EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007O0020

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 17 december 2007 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2006/16 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (ECB/2007/20)

OJ L 42, 16.2.2008, p. 85–87 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/12/2010; stilzwijgende opheffing door 32010O0020

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2008/122/oj

16.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 42/85


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 17 december 2007

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2006/16 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken

(ECB/2007/20)

(2008/122/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 12.1, artikel 14.3 en artikel 26.4,

Gelet op de bijdrage van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank (ECB) als bedoeld in artikel 47.2 van de statuten, tweede en derde streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtsnoer ECB/2006/16 van 10 november 2006 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europese Stelsel van centrale banken (1) bevat geen specifieke regels inzake de financiële administratie van synthetische instrumenten die in de financiële markten steeds meer worden toegepast. De ontwikkeling van generieke financieel-administratieve regels voor synthetische instrumenten is aangewezen, aangezien zulks duidelijke regels genereert die het volledige scala van dergelijke instrumenten kunnen bestrijken en voor de externe accountants van het Eurosysteem een duidelijk kader vormen.

(2)

Artikel 14, lid 2 van Richtsnoer ECB/2007/2 van 26 april 2007 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (TARGET2) (2) bepaalt dat het TARGET2-systeem het bestaande TARGET-systeem zal vervangen. De nationale centrale banken (NCB’s) van lidstaten die de euro hebben aangenomen (hierna „de deelnemende lidstaten” te noemen) zullen overeenkomstig het in artikel 13 van Richtsnoer ECB/2007/2 neergelegde schema naar TARGET2 migreren. Voorts, zullen sommige NCB’s van lidstaten die de euro niet hebben aangenomen op basis van een aparte overeenkomst met de ECB en NCB’s van de deelnemende lidstaten aan TARGET2 worden aangesloten. Het is derhalve noodzakelijk de verwijzingen naar „TARGET” en verband houdende concepten in Richtsnoer ECB/2006/16 te wijzigen,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Richtsnoer ECB/2006/16 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Het volgende artikel 9a wordt ingevoegd:

„Artikel 9a

Synthetische instrumenten

1.   Verzamelde instrumenten die een synthetisch instrument vormen, worden overeenkomstig de in dit richtsnoer vastgelegde algemene bepalingen, waarderingsregels, resultaatbepalings- en instrumentspecifieke vereisten als aparte instrumenten verantwoord en behandeld.

2.   In afwijking van artikel 3, onder b), artikel 7, lid 3, artikel 11, lid 1 en artikel 13, lid 2 kan de volgende alternatieve behandeling worden toegepast op de waardering van synthetische instrumenten:

a)

ongerealiseerde winsten en verliezen van verzamelde instrumenten die een synthetisch instrument vormen, worden per jaarultimo gesaldeerd. Daarbij worden netto ongerealiseerde winsten op een herwaarderingsrekening geboekt. Netto ongerealiseerde verliezen worden ten laste van het resultaat gebracht, indien zij hoger uitvallen dan eerdere netto op de desbetreffende herwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten;

b)

als deel van een synthetisch instrument gehouden effecten behoren niet tot de totale portefeuille van dergelijke effecten, maar vormen een aparte portefeuille;

c)

ongerealiseerde verliezen worden per jaarultimo ten laste van het resultaat gebracht en de overeenstemmende ongerealiseerde winsten worden in opeenvolgende jaren apart afgeschreven.

3.   Indien een van de verzamelde instrumenten afloopt, verkocht, opgezegd of wordt uitgeoefend, stopt de rapporterende entiteit daarna de in lid 2 vastgelegde alternatieve behandeling en enige niet-afgeschreven waarderingswinsten die in voorgaande jaren in de winst-en-verliesrekening werden opgenomen, worden direct teruggeboekt.

4.   De in lid 2 vastgelegde alternatieve behandeling mag slechts worden toegepast indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de individuele instrumenten worden beheerd en hun rendement wordt op basis van hetzij een risicobeheerstrategie of een beleggingsstrategie als een verzameld instrument beoordeeld;

b)

bij de eerste boeking worden de individuele instrumenten als een synthetisch instrument gestructureerd en aangemerkt;

c)

de toepassing van de alternatieve behandeling elimineert een waarderingsinconsistentie (waarderingsverschil), dan wel vermindert deze aanzienlijk;

d)

officiële documentatie is beschikbaar die verificatie van de naleving van de in lid a, b en c, vastgelegde voorwaarden mogelijk maakt.”

2.

In artikel 10, lid 1, onder a) en de volgende delen van bijlage IV wordt het woord „TARGET” vervangen door „TARGET/TARGET2”:

a)

in de tabel „Activa”, in verband met balanspost 9.5, en

b)

in de tabel „Passiva”, in verband met de balansposten 6, en 10.4.

3.

Bijlage II bij Richtsnoer ECB/2006/16 wordt overeenkomstig de bijlage bij dit richtsnoer gewijzigd.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer treedt op 1 januari 2008 in werking.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit richtsnoer is op alle centrale banken van het Eurosysteem van toepassing.

Gedaan te Frankfurt am Main, 17 december 2007.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 348 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Bijlage II bij Richtsnoer ECB/2006/16 wordt als volgt gewijzigd:

1.

De definitie „interlinking” wordt geschrapt.

2.

Na „reserves” wordt de volgende definitie toegevoegd:

„Synthetisch instrument: een door het verzamelen van twee of meer instrumenten kunstmatig gecreëerd financieel instrument voor het repliceren van de cashflow en de waarderingspatronen van een ander instrument. Normaliter geschiedt dat via een financiële tussenpersoon.”.

3.

De definitie van „TARGET” wordt als volgt vervangen:

„TARGET: het geautomatiseerde trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem ingevolge Richtsnoer ECB/2005/16 van 30 december 2005 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem (TARGET) (1);

4.

Na de definitie van „TARGET” wordt de volgende definitie toegevoegd:

„TARGET2: het geautomatiseerde trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem ingevolge Richtsnoer ECB/2007/2 van 26 april 2007 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (TARGET2) (2)


(1)  PB L 18 van 23.1.2006, blz. 1. Richtsnoer gewijzigd bij Richtsnoer ECB/2006/11 (PB L 221 van 12.8.2006, blz. 17).”.

(2)  PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1.”.


Top