EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D0006(01)

Besluit (EU) 2018/228 van de Europese Centrale Bank van 13 februari 2018 tot wijziging van Besluit (EU) 2017/936 houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten (ECB/2018/6)

OJ L 43, 16.2.2018, p. 18–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2020; stilzwijgende opheffing door 32020D1331

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2018/228/oj

16.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 43/18


BESLUIT (EU) 2018/228 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 februari 2018

tot wijziging van Besluit (EU) 2017/936 houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten (ECB/2018/6)

DE DIRECTIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 11.6,

Gezien Besluit (EU) 2017/933 van de Europese Centrale Bank van 16 november 2016 betreffende een algemeen kader voor de delegatie van besluitvormingsbevoegdheden voor met toezichttaken verband houdende rechtsinstrumenten (ECB/2016/40) (1), en met name artikelen 4 en 5,

Gezien Besluit (EU) 2017/935 van de Europese Centrale Bank van 16 november 2016 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten en de beoordeling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsvereisten (ECB/2016/42) (2), en met name artikel 2,

Gezien Besluit ECB/2004/2 van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (3), en met name artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit (EU) 2017/936 van de Europese Centrale Bank (ECB/2017/16) (4) bepaalt dat gedelegeerde besluiten krachtens artikel 2 van Besluit (EU) 2017/935 (ECB/2016/42) worden vastgesteld door de voor deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten verantwoordelijke plaatsvervangend directeur-generaal van het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht IV en door andere hoofden van arbeidseenheden.

(2)

Op 1 februari 2018 werd ECB Banking Supervision organisatorisch gewijzigd, hetgeen inhield dat drie afdelingen, waaronder de afdeling Autorisatie, werden verplaatst van het directoraat-deneraal Microprudentieel Toezicht IV naar het directoraat-generaal Secretariaat bij de raad van toezicht. De plaatsvervangend directeur-generaal van het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht IV zal niet langer verantwoordelijk zijn voor deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten.

(3)

De voorzitter van de raad van toezicht werd geraadpleegd betreffende de hoofden van arbeidseenheden aan wie de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten moet worden gedelegeerd.

(4)

Derhalve moet Besluit (EU) 2017/936 van de Europese Centrale Bank (ECB/2017/16) dienovereenkomstig gewijzigd worden om de overdracht van verantwoordelijkheid voor deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten naar het directoraat-generaal Secretariaat bij de raad van toezicht weer te geven,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Artikel 1 van Besluit (EU) 2017/936 (ECB/2017/16) wordt vervangen door:

„Artikel 1

Gelegeerde deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten

Gedelegeerde besluiten krachtens artikel 2 van Besluit (EU) 2017/935 (ECB/2016/42) worden vastgesteld door de voor deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten verantwoordelijke directeur-generaal, of plaatsvervangend directeur-generaal, van het directoraat-generaal Secretariaat bij de raad van toezicht, of, bij hun ontstentenis, door het hoofd van de afdeling Autorisatie, en een van de volgende hoofden van arbeidseenheden:

a)

de directeur-generaal van het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht I, indien toezicht op de betrokken onder toezicht staande entiteit of groep wordt uitgeoefend door het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht I;

b)

de directeur-generaal van het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht II, indien toezicht op de betrokken onder toezicht staande entiteit of groep wordt uitgeoefend door het directoraat-generaal Microprudentieel Toezicht II, of

c)

bij ontstentenis van een directeur-generaal, hun plaatsvervangend directeur-generaal.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 13 februari 2018.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 141 van 1.6.2017, blz. 14.

(2)  PB L 141 van 1.6.2017, blz. 21.

(3)  PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33.

(4)  Besluit (EU) 2017/936 van de Europese Centrale Bank van 23 mei 2017 houdende de benoeming van hoofden van arbeidseenheden voor de vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten (ECB/2017/16) (PB L 141 van 1.6.2017, blz. 26).


Top