeve van de driemaandelijkse herwaarderingsprocedure.

Gerealiseerde winsten/verliezen: winsten/verliezen die voortkomen uit het verschil tussen de verkoopprijs van een balanspost en de aangepaste kosten ervan.

Herwaarderingsrekeningen: balansrekeningen voor de registratie van het verschil tussen enerzijds de aangepaste kosten die aan de aanschaf van een actief- of passiefpost zijn verbonden en anderzijds de waardering van die actief- of passiefpost tegen de marktkoers aan het einde van een gegeven periode, in het geval van activa wanneer laatstgenoemde hoger is dan eerstgenoemde, en bij passiva wanneer laatstgenoemde lager is dan eerstgenoemde. Deze omvatten zowel verschillen in prijsnoteringen als in wisselkoersen.

ISIN ("International Securities Identification Number"): het internationale identificatienummer voor waardepapieren dat door de bevoegde instantie van afgifte wordt afgegeven.

Internal rate of return: de discontovoet waarbij de boekwaarde van een waardepapier gelijk is aan de contante waarde van de toekomstige cashflow.

Kasbasisbenadering: methode van financiële administratie waarbij administratieve gebeurtenissen op de afwikkelingsdatum worden vastgelegd.

Koppelingssysteem ("interlinking"): de technische infrastructuren, ontwerpkarakteristieken en procedures die worden geïntroduceerd in, of aanpassingen vormen van, elk nationaal RTGS-systeem en het betalingsmechanisme van de ECB (EPM), voor de verwerking van grensoverschrijdende betalingen in het Target-systeem.

Lineaire afschrijving: afschrijvingsmethode waarbij de hoogte van de afschrijving over een bepaalde periode wordt vastgesteld door de aanschaffingsprijs van het activum, minus de geschatte restwaarde, pro rata temporis door de geschatte levensduur van het actief te delen.

Marktprijs: de prijs waartegen een goud- of deviezeninstrument of een waardepapier gewoonlijk genoteerd staat, exclusief lopende interest of rentevermindering, hetzij op een gereguleerde markt, bijv. effectenbeurs, of een niet-gereguleerde markt, bijv. OTC-markt.

Middenkoers: gemiddelde van de bied- en laatkoers van een bepaald waardepapier, gebaseerd op noteringen voor transacties van normale marktomvang, door erkende marketmakers of erkende handelsbeurzen ten behoeve van de driemaandelijkse herwaarderingsprocedure.

Ongerealiseerde winsten/verliezen: winsten/verliezen uit hoofde van de herwaardering van activa ten opzichte van de aangepaste aanschafkosten van deze activa.

Passiva: huidige verplichting van de onderneming die is ontstaan uit gebeurtenissen in het verleden, waarvan de verevening naar verwachting zal leiden tot een uitstroom van middelen die economische baten vertegenwoordigen.

Renteswap ("cross-currency"): een contractuele overeenkomst met een tegenpartij voor de uitwisseling van cashflows, zijnde stromen van periodieke rentebetalingen, hetzij in één valuta of in twee verschillende valuta's.

Rentetermijnaffaire: een contract waarin twee partijen de rentevoet overeenkomen die op een vastgestelde dag in de toekomst over een nominaal deposito met vastgestelde looptijd moet worden betaald. Op de afwikkelingsdatum moet de ene partij aan de andere een vergoeding betalen ter hoogte van het verschil tussen de in het contract vastgelegde rentevoet en de marktrente.

Rentetermijncontract: een ter beurze verhandeld termijncontract. Bij een dergelijk contract wordt op de contractdatum de aan- of verkoop van een rente-instrument, bijv. een obligatie, overeengekomen, dat op een tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs zal worden geleverd. Gewoonlijk vindt geen feitelijke levering plaats. In de regel wordt het contract vóór het verstrijken van de overeengekomen looptijd beëindigd.

Repo-overeenkomst met wederverkoopverplichting: contract krachtens welke een houder van contant geld akkoord gaat met de aankoop van een actief en tegelijkertijd de verplichting op zich neemt het actief tegen een overeengekomen prijs weer te verkopen, hetzij op verzoek of op een vastgesteld tijdstip, of in het geval zich een onvoorziene omstandigheid van bijzondere aard voordoet. In sommige gevallen wordt een op een repo-overeenkomst gebaseerde transactie via een derde partij overeengekomen ("tripartiete repo").

Reserves: een bedrag dat op de uitkeerbare winst wordt ingehouden, dat niet bestemd is ter dekking van enigerlei specifieke verplichting, onvoorziene uitgaven of een verwachte vermindering van de waarde van activa die op de balansdatum bekend zijn.

Target ("Trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer"): een betalingssysteem dat bestaat uit één real-time gross settlementsysteem (RTGS-syteem) in elk van de NCB's, het EPM en het koppelingssysteem ("interlinking").

Termijntransacties in effecten: OTC-contracten waarin op de contractdatum de aan- of verkoop van een rente-instrument (gewoonlijk een obligatie of promesse) is overeengekomen, dat op een tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs zal worden geleverd.

Transactie met wederinkoop: een transactie waarbij de centrale bank activa koopt ("repo-overeenkomst met wederverkoopverplichting") of verkoopt ("repo") krachtens een repo-overeenkomst, dan wel tegen onderpand krediet verstrekt.

Transactiekosten: kosten die verband houden met een specifieke transactie.

Transactieprijs: de prijs die de partijen bij het afsluiten van een contract zijn overeengekomen.

Vervaldatum: de dag waarop de nominale waarde/hoofdsom opeisbaar wordt en volledig aan de houder voldaan moet worden.

Voorzieningen: bedragen die worden gepassiveerd voordat het winst- of verliescijfer wordt bepaald, ter dekking van een bekende of verwachte verplichting of een bekend of verwacht risico waarvan de kosten niet nauwkeurig kunnen worden vastgesteld, zie "Reserves". Voorzieningen voor toekomstige verplichtingen en lasten mogen niet worden aangewend voor het aanpassen van de waarde van activa.

Waardepapier op discontobasis: waardepapier waarop geen couponrente wordt ontvangen en waarvan het rendement ontstaat door vermogenstoename, omdat dit waardepapier met disagio is uitgegeven of gekocht.

Waardepapieren: effecten die dividend genereren (gewone aandelen, en effecten die een belegging in een aandelenbeleggingsfonds belichamen).

Zuivere prijs: transactieprijs exclusief rentevermindering en lopende interest, maar inclusief transactiekosten die in de prijs zijn opgenomen.

BIJLAGE III

BESCHRIJVING VAN DE ECONOMISCHE BENADERING

1. Verantwoording op de transactiedatum van i) deviezentransacties en ii) aan- en verkoop van effecten ("reguliere benadering")

Transacties worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt. Op de afwikkelingsdatum worden de buiten de balans geboekte posten tegengeboekt en worden de transacties in balansrekeningen verantwoord.

Op de transactiedatum ontstaan gevolgen voor de deviezenpositie en/of de effectenpositie. Derhalve worden uit nettoverkopen gerealiseerde winsten en verliezen eveneens op de transactiedatum bepaald en verantwoord. Nettoaankopen van deviezen beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de aangehouden deviezen, en de aankoop van een waardepapier de gemiddelde kostprijs van dat waardepapier, op de transactiedatum.

2. Dagelijkse verantwoording van overlopende interest, waaronder agio's en disagio's

Overlopende interest, agio of disagio in verband met financiële instrumenten, luidende in vreemde valuta, wordt dagelijks bepaald en verantwoord, los van een werkelijke cash flow. Zulks houdt in dat deze overlopende interest de deviezenpositie beïnvloedt, in tegenstelling tot verantwoording van de interest bij ontvangst of betaling(1).

Ad 1 (Verantwoording op de transactiedatum):

Er zijn twee uiteenlopende technieken voor de toepassing van verantwoording op de transactiedatum:

- de "reguliere benadering" en

- de "alternatieve benadering".

De "alternatieve benadering" heeft de volgende kenmerken: in tegenstelling tot de "reguliere benadering" worden de overeengekomen op een latere datum af te wikkelen transacties niet dagelijks buiten de balans geboekt. De resultaatbepaling en de berekening van de nieuwe gemiddelde kostprijs (voor deviezenaankopen) en gemiddelde prijzen (voor effectenaankopen) geschiedt op de afwikkelingsdatum(2).

Inzake in één jaar overeengekomen transacties met een vervaldatum in een volgend jaar geschiedt de resultaatbepaling conform de "reguliere benadering". Zulks betekent dat gerealiseerde verkoopresultaten de winst-en-verliesrekening van het jaar waarin de transactie werd overeengekomen, beïnvloeden en verkopen beïnvloeden de gemiddelde koersen/prijzen van een deelneming in het jaar waarin de transactie werd overeengekomen. Er behoeven evenwel geen posten buiten de balans te worden geboekt.

De hiernavolgende tabel bevat de hoofdkenmerken van de twee technieken voor specifieke deviezeninstrumenten en voor effecten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Ad 2 (Dagelijkse verantwoording van overlopende rente/agio's of disagio's)

De hiernavolgende tabel schetst het effect van de dagelijkse verantwoording van overlopende posten op de aangehouden deviezen (bijv. de verschuldigde rente en afgeschreven agio's/disagio's):

DAGELIJKSE VERANTWOORDING VAN OVERLOPENDE RENTE (CONFORM DE ECONOMISCHE BENADERING)

Overlopende posten voor instrumenten, luidende in vreemde valuta, worden dagelijks berekend en verantwoord tegen de gemiddelde marktkoers van die dag.

Effect op de aangehouden deviezen

Overlopende posten beïnvloeden de deviezenpositie wanneer ze worden geboekt, omdat ze later niet worden tegengeboekt. De overlopende post wordt gezuiverd, wanneer het eigenlijke bedrag in contanten is ontvangen of betaald. Op de afwikkelingsdatum wordt de deviezenpositie dus niet beïnvloed, omdat de overlopende post in de periodieke positieherwaardering is opgenomen.

(1) Er zijn twee benaderingen voor de verantwoording van overlopende posten. De eerste benadering is de "kalenderdag-methode" volgens welke de overlopende posten op iedere kalenderdag worden geboekt, ongeacht of het daarbij gaat om een dag in het weekeinde, een officiële feestdag of een werkdag. De tweede benadering is de "werkdag-benadering" volgens welke overlopende posten alleen op werkdagen worden geboekt. Er is geen voorkeur voor één van deze benaderingen. Indien de laatste dag van het jaar evenwel geen werkdag is, dient deze dag mee te tellen voor de berekening van de overlopende posten, ongeacht de benadering.

(2) Bij deviezentermijntransacties wordt de deviezenpositie beïnvloed op de datum van de contante transactie (i.e. normaliter transactiedatum + twee dagen).

BIJLAGE IV

SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS

ACTIVA

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PASSIVA

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE V

Geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem: de opstelling en indeling die voor publicatie na afloop van het kwartaal moet worden gebruiktTotalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE VI

Geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem: de opstelling en indeling die voor publicatie gedurende het kwartaal moet worden gebruiktTotalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE VII

Geconsolideerde jaarbalans van het EurosysteemTotalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE VIII

Jaarbalans van een centrale bank

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IX

Gepubliceerde winst-en-verliesrekening van een centrale bank((De winst-en-verliesrekening van de ECB vertoont een enigszins afwijkende indeling; zie bijlage IV van Besluit ECB/2002/11 (Zie bladzijde 18 van dit Publicatieblad).))

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top