EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009AB0088

Advies van de Europese Centrale Bank van 26 oktober 2009 betreffende een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautair macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s en een voorstel voor een Beschikking van de Raad tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s (CON/2009/88)

OJ C 270, 11.11.2009, p. 1–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 270/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 26 oktober 2009

betreffende een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautair macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s en een voorstel voor een Beschikking van de Raad tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s

(CON/2009/88)

2009/C 270/01

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 6 oktober 2009 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek om een advies van de Raad van de Europese Unie inzake: 1. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautair macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (1) (de „ontwerp-Verordening”) en een voorstel voor een Beschikking van de Raad tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s (2) (de „ontwerp-Beschikking”).

De adviesbevoegdheid van de ECB inzake de ontwerp-Verordening is gebaseerd op artikel 105, lid 4 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap aangezien de ontwerp-Verordening bepalingen bevat aangaande de bijdrage van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) tot een goede beleidsvoering in verband met prudentieel toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel, zoals bedoeld in artikel 105, lid 5 van het Verdrag. Aangaande de ontwerp-Beschikking, is de adviesbevoegdheid van de ECB gebaseerd op artikel 105, lid 6 van het Verdrag. Aangezien beide teksten betrekking hebben op de oprichting, organisatie en werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s (ECSR), en ondanks de onderscheiden op deze teksten toepasselijke, wetgevende procedures, heeft de ECB omwille van de eenvoud één advies aangenomen inzake beide voorstellen.

De opmerkingen in dit advies laten het toekomstige advies van de ECB inzake drie ontwerp-voorstellen voor verordeningen van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europese Bankautoriteit, een Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en een Europese Autoriteit voor effecten en markten (3), die deel uitmaken van een wetgevingspakket tot hervorming van Europees financieel toezicht dat door de Europese Commissie op 23 september 2009 werd aangenomen, onverlet.

Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Algemene opmerkingen

1.

In grote lijnen steunt de ECB de door de Commissie voorgestelde verordening en de beschikking tot oprichting van een nieuw lichaam verantwoordelijk voor macro-prudentieel toezicht in de EU, namelijk het ECSR. De ECB meent dat de recente financiële crisis de noodzaak heeft aangetoond van een stringentere macro-prudentiële benadering van regulering van en toezicht op het financiële stelsel als geheel. De crisis heeft tevens aangetoond dat het alomvattend en tijdig beoordelen van diverse bronnen van systeemrisico en hun gevolgen voor het financiële stelsel noodzakelijk is. Het ECSR kan signifikant bijdragen aan de stabiliteit van het financiële stelsel van de EU als geheel, door systeemrisico’s vast te stellen en te beoordelen, door het afgeven van vroegtijdige waarschuwingen en aanbevelingen, in geval van signifikante risico’s en door het volgen van de voortzetting.

2.

De Ecofinraad van 9 juni 2009 concludeerde dat de „ECB administratieve, logistieke, statistische en analytische ondersteuning verleent aan het ECSR, mede puttend uit advies van nationale centrale banken en toezichthouders”. Dit vloeide voort uit de aanbevelingen van het verslag van de Groep op Hoog Niveau inzake Financieel Toezicht in de EU, sinds 25 februari 2009 voorgezeten door Jacques de Larosière en de medeling van de Commissie van 27 mei 2009, waarin voorgesteld wordt dat de ECB het Secretariaat van het ECSR dient te verzorgen. Op 18 en 19 juni heeft de Europese Raad erop gewezen dat de Mededeling en de Ecofin-conclusies richtinggevend zijn voor het invoeren van een nieuw kader voor macro- en microprudentieel toezicht en steunde de oprichting van het ECSR.

3.

De ECB heeft zich bereid verklaard het ECSR-Secretariaat te verzorgen en steunt het ECSR, waarbij zij voorstelt zulks in een overweging bij de ontwerpverordening op te nemen. De ECB is middels de deelname van alle leden van de Algemene Raad van de ECB bereid om de macro-economische, financiële en monetaire deskundigheid van alle centrale banken van de EU ten goede te laten komen aan het ECSR. Deze bijdrage zal worden ondersteund door het optreden van de ECB en het ESCB inzake het volgen van financiële stabiliteit, macro-economische analyse, verzameling van statische gegevens, en door de algehele synergie aangaande deskundigheid, bronnen en infrastructuur in de context van de huidige centrale-bank activiteiten in de EU.

4.

De betrokkenheid van de ECB en het ESCB laten de primaire doelstellingen van het ESCB uit hoofde van artikel 105, lid 1 van het Verdrag, het handhaven van prijsstabiliteit, onverlet. Dienaangaande merkt de ECB op dat haar ondersteunende activiteiten ten aanzien van het ECSR de institutionele, functionele en financiële onafhankelijkheid niet zullen beïnvloeden, noch de uitvoering door het ESCB van zijn taken uit hoofde van het Verdrag en de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (de ESCB-statuten), met name de taken inzake financiële stabiliteit en oversighttaken (4).

5.

Inzake statistieken is de ECB bereid de noodzakelijke informatie inzake de macro-economische en macro-financiële context aan het ECSR te leveren en heeft daartoe de nodige deskundigheid. Zulks betreft met name informatie inzake marktvoorwaarden en marktinfrastructuren. Micro-prudentiële informatie zullen de drie nieuwe europese toezichthouders leveren.

Specifieke opmerkingen

6.

De ECB steunt de ontwerpverordening aangaande de procedure voor het uitbrengen van risicowaarschuwingen en aanbevelingen volledig (5), namelijk dat het ECSR de risicowaarschuwingen en aanbevelingen van het ECSR direct aan de respectieve geadresseerden overbrengt en tegelijkertijd aan de Ecofin-Raad. Wijzigingen van deze bepalingen zouden leiden tot „indirecte verzending” van risicowaarschuwingen en aanbevelingen en zouden de effectiviteit en de tijdigheid van de aanbevelingen, alsook de onafhankelijkheid en de geloofwaardigheid van het ECSR ondergraven. Bovendien is het van belang dat de communicatieprocedures van het ECSR met andere EU-instellingen en comités de effectieve en tijdige uitvoering van de ECSR-taken niet belemmeren.

7.

Aangaande de organisatorische aspecten van het ECSR acht de ECB het van bijzonder belang dat de samenstelling van het ECSR-Stuurcomité een adequate weerspiegeling vormt van de Algemene Raad van het ECSR. In de Algemene Raad zullen 29 leden met stemrecht centrale bankiers zijn, terwijl de overige vier leden met stemrecht lid van de Commissie en de voorzitters van de drie nieuwe europese toezichthouders zijn. Het is essentieel dat de samenstelling van het ECSR-Stuurcomité een weerspiegeling vormt van de Algemene Raad opdat het Comité ten opzichte van de Raad, wiens vergaderingen het Comité voorbereidt, representatief zou zijn. Derhalve is de opname van vijf leden centrale bankiers (naast de voorzitter en de vicevoorzitter van het ECSR) naast de vier overige leden met stemrecht een minimumdrempel om een dergelijk aangewezen evenwicht te waarborgen met een voldoende vertegenwoordiging van centrale banken van het eurogebied en van buiten het eurogebied. Dienovereenkomstig steunt de ECB het Commisevoorstel ten zeerste dat zeven van de leden van het Stuurcomité uit het midden van de Algemene Raad van de ECB afkomstig zullen zijn (6). Aangezien evenwel de samenstelling van het eurogebied zal veranderen, ware het niet raadzaam in een specifieke rechtshandeling een onveranderlijke zeteltoewijzing vast te leggen tussen het eurogebied en de centrale banken van buiten het eurogebied. Tenslotte steunt de ECB de commissieaanpak krachtens welke slechts de ECSR- voorzitter het hoofd van het secretariaat aanwijzigingen geeft (7).

8.

De voorzitter en de vicevoorzitter van de Algemene Raad van het ECSR dienen op basis van dezelfde procedures te worden verkozen en door dezelfde groep van leden met stemrecht, aangezien de vice-voorzitter een volwaardige plaatsvervanger dient te zijn van de voorzitter, indien noodzakelijk. Zoals vermeld in het commissievoorstel, dient de vicevoorzitter derhalve te worden verkozen door en uit de leden van de Algemene Raad, die tevens lid zijn van de Algemene Raad van de ECB. Verschillende verkiezingsprocedures voor de voorzitter en de vicevoorzitter zou een onnodige complicatie zijn en zou de onjuiste indruk kunnen wekken dat zij binnen het ECSR verschillende groepen vertegenwoordigen.

9.

Aangaande de samenstelling van de Algemene Raad van het ECSR, steunt de ECB het commissievoorstel dat de president en de vicepresident van de ECB leden met stemrecht van de Algemene Raad van het ECSR zijn. Zulks strookt met het beginsel dat de Algemene Raad van de ECB de basis vormt voor de leden met stemrecht van de Algemene Raad (8). Bovendien zou de aanvaarding van de vicepresident van de ECB stroken met de conclusies van het Voorzitterschap van de Europese Raad van 18-19 juni 2009, luidens welke de vicepresident zou kunnen stemmen bij de verkiezing van de voorzitter van het ECSR, zulks als lid van de Algemene Raad van de ECB. Indien hij geen lid zou zijn van de Algemene Raad van het ECSR zou de vicepresident niet kunnen deelnemen aan deze verkiezing.

10.

Het ECSR is een gemeenschapslichaam wiens taken het financiële stelsel van de EU betreffen, waartoe het doen van aanbevelingen en gepast optreden behoren, ten einde systeemrisico’s te adreseren en de stabiliteit van het systeem te waarborgen en wiens leden afkomstig zijn uit alle EU-lidstaten. Gezien de systeemrelevantie van een aantal Europese niet-EU landen voor het financiële stelsel van de EU, kan het aangewezen zijn vertegenwoordigers van deze landen voor deelname aansommige ECSR-vergaderingen en/of technische comités uit te nodigen, indien relevante kwesties worden besproken.

De ECB beveelt aan de volgende artikelen uit de ontwerpverordening en twee artikelen uit de ontwerpbeschikking te wijzigen. De bijlage bevat specifieke en toegelichte formuleringsvoorstellen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 26 oktober 2009.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  COM(2009) 499 definitief.

(2)  COM(2009) 500 definitief.

(3)  COM(2009) 501 definitief, COM(2009) 502 definitief en COM(2009) 503 definitief.

(4)  Artikel 105, lid 2, vierde streepje en artikel 105, lid 4 en 5 van het Verdrag, en artikel 3.1, vierde streepje, artikel 3.3, artikel 4 en 22, en artikel 25.1 van de ESCB-statuten.

(5)  Artikel 16, 17 en 18 van de ontwerpverordening.

(6)  Artikel 11, lid 1 van de ontwerpverordening.

(7)  Artikel 4, lid 1 van de ontwerpbeschikking. De ECSR-voorzitter is voorzitter van de Algemene Raad en het Stuurcomité.

(8)  De president van de ECB, de vicepresident en de presidenten van de nationale centrale banken van de EU maken deel uit van de Algemene Raad van de ECB.


BILAGE

Formuleringsvoorstellen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Door de ECB voorgestelde wijzigingen (1)

Wijziging 1

Overweging 5 van de ontwerpverordening

Overweging 5

„In haar mededeling met als titel „Europees financieel toezicht” […] In overeenstemming met het standpunt van de Commissie concludeerde „de Raad onder meer dat” de ECB het ECSR analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning dient te verlenen en daarbij ook dient te putten uit technisch advies van de nationale centrale banken en toezichthouders”.

Overweging 5

„In haar mededeling met als titel „Europees financieel toezicht” […] In overeenstemming met het standpunt van de Commissie concludeerde de Raad onder meer dat „de ECB het ECSR analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning dient te verlenen en daarbij ook dient te putten uit technisch advies van de nationale centrale banken en toezichthouders”. De ECB is bereid het ECSR-Secretariaat te verzorgen en steunt het ECSR. De ondersteuning van de ECSR door de ECB, alsook de aan het ECSR toegewezen taken moeten het beginsel van onafhankelijkheid van de ECB bij de uitoefening van haar taken uit hoofde van het Verdrag onverlet laten.”

Uitleg:

De Raad van bestuur van de ECB heeft zich bereid verklaard het ECSR-secretariaat te verzorgen en het ECSR te steunen en acht het voorts aangewezen zulks in overweging van bij de ontwerpverordening op te nemen.

De laatste zin van overweging 5 bij de ontwerpverordening verduidelijkt dat de ondersteuning van het ECSR de ECB niet zal hinderen bij de uitvoering van haar taken, noch door de taken van het ECSR, aangezien de ECB bij Verdrag is opgericht, zulks in tegenstelling tot het ECSR. Dat is van bijzonder belang gezien het beginsel van onafhaneklijkheid van centrale banken.

Wijziging 2

Overweging 3, lid 1 van de ontwerpverordening

Artikel 3

„1.   Het ECSR is verantwoordelijk voor het macroprudentiële toezicht op het financiële stelsel binnen de Gemeenschap teneinde systeemrisico’s binnen het financiële stelsel te voorkomen of te beperken, zodat perioden van wijdverbreide financiële onrust worden voorkomen, tot een soepele werking van de interne markt wordt bijgedragen en voor een duurzame bijdrage van de financiële sector aan de economische groei wordt gezorgd.”

Artikel 3

„1.   Het ECSR is verantwoordelijk voor het macroprudentiële toezicht op het financiële stelsel binnen de Gemeenschap teneinde systeemrisico’s binnen het financiële stelsel te voorkomen of te beperken, zodat perioden van wijdverbreide financiële onrust worden voorkomen en tot een soepele werking van de interne markt wordt bijgedragen en voor een duurzame bijdrage van de financiële sector aan de economische groei wordt gezorgd .”

Uitleg:

De ECB is van mening dat het waarborgen van een duurzame bijdrage aan economische groei niet de drijfveer achter macroprudentieel oversight is. Derhalve dient dit begrip uit het bovenstaande artikel te worden geschrapt.

Wijziging 3

Artikel 4, lid 1 van de ontwerpverordening

Artikel 4

„1.   Het ECSR heeft een algemene raad, een stuurcomité en een secretariaat.”

Artikel 4

„1.   Het ECSR heeft een algemene raad, een stuurcomité, en een secretariaat een technisch raadgevend comité.”

Uitleg:

De ontwerpverordening en -beschikking dienen de belangrijkste institutionele aspecten van het ECSR, waaronder het Raadgevende Technische Comité, vorm te geven. Zowel de ontwerpverordening en de ontwerp beschikking benadrukken de leidende rol van de ECB en de nationale centrale banken in macroprudentieel oversight  (2). Dit artikel van de ontwerpverordening dient te worden gewijzigd om te verduidelijken dat het RTC deel uitmaakt van de organisatiestructuur van het ECSR (zie tevens wijzigingen 5 en 7).

Wijziging 4

Artikel 4, lid 4 van de ontwerpverordening

Artikel 4

„4.   Overeenkomstig Beschikking XXXX/EG/2009 van de Raad verleent het secretariaat analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning aan het ECSR onder leiding van de voorzitter van de algemene raad.”

Artikel 4

„4.   Overeenkomstig Beschikking XXXX/EG/2009 van de Raad dat de ECB specifieke taken toewijst aangaande de werking van het ECSR, zal de ECB het secretariaat verzorgen dat het ECSR zal ondersteunen, mede puttend uit advies van nationale centrale banken en toezichthouders onder leiding van de voorzitter van de algemene raad.”

Uitleg:

De wijziging is noodzakelijk om de ontwerpverordening volledig in overeenstemming te brengen met de conclusies van de Ecofin-Raad van 9 juni 2009 en met de ontwerpbeschikking. Bij gebreke daarvan zou de ondersteunende rol van de ECB ten aanzien van het ECSR niet in de ontwerpverordening worden opgenomen. Zulks zou stroken met eerdere verklaringen en besluiten, met name:

het de Larosière rapport bepaalde dat „binnen de EU, is de ECB, als de kern van het ESCB, de aangewezen instantie om de taak van het identificeren van macroprudentiële risico’s uit te voeren”;

de Commissie-mededeling van 27 mei 2009;

Goedkeuring van de Ecofinraadconclusies van 9 juni 2009 die bepaalden dat de „ECB administratieve, logistieke, statistische en analytische ondersteuning dient te verlenen aan het ECSR, mede puttend uit technisch advies van nationale centrale banken en toezichthouders”; en

Goedkeuring van de conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009.

Wijziging 5

Artikel 4, lid 5 van de ontwerpverordening

Artikel 4

„5.   Het ECSR wordt ondersteund door het in artikel 12 bedoelde raadgevend technisch comité, dat op verzoek advies en bijstand verleent over aangelegenheden die van belang zijn voor de werkzaamheden van het ECSR.”

Artikel 4

„5.   Het ECSR wordt ondersteund door het in artikel 12 bedoelde raadgevend technisch comité, dat op verzoek verleent advies en bijstand over aangelegenheden die van belang zijn voor de werkzaamheden van het ECSR.”

Uitleg:

Dit artikel van de ontwerpverordening dient te worden gewijzigd om te verduidelijk dat het RTC het ECSR permanent bijstaat. De procedureregels van het ECSR omvatten bepalingen die van toepassing zijn op de adviesrol van het RTC (zie tevens wijzigingen 3 en 7 met betrekking tot het RTC).

Wijziging 6

Artikel 7 van de ontwerpverordening

„Artikel 7

Onpartijdigheid

1.   Bij hun deelname aan de activiteiten van de algemene raad en van het stuurcomité of bij het verrichten van enige andere met het ECSR verband houdende werkzaamheden vervullen de leden van het ECSR hun taken op onpartijdige wijze en vragen noch aanvaarden zij instructies van lidstaten.

2.   Lidstaten proberen geen invloed uit te oefenen op de leden bij het vervullen van hun met het ECSR verband houdende taken.”

„Artikel 7

Onpartijdigheid en onafhankelijkheid

1.   Bij hun deelname aan de activiteiten van de algemene raad en van het stuurcomité of bij het verrichten van enige andere met het ECSR verband houdende werkzaamheden vervullen de leden van het ECSR hun taken op onpartijdige wijze en uitsluitend in het belang van de Gemeenschap als geheel. Zij vragen noch aanvaarden zij instructies van lidstaten, communautaire instellingen of enig ander publiek of privaat lichaam.

2.   Lidstaten, communautaire instellingen of enig ander publiek of privaat lichaam proberen geen invloed uit te oefenen op de leden bij het vervullen van hun met het ECSR verband houdende taken.”

Uitleg:

Dit artikel dient te worden gewijzigd om de onafhankelijkheid van de ECSR-leden te waarborgen tegen interventie door andere communautaire lichamen of enig ander lichaam. Zulks laat de uitoefening van aan de ECB toegewezen en ondersteunende en door haar ten behoeve van het ECSR uitgevoerde taken onverlet, welke niet kunnen worden aangemerkt als instructies.

Wijziging 7

Artikel 12, lid 3 van de ontwerpverordening

Artikel 12

„3.   Het comité vervult de in artikel 4, lid 5, genoemde taken op verzoek van de voorzitter van de algemene raad.”

Artikel 12

„3.   Het comité vervult de in artikel 4, lid 5, genoemde taken op verzoek van de voorzitter van de algemene raad.”

Uitleg:

Deze wijziging beoogt te verduidelijken dat het RTC het ECSR permanent bijstaat, niet alleen op verzoek, zulks overeenkomstig het reglement van orde van het ECSR (zie tevens wijzigingen 3 en 5 inzake het RTC).

Wijziging 8

Artikel 13 van de ontwerpverordening

„Artikel 13

Bij het vervullen van zijn taken wint het ECSR indien nodig ook advies in bij belanghebbenden uit de particuliere sector.”

„Artikel 13

Bij het vervullen van zijn taken wint het ECSR indien nodig ook advies mening in bij belanghebbenden uit de particuliere sector.”

Uitleg:

De voorgestelde terminologie geeft de rol van belanghebbenden uit de particuliere sector beter weer.

Wijziging 9

Overweging 8 van de ontwerpbeschikking

Overweging 8

„De Raad heeft op 9 juni 2009 geconcludeerd dat de ECB het ECSR analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning moet verlenen. Er moet dan ook gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid die door het Verdrag wordt geboden om specifieke taken betreffende aan prudentieel toezicht gerelateerd beleid aan de ECB op te dragen, door de ECB het verzorgen van het secretariaat van het ECSR als taak toe te wijzen.”

Overweging 8

„De Raad heeft op 9 juni 2009 geconcludeerd dat de ECB het ECSR analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning moet verlenen. Er moet dan ook gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid die door het Verdrag wordt geboden om specifieke taken betreffende aan prudentieel toezicht gerelateerd beleid aan de ECB op te dragen, door de ECB het verzorgen van het secretariaat van het ECSR als taak toe te wijzen. De door de ECB aan het ECSR te verlenen ondersteuning, alsook de aan het ECSR toegewezen taken moeten het beginsel van de onafhankelijkheid van de ECB bij de uitoefening van haar taken onverlet laten.

Uitleg:

De wijziging van de ontwerpoverweging verduidelijkt dat de ECB bij de uitvoering van haar taken niet zal worden gehinderd door haar ondersteuning van het ECSR, noch door de taken van het ECSR zelf, aangezien de ECB bij Verdrag is opgericht, zulks in tegenstelling tot het ECSR. Dat is van bijzonder belang gezien het beginsel van onafhankelijkheid.

Wijziging 10

Nieuwe overweging 8 bis van de ontwerpbeschikking

„Geen tekst”

Overweging 8 bis

„8 bis)

De macropudentiële toezichthoudende taken van het ECSR beogen systeemrisico’s binnen het financiële stelsel te voorkomen of ten minste te matigen. Enerzijds is het niet de taak van het ECSR toe te zien op specifieke individuele ondernemingen die financiële diensten verlenen, anderzijds houden de oversighttaken van het ECSR en de door de ECB verleende ondersteuning verband met het financiële stelsel als geheel, waarbij de nadruk ligt op onderlinge samenhang (inter-linkages) tussen de diverse sectoren van het financiële stelsel.”

Uitleg:

Rekening houdend met de aard en de doelstellingen van de aan het ECSR toegewezen functies inzake macroprudentieel oversight en de door de ECB aan het ECSR verleende ondersteuning, verduidelijkt de nieuwe overweging in de context van de toepassing van artikel 105, lid 6 van het Verdrag, dat macroprudentieel toezicht het financiële stelsel als geheel betreft.

Wijziging 11

Artikel 2 van de ontwerpbeschikking

Artikel 2

„De Europese Centrale Bank verzorgt het secretariaat en verleent het ECSR bijgevolg analytische, statistische, logistieke en administratieve ondersteuning.

[…]

b)

overeenkomstig artikel 5 van deze beschikking, het vergaren en verwerken van informatie, met inbegrip van statistische informatie, namens en ten behoeve van het vervullen van de taken van het ECSR;”

Artikel 2

„De Europese Centrale Bank verzorgt het secretariaat en verleent het ECSR bijgevolg analytische, statistische, logistieke en administratieve ondersteuning.

[…]

b)

overeenkomstig artikel 5 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en artikel 5 van deze beschikking, het vergaren en verwerken van informatie, met inbegrip van statistische informatie, namens en ten behoeve van het vervullen van de taken van het ECSR;”

Uitleg:

Door de schrapping van de term „bijgevolg” is de tekst gelijk aan de conclusies van de Ecofin-Raad van 9 juni 2009.

Artikel 2 ter van de ontwerpbeschikking betreft de statistische ondersteuning die de ECB dient te verlenen aan het ECSR.

Wijziging 12

Artikel 4 van de ontwerpbeschikking

„Artikel 4

Beheer

[…]”

„Artikel 4

Beheer Werking van het Secretariaat

[…]”

Uitleg:

De voorgestelde titel is een accuratere weergave van artikel 4 van de ontwerpbeschikking, en hanteert terminologie die de interne administratieve bevoegdheden van de ECB meer recht doet.

Wijziging 13

Artikel 4, lid 2 van de ontwerpbeschikking

Artikel 4

„2.   Het hoofd van het secretariaat of zijn vertegenwoordiger neemt deel aan de vergaderingen van de algemene raad en van het stuurcomité van het ECSR.”

Artikel 4

„2.   Het hoofd van het secretariaat of zijn vertegenwoordiger neemt deel aan de vergaderingen van de algemene raad, en van het stuurcomité van het ECSR en van het raadgevend technisch comité van het ECSR.”

Uitleg:

De voorgestelde wijziging beoogt de in artikel 4, lid 1 van de ontwerpverordening vastgelegde ECSR-structuur weer te geven.


(1)  De vetgedrukte tekst toont waar de ECB voorstelt om een nieuwe tekst toe te voegen. Doorhaling betreft tekst die de ECB voorstelt te schrappen.

(2)  Zie overweging 13 van de ontwerpverordening en overweging 7 van de ontwerpbeschikking.


Top