31998Y1231(01)

ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK op verzoek van de Raad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 109 L, lid 4, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap over een voorstel voor een verordening (EG) van de Raad inzake de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden van de lidstaten die overgaan tot de euro (98/C 412/01)

1. Op 31 december 1998 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies van de ECB over een voorstel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (doc. COM(1998) 732 van 9 december 1998) voor een verordening (EG) van de Raad inzake de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden van de lidstaten die overgaan tot de euro. Dit voorstel voorziet de volgende omrekeningskoersen:

1 euro // = 40,3399 Belgische frank

// = 1,95583 Duitse mark

// = 166,386 Spaanse peseta

// = 6,55957 Franse frank

// = 0,787564 Iers pond

// = 1936,27 Italiaanse lire

// = 40,3399 Luxemburgse frank

// = 2,20371 Nederlandse gulden

// = 13,7603 Oostenrijkse schilling

// = 200,482 Portugese escudo

// = 5,94573 Finse mark.

2. De bevoegdheid van de ECB om dit advies af te leveren is gebaseerd op artikel 109 L, lid 4, eerste zin, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. In overeenstemming met artikel 17, lid 5, eerste zin, van het reglement van orde van de ECB, is dit advies van de ECB goedgekeurd door de raad van bestuur van de ECB.

3. De ECB bevestigt de berekening van de voorgestelde omrekeningskoersen en stemt in met het gebruik van een verordening van de Raad als instrument om te waarborgen dat de door de Raad van de Europese Unie aangenomen omrekeningskoersen algemene toepassing vinden en in hun geheel juridisch bindend zijn alsmede direct toepasbaar op alle wettelijke instrumenten die betrekking hebben op de munteenheden van de deelnemende lidstaten.

4. De ECB verwelkomt het besluit om de verordening van de Raad goed te keuren en bekend te maken op 31 december 1998 en deze om middernacht, lokale tijd, op 1 januari 1999 in werking te laten treden. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat de omrekeningskoersen op hetzelfde moment van kracht worden als de vervanging door de euro van de nationale munteenheden van de deelnemende lidstaten, zoals neergelegd in Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro.

5. De ECB merkt op dat, door goed te keuren dat als omrekeningskoersen de wisselkoersen van de munteenheden van de deelnemende lidstaten ten opzichte van de ecu gelden, zoals berekend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen en bevestigd door de ECB op 31 december 1998 in overeenstemming met de berekening van de dagelijkse officiële ecu-wisselkoersen, gewaarborgd wordt dat de vaststelling van de omrekeningskoersen, op zich, geen wijziging zal aanbrengen in de externe waarde van de ecu.

6. Dit advies zal worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan per teleconferentie op 31 december 1998.

De President van de ECB

Willem F. DUISENBERG