EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006AB0012

Advies van de Europese Centrale Bank van 24 februari 2006 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, wat de indiening van gegevens van de nationale rekeningen betreft (CON/2006/12)

OJ C 55, 7.3.2006, p. 61–62 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

7.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/61


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 24 februari 2006

op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, wat de indiening van gegevens van de nationale rekeningen betreft

(CON/2006/12)

(2006/C 55/29)

Op 19 januari 2006 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad voor een advies inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad wat de indiening van gegevens van de nationale rekeningen betreft (hierna de „ontwerpverordening” genoemd).

De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 105, lid 4, eerste streepje, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, aangezien de ontwerpverordening tot de gebieden behoort die onder de bevoegdheid van de ECB vallen. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de ECB heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

1.   ALGEMENE OPMERKINGEN

1.1

Het doel van de ontwerpverordening is bijlage B bij de Verordening inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 1995 (1) te wijzigen wat de indiening van gegevens van de nationale rekeningen betreft. De ontwerpverordening beoogt wijzigingen aan te brengen in tijdstip, frequentie en inhoud van de nationale rekeningen die lidstaten bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) indienen, en daarmee de beschikbaarheid van gegevens van de nationale rekeningen en de kwaliteit van Europese statistieken te verbeteren. De ontwerpverordening is in overeenstemming met de beginselen van harmonisatie en samenhang. Ze houdt ook rekening met sommige van de nieuwe behoeften van de belangrijkste gebruikers en voert verscheidene reducties door in het indieningsprogramma, zoals verzocht door nationale samenstellers.

1.2

Voor het voeren van monetair beleid is het essentieel voor de ECB om statistieken van het eurogebied te gebruiken en samen te stellen op basis van gegevens van de nationale rekeningen die volledig en vergelijkbaar zijn, geschikt voor aggregatie over alle lidstaten van het eurogebied, alsook tijdig, betrouwbaar en consistent zijn in de tabellen zelf en tussen de tabellen onderling van het indieningsprogramma. De ECB hecht de hoogste prioriteit aan kwartaalstatistieken van de nationale rekeningen en verwelkomt de voorstellen van het gewijzigde programma voor het verstrekken van deze gegevens. Een consistente set gegevens van de nationale rekeningen heeft ook hoge prioriteit omdat ze nodig zijn voor een uitvoerige analyse van productiviteitsveranderingen. In dit verband en om andere redenen zijn voor jaargegevens meer gedetailleerde uitsplitsingen nodig dan voor kwartaalgegevens. De ECB beschouwt de meer gedetailleerde uitsplitsingen van economische activiteiten en institutionele sectoren in de ontwerpverordening als een belangrijke verbetering. Gegevens van regionale rekeningen zijn geen prioriteit voor de ECB.

1.3

De ECB stelt ook op prijs dat de ontwerpverordening prioriteit geeft aan het door lidstaten verstrekken van tijdige gegevens van de nationale rekeningen voor de meer recente periodes. De ECB zou de Commissie (Eurostat) en de lidstaten willen uitnodigen te verzekeren dat de gegevens die verstrekt worden in de tabellen waarom in het indieningsprogramma wordt verzocht, onderling consistent zijn, en een beleid voor gecoördineerde publicatie en herziening vast te stellen en ten uitvoer te leggen. De ECB is van mening dat dit ook betrekking heeft op de precieze timing van belangrijke statistische herzieningen van nationale rekeningen, die gerelateerd kunnen zijn aan significante methodologische wijzigingen.

2.   SPECIFIEKE OPMERKINGEN

2.1

Tabel 1 van het indieningsprogramma bestrijkt de belangrijkste aggregaten op kwartaal- en jaarbasis die van cruciaal belang zijn voor monetair en economisch beleid. De ECB verwelkomt verbeteringen in de gegevensverstrekking voor tabel 1. Hiertoe behoren onder meer de specificatie van uitvoer- en invoergegevens naar respectievelijk bestemming en herkomst (lidstaten van de EU, leden van de monetaire unie en instellingen van de EU) en de specifieke toegevoegde waarde en werkgelegenheidsgegevens van de industrie. De ECB beveelt het gebruik aan van een gemeenschappelijke methode om op kwartaalbasis met behulp van kettingindexcijfers statistieken van volumemutaties samen te stellen. Bovendien beveelt de ECB aan dat in het indieningsprogramma voor werkdagen en seizoenen gecorrigeerde statistieken worden opgenomen voor de belangrijkste aggregaten op kwartaalbasis, en waar nodig ook alleen voor werkdagen gecorrigeerde statistieken.

2.2

Tabel 3 van het indieningsprogramma bestrijkt de aggregaten per bedrijfstak op jaarbasis, welke essentieel zijn voor productiviteitsanalyses en structurele analyses. Daar waar in deze tabel twee typen uitsplitsingen worden aangegeven, geeft de ECB prioriteit aan een volledige invoering van de minder gedetailleerde uitsplitsing ten behoeve van het samenstellen van aggregaten van het eurogebied.

2.3

De ECB vereist dat de niet-financiële rekeningen per sector (tabel 8 van het indieningsprogramma) met dezelfde tijdigheid worden verstrekt als de financiële rekeningen per sector (tabel 6 van het indieningsprogramma) en de balansen van financiële activa en passiva (tabel 7 van het indieningsprogramma), om de noodzakelijke volledige consistentie in de samenstelling van geïntegreerde rekeningen voor het eurogebied mogelijk te maken.

2.4

De ECB zou er voorstander van zijn de indieningstermijn voor het verstrekken van gegevens betreffende overheidsuitgaven naar functie (tabel 11 van het indieningsprogramma) terug te brengen van twaalf tot negen maanden na het einde van het referentiejaar. Dit zou ook consistent zijn met de termijn voor het indienen van de gedetailleerde uitsplitsing van overheidsuitgaven (tabel 2 van het indieningsprogramma). De ECB zou er voorts voorstander van zijn om de verdere uitsplitsing naar COFOG-groepen van overheidsuitgaven voor de COFOG-afdelingen economische aangelegenheden, gezondheid, onderwijs en sociale zekerheid dwingend voor te schrijven. De vereiste uitsplitsing betreffende gedetailleerde belastingontvangsten naar soort belasting en ontvangende subsector (tabel 9 van het indieningsprogramma) is daarentegen gedetailleerder dan de prioriteitsvereisten van de ECB.

2.5

De ECB zou er ook voorstander van zijn de input van arbeid in de gebruikstabellen (tabel 16 van het indieningsprogramma) ook te meten in termen van gewerkte uren en dit onder te verdelen om de implicaties van ontwikkelingen in arbeidskwaliteit voor productiviteitsverandering te kunnen analyseren. De ECB zou eveneens de voorkeur geven aan gebruikstabellen die ook basisprijzen vermelden, zodat met tussenpozen van een jaar symmetrische input-outputtabellen zouden kunnen worden samengesteld. Indien deze jaartabellen ook worden uitgesplitst naar de componenten invoer en binnenland, zou de symmetrische input-outputtabel voor binnenlandse output en de invoer tegen basisprijzen (tabel 19 van het indieningsprogramma) geen prioriteitsvereiste voor de ECB zijn. Wat tabel 16 van het indieningsprogramma betreft, zou een gedifferentieerde aanpak ten aanzien van de rapportageverplichtingen van grotere en kleiner lidstaten kunnen worden overwogen. De ECB is van mening dat de symmetrische input-outputtabellen tegen basisprijzen (tabel 17 van het indieningsprogramma) en de symmetrische input-outputtabellen voor binnenlandse output en invoer tegen basisprijzen (tabel 18 en 19 van het indieningsprogramma) met vijfjaarlijkse tussenpozen minder relevant zijn vanwege de vertraging en lage frequentie van de gegevens.

2.6

De ECB verwelkomt de indiening van balansen voor niet-financiële activa (tabel 26 van het indieningsprogramma) en is van mening dat meer variabelen in deze tabel dwingend dienen te worden voorgeschreven. Met name dient het verstrekken van verplichte informatie betreffende de waarde van woningen te worden aangevuld met de overeenkomstige informatie over de waarde van de grond, aangezien dergelijke gegevens voor de ECB van bijzonder belang zijn voor het bepalen van de waarde van het woningbezit van huishoudens.

Gedaan te Frankfurt am Main, 24 februari 2006.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1).


Top