EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001AB0503(02)

Advies van de Europese Centrale Bank van 11 april 2001 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid (CON/2001/4)

OJ C 131, 3.5.2001, p. 6–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001AB0503(02)

Advies van de Europese Centrale Bank van 11 april 2001 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid (CON/2001/4)

Publicatieblad Nr. C 131 van 03/05/2001 blz. 0006 - 0006


Advies van de Europese Centrale Bank

van 11 april 2001

op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid

(CON/2001/4)

(2001/C 131/04)

1. Op 21maart 2001 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) van de Raad van de Europese Unie een verzoek om een advies betreffende een ontwerpverordening van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid (hierna genoemd "de ontwerpverordening").

2. De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 105, lid 4, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het Reglement van Orde van de ECB is dit advies door de Raad van bestuur van de ECB goedgekeurd.

3. De verordening heeft tot doel het indienen van kwartaalgegevens met betrekking tot overheidsuitgaven en -inkomsten door de lidstaten bij de Europese Commissie (Eurostat) te specificeren, in aanvulling op de gegevens die reeds vallen onder Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie van 3 februari 2000 inzake de uitvoering van de Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën(1). De uitsplitsing van overheidsuitgaven en -inkomsten wordt gedefinieerd aan de hand van Verordening (EG) nr. 1500/2000 van de Commissie van 10 juli 2000 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad met betrekking tot de overheidsuitgaven en -inkomsten(2).

4. De ECB verwelkomt de ontwerpverordening, die deel uitmaakt van het op verzoek van de Raad Economie/Financiën door de Europese Commissie in nauwe samenwerking met de ECB opgestelde Actieplan over de statistische vereisten van de EMU (hierna genoemd "EMU Actieplan"). Het EMU Actieplan is een antwoord op het door de Raad Economie/Financiën op 18 januari 1999 goedgekeurde verslag van het Monetair Comité over de informatiebehoefte in de EMU en op het tweede door het Economisch en Financieel Comité opgestelde en door de Raad Economie/Financiën op 5 juni 2000 goedgekeurde voortgangsverslag over de informatiebehoefte in de EMU.

5. Enerzijds verandert het verstrekken van kwartaalgegevens inzake overheidsuitgaven en -inkomsten niets aan de rapportageverplichtingen binnen het kader van de procedure bij buitensporige tekorten zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten(3) zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 475/2000 van de Raad van 28 februari 2000(4), anderzijds versterkt het de korte-termijn macroanalyse binnen het kader van de ESR 95-rekeningen. Dienaangaande is de ontwerpverordening een verdere stap op weg naar een beperkte reeks van ESR 95-rekeningen, die ook uit hoofde van het EMU Actieplan vereist is.

6. De ECB verleent daarom haar nadrukkelijke steun aan het tijdschema voor het indienen van kwartaalgegevens inzake overheidsuitgaven en -inkomsten, zoals voorzien in de ontwerpverordening. De ECB doet ook een beroep op de lidstaten om geen uitzonderingsbepalingen op te nemen en de kwartaalgegevens conform ESR 95-concepten te verstrekken, in het bijzonder voor de samenstelling van aggregaten voor de eurozone.

7. De ontwerpverordening zou echter in technisch opzicht op sommige punten voor verbetering vatbaar zijn: a) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1500/2000, ware het beter dat de titel "niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid" als volgt zou worden gewijzigd: "kwartaalgegevens inzake overheidsuitgaven en -inkomsten"; b) De eerste zin van artikel 3, lid 2, zou als volgt gewijzigd kunnen worden: "Kwartaalgegevens worden ingediend voor de volgende in Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996, zoals gewijzigd, gedefinieerde categorieën (of groepen categorieën) overheidsuitgaven en -inkomsten"; c) Artikel 3, lid 2, zou ook het indienen van kwartaalgegevens inzake totale overheidsuitgaven en -inkomsten, alsmede bruto besparingen van de overheid (B.8g) moeten vereisen; d) Artikel 4, lid 1, sub c), zou als volgt gewijzigd kunnen worden: "De kwartaalgegevens en de dienovereenkomstige jaargegevens en de ESR 95-kwartaalgegevens zijn met elkaar in overeenstemming.".

8. Dit advies wordt gebpubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 11 april 2001.

De President van de ECB

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 29 van 4.2.2000, blz. 4.

(2) PB L 172 van 12.7.2000, blz. 3.

(3) PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7.

(4) PB L 58 van 3.3.2000, blz. 1.

Top