EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D0023

Besluit (EU) 2017/1493 van de Europese Centrale Bank van 3 augustus 2017 houdende wijziging van Besluit ECB/2014/29 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (ECB/2017/23)

OJ L 216, 22.8.2017, p. 23–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/08/2023; opgeheven door 32023D1681 repealing.act.provisional.date.notification.disclaimer|http://publications.europa.eu/resource/authority/fd_365/repealing.act.provisional.date.notification.disclaimer

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/1493/oj

22.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 216/23


BESLUIT (EU) 2017/1493 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 3 augustus 2017

houdende wijziging van Besluit ECB/2014/29 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (ECB/2017/23)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), en met name artikel 6, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (2), en met name artikel 21 en artikel 140, lid 4,

Gezien het voorstel van de Raad van toezicht,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2014/29 (3) stelt regels vast betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (4) aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben.

(2)

De Europese Commissie heeft op 14 september 2016 Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 (5) vastgesteld die rapportagevereisten vaststelt voor instellingen die interne benaderingen mogen hanteren voor de berekening van risicogewogen posten of eigenvermogensvereisten, behalve voor operationeel risico. Die instellingen moeten de resultaten rapporteren van de berekeningen van hun interne benaderingen voor hun blootstellingen of posten die in de door de Europese Bankautoriteit verstrekte benchmarkportefeuilles zijn opgenomen.

(3)

Besluit ECB/2014/29 moet de informatie afdekken die onder toezicht staande entiteiten op basis van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 moeten rapporteren.

(4)

Besluit ECB/2014/29 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit ECB/2014/29 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

„Besluit van de Europese Centrale Bank van 2 juli 2014 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 680/2014 en (EU) 2016/2070 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (ECB/2014/29) (2014/477/EU)”.

2)

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Toepassingsgebied

Overeenkomstig artikel 21 van de GTM-kaderverordening stelt dit besluit procedures vast aangaande de indiening bij de ECB van gegevens die de onder toezicht staande entiteiten op basis van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 van de Commissie (*1) aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben.

(*1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 van de Commissie van 14 september 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor sjablonen, definities en IT-oplossingen die door de instellingen moeten worden gebruikt bij de rapportage aan de Europese Bankautoriteit en de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met artikel 78, lid 2, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 2.12.2016, blz. 1).”."

3)

Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3

Inleverdata

1.   Nationale bevoegde autoriteiten dienen op de volgende inleverdata de in artikel 1 genoemde gegevens in bij de ECB die onder toezicht staande entiteiten aan hun gerapporteerd hebben:

1)

uiterlijk 12 uur 's middags Midden-Europese tijd (MET) (*2) op de tiende werkdag volgende op de betrokken inleverdata zoals bedoeld in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 en artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 met betrekking tot:

a)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op het hoogste consolidatieniveau rapporteren binnen de deelnemende lidstaten;

b)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die geen onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep;

c)

onder toezicht staande entiteiten die overeenkomstig het criterium van de drie belangrijkste kredietinstellingen in hun lidstaat als belangrijk aangemerkt zijn en die hetzij op geconsolideerde basis rapporteren, hetzij op individuele basis indien zij niet gehouden zijn op geconsolideerde basis te rapporteren;

d)

overige onder toezicht staande entiteiten die hetzij op geconsolideerde basis rapporteren, hetzij op individuele basis indien zij niet gehouden zijn op geconsolideerde basis te rapporteren, en welke entiteiten zijn opgenomen op de lijst van instellingen die overeenkomstig artikel 2 van Besluit EBA/DC/2015/130 van de Europese Bankautoriteit (*3) en artikel 2 van Besluit EBA/DC/2016/156 van de Europese Bankautoriteit (*4) aan de Europese Bankautoriteit (EBA) moeten rapporteren;

2)

uiterlijk aan het einde van de 25e werkdag volgende op de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 en artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 bedoelde betrokken inleverdata met betrekking tot:

a)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op geconsolideerde en gesubconsolideerde basis rapporteren, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

b)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep en die op individuele basis rapporteren, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

c)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op het hoogste consolidatieniveau rapporteren binnen de deelnemende lidstaten, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

d)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die geen onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

4)

uiterlijk aan het einde van de 35e werkdag volgende op de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 en artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 bedoelde betrokken inleverdata met betrekking tot:

a)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op geconsolideerde en gesubconsolideerde basis rapporteren, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig de punten 1 en 2 zijn ingediend;

b)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep en die op individuele basis rapporteren, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

2.   In afwijking van lid 1 dienen de nationale bevoegde autoriteiten op de volgende inleverdata de in artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 bedoelde gegevens bij de ECB in:

1)

uiterlijk 12 uur 's middags MET op de tiende werkdag volgende op 11 november van elk kalenderjaar met betrekking tot:

a)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op het hoogste consolidatieniveau rapporteren binnen de deelnemende lidstaten;

b)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die geen onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep;

c)

onder toezicht staande entiteiten die overeenkomstig het criterium van de drie belangrijkste kredietinstellingen in hun lidstaat als belangrijk aangemerkt zijn en die hetzij op geconsolideerde basis rapporteren, hetzij op individuele basis indien zij niet gehouden zijn op geconsolideerde basis te rapporteren;

d)

overige onder toezicht staande entiteiten die hetzij op geconsolideerde basis rapporteren, hetzij op individuele basis indien zij niet gehouden zijn op geconsolideerde basis te rapporteren, welke entiteiten overeenkomstig artikel 2 van Besluit EBA/DC/2016/156 zijn opgenomen op de lijst van instellingen die aan de EBA moeten rapporteren;

2)

uiterlijk aan het einde van de 25e werkdag volgende op 11 november van elk kalenderjaar met betrekking tot:

a)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op geconsolideerde en gesubconsolideerde basis rapporteren, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

b)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep en die op individuele basis rapporteren, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

c)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op het hoogste consolidatieniveau rapporteren binnen de deelnemende lidstaten, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

d)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die geen onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

3)

uiterlijk aan het einde van de 35e werkdag volgende op 11 november van elk kalenderjaar met betrekking tot:

a)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op geconsolideerde en gesubconsolideerde basis rapporteren, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig de punten 1 en 2 zijn ingediend;

b)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep en die op individuele basis rapporteren, voor zover deze gegevens niet overeenkomstig punt 1 zijn ingediend;

(*2)  MET houdt ook rekening met de omschakeling naar Midden Europese Zomertijd."

(*3)  Besluit EBA/DC/2015/130 van de Europese Bankautoriteit van 23 september 2015 betreffende rapportage door bevoegde autoriteiten aan de EBA. Beschikbaar op de EBA-website onder: www.eba.europa.eu"

(*4)  Besluit EBA/DC/2016/156 van de Europese Bankautoriteit van 31 mei 2016 betreffende gegevens voor benchmarking door toezichthouders. Beschikbaar op de EBA-website onder: www.eba.europa.eu”."

4)

In artikel 4 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Nationale bevoegde autoriteiten monitoren en beoordelen de kwaliteit en betrouwbaarheid van de aan de ECB verstrekte gegevens. Nationale bevoegde autoriteiten passen de door de EBA ontwikkelde, bijgewerkte en bekendgemaakte valideringsregels toe. Nationale bevoegde autoriteiten voeren tevens aanvullende gegevenskwaliteitscontroles uit die de ECB in samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten ontwikkeld heeft.”.

5)

In artikel 6 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Nationale bevoegde autoriteiten verstrekken de in dit besluit vermelde gegevens overeenkomstig de relevante Data Point Model and eXtensible Business Reporting Language taxonomy die de EBA heeft ontwikkeld, bijgewerkt en bekendgemaakt.”.

6)

Het volgende artikel 7 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 7 bis

Eerste rapportage na vankrachtwording van Besluit (EU) 2017/1493 van de Europese Centrale Bank (ECB/2017/23)

1.   Overeenkomstig Besluit (EU) 2017/1493 van de Europese Centrale Bank (ECB/2017/23) (*5) dienen nationale bevoegde autoriteiten de aan hun overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 gerapporteerde gegevens in, te beginnen op de eerste inleverdata volgende op de vankrachtwording van dat besluit.

2.   Overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt 1, onder d), en te beginnen op de eerste inleverdata volgende op de vankrachtwording van Besluit (EU) 2017/1493 (ECB/2017/23), dienen nationale bevoegde autoriteiten de gegevens in die aan hun overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 zijn gerapporteerd door instellingen die krachtens artikel 2 van Besluit EBA/DC/2016/156 zijn opgenomen op de lijst van instellingen die aan de EBA moeten rapporteren.

(*5)  Besluit (EU) 2017/1493 van de Europese Centrale Bank van 3 augustus 2017 houdende wijziging van Besluit ECB/2014/29 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (ECB/2017/23) (PB L 216 van 22.8.2017, blz. 23).”."

Artikel 2

Vankrachtwording

Dit besluit treedt in werking op de dag van notificatie aan de geadresseerden.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit besluit is gericht tot de nationale bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten.

Gedaan te Frankfurt am Main, 3 augustus 2017.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.

(2)  PB L 141 van 14.5.2014, blz. 1.

(3)  Besluit ECB/2014/29 van de Europese Centrale Bank van 2 juli 2014 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (PB L 214 van 19.7.2014, blz. 34).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 van de Commissie van 14 september 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor sjablonen, definities en IT-oplossingen die door de instellingen moeten worden gebruikt bij de rapportage aan de Europese Bankautoriteit en de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met artikel 78, lid 2, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 2.12.2016, blz. 1).


Top